t,. ... Bij het kleuren met Blazen bij de zwaveinatriumzwavelkleuring methode heb jk )ast van het optreden van blazen. Het bleeken en het spoelen gaan goed, het kleuren eveneens, doch als de foto dan in ’t water komt, verschijnen er blaasjes inde gelatine, die later als kringeltjes opdrogen, zooals uit bijgaande foto blijkt. Kan dit liggen aan oude baden? Ik gebruik Wellington Cream Crayon Smoolh. Kan het daaraan liggen?

P. Q. te O.

In het algemeen ontstaan blazen door het gebruik van baden die sterk in concentratie of in temperatuur verschillen. Oogenschijnlijk zal dit hier niet het geval zijn, waar ge de formules der baden nauwkeurig gevolgd hebt. Echter vestigt Wellington in zijn handboek er de aandacht op, dat hij het gebruik van zijn papieren het kleurbad volgens de volgende sterkte gebruikt moet worden:

Voorraadsoplossing zwavelnatrium 10 °/0 in water. Voor gebruik deze oplossing verdunnen 1 op 25.

Hij vermeldt met nadruk, dat er anders kans is dat „blisters” ontstaan. Vermoedelijk is bij L1 dus de oorzaak, dat ge een sterker zwavelnatriumbad hebt gebruikt; wellicht ook is het oude bad door het lange staan wat meer geconcentreerd ge-

worden. Probeer te kleuren met de aangegeven samenstelling, waarna wij gaarne de resultaten vernemen.

0 . . .En kunt U mij voorts Solarisatie meedeelen of solarisatie en Halo en balo benamingen zijn voor eenzelfde verschijnsel of dat er (gradueel) verschil tusschen is en waaruit dat dan ontstaat?

J. d. W. te A.

Solarisatie en halo worden dikwijls verward omdat beiden een gevolg zijn van sterke lichtpartijen in een minder lichte omgeving. Toch zijn het geheel andere verschijnselen. Er zou een groot artikel noodig zijn om een goed begrip te geven van het ontstaan en het verschil! Wellicht vinden wij daartoe nog eens gelegenheid, al ligt en wacht er nog heel wat andere kopij. In ’t kort samengevat is deze definitie te geven: Onder „solarisatie” verstaat men „beeld-omkeering” bij overdreven lange belichting. M. a.w.: wordt een lantaarn bij een avondopname b. v. 15 minuten belicht, wat voor die lichtpartij eenige honderden malen te lang is, dan krijgen we dikwijls op het negatief een positief beeld van de lantaarn.

Onder „halo” verstaat men het bekende verschijnsel van overstraling der omtrekken eener lichtpartij, waardoor deze verwazen. Men schrijft

het toe aan reflexie der lichtstralen van de glaszij der plaat, hoewel er misschien ook andere factoren in ’t spel zijn.

T. Op welke wijze kan litels op ik op negatieven waarnegatieven van meerdere afen positieven drukken moet maken, titels aanbrengen, zóó dat deze een beetje „netjes” en ordelijk overkomen? En zoo mogelijk zonder spiegelschrift te behoeven toe te passen? L v d. E. te R.

Wie een beetje handig in „lettertjes zetten” is, kan met een fijn pennetje op heel dun doorzichtig papier den titel aanbrengen en dit stukje papier dan als een zuiver afgesneden langwerpig strookje op een of andere gunstige plaats aan het negatief met den bovenkant op de gelatinelaag (dus omgekeerd) aanbrengen door het wat vochtig te maken en op de plaat te doen zuigen. Wil men niet zoo’n papier-kadertje, dan kan men een perkament papierstrookje met kopieerinkt beschrijven. Nadat men dit op bovengenoemde manier op het negatief gedrukt he*.ft, trekt men het er na eenige minuten voorzichtig weer af, waardoor de letters dus in spiegelschrift op de beeldlaag staan. Om ze goed te laten „dekken” bij ’t afdrukken, zoodat ze dus zuiver wit afdrukken, kan men den inkt vermengen met wat tartrazin b. v.

GEÏLLUSTREERDE kritiek

Bij veel amateurs heerscht het idee dat men altijd goed daglicht moet hebben voor het welslagen eener opname. Zij zien over het hoofd dat men op een heel vroeg of heel laat uur evengoed zijn opnamen doen kan, mits men maar evenredig lang belicht. Zij zijn van meening, dat wanneer het licht b. v. voor een buiten-opname van dien aard is, dat er geen moment-op-

name meer mogelijk is, dat dan ook het beeld zwak en flauw zal worden. Wij hebben die meening werkelijk meermalen hooren uiten!

Nevensgaande foto is wel een sterk bewijs voor het tegendeel. Zij werd genomen begin Juni, ’s avonds om 8 uur, belichting 6 seconden op Anti-haloplaat Hauff. Jammer is het, dat de inzender niet weet te vermelden hoe groot het diafragma

was. Wellicht heeft hij daar niet speciaal op gelet. Voor de beoordeeling van het technisch resultaat hebben wij deze diafragma-opgave minder noodig omdat wij alleen het beeld te beoordeelen hebben, zooals het ons, gezonden wordt. En dan kunnen we niet anders zeggen, dan dat zoowel de belichting als de ontwikkeling juist is geweest. Het negatief is