toch niet als zeer waarschijnlijk aannemen, en ook dit geval al weder niet laten dienst doen om de uiterst bescheiden reeks van werkelijk primaire genitaal-tuherculosen te vergrooten. En ten slotte rest dan nog deze vraag: Aangenomen dat de diagnose te voren volkomen juist had kunnen worden gesteld, was dan toch nog operatieve behandeling hier aangewezen geweest? „Volkomen juist” wil zeggen, dat ook kon worden gediagnostiseerd, dat een gemengde infectie thans den toestand beheerschte wat nu, bij de operatie, duidelijk werd door den stank van den etter. Ongetwijfeld volgens den tegenwoordigen stand van ons kunnen, moest dan geopereerd worden. Maar, die gemengde infectie is niet zoo dadelijk te herkennen; aan tuberculose denkende, zoogenaamd primaire tuberculose der tubae diagnostiseerende, zou men hier stellig verplicht zijn geweest langer te observeeren, of het proces, dat reeds zoo langen tijd gesluimerd had, zonder schade aan te richten, door gepaste maatregelen niet wederom tot onschadelijke rust had kunnen worden gebracht. Men bedenke zich tweemaal, tien malen, voordat men tuberculose der vrouwelijke genitalia operatief aangrijpt! Niet minder belangrijk is de volgende waarneming: 9. (P. 354). Virgo, 19 j. Altijd gezond geweest, geen verdachte familie-antecedenten, Menses volkomen normaal, nooit buikklachten. In Juli, ’snachts, plotseling heftige buikpijn. Na eenige dagen bedlegerig te zijn geweest, staat zij weer op, heeft nu en dan nog buikpijn en menstrueert nog tweemaal normaal; daarna amenorrhoe. In Augustus weder koorts, buikpijn, braken; faeces met etter gemengd. Zij blijft dan sukkelen, is nu eens wat beter, dan weder minder goed. 11 December: Mager, opgewekt persoontje. Rechter longtop iets lager dan linker, geen ronchi (Prof. Tal ma). Irequente pols, lichte temperatuursverhoogingen, dunne faeces, die verbazend stinken. Buik niet opgezet, niet pijnlijk. Uterus in retroflexie, naar rechts achter verdrongen. Inde exeavatio vesico-uterina een tumor, waarvan een deel. naast en voor den uterus gelegen, goed te betasten is, het grootste gedeelte echter, ongeveer handbreedte boven den bekkeningang uitstekend, zeer vaag begrensd is. Hier is een scherp omschreven gebied met extra hoog tympanitisch percussiegeluid, waarschijnlijk ook succussie-geruisch. Perforatieplaats in ’t rectum niet te herkennen. Diagnose: Pyosalpinx tuberculosa mogelijk. De eenzijdigheid daarvan en het niet voelbaar zijn van tuberkels op het bekkenpentoneum pleiten er eenigszins tegen. Steeltorsie en infectie vaneen dermoidcyste van het linker ovarium ’t meest waarschijnlijk.

277