De Fusie en de vroegere Arbeiderssportbond
Een lust voor onze KNVB te mogen werken!
Nu mijn vriend Teeuw in de ■ Sportkroniek van 17 Juli i heeft uiteengezet hoe de Chris- ' telijke clubs tegenover de fusie : staan, vroeg de redactie mij ook : eens de gevoelens der vroegere ! Arbeiderssportbonders te willen ! vertolken. Gauw gevraagd, maar ' niet gemakkelijk gedaan, want de situatie is voor onze Christelijke ' en Katholieke vrienden een ! beetje anders dan voor ons. Maar laten wij bij het begin beginnen. ! Vóór de oorlog hadden wij onze ; Arbeiderssportbond, waarvan de ; doelstelling was: „De N.A.S.B. stelt zich op het standpunt der i moderne arbeidersbeweging, zo- 1 als dat is belichaamd in S.D.A.P. ; en N.V.V.”. . ( Daarmee was dus uitgespro- : ken, dat voor aanhangers der I moderne arbeidersbeweging een ! afzonderlijke sport-organisatie i noodzakelijk werd geacht. Deze ] gedachte werd dan ook ijverig i gepropageerd, maar hoewel een 1 zekere toestroming van leden uit < de kringen, waarop men zich | richtte, plaats vond, de massa , der sportbeoefenaren uit deze f kringen was reeds en bleef in i de algemene sportbonden. i O ’
Het hoofdzakelijk bezwaar, dat de leiding van de Arbeiderssportbond had tegen de z.g. „burgerlijke sport” was de sterrenkwekerij en sportverawazing. Daarnaast wilde men ook de sport dienstbaar maken om de aangesloten leden tot overtuigde strijders voor de idealen der moderne arbeidersbeweging, in concrete een socialistische maatschappij, te maken. Men was Van mening, dat in de algemene sportbonden de leden zouden verburgerlijken en hun klassebe"'ustzijn verliezen. Bij de propaganda voor zijn streven en het werven van leden, had de Arbeiderssportbond echter een grote handicap, waarvan men de drie voornaamste factoren aldus zou kunnen omschrijven;
le. hij kwam te laat; velen dergenen die hij misschien bij Vroegere stichting tot zijn aanhangers had kunnen maken, waren reeds lid der z.g. burgerlijke bonden, voelden zich daar helemaal niét onwennig en bleven er rustig; 2e. hij beschikte niet over de bodige technische leiders; 3e. hij had een zeer „onhandzaam” organisatie apparaat.
O meer nevenorganisaties der moderne arbeidersbeweging b.v. de A.J.C. ook de Arbeiderssportbond baar Duits voorbeeld ingericht. Hoe vreemd dit misschien heden ten dage klinken moge voor jon-8e mensen, die de geschiedenis biet kennen, het is niettemin een teit, dat vóór de eerste wereldoorlog de socialistische arbeidersbeweging zich hoofdzakelijk op bet Duitse voorbeeld richtte De Srote theoretici van het socialisbie, Marx, Engels en Kautsky "'aren Duitsers; in Duitsland batn de beweging een vrij grote
vlucht. Sprak Keizer Wilhelm II niet spottend over de 110 sociaaldemocratische Rijksdagleden, die in 1910 de Rijksdag binnenstapten, dat zij niet eens een behoorlijke paradepas konden maken? De Duitse invloed heeft de arbeidersbeweging hier te lande nog lange tijd van haar zuurdesem doortrokken en zo had ook de N.A.S.B. deze invloed ondergaan. Zoals reeds gezegd: de N.A.S.B. kwam te laat. Dit zou nog niet zo erg zijn geweest, als de duizenden sportbeoefenaren uit de rijen der modern georganiseerden als het ware om de N.A.S.B. hadden zitten te springen. Doch zo was het niet. Zij voelden zich er over het algemeen best thuis in de neutrale sportbonden en bleven daar dan ook rustig lid. Dit betekende voor de N.A.S.B. een ernstige moeilijkheid bij zijn propaganda. Telkens weer, wanneer men bij gelijk gezinden kwam om hen tot het lidmaatschap van de N.A.S.B. te bewegen, stiet men op de vraag: „Waarvoor zal ik m’n oude vereniging of Bond verlaten? Ik voel me er thuis en ik heb er rnijri vrienden, die ik niet in de steek laat”.
O Een ernstig nadeel was ock het tekort aan technische leiders. Toen de N.A.S.B, werd gesticht, hadden de neutrale bonden al een hele tijd van ervaring en scholing achter de rug. Hij begon dus al met een achterstand, omdat men ervaren technische leiders maar niet dadelijk uit de grond stampt. Dit euvel heeft zich het hele bestaan van de N.A.S.B. doen gelden; de achterstand viel niet meer in te lopen. Merkwaardig was dat b.v. bij de handbalsport, waar men met de anderen ongeveer gelijktijdig was begonnen, ook in technisch opzicht vrijwel gelijk kon opwerken.
Maar de ernstigste belemmering voor de ontwikkeling en uitgroei van de Bond legde men zichzelf in de weg door de wel zeer ongeschikte organisatievorm. De N.A.S.B. was n.l. een z.g. centrale organisatie. Dat wil zeggen: men bracht in één Bond alle takken van sport tezamen, die door één hoofdbestuur werden bestuurd. Nu is het besturen van een organisatie, die één tak van sport onder haar leden laat beoefenen, al moeilijk genoeg. Welke singuliere kwaliteiten meende men dan wel te mogen toeschrijven aan de mannen, die aan het hoofd van dit veelhoofdige lichaam kwamen te staan? Dat zij gefaald hebben, valt hun niet te verwijten, omdat ieder hier moest falen. Dat zij evenwel nimmer hebben willen inzien, dat de constructie van de Bond ’n totaal onmogelijke was, dient hen wèl te worden aangerekend.
O Aan dit verschijnsel zal wel niet vreemd geweest zijn dat velen der leiders hun sporen in Partij en Vakbeweging hadden
verdiend, in welke een neiging naar meer centralisatie in die tijd niet te miskennen viel. Maar wat voor de vakbeweging wellicht passend kon worden geacht, was het daarom nog niet voor een sportorganisatie.
Daar kwam nog bij, dat in art. 12 der Statuten een bepaling stond, die zeer geschikt was om iedere vereniging, die al enige neiging vertoonde om zich en bloc bij de N.A.S.B. aan te sluiten, daarvan te weerhouden. Daarin was n.l. bepaald, dat alle bezit der afdelingen aan het Bo n dsbest u ur toebehoorde en de afdelingen dit slechts in bruikleen hadden. Dit betekende dus dat, indien een voetbalclub zich aansloot, zij daarmee elk bezitsen beschikkingsrecht verloor over alles wat zij bezat!
Verder eiste het ingewikkelde organisatieapparaat veel te grote offers van de leden. In onze KNVB zijn de clubs geheel baas in eigen huis. Zij zijn alleen bij de KNVB aangesloten en aan deze slechts verantwoording schuldig met betrekking tot de reglementen van de KNVB. Omtrent de orde in eigen huis kan de Bond hen niets opleggen. Hoe anders was dat bij de N.A.5.8.! Een club had daar boven zich:
a. een afdelingsbestuur; b. een districtsbestuur; c. het hoofdbestuur. Voor alle deze geledingen moest ook contributie worden betaald. Zo had een volwassen lid per week te betalen: 4 cent voor het bondsbestuur; 1 cent voor het districtsbestuur; 1 cent voor het afdelingsbestuur; 2,5 cent voor het orgaan (verplicht). Tezamen dus 8,5 cent per week. Eerst daarna kwam de club aan bod. Zeer begrijpelijk, dat velen voor die eer bedankten. Ik heb het zelf b.v. in Rotterdam meegemaakt, dat een clubbestuur het Bondsbestuur bezwoer deze veel te hoge lasten te verminderen, daar men anders de club niet in de Bond kon houden. Doch het Bondsbestuur zat in dit systeem zelf veel te sterk ver. vlochten; het kon er niet meer uit. Anders dan de club, die er wèl uit trok.
o IK heb reeds lang vóór 1940 cp deze dingen gewezen en voorspeld, dat handhaving van deze toestand de ontwikkeling van de arbeidersvoetbalsport in de N.A.S.B. zou belemmeren en ons zelf de reeds aangesloten clubs doen verliezen. Het was aan dovemansdeuren geklopt. Doch de voorspelling is maar al te zeer bewaarheid geworden. Dit proces was bezig zich te voltrekken, toen wij in de oorlog werden betrokken en alle interne strijd over dit vraagstuk overbodig werd door de fusie. Het spreekt wel vanzelf dat, toen Nederland eenmaal door de nazi’s was overweldigd, wij als Arbeiderssportbonder heel vreemd stonden te kijken. Met de voorbeelden van andere landen voor ogen, waar de democratische socialisten ten bloede toe waren vervolgd en de bezittingen hunner organisaties werden gestolen gelijkschakelen noemden ze dat! waren er vele bij de N.A.S.B. aangesloten clubs die zich dadelijk ontbonden of zich met een neutrale vereniging fuseerden. Deze ontwikkeling heb ik eerder bevorderd dan tegengehouden. Dat laatste zou ook Don Quichoterie zijn geweest, waar ik nooit veel voor gevoeld heb. Maar het gevolg van deze gang van zaken is geweest, dat, toen de oorlog voorbij was en wij onze vrijheid hadden herkregen, de gehele voetballerij van de vroegere N.A.S.B. in de KNVB opgenomen was. Voor ons is de situatie wel een weinig anders dan
voor de Christelijke en R.K. clubs, die nog een verband hebben behouden. Wij hebben dat niet. O
De beantwoording van de vraag, of de voetballers uit de vroegere N.A.S.B. zich bij de fusie wèl bevinden, is al erg eenvoudig. Als dat niet het geval was, zouden we nu, ruim vijf jaar na de bevrijding, toch wel pogingen hebben moeten waarnemen om de oude clubs weer op te richten. Maar dit is niet geschied. Is er voor ons dan geen aanleiding om het weer te doen? Mijn antwoord is een overtuigd en volstrekt; neen! De motivering ligt zeer voor de hand. Vóór de oorlog was nog voor vele socialisten het socialisme niet slechts een politieke overtuiging, het maakte ook hun levensbeschouwing uit. Het zou mij te ver voeren in het bestek van dit artikel een beschouwing te wijden aan het historisch materialisme en de gedachtenwereld van Marx met zijn materiële onderhouw en geestelijke bovenbouw. Ik voel me trouwens geen 100 % expert op dit gebied. Doch vóór 1940, al was er dan in de voormalige S.D.A.P. een klein contingent Christenen, de meerderheid hield er toch een rationalistische denkwijze op na en dat bepaalde de geestelijke atmospheer der Partij. Dat in een dusdanige .gesteldheid ook de gedachte opkomt, dat men door middel van de sport beslag op zijn aanhangers wil leggen, is niet zo heel verwonderlijk.
Maar hoe geheel anders is nu de constellatie! De Partij van de Arbeid staat niet slechts open voor mensen van uiteenlopende levensbeschouwing, zij wil ook bepaald niet meer zijn dan een
partij, die op politiek terrein de
democratie aanhangt en in so« ciaal-economisch opzicht naar een socialistische maatschappijn ordening streeft. En zoals er vela wegen naar Rome leiden, kan men ook langs de weg van ver-, schillend levensinzicht tot hef democratisch socialisme komen* Maar dan is het duidelijk dat, at' moge de socialistische overtuiw ging daarom niet minder zwakker zijn, zij toch minder beslag legt op het gehele wezen van de mens dan zij het voor» heen placht te doen. Dat brengt ook mee, dat de democratische socialist van heden zich op vele terreinen des levens en daartoe reken ik zeker ook de sport niet meer opsluit in een min of meer afgesloten kring, doch zich stelt temidden van zijn volk. En daarom voorzie ik ook dal zij, die de gedachte van het democratisch socialisme aanhangen zich niet meer tot een eigelx groep zullen afscheiden, doch de KN'VB als hun sportief tehuis zullen beschouwen. En dit te meer, nu de KN'VB getoond heeft ook en vooral de ideële waarden te willen hoog houden, hetgeen wel zeer sterk zijn uitdrukking vindt in zijn strijd voor de handhaving van het amateurisme.
Zeker, volmaakt Is onze KNVB nog geenszins. Maar om het volmaakte te vinden zal men op dit ondermaanse erg lang moeten zoeken. Doch wat mij iedere dag weer treft is, dat wij in onze Bond met zoveel begrip voor elkanders denkbeelden en met zoveel wèl doende verdraagzaamheid samen werken voor datgene wat toch ons allen zo lief ist onze Nederlandse jeugd! Daarom is het mij een lust voor onze KNVB te mogen werken! H. DE MUNTER.
Lid van het Bondsbestuur,
Zomerse hespiegelingen
Nög flaneren wij in lediggang door de sportjournalistieke gaarde, genietend van de geur der bloempjes en luisterend naar het gekweel van de vogelkijns des velds. Wij staan terzijde in de bloedige strijd der pro en anti-profs en wij zouden niet anders willen. Want wij vinden het helemaal niet belangrijk hoe wij over die aangelegenheid denken en wij vinden het helemaal niet belangrijk wat meneer Pietje Puk denkt. Van belang is alleen (wij fluisterden dit al eens eerder) wat de algemene vergadering van de KNVB over deze materie denkt en wij zijn volledig en volmaakt overtuigd dat het beroepsspel daar niet een pietsie van een flodderig kansje maakt.
Wij staan ook daarom gaarne ietwat peinzend terzijde omdat het niveau waarop de aanvallen tegen de pro’s zich bewegen ons zeer bepaald niet ligt. Wij kunnen ons onmogelijk opwerken tot de overtuiging dat de „broodschrijvers” (is schrijven een minder eerbaar beroep dan het besturen van een tram, het exporteren van tomaten of het verhandelen van postzegels?) een stelletje venijnspuwende gangsters vormen wier enig zeer laakbaar —• streven zou zijn: het totaal te gronde richten van de vaderlandse voetbalsport. Wij hebben zo enkele vriendjes onder die broodschrijvers, wier „muilen gesnoerd” moeten worden en wij kun-7ien in mensen als Cottaar, Loman, Van Leeuwen en Peereboom (om er nu maar enkele te noemen) bepaald geen bandieten met zwarte zielen zien, die geld uit de zaak willen slaan (Hoe?). Alleen maar mensen die een andere kijk op een zaak hebben dan wij. En niettemin onze vriendjes blijven.
Ja nóg staan wij terzijde, maar lang kan dit feest niet meer duren. Want alom staan de tekenden aan de hemel die Werk met een hóófdletter in uitzicht stellen. Competitieprogramma’s wandelen door de pers heen, de eerste thuiswedstrijd van Ajax hebben wij tersluiks even nagekeken en tournooien lopen al rond met de min of meer grote trom om ieder tot het besef te brengen dat het, voorzover wij hebben kunnen bespeuren, niet zo heel erg hermetisch gesloten seizoen teneinde loopt. Op 19 Augustus wordt de Zilveren Pont van Volewijckers te water gelaten in aanwezigheid van Elinkwijk, Haarlem, Vitesse en Volewijckers zelf en de groenwitten hebben dan reeds een legaal balletje getrapt in Lochem tegen Hengelo ter gelegenheid van de opening van het nieuwe terrein van KDC. Die Zilveren Pont vaart ook op Zondag 20 Augustus nog, tot hij tegen een uur of vier ergens in een of andere prijzenkast aan de grond loopt. Ook WA is op die dag bezig met zijn wedstrijden om de Jan van Eckbeker waar ditmaal ook AFC vertegenwoordigd is, om met Zeist (winnaar van 1949), HFC en WA de strijd aan te binden. De jaarvergadering van de AVB op 29 dezer staat ook al in het nieuws; twee bestuursleden zullen in het komende seizoen geen deel meer uitmaken van de topleiding van onze locale bond. Dhr Devèrs, oude pionier van het Zaterdagmiddagvoetbal en dhr Bergvelt die zich verleden jaar met moeite heeft laten overhalen om nog één jaar te blijven, hebben zich niet herkiesbaar gesteld. Neen, lang kan het niet meer duren of het is fini met de luchtigheid en de frivoliteit, geen sprake meer van (mentaal) m je blote overhemd zitten maar: ernst. Weer stukkies van meneer Pieterse die een smakelijke voorzet van meneer van Puffelen verkeerd op zijn slof heeft genomen en de kans van de dag nou ja. WERK,
eroi OMMiMW
Golfslag „De Brandinil” Doorvverlli ¥ Grote stranden – Kanovüver Speeltuin Schitterend gelegen Restaurant ¥ Speciaal ingericht voor grote gezelschappen (tot 400 pers.)
'jP m, '\_,