Meningen van Anderen
Over spel en spelers
Dhr. Aarnoudse neemt in de Sportkroniek van 3 Juli stelling tegen systeemvoetbal en stelt vast, dat het spelpeil positief slechter is geworden. Ten opzichte van het eerste vraag ik me af, of voetbal in feite niet altijd een spel van systemen is geweest. Of heeft bij de W-formatie elke speler niet een bepaalde taak, heeft bij de grendel niet de taakverdeling plaats? Kunnen wij ons van vroeger jaren niet tal van wedstrijden herinneren, toen systeem helemaal niet in de voetbalterminologie voorkwam, waarin men op voorafgesproken wijze een tegenpartij trachtte te verslaan? Liet men toen b.v. de kracht van de aanval gedurende een afgesproken tijd niet uitsluitend tegen het sterkste deel van een achterhoede stormlopen om plotseling het bekende zwakke deel te overrompelen?
Laten we ook dat systeem noemen! Wat we m.i. echter niet moeten doen is: de klok terug zetten! Men wil er weleens niet aan een bepaalde ontwikkelingsgang te volgen, echter de geschiedenis schrijdt verder. Het individuele pingelspelletje, de dribbel over een geheel veld, het geheel los van elkaar, zonder bij belangrijke wedstrijden van te voren een mentale éénheid te bevorderen, het past niet in ’t voetbaltijdsbeeld van vandaag. Natuurlijk we kunnen er buiten, doch dan moet de klok terug! Mijn mening is, dat niet het systeem het voetbal onaantrekkelijker maakt, doch de teruggevallen persoonlijke voetbal capaciteiten, de mindere kwaliteit van de massa der spelers!
De oorzaak? Dhr. Aarnoudse lanceert daarover onjuiste en niet leuke beweringen. Hij beweert nl. dat er geen begrip „spel” is, omdat de één of andere leider, die doorgaans zelf geen bal heeft kunnen schoppen, opdrachten aan de junioren geeft als: niet pingelen enz. Dat „doorgaans zelf geen bal heeft kunnen schoppen) is erg onvriendelijk en voor honderden leiders onjuist.
Het doet juist zo prettig aan, dat zeer vele actieve voetballers in hun club als juniorleider fungeren, terwijl evenveel oud-voetballers hetzelfde doen. En die opdracht: „niet pingelen, afgeven die bal!” heeft ten doel de jongens een bepaald systeem op te dringen. Hier gaat het er om de knapen bij te brengen, dat zij het alléén niet kunnen klaren. Voetbal is nu eenmaal het spel waarin de wisselwerking van persoonlijke- en gemeenschappelijke factoren 100 % genoegen voor de deelnemers kan scheppen, terwijl gepingel de geest ondermijnt. Als wij de jongens laten spelen, zoals zij hét aanvoelen, dan krijgen we het spelbeeld te zien van: de bal achtervolgd door' twintig boys. Het spreekt vanzelf, dat dit helemaal niet zal bevorderen, dat het spelpeil omhoog gaat. Dhr. Aarnoudse moet de leiding maar eens op zich nemen van een elftal c-spelertjes. Hij zal als hij die knapen 15 minuten geheel aan de vrije krachten heeft overgelaten, spoedig het spel doen staken en de jongens onder het oog brengen, dat „de bal achtervolgen” geen Voetbal is. Wij, ook de juniorleiders, waarvan .de meesten wel degelijk een bal hebben kunnen schoppen, hebben practische ervaring en verwijzen de bewering, als Zou ons spel onze vrije Nederlandse opvattingen moeten uitdrukken, naar het rijk der fabelen. Een gezonde vrijheid is die der gebondenheid.
De daling van het spelpeil zit noch in de leiding, noch in het systeem. De nuchtere feiten zijn duidelijk. Ons vöetbalhoogtij viel samen met de economische crisis, toen tienduizenden van onze spelers werkloos waren (1930—1940). Op hgt diepste punt van die crisis speelden wij ons beste spel. Waar-
om? Omdat de spelers door de gedwongen lediggang bijna dagelijks óf aan een wedstrijd deelnamen óf met een bal. werkelijk speelden.
Ons spel is achteruit gegaan toen in de oorlog de schooljongen niet meer beschikken kon over de gummibal, geen physieke kracht bezat om desnoods een papieren bal te maken, en geen lust gevoelde om met een hongerig gevoel uren lang achter een bal aan te lopen.
Het spelpeil was in 1930—40 zo hoog omdat de spelers blij waren te kunnen trainen, en het is thans zo laag, mede omdat honderden van hen door zware arbeid óf door physieke- en mentale nadelen van de oorlog, thans niet de lust hebben om de betere training te volgen.
We moeten geduld hebben, zie naar de junioren van 12 tot 16 jaar, daar is die geestdrift weer aanwezig, daar zal de victorie weer beginnen. Het is niet van gewicht, dat trainers, journalisten en wie dhr. Aarnoudse meer opsomt, wat aan de sport verdienen. Doorslaggevend is, dat de juniorleiders, bestuurders, bondsleiding, ouderen (en desnoods ook zij, die zelf geen bal kunnen schoppen) doorzetten, zich blijven geven en geduld hebben. Dan zullen wij over het dieptepunt heenkomen en zal de generatie van morgen het voetbalpeil in Nederland doen stijgen. G. BEEN, Voorzitter D.H.Z.
Indeling der Eersteklassers
Met het artikel van Jan Weenink in de „Sportkroniek” van 3 Juli over de indeling der eersteklassers, ben ik het eens en ik hoop dat de indeling van dhr. Weenink gevolgd wordt. Toch was het mijns inziens beter, indien in de door hem gevormde groep B: VSV wordt opgenomen in plaats van Ajax. Verder dacht ik, dat het ook beter was als uit groep C Maurits en het Dordtse Emma verdwenen naar groep D en KFC in groep C kwam.
Hoewel de plaatsen van deze clubs wel te bereiken zijn door de andere clubs uit de betreffende groepen, is het toch practischer, dat VSV in groep B komt, Maurits in D evenals Emma, en bovendien KFC in C. Daar door deze wijzigingen dan groep C geen kampioen zou hebben uit het afgelopen seizoen, is het wel nodig dat daarin alsnog één kampioen wordt opgenomen; in dit geval Ajax uit groep B, waarin reeds Heerenveen zit. Groep D heeft dan twee kampioenen.
Met deze kleine wijziging blijft het aantal Westelijke clubs in verhouding hetzelfde, ook verdeeld over drie groepen. Ook de Amsterdamse clubs blijven in dezelfde verhouding over 3 groepen verdeeld.
F. R. E. VAN TIJEN. Den Haag.
ANTWOORD VAN JAN WEENINK
Er zijn meer variaties te vinden. Zo heeft een der Amsterdamse eersteklassers gedacht aan de mogelijkheid om de 4 Friese clubs bij het Westen in te delen, uitgaande van de gedachte dat het per bus over de Afsluitdijk zeer goed mogelijk is. Tegen dat idee zou men kunnen inbrengen, dat het dan voor Sneek en clubs uit Leeuwarden niet sneller reizen naar het Westen is, dan bv. voor clubs uit Assen en Groningen per trein. Nochtans is dat idee van die 4 Friese clubs bij het Westen toch nog beter dan dat van de KNVB. Het nadeel is echter, dat dan de 20 Westelijke eersteklassers afgesloten zouden worden van enige Oostelijke of Zuidelijke ploeg en het lijkt me geographisch logischer dat juist het Westen in aanmerking komt om contact naar meer richtingen te maken. Wat de door dhr. Van Tijen voorgestelde correcties op mijn voorstel betreft, het volgende. Het gevolg van deze nog zo kleine verandering zou zijn, dat de verhouding voor de Zuidelijke eersteklassers slechter zou \vor-
den. Er zouden dan in groep C slechts twee Zuidelijke elftallen komen (Eindhoven en Willem II) en in groep D komt dan het aantal door toevoeging van Maurits van 5 op 6. Een nieuwe verhouding dus van 6 tegen 2, hetgeen niet juist is. Dat ik Ajax in B heb gezet, vindt zijn oorzaak in het feit, dat de KNVB Ajax al had bestemd voor wedstrijden in het Oosten. Ik heb dus in elk geval DOS, ’t Gooi, Ajax en DWS, gelijk in de bondsverdeling, bij elkaar gelaten in B en voegde er één Haarlemse, één Haagse en één Rotterdamse eersteklasser aan toe. Dat kan voor Haarlem evengoed EDO als RCH zijn inplaats van Haarlem en ook voor Den Haag en Rotterdam is een andere keuze zeer wel mogeljjk. Het voornaamste is, dat niet enkele clubs al het nadeel alleen moeten aanvaarden, hetgeen ik met mjjn voorbeeld opgolost meen te hebben. Zoals opgemerkt, acht ik ook het plan van een der Amsterdamse eerste klassers beter dan dat van de Bond, maar daarmee loopt Friesland toch teveel risico. De kans zou dan groot worden, dat deze provincie in één jaar 2 van zijn 4 eersteklassers kwjjt raakt. De meeste voorstellen worden teveel gemaakt van een bepaalde streekgedachte uit en daar moeten we evenzeer boven uit. Ook dat gepubliceerde voorstel van de Amsterdamse club, is niet helemaal objectief, gezien ’t gevaar voor- Friesland daarin.
Tom Whittafcer naar Italië?
De Italianen richtten hun begerige voetbalblikken niet alleen op spelers uit de Europese landen, maar willen ook de leiding van hun voetbalelftallen met competente krachten aanvullen. Het meest recente voorbeeld hiervan is het aanbod dat de president van de Italiaanse VB, Signor Barassi, heeft gedaan aan Tom Whittaker, de bekende Arsenal-manager. Barassi heeft hem aangeboden het volgend seizoen op te treden als trainer van het Italiaanse elftal. Whittaker noemde het aanbod „aantrekkelijk”, maar zal geen beslissing nemen voor hij, terug uit Rio, thuis gelegenheid heeft gehad alle bijzonderheden nauwkeurig te bestuderen.
CLÜBVLAGGEN CORNERVUGGEN V-;ENZ. ■ FA ANDRIES DE JONG 1787 ï muntplein 8 , TEL. 45251-35536 AMSTERDAM = , '
Helmondia—\Y\ 2-2
Ten bate van het trainingsfonds van de voetbalvereniging NWC speelden Helmondia en VVV Zaterdagavond te Asten een frlendly game. Burgemeester Ploegmakers heette belde ploegen welkom en bracht dank voor de medewerking door belde verenigingen verleend. Het zoontje van de burgemeester bracht vervolgens de bal aan het rollen. De wedstrijd is een sportieve krachtmeting van belde ploegen geworden, waarin uitstekend voetbal ten beste werd gegeven. Na een kwartier namen de Helm'ondenaren de leiding tengevolge van een misverstand in de VVV-verdediglng (1—0).
V.V.V. bleef domineren, doch uitstekend verdedigend werk van de Noord-Brabanders voorkwam doelpunten, Toen de rechtsback
Kwarten terugspeelde op doelman Tilmans, was een misverstand tussen beide spelers oorzaak, dat Kwarten het leder keihard in eigen doel deponeerde, zodat Helmondia op voordelige wijze haar voorsprong vergrootte, 2—o. De Venlonaren vielen hierna fanatiek aan en nog voor de rust deponeerde van Rhee het leder onhoudbaar in het Helmondianet (2—1).
Na de hervatting was V.V.V. vrijwel doorlopend sterker, doch de verdediging van Helmondia smoorde de aanvallen in de kiem. Toch hadden de Venlonaren nog eenmaal succes, toen van Rhee stopperspil Maas in de luren legde en via de ondeikant van de doelpaal het leder onhoudbaar in de Helmondse touwen deponeerde, 2-—2.
Teleurgesteld In Engeland terug. De beide Engelse voetballers Roy Paul (Swansea) en Jack Hedley (Everton) zijn uit Columbia in Engeland teruggekeerd. 'De besprekingen met de voetbalclub Millionarios-Bogota hebben niet tot een overeenkomst geleid. Beiden verklaarden een uiterst moeilijke tijd in dit land doorgemaakt te hebben en hoopten weer in het verband met hun vroegere verenigingen opgenomen te worden.
Paul en Hedley was een contract voor twee jaar ad 7000 pond per jaar in het vooruitzicht gesteld, doch toen het eenmaal op definitieve besluiten aankwam, bleken de Columbianen hun aanbod niet gestand te willen doen.
Zomerse bespiegelingen
Wij zouden niet gaarne versleten worden voor een locaa – chauvinist. Dit moet trouwens nagenoeg onmogelijk zijn; wij zijn immers zogezegd nergens geboren en getogen. Geboren natuurlijk onweerlegbaar wél, maar getogen: neen. Wij hebben te veel vaderlandse steden met onze tijdelijke aanwezigheid versierd en te veel van die oorden hebben een stukje van onze geestelijke structuur voor hun rekening genomen dan dat wij redelijkerwijze een plaatselijk heethoofd zouden kunnen zijn. Weliswaar snuiven wij reeds sinds vele jaren de sfeer van Amsterdam op, doch naar Mokumse maatstaven, die slechts werken met: ware, onversneden, aan de oevers van de Bloemgracht of daaromtrent geboren lieden en boeren, zijn wij eenvoudig: een boer.
Wij praten daar nooit te veel over en wij wrijven het zeker niet in, want ook wij vinden het volstrekt niet prettig ingedeeld te worden bij de agrariërs, al wordt dit op feestdagen verzacht tot: provinciaal, en al zouden wij persoonlijk in de status van: landman niets onwaardigs kunnen zien. Aan de andere kant hebben wij onze compensaties, want voldoende Amsterdammer zijnde om te beseffen dat wij in de mooiste stad van Nederland en een van de mooiste van Europa wonen zijn wij genoeg provinciaal om telkens te kunnen vaststellen, dat het Amsterdams een van de afgrijselijkste dialecten is, ooit aan mensenmond ontvloden. Hagenaar zijn wij zeer beslist evenmin. Wel schreven wij indertijd dartele stukkies in een Haagse krant, te speels waarschijnlijk, denken wij achteraf wel eens, voor de recht-op-en-nere zielen van hoofdcommiezen en referendarissen, en wel mogen wij bij tijd en wijle gaarne over het Lange Voorhout dwalen, Hagenaar zijn wij bepaald niet. Met de latent aanwezig controverse tussen Mokummers en Hagenaars hebben wij dus in het geheel niets van doen, wij weten slechts dat zij bestaat. Goede Amsterdamrners zijn ervan overtuigd dat Den Haag boordevol gegoten is met graven, baronnen, witte slobkousen, gele handschoenen en blauw, of althans paars bloed, kortom: met capsones, en iets naarders kan een goed Amsterdammer beslist niet bedenken.
Wat mag dan die Sportweekluiden bewogen hebben om onze eigen slagersjongens-race (met de kellnerswedstrijd een der populairste nummers van ’t overladen programma) open te stellen voor Hagenezen? Waren zij ervan overtuigd dat deze, uit hun Haagse aard, natuurlijk ietwat decadente vleesuitdelefs kansloos naar de laatste plaatsen zouden worden teruggedrukt door de hoofdstedelijke collegae, vormende deze een ras, dat ook wij veronderstelden de brutaalste en meest ongedisciplineerde fietsrijders van het heelal te bezitten. En ziet nu hoe deze Haagse knapen op ons eigen Thorbeckeplein, onze bloedeigen Stadhouderskade en die volmaakt Amsterdamse Westerstraat de eerste plaatsen bezetten. Twee Haagse boeren op de eerste plaatsen en pas op de derde een levensgrote Amsterdammer. Een soort locale schande, die de Jordaners echter als mannen hebben gedragen en die overigens zoals een slagersjongen onzer kennis verklaarde slechts één reden kan hebben: „Die gasten benne zo fris als hoentjes, die rije de hele dag met biefstukies, die ze onder de deur doordouwe, maar wij pese met rosbiefe, die ze met takels naar bofe motten hijse, omdat je ze de trap niet ken opdrage”.
Ja, DAAR moet het in gezeten hebben. Met het weer heeft de Amsterdamse Sportweek het niet best getroffen; enkele grote avond-evenementen moesten worden afbesteld en dit gevoegd bij de onmiskenbare overvoeding van Amsterdam met festijnen van velerlei aard schenkt ons, ook zonder een rapport van onze lijf accountant, de overtuiging dat de financiële resultaten niet brillant geweest kunnen zijn. En al vormen deze niet de hoofdzaak, te verwaarlozen zijn zij zeer zeker geenszins. Gevoetbald is er natuurlijk ook nog. DWS schoot bij een van die gelegenheden vier ballen in het AFC-net en als wij niet levenswijs en critisch waren zouden wij zeggen: nou Zaterdagavond zijn wij maar weer naar onze, de naam van dit illustere blad dragende, doch niettemin in staat van ontbinding verkerende xoerkbank in het Olympisch Stadion getogen om daar temidden van velerlei sportief spul massaal verzet tegen de politie te beleven, gepleegd door ’n aantal Amsterdammers.
Diverse grote cracks ontbraken, enkele, omdat wij inmiddels met onze voetballers' in dezelfde positie verkeren als met de sigaren en de textiel reeds lang het geval is, namelijk, dat de beste kwaliteit uitsluitend in de exportsector beschikbaar is, en andere, omdat zij voorlopig tabak van voetbal hebben. Maar de (gedeeltelijk) tweede keus die wij tegen de agenten lieten optornen, lustte van dat politie-elftal wel pap en Kokhuis kon viermaal de bal uit het Stadiongras achter zich plukken. Verhage zorgde daar tweemaal voor en Tfepkema eveneens en het was uitsluitend aan.een stunt van doelman Kokhuis te wijten, dat Fischer er voor de laatste maal nog niet eentje pikte, zo’n dreun die je tien kilometer ver kunt horen. Ja, Fischer was er nog een keer en hij kreeg, sportief gesproken, een glorieuzer afscheidszoen dan een paar weken geleden tegen Limburgia, want het was een aardige wedstrijd, waarin de Ajaxied, die wel als voetbal-SPELER, doch niet als voetbalMAN vertrekt, gelegenheid kreeg zijn gaven nog eens te tonen. Bovendien genoot hij de eer door burgemeester d’Ailly te worden toegesproken. Voor de Spartaan willen wij hopen dat de Franse en Italiaanse roofridders geen scout naar het Stadion hadden gestuurd, anders zien wij Westers binnenkort zijn knappe passes lanceren onder Zuidelijker hemel.