MO
°rgaan van. d® üond van Nederlandse Amateur Fotografen lenigingen en van de Nederlandse Fotografen Kunstkring. Abonne-Voor8 RriiiS .i e?ceI ,iaar bi)' vooruitbetaling. Losse nummers f 0.85. N V k6 fl®: flj 225i L?SS® nummelS 20. Agentschap voor Belgis N.V. Nederlandse Boekemmport v/h Van Ditmar N.V., Markaravestraat 10, Antwerpen. Telefoon 33196, Giro 12847. Agentschap voor Zwitserland: O. Burnand, Rue St.-Laurent 16, Lausanne Sole agents for advertisingrights in Great Britain: Albert Milhado cS Co Ltd. 140, Cromwell Road, Kensington, London. 5.W.7. Redactie en administratie: Telgen 8, Hengelo. Redactieraad: Dr H. J. van Opstall Dr J. J. M. van Santen, G. A. W. Wagenaar, N. C. A. J. Zomer. UITGAVE: N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ FOTO HENGELO.
4e Jaargang No 12, Dec. 1949
UNIVERSEEL TIJDSCHRIFT VOOR FOTOGRAFIE
WAARIN OPGENOMEN „KLEINBEELD FOTO”
UIT DE INHOUD: Positieve innerlijke waarden .... Blz. 409 Afstandsbediening van de Leica ... ~ 411 Metol-hydroch. ontwikkelaar v. lage alcaliteit 413 Lezingen en cursussen, blz. 416, 432 . ~ 435 Fotograferen inde bergen ~ 417 Een poging iets te zeggen met foto's . . ” 423 Du choc des opinions jaillit la vérité . . ~ 427 Zo kunt U het ook n 429 Baby-box: Zoekerproblemen .... „ 433 Bondsnieuws j; 433
GIROREKENING 155054 – BANK: DE TWENTSCHE BANK N.V. HENGELO – N.V. SLAVENBURG'S BANK. ROTTERDAM.
<O. de redactie.^
IN HET JACHTIGE LEVEN, DAT ONS ALLEN THANS wordt opgelegd, naderen wederom enige dagen die tot bezinning nodigen. Men verwacht van mij op deze plaats en in dit blad woorden over fotografie en geen preek, maar toch voel ik het als een opdracht, wel degelijk een ogenblik te spreken over de innerlijke rust, die vrijwel ons allen ontbreekt. Wij leven koortsig, zijn niet in staat tot een helder inzicht van ons leven en worden heen en weer gerold door chaotische stromingen, die niemand schijnt te kunnen beïnvloeden. In 1918 sloot men een wapenstilstand inde meest letterlijke zin van het woord, want het waanzinnige moorden met wapens werd toen gestaakt, doch de strijd ging door; 1939 deed een opnieuw grijpen naar de oude wapens ervaren, en 1945 is symbolisch, doordat Duitsland gedwongen werd de wapens weg te werpen, terwijl er tot op heden nog geen vredesverdrag bestaat, doch wel diplomatieke betrekkingen hersteld worden. Nog zitten wij midden inde oorlog, en de enige verworvenheid mag zijn, dat de mensheid zich daar ten dele van bewust is door vaneen koude oorlog te spreken. De grotere kans, die enige jaren geleden bestond, het leven te verliezen door mechanisch geweld, mag verschrikkelijk wezen, de mogelijkheid, de geest te voelen verminken door de psychologische wapens, die nu gehanteerd worden, is afgrijselijker. Een jonge en nog aarzelend half-begrepen wetenschap wordt satanisch misbruikt door mensen, die menen dat zij in staat zullen zijnde opgeroepen krachten te weren als het op hun eigen behoud aankomt. Het zal hun niet mogelijk blijken, maar wij ondergaan inmiddels allen de gevolgen daarvan zonder te weten wanneer, zonder te weten waardoor, zonder te weten hoe. We weten slechts onevenwichtig te zijn en niet in staat tot objectiviteit.
Ik behoor tot de generatie, die nog in mopjestijdschriften kon bladeren, die zijn vader bewaard had, en waarin het jaar 1950 genoemd werd als de verwezenlijking vaneen fantastische toekomstsamenleving. Wij zijn zo ver. Wij hebben beeldtelegrafie, sprekende film, televisie, radio en de atoombom. De twintigste eeuw zal eindigen met het jaar 2000, en wij beginnen nu aan de tweede helft. Zonder de innerlijke rust, die een eenvoudig mens
ons geven wilde, die eenvoudige mens, wiens geboorte wij straks herdenken, mede in het getal van ons jaarcijfer.
Het doet er eigenlijk zo weinig toe, langs welke wegen wij ons innerlijk sterk maken. Van belang is alleen, dat wij dit zijn. Het heeft geen zin meer, een andere kant uitte kijken en te doen alsof er niets is. De maalstroom zal dan alleen maar veel erger worden en ons toch grijpen. Wij moeten vechten. Wat ik hier zeg, is natuurlijk een zuiver persoonlijke uiting, maar ik zie de nu komende jaren als voor ons beslissend voor het zijn of niet zijn van onze geest. Daarmee doel ik niet op een ondergeschikt symptoom als overheersing dooreen communistisch regime of welke andere ideologie ook, maar op een hoger plan. Wij zullen positieve innerlijke waarden moeten stellen tegenover alles wat ons neer wil trekken. De ene dag zullen wij die minder menen te bezitten dan de volgende, maar toch zijn zij onaantastbaar. Ik behoef hier geen recepten te geven, want een ieder voelt wat ik bedoel.
En nu kom ik toch weer op de fotografie, ’t Klinkt als een poging, om ineen dergelijk machtig patroon een kleinigheid ver buiten zijn proporties op te blazen, maar elke facet telt en kan de vonk doen schitteren die het mineraal tot een edelsteen maakt. Wij zijn allen kleine artistjes, nietwaar, geen machtige schilders, wier handen in grootse conceptie op een groot vlak vormen scheppen, die tot de beschouwer een duidelijke taal spreken, noch beeldhouwers die harde steen ootmoedig kunnen doen zijn. Maar wel zijn wij zo gelukkig, een feitelijk mechanisch procédé zodanig te beheersen, dat wij daarmee iets kunnen uitdrukken dat in ons leeft. Voelen wij daarbij een opdracht? Zijn wij ons steeds bewust, dat wij hiermee een ander mens iets kunnen, liefst: iets moeten zeggen ?
Laatst zag ik bij een portretfotograaf een meisjesportret. Het was eenvoudig in elkaar gezet, maar het dwong mij tot de opmerking, dat ik dit meisje wel eens zou willen ontmoeten, met haar spreken. Zo gaaf sprak hier uiteen vel bromide een karakter. Deze fotograaf voerde bij dit portret zijn opdracht uit: hij beeldde een mens uit.
Elders zag ik een stilleven met een tinnen bord. Het was niet alleen voortreffelijke techniek, die de maker bracht tot een uitbeelding van dit waarachtig oude tin. Men voelde de violette kleur en had eerbied voor dit bord dat langer leefde dan een onzer en zijn geschiedenis verhaalde ineen stille gloed. Ik zag een foto vaneen oud bastion, dat nu eens niet verminkt was tot een grijs toneeldécor, maar vertelde van de dikte zijner