Onder de Oude Sint Bavo

LEVENSLANG

Dit wordt een heel somber verhaal, waaruit het voetbalvolk hopelijk lering zal trekken. Onderlaatst vond in onze stad een tigheid plaats. Nu is zo iets niet erg bijzonder, want bijkans in elke stad en elk land gebeuren ongerechtigheden. Een scheidsrechter mishandeld! schreef de krant; stenigt hem, riep de massa! En de Bond die laat zo’n boos- \doener week aan week los om „Mozes zal het zeggen” hoeveel méér slachtoffers te maken, oordeelde men. Zo reageerde het publiek onmiddellijk na het gebeurde. Maar de goede Haarlemse V.B. bewijst ondanks zijn meer dan vijftig jaar nog vlot en afdoend recht te TÖinnen spreken. Binnen luttele dagen na de bewuste Zondag (Jf November) kregen de beide boosdoeners hun voorlopige schorsing in huis en binnen het tijdsbestek van 12 dagen met de rompslomp van oproepen, hoor- en wederhoor, uitspraak door de Strafcommissie en homologering van de beslissing door het Bestuur werd bekend gemaakt, a: dat de ergste misdrijver al zijn voetbalspullen wel naar de lorre-koopman kan brengen, en b; zijn lotgenoot drie jaren komt stil te staan.

Dit is goed en snel recht! Een voorbeeld voor de Bond en zijn andere Afdelingen, een voorbeeld voor de spelers, die uit deze snelle en afdoende behandeling lering kunnen putten en nu precies weten, waaraan zij toe zijn. Men mag niet ongestraft eigen rechter zijn. Het gaat niet aan om zijn driften onbeteugeld de vrije loop te laten, welke motieven ter verontschuldiging ook aangevoerd kunnen worden. De voetballers spelen hun spel voor hun genoegen, de neutrale bespeelt de fluit ook voor zijn genoegen en allen moeten zich vrij en ongehinderd kunnnen bewegen. Schikt men zich niet naar het reglement van orde, dan is uitstoting het onvermijdelijk gevolg, met de blamage zich voor altijd verbannen te weten. Nochtans heeft een dergelijke beslissing ook een betreurenswaardige kant. Voetbal biedt voor velen een ongekende levensvreugde, men hunkert als ’t ware naar de Zondag, om opnieuw te kunnen genieten, temeer daar het leven voor velen uiterst moeilijk is en voetbal tot de enige ontspanning wordt, die alle zorgen voor een wijle doet vergeten. Ik houd mij overtuigd, dat ’t de Bondsvoorzitter, dhr. A. van der Aart, heel wat hoofdbrekens kostte, alvorens hij zijn fiat aan het besluit gaf. Hij heeft stellig het pro tegen het contra afgewogen en de consequenties overzien, die voor de ergste Sl-jarige delinquent uit de hoogste straf voortspruiten, waarbij bovendien het verleden wel als richtsnoer zal hebben gediend.

Tevens richt de Straf-commissie een algemene waarschuwing tot alle voetballers in dit rayon. ’t Is, als in de aanhef gezegd, geen opwekkend verhaal, dat wij dit keer laten horen, doch noodzakelijk ter wille van een vlotte gang van zaken in de Haarlemse. Daarom vertrouwen wij, dat dit sombere voorbeeld zijn preventief effect niet zal missen. P. C. L.

Karei v. d. Meer en Ausum over de obstructie-spelregel

Het was gezellig vol in Galand West, waar dhrn. Van der Meer en Aussem aan de scheidsrechters van District II uit Rotterdam en omgeving een uiteenzetting hebben gegeven over spelregel 12, speciaal over de regel van de obstructie. Dhr. Van der Meer begon met zeer duidelijk uiteen te zetten wat onder obstructie verstaan moet worden en wat wel en niet toegestaan is. Obstructie wil zeggen: doelbewust de tegenstander de weg versperren of hem te hinderen. Onderscheid dient te worden gemaakt tussen het geoorloofd en ongeoorloofd plegen van obstructie. Het is niet toegestaan obstructie te plegen als een speler bewust de tegenstander de weg verspert of hem hindert, terwijl hij zelf niet de bedoeling heeft de bal te spelen, m.a.w. zijn aandacht geconcentreerd heeft op de speler en niet op de bal. Dit toch druist tegen de geest van het spel in en wordt daarom als niet fair beschouwd. De straf op deze zonde is een indirecte vrije schop. Er zijn echter verschillende gevallen, waarbij obstructie wel mag worden toegepast: nl. men mag zich tussen de bal en zijn tegenstander plaatsen zonder dat dit strafbaar is, o.a. in de 4 volgende spelhandelingen; A. Ter bescherming van de doelverdediger. Hierbij dient rekening te worden gehouden, dat zulks niet inhoudt, dat een verdediger dit mag doen op ongeveer 5 meter van de doelverdediger. B. Als de bal over de doel- of zijlijn zal gaan. Ook hier moet de bal zijn binnen speelafstand van de speler, die obstructie pleegt. C. In strijd met de bal. De speler, die in het bezit is van de bal plaatst zijn lichaam tussen de bal en zijn aanvaller. D. Als de speler onbewust obstructie pleegt, m.a.w. toevallig zich op de weg bevindt, die een aanvaller wenst af te leggen.

In de gevallen, dat de speler geoorloofd obstructie pleegt moet hij aan onderstaande drie voorwaarden voldoen: a. de bal praktisch onder zyn controle hebben. b. de bedoeling hebben de bal te spelen. c. het gezicht naar de bal gekeerd hebben.

De speler, die obstructie voert mag door een tegenstander worden aangevallen en zelfs in de rug, mits het geschiedt met de schouder en niet ruw of op gevaarlijke wijze. In de praktijk komt het hierop neer, dat hiervoor bijna altijd gefloten zal worden. Ook de ingooi werd nog even behandeld, omdat de laatste tijd veelvuldig wordt gefloten voor verkeerd ingooien, doch niet altijd terecht. Een paar voorbeelden. De voeten van de ingooier behoeven niet haaks op de lijn te staan, zoals -velen menen. Parallel van de lijn is echter verboden, omdat o.a. zulks aanleiding geeft tot het inwerpen met één hand. Ook het loslaten van de bal boven het hoofd wil niet zeggen loodrecht erboven. Dit zou niet natuurlijk en dus moeilijk uitvoerbaar zijn.

Volgens dhr. Van der Meer mag dit ook schuin boven voor het hoofd gebeuren, maar voorzitter Van Dam bestreed dit, omdat in de handleiding voor scheidsrechters staat, dat de bal boven het hoofd moet worden losgelaten. Het staat er inderdaad, maar toch hield Karei vol dat zijn mening juist was en dat het moeilijk anders kan. Dhr. Van Dam demonstreerde toen onder grote hilariteit een tweetal ingooien om zijn standpunt te verdedigen en hij gooide tweemaal in op de manier zoals Karei het goed vond. Ik heb Mr. Piek toen maar opgebeld en die stond aan de kant van Karei van der Meer. „Schuin boven is ook Boven”, zei hij. Dus, mijnheer Van Dam. boven betekent in het onderhavige geval niet recht boven. In ieder geval verzochten de | aanwezige deskundigen aan de J scheidsrechters bij de ingooi niet

al te kleinzielig te zijn, om het tempo niet te drukken. Dhr. Van Aussem was het in alle opzichten met Karei eens, maar vestigde er de aandacht op, dat de scheidsrechter niet al te huiverig moet zijn by het toekennen van een strafschop. Maar al te dikwijls geeft men een indirecte vrije schop als er een strafschop gegeven moet worden en dat is fout. Overtreding is overtreding en als de scheidsrechter fluit, dan moet hij ook de consequentie aanvaarden en zo nodig ’n strafschop geven. De spelers zyn dus bij voorbaat gewaarschuwd: pas op voor de strafschop! Het was een leerzame en gezellige avond, waarop de Subcommissie van District II met genoegen kan terugzien. AARNOUDSE.

Obstructie Belemmering I

Onze aan vreemde woorden al te rijke sporttaal is weer vermeerderd met het woord „OBSTRUCTIE” in de nieuwe spelregel 12. Dhm. Van der Meer en Ausum vertalen dit woord door „versperren of hinderen”. Beide begrippen kunnen worden samengevat in één Nederlands woord: BELEMMEREN. Onze voetbaigemeenschap bestaat voor bet grootste deel uit eenvoudige mensen, die zo min mogeiijk bezwaard moeten worden met voor ben onbegrijpelijke woorden, te minder als onze rijke taai er een passend en begrijpelijk woord voor beeft. Men spreke dus niet meer van „OBSTRUCTIE”, maar in goed Nederlands van „BELEMMERING”. MOORMAN.

Dames I

Ik zeg tot de vrouwen: — Geef Uw man e«i abonnement op de Sportkroniek en ü hebt hem iedere Maandag- en Dinsdagavond thuis, want elke Maandagmiddag vindt hij dan het grootste voetbalblad van Nederland in de bus met de Officiële Mededelingen van de KNVB, de volledige w'edstrijdprogramma’s, artikelen, uitgebreide verslagen en uitslagenlijsten. Ijectuur voor twee avon■ den. I Hieronder het bestelbiljet ▼ St. Nicolaas

De „Sportkroniek” bij de „wedstrijd van het jaar” op Wembley

(Vervolg van pag. Knappe Britse binnenspelers

|Sdd.y Bailey een dag tevo-Ven nog van een pijnlijke kies verlost! mag dan geen gaaf gebit meer hebben, als kansenschepper overtroefde hij in gaafheid ditmaal iedereen op Wembley. Formidabele passes, waarin haarfijn snelheid, afstand en dekking, der tegenstanders waren vercalculeerd, felle sprints en harde schoten. Toegegeven: die waren niet altijd precies scherp geplaatst, maar Bailey had daarbij .ook pech. Wij herinneren ons een moment uit de tweede helft, toen de Britse linksbinnen een enorme kogel loste, die zeer waarseliijnlifk doel zou hebben getroffen, indlen het leer niet (toevallig) de rug van een Oostenrijks verdediger had getroffen. De bal verloor nauwelijks vaart, maar veranderde van koers en suisde over Zemanns doel heen.

Meer reden tot critiek is er cp Ivor Broadis, die enigszins bij verrassing in de Britse keurploeg kwam, zij het als invaller, en uitstekend veldspel onrendabel zag blijven door ronduit zwakke afwerking. Broadis kreeg in de eerste helft 2 zeer goede scoringskansen: vrij en recht voor doel, In de buurt van de penaltystip, hj) kanjerde tweemaal onvervaard in, maar de eerste keer stopte de snel uit zijn doel gekomen Zemann door een weergaloos-snelle reactie de bal en de 2e maal vloog de bolle blaas langs de buiten-

kant van de paal. Dat kostte Engeland de zege. Wat Engeland Oostenrijk extra interessant maakte, was de botsing der systemen. De SSSstrijdwijze botste tegen de vrij en frank-aanv£illende spil op. En ook hier is het een gelijkspel geworden! De Britse defensie sloot in het midden uitstekend Huber en Stojaspal kregen vrijwel geen kans en op het middenveld was het vierkant der kanthalfs en binnenspelers zeer goed zichtbaar, het werkte veelal effectief en de Engelse ploeg speelde als een goed-lopende machine, zonder hapering en zeker niet eenzijdig op verdedigen ingesteld. Voor Oostenrijk geldt hetzelfde. Het verband tu.ssen de linies was even hecht als in de Engelse ploeg, de werkverdeling klopte, de combinaties liepen soepel, er waren geen „gaten”, de dekking werd geenszins verwaarloosd. Er was slechts verschil in opvatting, de rechtsback dekte de Britse midvoor de gevaarlijke Lofthouse, die beter was dan Medley, de toch wel goede linksbuiten en zeker beter dan Milton. het jonge Arsenaltalent op de rechtervleugel, die voor zo’n bijzonder zware wedstrijd nog routine tekort komt en de Oostenrijkse rechtsbinnen, de tactische Gernhardt (een der beste spelers van de ploeg) kwam steeds ver terug om als tweede spil te fungeren. Dat stelde mee Ocwirk In staat, zo’n toonaangevende rol te spelen en on die witee kon de Oostenriikse middenv°ldbezetting in de practijd wedijveren met die der Brit-

ten. Overigens hebben de Weners vaak hun hele ploeg in de verdediging teruggetrokken ge- om dan weer snel naar voren te komen. Een perfecte lichamelijke conditie stelden hen In staat, deze tactiek dikwijls te herhalen. Een tekort van de Weense verdedigers was de neiging tot paniekvoetbal. Werd eens een foutje gemaakt, dan was er onpiiddelliJk een koortsachtige onrust, die bij de Britten nimmer te nemen viel.

Ejigeland niet meer „on top” ? Intussen is het veelbetekenend, dat de Britten in 2 maanden tijd hun tweede gelijke . spel beide met de uitslag 2—2 hebben moeten toestaan aan Continentale ploegen. Daar de Fransen zowel tegen Oostenrijk als Engeland 2—2 speelden, zou men kunnen zeggen, dat deze drie landen momenteel even sterk zijn. Met deze res-* trictie, dat zowel Fransen als Oostenrijkers hun prestaties in Engeland verrichtten en de Britten bij een tegenbezoek dus wellicht voor nog heter vuren zullen komen te staan. Nü wordt reeds met spanning vooruitgezien naar de returnmatch Oostenrijk In Mei ’52 in Wenen. Als Engeland het letwat besmeurd blazoen wll schoonwassen, dan moet straks aan de Donan gewonnen worden. N6g staat Engeland aan do top van het Europese landenduel, maar als straks de uitwedstrijden komen, wordt bet moeilijk voor de Britten !

BESTELBIUET

Ik abonneer mj] op de SPORTKRONIEK

k ƒ 4, per kwartaal. 15 ct. incasso

Datiun:

Naam: Straat: Gemeente:

Insenden aan de Sportkroniek, Zwarteweg No. 1. Den Haag Postrekening 44715 ten name van Moorman’s Periodieke Pere