16. (75—1902). 53 j., XY-p. Blaasfistel. na plastiek genezen. Na 11 maanden gestorven aan hersen-metastasen. 17. (Too. 1902, nü. 159). 34 j., YII-p. Carcinoom durante partu ontdekt; spontane haring. Operatie 8 uren post partnm. Geneest. Conclusies te trekken uit deze kleine reeks van waarnemingen zou voorbarig en nutteloos zijn. Zonder de bijzonderheden dezer gevallen mede te deelen, kan ik den lezer ook niet in staat stellen te oordeelen over het direct verkregen resultaat. Slechts dit wil ik opmerken, dat in 1900 zoowel de abdominale als de vaginale weg werd gekozen, na 1900 echter zonder uitzondering de abdominale. Het primaire sterftecijfer, 5 van de 17, is ongetwijfeld hoog, maar komt niet enkel ten laste van de ingrijpende operatiemethode: vele dier gevallen lagen op of over de grens der operabiliteit. Zeker is het, dat de abdominale methode ons in staat stelt gevallen te opereeren, die voor de vaginale techniek niet meer toegankelijk zijn, d. w. z. dat men, ten koste vaneen grooter primair levensgevaar nog aan vele vrouwen de weldaad kan schenken een tijdlang van haar carcinoom-ellende bevrijd te zijn. Dit is al zeer veel! Een korte bloeiperiode, een kort tijdperk van moed, van hoop, van geluk is waarlijk een winst, die men niet gering kan achten, en die door geen enkele palliatieve behandeling kan worden verschaft. En dit verleent dan ook in mijn oog aan Wertheim’s operatie de grootste waarde. Over de blijvende gevolgen kan nog niet worden geoordeeld: ik vrees, dat men alle reden heeft daarover pessimistisch gestemd te blijven. Lymphklier-exstirpaties heb ik niet toegepast, tenzij in enkele gevallen, waarin kliermetastasen mij, om ’t zoo uitte drukken, voor het mes kwamen. Juist lijkopeningen leeren m.i. overtuigend, dat het onjuist is de operatie uitte breiden op het gebied der lymphklieren; ik hoop hierop later nog uitvoeriger terug te komen. c. Exstirpatio vulvae. (2 gevallen, (3 operaties) genezen.) 1. (n°. 68—1900). 65 j., YIII-p. Menopause op 50 jaar. Bloeding en pijn inde vulva sedert een jaar. Slechte eetlust; patiënte gilt als zij urineert. Algemeene toestand redelijk. Uitgebreid carcinoom van de voorste helft der labia majora, der clitoris, urethra, voorsten vaginaalwand. De bovenste helft der vagina is vrij. Liesklieren beiderzijds gezwollen. Operatie. Incisie evenwijdig aan den baud van Poupart. Exstirpatie der liesklieren, totdat-de annulus cruralis, de groote vaten en de spierfascie geheel schoon geprepareerd zijn; eerst aan de eene zijde, daarna aan de andere. De beide incisies ontmoeten

282