BEETHOVEN, ZIJN LEVEN EN BETEEKENIS
Schets naar aanleiding van de Beethovencyclus, te geven door ’t Concertgebouworkest te Amsterdam, 0.1. v. Willem Mengelberg, uit te zenden door de A.V.R.O.
door ELI BOMLI.
De familie Van Beethoven stamt oorspronkelyk uit de Zuidelijke Nederlanden, van Leuven en later Antwerpen. Ook heden ten dage zijn er in Oostelyk Vlaanderen nog families, die den naam Van Beethoven dragen.
Het was in het jaar 1733, dat de grootvader van onzen genialen componist in Bonn als bassist in de kapel van den Keurvorst aangesteid werd en het er langzamerhand tot kapelmeester bracht. Aan zijn invloed was liet te danken, dat zijn zoon Johann, een weinig aantrekkelijk individu, in het jaar 1764 als tenor aan het hof aangesteld werd.
Uit het huwelük van Johann van Beethoven met de weduwe Maria Magdalena Laim werd in 1770 I udwig van Beethoven geboren. De juiste datum is n»et bekend. Slechts weet men, dat hij op 17 December van dat jaar gedoopt vrerd. ,|
Wil men Beethovens muzikale werken leeren begrijpen en zijn ontwikkelingsgang verstaan, dan beginne men by zün jeugd, doortrokken van droefheid en ellende, zyn vader was een opgeblazen en lichtvaardig man, verslaafd aan den drank en zonder eenig verantwoordelijkheidsbesef ten opzichte
van zyn kinderen, waarvan er velen de stoffelijke zorgen van het gezin kwamen verzwaren. Wanneer Ludwigs muzikale begaafdheden zich precies openbaarden, is niet met zekerheid te zeggen. In een brief, dien liij op dertienjarigen leeftijd aan den Keurvorst ter begeleiding van een drietal aan dezen opgedragen sonates schreef, staat hieromtrent het volgende te lezen: ..Sedert mijn vierde jaar begon de muziek de voornaamste mijner i:inderiyke bezigheden te worden”.
Vanzelf dringt zich, wanneer man aan Beethovens jeugd en muzikale opleiding denkt. e_en vergelijking met Beethovens voorganger Mozart ”op. die in allo opzichten ten gunste van den laaste ujtvalt. Beiden nadden een vadér. wiens dayelijksch werk zich te midden van het muzie.kleveii dier dagen aan de adellijke noven voltrok. De oude Mozart was echter in tegenstelling -tot Ludwig van Beethoven's vader, iemand, die de muzikale taienten van zijn Kind verzorgde op een wijze, welke met alle paedagogische eischen rekening hield en die de kunst verstond, het kind een zonnige jeugd te geven. Bezie daarnaast het leven van den kleinen Beethoven, die altijd achter zich den ;”ok van een ranselenden drinkenden en scheldenden vader voelde, er slechts op uit, om uit den jongen inaterieele voordeelen te trekken. Geen kinderspel doch opgezweepte arbeid, harde studie, verborgen tranen en veel jeugdig harteleed. Maar als hemelsblauw naast sombere lint: de moeder en de grootvader, Beethovens moeder was een dier sympathieke
vrouwenfiguren, die zwaar leed stU en weerloos dragen, tot haar toachten uitgeput zijn en zij moede ten grave daalt. Hoe zij zich in haar huwelijk voelde, kan uit de voigende uitiating blijken: „Wat is het huwelijk? Een weinig vreugde en naderhand veel leed!”
In de herinnering van Beethoven was het beeld zijner moeder steeds als dat eener heilige. In zijn jeugd hing hij aan zijn moeder, die hy steeds als het slachtoffer van de willekeur zyns vaders beschouwde.
In zijn brooddronkenheid stelde de vader zich zijn zoontje steeds als een virtuoosje a la Mozart voor en liet het kieine ventje maar studeeren, altijd studeeren, dor, droog en muf. Maar helaas: Mozarts gouden ontbrak! Niet één noot poëzie! Vader beschouwde het talent slechts uit het oogpunt van maatschappelijk nut en overigens is het de vraag, of de moeder, gebukt onder zorgen, die haar dreigden te doen bezwijken, wel eenig besef van de gpotheid van haar kind gehad heeft._ |
“ De vader, die eerst zelf het imizikale onderricht ter hand genomen had, moet aan paedagogische talenten zelf wel getwijfeld hebben, toen hj) het onderwijs aan een huisvriend Qverdroeg, die wat meer vreugde in de studie van den jongen bracht. De vader, die toch dicht genoeg bj) de hoogere kringen stond, om de waarde eener goede geestelijke ontwikkeling te begrijpen, deed voor zjjn jongen in dit opzicht maar bitter weinig. Waarschijnlijk heeft deze slechts tot zijn elfde jaar de voorbereidende school van het srvmnasium bezocht.
Over zijn werkelijke muzikale bekwaamheden is ook slechts weinig bekend. Er is alleen een aankondiging van een openbaar concert in 1878 te Weenen bewaard gebleven, waar Ludwig met een leerling van zijn vader optrad. Omtrent de resultaten van dit optreden weet men niets. Wel is het'zeker, dat hij reeds op elfjarigen leeftijd zijn leermeester als organist kon vervangen. Van een systematische muzikale studie was geen sprake. De ééne leeraar na den andere volgden elkaar op, tot Beethoven het geluk had, met Neefe in aanraking te komen, die directeur van een ttieafeK- in Bonn was.
BEETHOVEN.
De beteekenis van Neefe voor Beethoven kan nauwelijks overschat worden.
Nog een andere gebeurtenis oefende grooten invloed op den jongen uit, die door de huiselijke omstandigheden stil en in zich zelf gekeerd was. Door een gelukkige omstandigheid kwam hy in aanraking met de zeer beschaafde familie Breuning, die zich zoo zeer tot I,udwig aangetrokkén dat hij weldra als kind in huis beschouwd werd en daar liever dan ergens anders vertoefde
Het was thans het jaar Ludwigs leven werd meer afwisselend, in het muzikale leven van Bonn begon hij vasten voet te krijgen. Neefe verving hy regelmatig als organist en cembalist (cembaal voorlooper van de piano). In 1784 wordt Ludwig naast Neefe aio organist op een jaarsalaris van 150 gulden aangesleld.
Eenige compositie.s wai'en al van hem in druk verschenen, zooals de reeds vermelde, aan den Keurvorst opgedragen drie pianosonaten.
In 1787 reisde Beethoven naar Weenen, waar hy met Mozart in aam-aking kwam, en dezen voorspeeide. Mozart. die meende, slechts met een paradestuk te doen te hebben, maakte eenige koele, prijzende opmerkingen. Ontmoedigd smeekte Beethoven hem om een thema, waarover hy zoo origineel variaties fantaseerde, dat Mozart, die in een zykamer met anderen luisterde, uitgeroepen moet hebben: ..Let daar maar eens op, die zal de wereld eenmaal van zich laten spreken”. Misschien zou een langer verblijf te Weenen tusschen beide gemeen een warme vriendschap hebben doen oat»