I. N°. 21. YII-p. 83 j. Tijdens de laatste baring vóór 5 jaar had patiënte hevige aanvallen van benauwdheid. Sedert lijdt zij aan hartkloppingen en benauwdheden. Bovendien heeft zij epilepsie. Opname 25 Januari wegens zware compensatiestoornissen. Zij is zeer kortademig, cyanotisch; de pols is klein, onregelmatig. Er bestaat een duidelijke stenose met insufficientie van de mitralis. Onder bedrust en digitalis verbetert de hartswerking aanzienlijk. 5 Maart begint de baring; binnen den tijd van 3 uur wordt een 4 K.G. zwaar kind geboren zonder dat eenige invloed op de hartswerking kan worden bespeurd. Kraambed ongestoord. 11. N°. 286. I-p. 19 j. Deze patiënt werd 2 September barende opgenomen. De cervix is verstreken, het ostium nauwelijks geopend Patiënte is cyanotisch, de voeten zijn oedemateus, de pols is klein en onregelmatig. Het hart is naar alle kanten gedilateerd, aan de punt is een sterk praesystolisch geruisch: Mitralis stenose en insufficientie. 11 u. n. m. heeft patiënte flinke weeën; zij verkeert ineen half bewusteloozeu toestand, reageert op de weeën met wat kreunen en onrust. Zij is cyanotisch, braakt herhaaldelijk, de pols is zeer onregelmatig, gemiddeld 100. In beide longen achter is reutelen te hooren ; oedema pulmonum. Ondanks goede weeën blijft de hartswerking onveranderd, onmiddellijk levensgevaar dreigt niet en te 1.30 v. m. wordt reeds een 2.5 K.O. zwaar kind geboren. In het kraambed, dat overigens ongestoord verliep, werd de hartswerking slechts weinig beter. 111. N°. 395. 11-p. 28 j. De eerste baring duurde lang, levend kind. Bekkenomtrek 82 cM. (zie Blz. 194). Aan het hart geen afwijkingen te constateereu. Na een ontsluitingstijdperk van 12 uur staat het hoofd op den bekkenbodem: A. a. 1. d. Dan treden zeer krachtige weeën op; daarbij perst patiënte buitengewoon sterk mede. Tijdens het persen wordt zij wat blauw, inde weeënpauze verdwijnt de cyanose niet geheel; na een half uur van onophoudelijk persen is de geheele huid diepblauw, op paars af. De slijmvliezen zijn nagenoeg zwart. Patiënte is kortademig, zeer onrustig, niet tot bedaren te brengen. De pols is nauwelijks voelbaar, onregelmatig. Het hoofd staat nog nagenoeg dwars, wordt snel forcipaal geëxtraheerd. Na de baring, als het persen ophoudt, verdwijnt de cyanose langzamerhand, de pols blijft den eersten dag frequent ±lOO. Door het sterke persen was hier blijkbaar een acute hartdilatahe ontstaan.

213