straks heel anders, wanneer de Huizer-zender technisch met groote kosten zeer wordt verbeterd en uitnemend geoutilleerd en de zender te Hilversum daarentegen even slecht blijft als hij is. Dan zullen de heeren van den N.D.O. beweren gaan, dat ’t onbillijk is, hen van hun eigen goeden zender te verjagen om dezen ten gebruike te geven aan groepen, die uit gebrek aan samenwerking nog in ’t moeras zitten. En wanneer Huizen zoowel voor de lange als voor de korte golf wordt geschikt gemaakt kan men terecht eisclien, dat men hetzelfde doet met Hilversum, zoodat dan wel golflengte-wisseling, maar geen z e n d e r-wisseling meer plaats vindt. Het resultaat is dan, dat de Huizergroepen steeds beschikken over een besten, de V.A.R.A. en A.V.R.O. steeds over een slechten zender!
En dat alles omdat het A.V.R.0.-bestuur steeds weigert tot de vereischte samenwerking te komen, daarmee uit politieke overwegingen het belang der luisteraars schadend! Het is noodig, dat de Regeering thans spoedig beslist. Of zy bouwen een Staatszender. Of zy geve de V.A.R.A. de door haar het eerst aangevraagde vergunning voor den bouw van een nieuwen zender en de A.V.R.O. haar unifrequentie-systeem. Of dwingen de A.V.R.O. tot samenwerking ifi bet belang van den Omroep in ’t algemeen. Hoe?
Nu komen we tot het tweede bericht, waarvan we spraken. „Het Handelsblad” weet n.l. mede te deelen, dat de Ministerraad heeft besloten tot een gelyke verdeeling van den zendtyd tusschen de groote omroeporganisaties. Spoedig zou deze besiissing afkomen.
Als het wèèr is kan zy onzen lezers dus al bekend zijn vóór dit artikel hun onder de oogen komt. Wy hopen het. Niet alleen, omdat daardoor de V.A.RA. eindeiyk recht zal worden gedaan en zy dan in staat zal zijn een voUedigen Arbeiders-Omroep te gaan verzorgen.
Maar óók, omdat uit deze verdeeling de noodzaak van samenwerking op elk waariyk „algemeen” gebied in ’t bijzonder op technisch gebied, zal worden geboren. Wij hebben zoo’n vermoeden, dat de K.R.O. en N.C.R.V., met hun relaties in Regeeringskringen, wel iets afweten van de door het „Handelsblad” gepubliceerde beslissing der Regeering, en dat zy mede met het oog hierop juist thans de gevoerde technische voorzieningen gaan treffen! Wetende, dat zy daarmede „de overzijde”, zooals zy V.A.R.A. en A.V.R.O. gelykelyk aanduiden, m een zoo scheeve positie brengen op zendergebied, dat deze thans ook tot daden zullen moeten komen.
De V.A.R.A. is bereid tot élke daad om tot een goeden toestand te komen. Slechts verzet zy zich tegen toestemming tot zenderbouw aan de A.V.R.O. alléén.
En de A.V.R.0.?
WU zy haar unifrequentie-systeem en de V.A.R.A. de korte golf laten? Of wil zy eindelyk open kaart spelen, de onmogelijkheid van dit systeem ruiterlyk erkennen en samenwerken met de V.A.R.A. tot zenderbouw?
Of wil zy blyven doorvechten om de alleenheerschappy? Desnoods tot haar eigen algeheele vernietiging? (Zw.)
„Aanbieding” van de A.V.R.O.
wy lezen in „Het Volk”:
AMSTERDAM, 24 April. Onze Berlynsche correspondent, pg. L. J. van Looi, schrijft ons: De heer Vogt heeft in een radiopraatje van Zondagavond my als getuige opgeroepen. Ik zou ..amelyk kunnen verklaren, dat de A.V.R.O. nog zoo slecht niet is, wyl zy zelfs heeft aangeboden om een congres van de S.D.A.P. uit te zenden. Present! De getuige meldt zich! De heer Vogt heeft een slecht geheugen, want als hy zich goed herinnerde hoe deze zaak in elkaary rit, zou hij zich wel gewacht hebben om deze oude Icoe uit de sloot te halen.
Voordat de VJV.R.A. bestond, tijdens de besprekingen, die ik over de oprichting met Zwertbroek en den overleden partüsecretaris Werkhoven had, kwam bij Werkhoven den wensch op om het aanstaand congres van de Partij voor een gedeelte uit te zenden. De arbeidersbeweging had toen nog geen zendtijd, maar de A.V.R.O. ook niet, want die moest nog eerst uit het gekonkel van de N.O.V. met de heeren van den H.D.O. geboren worden. Maar ook de H.D.O. bestond nog niet. Er bestond slechts een reclame-omroep van de Ned. Seintoesteilenfabriek en de omroeper daarvan was de chef van de verkoopafdeeling, de heer Vogt. Over het uitzenden van het congres moest overleg gepleegd worden met den directeur der Seintoesteilenfabriek, die daarbij vertegenwoordigd werd door zijn verkooper, door den heer Vogt. Veel behoef ik van de onderhandelingen niet te vertellen. Het is voldoende als men weet, dat zij zijn afgesprongen op financieele eischen. Daarbij moet ik dan nog vertellen, dat de heer Vogt in Hilversum had rondverteld, dat de socialisten bij hem waren geweest om een congres uit te zenden, „maar we zullen ze laten betalen!” |
En daarom moest de heer Vogt zich wel driemaal bedacht hebben, voordat 14) voor den microfoon deze mededeeling deed. Af ge zet, dat heeft zelfs de A.V.R.O. ons nog
wy voegen hieraan toe, dat het nog iets anders Is als van Looi mededeelt. De uitzending van het congres van de StD.A.P. wilde de directie van „Het Volk” doen geschieden. Ondergeteekende begaf zich daarvoor naar de N.S.P., werd daar zeer onbeleefd, men kan wel zeggen „op de punt van het mes” ontvapgen en nimmer heeft de chef van den N.S.F.- omroep, de heer Vogt op myn vraag, namens de directie van „Het Volk”, geantwoord. De zaak is dan ook niet doorgegaan. Daarna heeft de door van Looi geschetste gang van zaken plaats gevonden ten opachte van een door wylen Werkhoven wenschelyk geachte hulp van den omroep by de verkiezingsactie, ter gelegenheid waarvan de'heer Vogt de bovengenoemde uitdrukking gebruikte. (Zw.)
Nog een brief
Als aanvulling op de in ons blad reeds gepubliceerde correspondentie drukken we hieronder nog een brief af van den Minister aan de A.VJt.O., die wy vonden in het crgaan van deze vereeniging. Er moge uit blijken, dat de minister niet ontoegankelyk is voor onze argumenten.
Overwegende 10, dat het door de .V.A.R.A. uit te voeren programma niet in strijd komt met de gevoelens van liet overgroote deel van het Nederlandsche volk, die op dezen dag tot uiting komen, 20, dat de ervaring van vorige jaren leert, dat aan bijzondere inrichting van de programma’s voor dezen avond geen groote behoefte bestaat en So. dat et van dit jaar evenmin Uwerzijds wenschen in dit richting zijn kenbaar gemaakt acht ik geen termen aanwezig om de V.A.R.A. de in mijn schrijve! van 4 April j.l. geoppdrde ruiling van zendtijd op te leggen. _|
I [ Met betrekking tot de uitzending op 30 April is dl V.A.R.A. soortgelijke regeling te treffen als in 1929 werd overeengekomen. Evenwel zoi zü deze keer gaarne gebruik makeri van den tiji na 21.30 in plaats van, zooals het vorig jaar, tijdvak van 19.30—21 uur. Het A.V.R.O. avondpro» gi’amma sluit dan beter aan bij het geheele" jirogramma van dien dag, en het V.A.R.A. dat bedoeld is als een voorafgaande wijding val den eersten Mei past zich ook beter aan bij den daarop volgenden dag. _ |
; MeTdeze opvatting welke mij het meest practisch voorkomt, kan ik mij vereenigen. In verband hiermede wordt derhalve door mij beipaald, dat aan Uwe vereeniging op den avond van 30 April de beschikking over den Hilversumschen zender wordt gegeven van 20—21.30, terwijl na laatstgenoemd tijdstip de V.A.R.A. over dien zen-1 der haar kan uitzenden.