al in den naclit van Donderdag op Vrijdag. Het was gevaarlijk op den weg en in de huizen werd gevreesd. Wij hebben gelukkig maar weinig schadepost gehad, wel hadden velen een nacht van slapeloosheid en sommigen een zorgvoller; terugkeer van het feestgetij, wel zijn hier en daar enkele ruiten ingedrukt door den wind, en deed de slagregen sommigen uitzien naar een paraplu in bed,.... maar nog eens, we zijn er

best algekomen.

Zondag was het, ook al door het weer, thuisblijfbeurt en Maandagmorgen vroeg waren wij weer bij de hand om Kees uitgeleide te doen, die ons als boekdrukker ging verlaten om voortaan zijn eigen boterham te

verdienen. Hij is geen kerel ais een boom maar naar wij hopen met een karakter van edel metaal; hier was hij geen haantje de voorste in het kwade, het blijke maar steeds meer en meer dat hij evenmin achteraan komt op de pers en in het goede. Ja, er ging vanmorgen nog een jongen .... doch die ging

m het donker en met weggebracht door een onzer maar opgehaald door de politie, niet om een eerlijk stuk brood te verdienen maar

om m ae militaire gevangenis te bedenken, dat hij zich in 's Ivonings wapenrok ook al niet ordentlijk heeft gedragen. Het spijt ons, dat bij al hetgeen hij al gehad heeft nu dit nog komt. Wij waren gewoon dat onze jongens, die in dienst kwamen, het minstens tot korporaal, velen zelfs tot sergeant brachten . . . maar een degradatie naar de militaire strafgevangenis in Den Bosch, neen, dat hebben we nog niet beleefd. We hadden hoop hem nog goed en wel èn gauw de wereld in te brengen en daarom was hij druk aan het werk .... nu zit hij min¬

stens b weken en dan r (Jch, wat bederft de onbezonnenheid een groot deel van het leven. Vreeselijk .... op het Kerstfeest zit een jongen van Neerbosch achter slot en grendel! Als wij op den laatsten Zondag des jaars met onze kinderen, die komen zullen, aan de Avondmaalstafel gaan, zit de oudste onzer jongens in de gevangenis! Het is om te schreien. Maar het is ook om wel op te merken : De Heer brengt ons aan Zijn disch, de booze brengt ons in de schande. Keen, het is niet hetzelfde hoe wij het Kerstfeest tegen en het oude jaar uitgaan, moge er bij u en ons maar veel belijdenis van zonde en waarachtige bekeering zijn, want daarin is behoudenis. Dan zullen de Kerstlampen brandden en we aan het einde des jaars niet in het donker maar in het licht leven. Doch . . . belijdenis én bekeering. Als de eerste oprecht

* . J! . 1. i 1 . 1 11 1P

is aan Komt ae laatsie vanzen.

Dat ik u ten slotte met groote vreugde verwijs naar onze lijsten met giften en gaven, niemand uwer die mij dit zal euvel duiden. Ik vertel u dat wij heden 502 kinderen hebben, een getal dat weldra veel hooger zal wrezen, want er is nog 'n 15 tal dat voor de poort staat en op een plaatsje wacht. Het Moederhuis is al weer vol en de laatste plaatsen zijn reeds verzegd. Straks komen er 4 weezen

en dan neen, daarover bij leven en weizijn aanstaande week. Ik zeg bij leven en welzijn ... er kan zoo gauw wat gebeuren. Daar hebt ge nu onze zieken^ U kent ze. We hadden het reeds meermalen over hen. Maar daar hebt ge Geertje. Het is nog niet zoo verbazend lang geleden toen kwam ze op mijn catechisatie en was vroolijk. Sterk .... neen, dat wordt ze nooit. Doch, er zat tier in en ze had pleizier. En nu . . . weg is de kracht en het was noodig dat dokter een kleine operatie deed om haar te verlichten en dat dadelijk aan de familie is geschreven dat Geertje niet vooruit gaat. En wij hebben meer patienten. Behoef ik dus nader te verklaren dat het ons bij de vele uitgaven, ook voor de zieken, zoo bijzonder aangenaam is, als de gavenstroom breed en diep voorbij ons heen gaat? En dan te zien al die Kerstgaven. Ik kreeg een briefje van onzen ouden vriend Wflkens in Den Haag, die zeer veroudert maar nog goed bij is en zich verblijdt in den Heer en het deed mij zoo goed aan, dat ook hij gehoor gaf aan de vriendelijke uitnoodiging: alle lezers van Het Oosten, stuurt s. v. p. een Kerstgave.

Amsterdam liet zich niet onbetuigd, evenmin de residentie niet, vanwaar ik ook een vriendelij k schrijven ontving van H. M. de Koningin met een dankbetuiging voor den Almanak voor de Jeugd die door de Prinses ontvangen was. Dan, nu is het mij waarlijk niet doenlijk, hoe graag

ik ook zoo'n uitstapje maak, om eens tusschen al die gevers door te wandelen. Alles komt nu los en open: busjes, beurzen en collecten. Het is prachtig .... en spraken we eerst van 'n buitje, hoopten we toen op een stortregen,

nu wagen we te wenschen dat allen die nog op zich lieten wachten aanstaande week komen en zoodoende meewerken dat we kunnen spre¬

ken van een plasregen, een wolkbreuk van Kerstgaven. Maar alle gekheid naar den kant,.. het zal ons zeer verblijden als wij vóór 31 Dec. nog veel mogen ontvangen, want ik zal u eens vertellen dat wij nog zeer veel te betalen hebben. En beschouw dit nu niet als een lastige bedel-

manie, want u weet dat wij gaarne loven en ongaarne klagen. Maar wij weten ook dat ei- veie Neerbosch vrienden zijn die bedoelen: als het

noodig is, dan moet u het niet verzwijgen. Ja, wil' verliezen van tijd tot tijd vrienden

van beteekenis. Zoo kregen wij ook weêr een droeve tijding uit de hoofdstad: In den ouderdom van 75 jaren is overleden Johanna van Setten. echtsrenoote van den heer J. M. Lui-

tingh. Een lid van den Persis krans. Eén der genen, die nooit opgehouden zijn voor Neerbosch te zorgen, te werken, zooveel zij konden. Op hun ouden dag, werken zij nog voort. O. wij kunnen begrijpen, hoe deze vrouw gemist

wordt m haar huis, m haar lamilie, maar wij willen liier zeggen dat ook wij haar heengaan betreuren.

Wat wij echter schreven aan de bedroefde familie, dat zij hier openlijk herhaald: De nagedachtenis van deze Vrouwe zal bij ons in gezegend aandenken blijven. Gelukkig, dat er op andere plaatsen ook nog zijn met zoo'n

.rersis-geest en zulke rersis-lielde. JNietwaar, het is 'n mooi lijstje en ... . wij kregen van morgen juist een brief uit Friesland, dat ze daar ook weer begonnen waren met den Neerboschkrans en de goederen hadden afgezonden. Vrienden, die ons bedacht hebt met uwe gaven, wij >zeggen u hartelijk dank. Die gave voor de luidklok heeft mij ook zeer voldaan.... want de klepel slijt in December zeer omdat ik ging luiden bij alle lezers van Het Oosten èn van De Vriend des Huizes. Uit Het Oosten kwamen echter de Wijzen én vele Kerstgaven

voor JNeerbosch, van een Vriend kreeg ons Huis een gave. U zult zeggen, dat dit onderscheid wel groot is. Ja. En dat spreekt toch van zelf. Die Het Oosten lezen, leven veel meer met ons meê, zij kennen onze zorgen. En die De Vriend des Huizes lezen, kregen van dit jaar voor het eerst, zoo'n vriendelijke aanmaning om ons een Kerstgave te zenden.

Eindelijk .. . % wij stappen vol dank voor het verkregen resultaat hiervan af en hopen aanstaande week het slotaccoord van onzen Kerstzang aan te heffen. Intusschen wil ik u even mededeelen dat wij bezig zijn om het aantal abonné's op „Het Oosten" uit te breiden. Door sterfgeval en de tijdsomstandigheden vallen er van tijd tot tijd af. . . . en ons courantje moet gelezen worden.

JJaarom zonden wij een . verzoek aan de Kosters om ons te helpen. Kosters zijn behulpzame menschen. Ik heb in meer dan 500

Kerken van ons land gesproken, maar nooit een onkeuschen Koster aangetroffen, integendeel, zeer velen die veel over hadden voor de Weezen van Neerbosch en dat ook toonden. Dus . . . wilt U ons een handje liélpen en tegen uw gehuwde kinderen, tegen sommige huisvrienden, in den kerkeraad, in de familie zeggen dat zij ook „Het Oosten" moeten lezen en Neerbosch '» beetje steunen, zeg er dan meteenbij dat ze tot 1 Januari bij den Koster kunnen inteekenen. U begrijpt mij ? Lees het nog eens. Dat is ook medewerken. Op deze wijze kunt U ons een belangrijke Kerstgave schenken. Wilt ge?

Basta.

God schenke _U allen een Kerstfeest deiziele, zonder groote vreeze en met groote blijdschap. S.

BINNENLAND.

Op 23 October 1.1. hield deVereenigingKinderzorÊr

binnen de classis Botterdam haar Algemeene Vergade ring onder voorzitterschap van Ds. J. L. de Heer.

Van de 16 aangesloten gemeenten binnen deze classis hadden zich 5 laten vertegenwoordigen, te zamen uitbrengende 31 stemmen.

Door den Secretaris werd verslag uitgebracht van den toestand der Vereeniging, en de sedert de vorige jaarvergadering verrichte werkzaamheden.

Deze werden er niet gemakkelijker op. Goede trouw, eerlijkheid en fatsoen, om nog niet eens te spreken van godsdienstzin, schijnen met keizers en tronen verdwenen te zijn. Tegenover het vroegere „arbeidslust" staat thans „luiheidsvreugde", vooral de grootere meisjes en jongens worden spoedig geestelijk bedorren. Toch zet de Vereeniging met opgewektheid haar taak voort, dankbaar te mogen arbeiden in den Wijngaard des Heeren.

De Vereeniging heeft thans 332 kinderen onder

haar voogdij. Sedert de laatste vergadering werd over 49 kinderen de voogdij aanvaard. Tien worden meerderjarig, twee werden onder het ouderlijk gezag terug gebracht en één pupil werd aan eene andere Voogdij-Ver. overgegeven.

De pupillen zijn o.a. geplaatst: 162 in de MarthaStichting, 106 in gezinnen, 19 in het kinderhuis der Ned. Herv. Gemeente, 4 in het Geref. Burgerweeshuis 4 in de Weesinrichting te Neerbosch, 5 op Hoenderloo enz.

35 aanvragen om voogdij-aanvaarding zijn nog in behandeling, terwijl voor 15 kinderen bereidverklaringen tot voogdij aanvaarding zijn afgegeven.

Van voornoemde 332 pupillen zijn door bemiddeling van Voogdijraad Rotterdam T toegewezen 199

kinderen, van voogdijraad Rotterdam II 130 en van andere Voogdijraden 3.

Er zijn 178 jongens en 154 meisjes. De gezondheidstoestand der kinderen mocht over het geheel zeer goed genoemd worden.

In het verslag werd voorts met blijdschan meldina-

gemaakt van de liulp" vau het Dames-Hulpcomité. Aan de dames werd dank betuigd voor haar verleende medewerking.

De uitgaven bedroegen in totaal f 71.451.75. Ontvangen was f71.608.575, waarvan f55.334. — aan rijkssubsidie.

Op 31 December a.s. zijn aan de beurt van aftreding als bestuurslid de heeren Ds. J. P. van Melle, N. Tinbergen en F. W. A. J. van Peski, aan wie allen de heer van Peski direct herkiesbaar is. Deze werd herkozen, terwijl in de andere vacaturen gekozen werden de heeren Ds. G. van der Giessen en L. van der Pol, beiden te Rotterdam.

Als leden van de Commissie van Toezicht werden de heeren M. C. van der Pol, Mr. Abr. van der

Hoeven en J. Koopman herkozen.

— Volgens het laatst verschenen nummer van ,,De Nederlandsche krijgsman" is in October tot stand

gekomen het Christelijk militair verband. De Ned. Chr. Officieren Yer., de Ned. Chr. Onderofficieren Ver., de Ned. Mil. Bond en de Ver. Pro Rege hebben een grondslag gevonden van samenwerking

De samenwerking tusschen die verschillende vereenigingen Omvat;

liet gezamenlijk bespreken van de vraagstukken welke op het gemeenschappelijk terrein zijn gelegen :

het gemeenschappelijk optreden in al die gevallen waarin zulks bevorderlijk kan zijn aan het gemeenschappelijk doel, met name in zake het contact met leger- en vloot autoriteiten en de hooge overheid: .

het steunen van elkanders arbeid.

Als organen voor de samenwerking dienen:

1. een samenwerkingsraad (S. R.);

2. een Beroepsvergadering.

Voor de eerste wijst elke vereeniging twee en voor de laatste vijf leden aan.

Van elke beslissing, welke de^S. E. neemt, staat beroep open bij de Beroepsvergadering, mits binnen 8 dagen, nadat de genomen beslissing ter kennis is gebracht, beroep is aangeteekend. Er is dus altijd een tijddruimte van minstens acht dagen, alvorens een, door de S. R. genomen beslissing, uitgevoerd wordt: aangezien er zich echter gevallen kunnen voordoen dat oogenblikkelijk ingrijpen noodzakelijk is, kan de S. R., als hij zulks noodig het, een onmiddellijke beslissing nemen en de uitvoering doen plaats hebben, waarop dan geen beroep mogelijk is.

De aangesloten vereenigingen verbinden zich ten opzichte van de onderwerpen, die op het terrein der samenwerking liggen: ,

a. deze bij den S. R. aanhangig te maken ;

b. sreen stannen naar buiten te doen dan nadat

een, door den S. R., c. q. de beroepsvergadering, terzake genomen besluit uitvoerbaar is.

Is eenmaal een onderwerp aanhangig gemaakt

bij den S. R. of de beroepsvergadering, dan wordt het geacht op het terrein der samenwerking te zijn gelegen.

— De Vereeniging tot. uitbreiding van het Evangelie in Egypte verzond een speciaal-nuiumer van haar maandelijksche berichten. 2e werd daartoe gedrongen door den nood, maar ook door den zegen. In dit nummer zet het Bestuur der vereeniging uiteen dat er behoefte is allereerst aan een pleitbezorger, een spreker, die op nader overeen te komen voorwaarden den arbeid en de belangen van de Zending in Egypte wil bepleiten door persoonlijk bezoek en het vervullen van spreekbeurten. Ofschoon ëen oproep daartoe reeds voor eenige maanden werd gedaan, is de rechte man nog niet gevonden. Het Bestuur hoopt dat er onder de jonge predikanten, die een kleine gemeente bedienen, iemand gevonden wordt, die zonder dat hij zijn bediening behoeft neer te leggen, zich aan deze taak wil wijden.

Voorts heeft het Bestuur noodig een dokter. Dezen heeft het gevonden in Dr. J. M. Wentzel, die in Januari naar Egypte hoopt te vertrekken in dienst van de Hollandsche Zending.

In de derde plaats wordt de behoefte uitgesproken aan geld. De financiëêle nooden zijn vele. De uitgaven voor dezen arbeid in het land van den Nijl gaan de inkomsten verre te boven.

In de „laatste en hoogste plaats verklaart het Bestuur noodig te hebben het gebed der gemeente. Dit laatste vooral met het oog - op de woelingen die na deji oorlog zijn ontstaan onder de Egyptische bevolking. Egypte wil een vrij land worden en alle Europeanen, ook ds Zendelingen, vertoeven daar thans onder omstandigheden, waarin gevaar voor hun leven niet is uitgesloten. We bevelen ook daarom de lezing van dit speciaal-nummer hartelijk aan en hopen dat