Prijs 33 eenl

2POSTSBDIÏIEK

WAARIN OPGENOMEN DE OFFICIËLE MEDEDELINGEN

VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE VOETBALBOND

en van de Afd. 's Gravenhage K. N. V. B.

HOOFDREDACTEUR: ). MOORMAN. REDACTIE: H. P. KUIPHOF, ). HARINCK ORCAANCOMMISSIE: K. ). J. LOTSY, S. COLDEWEY, Ir. H. F. HOPSTER

BUREAU: DEN HAAG, ZWARTEWEC 1, TELEFOON 18.23.55 ABONNEMENT: ƒ4.— PER KWARTAAL. INCASSO: 15 CENT

MAANDAG 20 AUG. 1951 No. 34 Weekblad 50e JAAR

MOORMAN'! PERIODIEKE PERS. DEN HAAG

NADRUK VERBODEN Postrekening 44715

SYSTEEMSLEUR IN ONS LAND

PTT ¥, ■ •• I P IIPPI TftlltntïP TP liJPinin inTtinTIPT X ft

door JAN WEENINK

DEZGB dagen trof ik ver van enig sportveld een bekend bestuurslid van een grote voetbalvereniging. Hoewel we midden In het gesloten seizoen zaten althans hoorden te zitten kwam ons gesprek toch op het voetballen. Tenslotte kreeg ik een beeld hoe wel zo ongeveer in het nieuwe seizoen het eerste elftal van de betreffende clubleider er uit zou zien. „En wat spelen jullie?”, vroeg ik toen met een vraag naar de bekende weg. „We spelen al jaren W-formatie”, was het antwoord, dat ik nauwelijks anders verwacht had. „Daar gaan we volgend seizoen mee verder”

Tja, daar gaan we volgend seizoen mee verder! Alsof dat zo logisch is als het maar kan. Een soort wet van Meden en Perzen. We spelen het nu al enige jaren en dus gaan we er mee verder. Maar de clubleider had me een indruk van zijn ploeg gegeven en ik kon niet nalaten uit te roepen: „Maar man, bij jullie zijn nu letterlijk alle voorwaarden aanwezig om volgens een geheel andere methode te spelen!” Er kwam een stuk papier en een potlood aan te pas en ik slaagde er in het bestuurslid duidelijk te maken, dat er in de situatie van zyn club heel wat meer te bereiken zou zijn als niet slaafs de W-formatie werd gevolgd. Het betreffende bestuurslid gaf eerlijk toe, dat er wat in zat, maar toen kwam de grote moeilijkheid: „We hebben een trainer, die helemaal op W-formatie is ingesteld. Hij heeft de cursus van de KNVB gevolgd en je zal toch ook wel gemerkt hebben, dat sinds men voor het Nederlands Elftal tot deze speelwijze overging, steeds meer trainers van de cursus het in de clubs hebben ingevoerd?!” O

r\AT gesprek onderstreepte K-/ nog eens duidelijk hoe slaafs men bereid is te imiteren zonder minder platgetreden paden te vol- He voornaamste oorzaak is het mijns inziens slechte voorbeeld van de KNVB zelf. Toen men in 1946 te Huddersfield ontdekte, dat men niet op de ouderwetse wijze verder kon gaan tegen even sterke en meestal veel sterkere tegenstanders, toen wist men niet beter te doen dan het Britse voorbeeld te imiteren. Nu zou dat nog niet eens zo erg geweest zijn als niet reeds vele andere landen hetzelfde hadden gedaan, waardoor er langzamerhand een grauwe uniformiteit in de landenploegen kwam. België, Frankrijk en de Scandinavische landen, juist de landen waartegen we het meest spelen, speelden net zo. Nu is er een bekend gezegde, dat men zijn tegenstanders het beste met gelijke wapens kan bestrijden, maar de juistheid van dat gezegde ontgaat mij. Wat is namelijk het geval? lemand of

een ploeg, die gewend is succes-Vol volgens een bepaalde methode te strijden, heeft ervaring in die methode. Gaat nu een tegenstander tot dezelfde methode over, dan moet men zich eerst die ervaring van de ander eigen maken. Het moet toch duidelijk zijn dat dit niet alleen heel lang kan duren, maar dat men bovendien toch altijd een streep achter blijft. En zelfs als men gelijk kan komen met de tegenstander, dan heeft men lange tijd in de minderheid verkeert en wanneer men eenmaal gelijk is met de tegenstander, dan is men nog maar gelijk, dus niet verder.

O Dat laatste nu is het kernpunt. Als men ontdekt, dat een bepaalde speelwijze veranderd moet worden, omdat de omstandigheden om verandering roepen, dan dient men te zoeken naar nieuwe wegen, en zo men die nieuwe wegen niet vindt, dient men naar minder platgetreden paden te speuren.

Toén in 1934 KFC tot wijziging van zijn methode overging, had de club daarmee enorm succes. Nu gaat het er hier alierminst om of KFC daarmee de stijlprijs verwierf, maar de ploeg slaagde er in al zijn tegenstanders voor problemen te zetten en werd door een ongelukkig doelpunt juist nog geen kampioen van heel het land. KFC heeft enkele jaren zijn voorsprong gehad totdat men geleidelijk aan de tegenmethode begon te vinden. Wat men met het Nederlands Elftal na 1946 deed, was niet logisch. Het was een stap in de richting naar remise, het was geen stap in de richting van succes op vrijwel even sterke tegenstanders. Ik ben van mening, dat het niet alleen onjuist was toen slaafs de Engelse methode te gaan volgen, het is even onjuist nu daarmee te blijven volharden, waarbij ik nog niet eens het argument wil hanteren, dat dit Engelse elftal tegen bepaalde ploegen met zijn sinds 1925 ingevoerde speelwijze geen succes meer kon boeken. Vooral tegen de Zwitsers kan het Engelse elftal niet uit de voeten, wat zowel in Zwitserland als Londen is bewezen. Terwijl clubs nog in

de moeilijkheid verkeren afhankelijk te zijn van bepaalde spelers om iets anders te kunnen gaan doen, is de KNVB in de voordelige positie in heel het land spelers te kunnen kiezen die voor een andere speelwijze nodig zijn. O

DAARMEE zijn we dan aan een andere speelwijze. Het lijkt moeilijk vol te houden, dat ons elftal de W-formatie beter onder de knie zou hebben dan

bijvoorbeeld Engeland, België of Zweden. Wie dat beweert, zegt iets waarin hij zelf niet gelooft. Als dat niet het geval is en wij dus volgens deze speelwijze een achterstand hebben, dan is toch de vraag gewettigd waarom men voor het Nederlands Elftal geen methode volgt die België, Zweden, Frankrijk of Noorwegen méér moeilijkheden bezorgt, omdat men zich niet op de bestrijding van dat andere spel heeft ingesteld, maar uitsluitend op de bestrijding van de Britse methode. Ik heb er wel eens eerder op gewezen, hoe doodeenvoudig bijvoorbeeld de Zwitsers in Bazel onze toch o zo sterke stopperspU Rinus Terlouw schaakmat zetten. Ze plaatsten er eenvoudig twee midvoors tegenover en dat leverde zeven doelpunten op, terwijl waarlijk niet alle goede kansen door de Helveten benut werden. Het bewijst hoe kwetsbaar

een stopperspilmetbode is, alg ' de tegenstanders de juiste te« genzet doen. En daar vrijwel alle tegenstanders met een stopper spelen, schrijtt het gezonde verstand een voorhoede voor van niet drie spelers in de voorste lijn, maar vier, O

ZOLANG echter niet de meeste tegenstanders met een dubbele midvoor spelen, dat kan evengoed een teruggetrokken centervoor en twee naar voren geschoven binnenspelers zijn, zolang kan men zelf wèl van de stoppeC profiteren en dat nu doen de Zwitsers niet. Die trekken de backs voor ’t doel en de kanthalfs terug, wat gevaarlijke gevolgen kan hebben. Te Bazel konden we er vijfmaal door scoren en in 1947 te Amsterdam zelfs zesmaal, We zouden dus evenmin slaafs de Zwitserse methode moeten vol(Zie vervolg pag. S.tgl

RoplilpH llif Hl» l>Aimii»fiïiA duelleerden verhit^ HLCIUUI UU Ub terd in Haarlem, waar de Schiedammers een benauwde 1- -O overwinning behaalden. Rootselaar, de EDO-niidvoor, springt hier op om een corner in te koppen, maar. doelman v. d. Pol voorkomt dit. (foto De Boer)]