ad eclipticam inclinato”, en toont aan hoe volkomen die verklaring met alle betrouwbare waarnemingen klopt. Voor degenen, die zoo’n ring a priori voor onwaarschijnlijk houden, heeft hij maar één antwoord, en dat is afdoend : kijk zelf met een goeden kijker uit uw oogen, en overtuig u van de waarheid! Tal van nieuwe ideeën en vernuftige opmerkingen vindt men in dit meesterwerk van Huygens. Zelfs komt hij, zij ’t dan ook op gewaagde wijze en door een gelukkige combinatie van twee fouten, tot een schatting der zonsparallaxe, (8/2), die maar 7 % afwijkt van de ware! En dat alles is gesteld ineen goed en gemakkelijk leesbaar Latijn, dat ons het verlies dezer taal als algemeen wetenschappelijk, dubbel betreuren doet, waardoor de toevoeging der overigens uitmuntende Fransche vertaling noodzakelijk werd. Natuurlijk wekte het „Systema” tegenspraak. In 1660 verscheen het „In Systema Saturnium Christiani Hugenii” op naam van Eustachius de Divinis, een kijkerfabrikant; deze was echter zijn licht gaan ontsteken bij den hoofd-antagonist, P. Fabri S.J. Eustachius bestrijdt de juistheid van Huygens’ waarnemingen, spreekt van hallucinatie en vooropgezette denkbeelden, waardoor deze niet zien wilde, wat met zijn hypothese in strijdwas, bijv. dat de aanhangsels niet zelden gescheiden waren van het hoofdlichaam. Tegenover Huygens’ verklaring wordt die van Fabri gesteld: twee donkere en twee lichte bollen (later kwamen er nog twee bij) bewegen zich achter Saturnus heen en weer en veroorzaken door hun wederzijdsche bedekkingen de waargenomen phenomenen. Deze vrij onnoozele aanval was zeker op zich zelf niet waard, in deze uitgave te worden weergegeven; dit was echter noodzakelijk, om het antwoord van Huygens te begrijpen. Dat antwoord „Brevis Assertio systematis Saturnii” liet zich niet wachten. Dat de toon ervan vrij scherp is, is alleszins verklaarbaar; met recht noemt H. de hypothese van Fabri „circulatorium quendam calculorum ludum” een goochelspelletje, dat een ernstige wederlegging niet waard is. Fabri heeft later de juistheid van de ring-theorie erkend, en dat heeft Huygens veel genoegen gedaan.
Nu volgen eenige waarnemingen van Saturnus door Huygens en Cassini, waardoor de eerste in staat werd ge-