EEN POGING iets te zeggen

Men kent uit onze wedstrijdbepaling, dat elke foto afzonderlijk mededingt, en dat slechts een uitzondering gemaakt wordt indien de foto’s een kennelijke serie vormen, in welk geval zij gezamenlijk bekroond kunnen worden. Er zit iets gewrongens in en tegelijkertijd is het een weerspiegeling van ons streven, iemand in staat te stellen, iets met zijn werk uitte drukken, een gedachte vorm te geven. De serie immers maakt het ons belangrijk gemakkelijker, een bepaalde gedachte op te roepen, dan ons mogelijk is met een enkele foto. Bekend is bijv. het succes, dat vakfotografen hebben met kinderseries, en ook de amateur-vader of -moeder, die zich tot taak heeft gesteld, het baby-album illustratief te verzorgen, weet uit ervaring, hoe moeilijk, welhaast Jeugd

Jeugd onmogelijk het is, het kind in één enkele foto uitte beelden, waarin de talrijke karakteristieke trekken vertegenwoordigd zijn en raak voorgedragen. Inde serie (kinderfoto’s) is dan feitelijk geen enkele foto volmaakt; iedere prent evenwel geeft een trekje, een karakteristiek gebaartje, de ene foto vult dus de andere aan, en de serie geeft ons een totaal-indruk van dit kind. De reportage gebruikt in wezen hetzelfde middel. Evenals bij kinderfoto’s is men te zeer afhankelijk van de toevallige omstandigheden. Elke prent kan een karakteristiek gebaar of een kenmerkende constellatie geven, doch pas de serie geeft, door de dan getoonde vele facetten, de gemeenschappelijke ondergrond aan, die als gedachte naar voren gebracht wil worden. Heeft men er eigenlijk wel eens over gedacht, dat op deze wijze een verwantschap ontstaat met film? In film ligt de kracht inde beweging van het schimmenbeeld, waarmee indien goed gebruikt aan de beweging, het gebaar, een doel verleend wordt en dus een dramatische handeling ontstaat. Het statische beeld, dus het onbeweeglijke, bijv. een interieuropname, wordt hoofdzakelijk gebruikt, hetzij om een sfeer van intense rustte bewerkstelligen, doch eerder nog, om in die bewegingloosheid temeer nadruk te leggen op