DE CAMERA
JAC. VAN WIJK Den Haag
Herfst- WEELDE
hier, een schaduw minder donker daar, een wolk erbij gedacht enz.), dan beginne men niet aan de fotografie, omdat het dan niet geschikt is voor zijn temperament ;dan geve men zich liever aan schilderen of teekenen”.
„En met figuur-studies is het al net zoo. Hij die een figuur of portret fotografeert en deze dan ineen of ander procédé uitvoert om daarbij tevens het licht-effect te eranderen of de leelijke lijn vaneen hand te wijzigen,
die bewijst daarmee, dat hij het model niet goed deed poseeren. Waarom laat hij in natura de onvolkomenheid, de fout toe, om deze te fotografeeren en dan door ingrijpen te veranderen, terwijl hij dit direct had kunnen doen ?”
„Natuurlijk weten wij allen, dat het moeilijk is om deze figuur- en portretstudies volmaakt te krijgen in elk detail. En het is misschien nog moeilijker om vol-