met 2 K aangroeit, en f3(u) van teeken wisselt, als men u de aangroeiing 2iK' geeft. De zes nog onbekende constanten bepaalt men door achtereenvolgens w=oen m = v te stellen.
Zoo komt er cn (u -j~ v) dn u sn v sn u dn v -f- en v sn (u -f- v), dn (u -|- v) sn usn v cn mcn c en (u + v), 1c2an(u +v)cnuanv = dn« dm’dn (u + v),
of als men korter slf s2, s3, c 1( c2, cB, <i1, d2, d3 voor sn w, sn v, sn (u + p) enz. schrijft, en inde derde vergelijking w
en p verwisselt,
C3d]S2 "I- C2S3> 8182 2s8C281 "
Men vermenigvuldigt deze drie vergelijkingen achtereenvolgens met:
1, —dxs2, s:s2, met: —k2s,2s2, dv —sls2,
met: k2sv —k2dl s1s2,1,
en verkrijgt door optelling en door deeling met 1 kPs^s\ de gewenschte optellingsformules
S,cod9 -f c, C2 8182dId2 j__ fc28jCi8oC2 83 = l-^8lV» c3 TZTF^22 ’ 3 •