had gevonden, en een poging tot keering door den huismedicus was mislukt. Het kind is dood, het o. u. s. is nog niet belangrijk gespannen. Yersie; bij de extractie van het nakomend hoofd ontstaat een diepe gleuf door het promontorium. Kraambed ongestoord. 11. N°. 53. YI-p. 33 j. Zie gemelli en niertuherculose. Blz. 217. 111. N°. 40. YI-p. 42 j. Bekkenmaten: 28.5, 29.5, 19, 7.5, 98, C. D. 9.5, C. V. ( 8. Rachitis. Yorige haringen: 1 en 2 forcipaal dood. 3 extractie, dood, 4 Y. en E. levend , en 5 geperforeerd. Opname 13 Febr. ll u. v.m. met volkomen ontsluiting en staande vliezen. Hoofdligging. De vliezen worden gebroken, het hoofd plaatst zich dwars op den ingang in matige asynclytismus posterior, het puilt echter sterk vóór de symph. uit. Besloten wordt af te wachten wat de weeën vermogen het hoofd schijnt goed mouleerbaar en zoo noodig hebosteotomie te doen. 10 n. n.m. Ondanks goede weeën geen vooruitgang, de spontane indaling kan niet meer worden verwacht. Daarom wordt overwogen, nadat eerst een poging met de hooge tang zal zijn beproefd, de hebosteotomie te verrichten. 11 uur. Narcose. De tang wordt dwars aangelegd, bij flinke tractie komt het wat dieper, het gelukt echter niet na herhaalde pogingen, het hoofd inde holte te trekken. De harttonen zijn goed, hebosteotomie is dus nu aangewezen. Op het beslissende oogenblik deins ik daarvoor echter terug, omdat het ontbreken van aseptisch materiaal de gevaren voor de vrouw te groot maakt, in verband met de mogelijkheid, dat het kind door de geforceerde tang zwaar is beschadigd. Om het nog een laatste kans te geven, wordt het gekeerd en geëxtraheerd. Het nakomend hoofd passeert eerst na langdurig trekken aan de schouders met krachtigen druk op het hoofd den hekkeningang. Het kind maakt een paar oppervlakkige adembewegingen, doch alle pogingen het bij te brengen mislukken. De schedel vertoont boven het rechter oor een diepen deuk; bij de obductie bleek dat het slaapbeen en het wandbeen waren gefractureerd, het rechter orbitaaldak was geheel versplinterd , het linker gescheurd. Bovendien liepen eenige fissureu inde schedelbasis van de voorste schedelgroeve door het rotsbeen heen naar de achterste. Welk aandeel de tang en de extracte ieder aan deze schedelfractuur hebben ,is niet uitte maken. Kraambed ongestoord. In dit geval is de hooge tang misbruikt; de ongunstige omstandigheden, waaronder de hebosteotomie zou moeten worden gedaan, hebben mij verleid, zoo hard aan de tang te trekken, dat ik na het mislukken daarvan voor het waarschijnlijk zwaar beschadigde kind, de Ned. Tijdschrift v. Verlosk. en Qynaec. XVIII. 14

203