primair; secundair 300 windingen 0.6 m.M., ook emaille koperdraad. Voor een iamp met 17.000 Ohm inwendigen weerstand heeft men maar 15.000 windingen noodig (primair). Ik maa,kte voor den transfonnator eerst een koker van blik, met 2 schyven van blik aan lederen kant. doorsnee koker IH c.M., lengte 10 c.M.; aan de schijven zijn direkt 2 pootjes en van boven een uitstekend gedeelte, waaraan de srtrookjes eboniet zijn bevestigd, waaraan de 4 mannetjes zitten, voor bevestiging van de draadjes. In het gat van den koker steekt men nu een bundeltje gegloeid ijzerdraad, lang genoeg om er een gesloten, aan weerszijden van den koker, ijzeren kern van te maken; ijzerdraad vooraf schellakken. Het spreekt van aeU, dat uren de kokers eerst
beplakt met het nog overgebleven teekenpapier, voordat men de windingen hder overlegt, eerst de 300 w. sec., daar de p-wikkelingen, deze laatste komen aan het toestel, de eerste aan het spoeltje.
Ten slotte rest ons nog te maken den koker, waarop de windingen voor bekrachtiging van onzen electromagneet. Deze koker is 10 c.M. lang en kan over het middelste been schuiven aan weerszijden 2 sohyven, deze moeten tusschen de beenen der magneet kunnen. De schyven maakt men een weinig scheef naar bulten, de schyven van boven zU 10% cJil.
Dit is om de volgende reden. Bij het opwinden krijgt men vaak de draadjes alet vlak aan den kant te zitten en loopt men