EEN AUTOMATISCHE EN BETROUWBARE SPOELBAK

Wij allen weten hoe moeilijk het is de hypo-sulfiet, welke nu eenmaal onmisbaar is voor het fixeeren van onze negatieven en positieven, uit platen of papier te wasschen.

Nu zijn onze spoelapparaten zóó ingericht, dat de hypo moet uitspoelen in stroomend water en daarin medegevoerd wordt naar den bodem om ten slotte dooreen buis weer op te stijgen en zoo den spoelbak te verlaten.

Een verder gebrek van onze spoelinrichtingen is vooral dit, dat het instroomende water, vooral wanneer men een sproeier gebruikt, een groote hoeveelheid lucht meevoert, welke zich gaarne inden vorm van kleine luchtblaasjes aan platen of papier hecht. Vaneen uitspoelen der hypo uit die kleine plekjes is dan natuurlijk geen sprake. De meest zekere methode voor het uitwasschen van onze fotografische producten is daarom het z.g. overbakken. Hierbij legt men platen of papier ineen schaal met water. Daarop neemt men een tweede schaal en vult deze eveneens met water. De positieven of negatieven worden nu een voor een uit de eerste schaal inde tweede overgebracht. De eerste schaa[ wordt leeg gegoten, weer gevuld en het te spoelen werk weer teruggebracht inde eerste schaal. Dit is echter een tijdroovend en voor ons amateurs nu juist geen aangenaam werk.

Het hierbij afgebeelde en omschreven apparaat nu heeft ten doel deze manipulaties automatisch te bewerkstelligen. De hiernevens weergegeven afbeeldingen geven een bovenaanzicht en een paar doorsneden van het apparaat. De te spoelen platen worden op de gewone wijze ineen rekje geplaatst en in het reservoir H gezet. Papier wordt opgehangen aan speciale klemmetjes. Het geheel wordt onder de kraan der waterleiding geplaatst en wel zóó dat het water bij E inden trechter loopt (zie fig. II). Door dezen trechter stroomt het water langs een tuimelend gootje Fin het reservoir H. Aan het gootje F is een vlotter G bevestigd. Steigt nu de waterstand in

het reservoir H dan tilt de vlotter G het tuimelend gootje F aan ééne zijde op, waardoor het water niet meer in het reservoir H stroomt,

doch langs het gootje Fin het reservoir I wordt gestort. Het reservoir I staat met een nauwe opening Lin verbinding met het reservoir M 't welk daardoor lang-

zaam wordt gevuld. Het overtollige water stroomt dooreen overloop K weg.

In het reservoir M bevindt zich een hevel N, gecombineerd met een vlotter. Stijgt nu het niveau in M dan oefent deze vlotter druk uit op den hefboom O welke bij Peen steunpunt heeft en waaraan een klep Q in het reservoir H is bevestigd. Komt het water in M boven een bepaalde hoogte dan wordt de druk op den hefboom O zóó groot dat hij den weerstand door het gewicht van hefboom en klep benevens het gewicht van den kolom water op de klep overwint en deze laatste oplicht. Het reservoir H stroomt daardoor leeg en de vlotter G daalt weer, het gootje F daardoor in zijn vorigen stand terugbrengende. Het water stroomt dus onmiddellijk na het openen van de klep Q weer in het reservoir H, doch door de groote doorlaatopening van de klep Q stroomt dit toch leeg. Op het moment, dat de klep Q door den vlotter N wordt gelicht vermindert de weerstand van den vlotter met het gewicht van den kolom water op de klep en stijgt deze daardoor plotseling nog een weinig hooger. Hierdoor verdunt zij de lucht boven het buisje R en de hevel treedt in werking, waardoor het reservoir M leeg stroomt. Daalt nu het niveau in M dan zakt tevens de vlotter N en de klep Q waardoor het reservoir H weer wordt gevuld en het zelfde spelletje herhaalt zich weer.

Op deze wijze bereikt men wel is waar geen korteren spoeltijd doch men is zeker goed uitgespoelde platen en papier te verkrijgen. Een gebrek van dit apparaat is nog dit dat er minstens evenveel water wordt verbruikt dan bij het spoelen in stroomend water. Om dit nu te voorkomen heb ik nog een apparaat geconstrueerd ’t welk aan de waterleiding kan worden verbonden en waarbij dan ’t water niet noodeloos wordt vermorst.

Het toestel is dan echter vrij wat duurder, waarom ik meende goed te doen met ook het eerste te beschrijven.