ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING BIJ DE FOTO-WEDSTRIJDEN

Tot nu toe hebben wij steeds geruime tijd te voren de onderwerpen onzer wedstrijden met de sluitingsdatum aangekondigd, dan nog weer een laatste opwekking tot inzenden geplaatst, een kleine twee weken voor de sluitingsdatum, en daar een inlegvel bij gevoegd, waarop de wedstrijdvoorwaarden voorkwamen, een motto- en adresbon en drie wedstrijdbonnetjes, die op de foto’s geplakt moesten worden.

Dit was op zichzelf een heel mooie vorm van service, waarvan evenwel door slechts een klein percentage gebruik gemaakt werd. Wij menen, dat de wedstrijdvoorwaarden thans voldoende bekend zijn, en niet langer herhaald behoeven te worden.

Het is aldus mogelijk, de papier- en drukkosten van 6 X 4500 formulieren ’sjaars uitte sparen, en deze ten goede te doen komen aan de inhoud van FOTO. Wij zijn er van overtuigd, dat iedere inzender zich daartoe gaarne iets meer werk wil getroosten.

De op 28 December sluitende wedstrijd „Vrije Onderwerpen” zal nog op de gebruikelijke wijze behandeld worden, maar met ingang van 1950 wordt alles eenvoudiger :

1. Het gehele wedstrijdprogramma 1950 wordt in dit Decembernummer opgegeven, en zal nadien regelmatig worden herhaald (zie blz. 432). 2. Er wordt geen wedstrijdformulier meer bijgesloten. Men doet dus goed, het December-exemplaar te bewaren, omdat hierop de wedstrijdvoorwaarden voorkomen, die inden vervolge altijd zullen gelden. Zij, die inde toekomst van de voorwaarden

kennis willen nemen, krijgen die op aanvraag kosteloos toegezonden.

3. Men moet zelf achter op de ingezonden foto’s motto, titel, klasse en ingezonden aantal vermelden, alsmede de wedstrijd, waarvoor wordt ingezonden. Men maakt zelf de mottobrief, en wel inde vorm vaneen terugzendadres, waarop het porto al geplakt is.

4. ledereen kan dus aan onze FOTO-wedstrijden deelnemen. Men behoeft daarvoor geen abonné te zijn of koper vaneen los nummer. Er is nu immers geen verplichting meerde etiketten achter op de foto’s te plakken!

5. De ontvangst der foto’s wordt niet meer bevestigd. Dit hield nl. in dat later, na terugzending, ook door de inzender wederom de ontvangst bevestigd moest worden. Niet alleen voor ons betekende dit veel extra administratief werk, maar ook de inzenders hadden er weer een karwei aan, en moesten bovendien weer een postzegel extra offeren.

6. De korte critiek bij elke ingezonden foto blijft natuurlijk; er zijn zelfs vele inzenders, die bijna uitsluitend tot dat doel deelnemen.

Deze regeling gaat dus in per 1 Januari 1950, de Decemberwedstrijd „Vrije Onderwerpen” loopt nog als tot nu toe, en alleen daarvoor zijn nog plakbonnetjes aan het formulier gehecht.

REDACTIE FOTO.

stenen, zijn onwrikbaarheid tegen geweld, tijd en modern verkeer. Ik zag ook een wat stuntelig foto’tje vaneen meisje van zeven jaar, maar met een hardheid in haar trekken die verschrikkelijk is voor zulk een leeftijd. Het werd mij aarzelend getoond, en uit de reactie op mijn opmerking begreep ik, dat juist deze foto voor de maker een bijzondere waarde had. Het mocht dan te kort schieten in techniek, van inhoud was het geladen.

Men kan zich geredelijk afvragen, of hiermee dan bedoeld wil zijn, dat zulks voldoende zou wezen. Dat is het niet. Het is slechts een voetspoortje dat, allengs breder wordende, naar de weg leidt.

Men kan het aldus opvatten: er leeft in ons een drang tot fotografisch weergeven. Het kan een intense wens zijn tot a/beelden ineen zo gaaf mogelijke vorm. Beschouw dat als een onbewuste oefening, zoals ook een kind zich in zijn spel oefent en oefent als voorbereiding voor zijn latere taak. Wij moeten het besef verwerven, dat het zuivere o/beelden noodzakelijke eis is voor het latere iwfbeelden, waarbij een gave techniek eveneens een

genot blijft, maar bovendien de wetenschap, met dit werk iets te zeggen, een nog groter en positiever voldoening is. Door ons streven, dat voortdurend te willen doen, stellen wij ons open en ontmoeten wij steeds meer dingen, die gezegd moeten worden. Wij zijn niet langer de struisvogel, en zien de dingen om ons heen. Scherp en in hun ware gedaante. Wij willen er iets aan doen. Dit reflecteert zich weer in ons werk, in onze uitingen. Het is geen cirkelgang, doch een spiraal, die snel uitzwaait. Het zal aan Uw aard liggen, op welk terrein Uw uitingen liggen. Het sociale element, de confrontatie met de rauwe narigheid dan wel de reële karakters en typen om ons heen is slechts een kleine facet. Even goed zult U kunnen komen tot het geven van pure schoonheid, die velen eveneens een hart onder de riem kan steken. Het belangrijkste is, dat wijdoor onze liefhebberij een weg hebben tot het verwerven vaneen positief innerlijk, dat wij slechts behoeven toe te geven om te bemerken dat het ons meeneemt en niet meer loslaat. En dat positieve maakt U onaantastbaar en doet U groeien.

D. helffericb