COMMENTAAR OP DE 4—l NEDERLAAG TEGEN ZWEDEN

Meesterlijk Zweeds aanvalsspel moest tot doelpunten leiden

Oranje voorhoede in zeer matige vorm gemahkelijke prooi

De verwachting, dat Zweden sterker zou blijken te zijn dan Nederland, is uitgekomen. De royale overwinning van de gastheren van Donderdagavond in Stockholm is in feite geen moment tijdens de gehele wedstrijd serieus in gevaar geweest en de cijfers 4—l geven eigenlijk nog maar matig de meerderheid van de Zweden aan. Natuurlijk is een verschil van 3 goals toch wel overtuigend uitgedrukt, hoezeer de krachten uiteenliepen, maar het spel der gastheren was zoveel beter, de doelrijpe kansen waren door formidabel aanvalsspel dermate veelvuldig, dat het geen verwondering had behoeven te wekken, indien de heren nog 2 of 3 doelpunten meer hadden gemaakt. En inderdaad zijn paal en lat nog aan Kraaks zijde verschenen om groter onheil af te wenden. Wij weten niet of In de rust de Zweedse bestuurderen het al of niet gaan naar Rlo de Janelro afhankelijk gesteld zullen hebben van de uitslag van deze ontmoeting ten slotte hebben de Zweden zich al enige tijd geleden als deelnemers aangemeld maar een feit Is, dat na rust door de gastheren zeer scherp op winst gespeeld werd. Een feit Is tevens, dat vooral In het 2e kwartier van de tweede helft die Zweedse voorhoede somtijds grote hoogte bereikte. Een feit is ten slotte, dat onze aanvalslinle daarentegen ten zeerste heeft teleurgesteld. Dat het samenspel grotendeels zoek, de comhinalies pover waren, de individuele acties dilettanterig, het schieten zeer onvoldoende. Zo er In dit kleurloze groepje van uitblinkers sprake kan zijn, dan was Clavan, die ditmaal rechtsbuiten speelde, een gunstige uitzondering. Hoewel ook van hem gold, dat In het land der blinden Eenoog Konlng was.

Schitterend Zweeds binnentrio Het is niet mogelijk, de Nederlandse fouten te beoordelen zonder eerst te hebben stilgestaan bij de Zweedse capaciteiten. Men weet, dat de Zweden een ogenschijnlijk harde tik ontvingen, toen 4 van hun 5 internationale voorspelers overgingen naar het buitenlandse professionalisme. De Zweden intussen beschouwen zichzelf nog als amateurs, hoewel zij een premiestelsel hebben ingevoerd. De wedstrijd tegen Nederland getuigde er, krachtens de opstelling van de debuterende linksbinnen Skoglund van, dat de Zweden nog aan het discussiëren waren over de bezetting van een of meer vorig jaar opengevallen voorhoedeplaatsen. Die discussies zijn tijdens de wedstrijd wel ■ grondig verstild, want deze tengere Skoglund — een Mannion-flguur met tovenaarsgegoochel, weergaloze technische snufjes en een formidabele serie schijnbewegingen — gaf in niets blijk van een bescheiden 3e klassertje te komen. Hij en Palmer — jongelui van respectievelijk 20 en 21 jaar — bezetten de binnenplaatsen in het Zweedse elftal momenteel op een wijze, die zelfs Gren en Liedholm hen niet zouden kunnen verbeteren. Wat een techniek, welk een spelinzicht. Wat een uitstekende lichamelijke conditie! In de eerste helft viel er nog een teveel aan solistische actie te constaterên, maar na de pauze waren het allemaal prachtige combinaties van de gehele Voorhoede, die er waar te nemen

vielen. Mldvoor Jeppson paste voortreffeliik in die combinaties, en de buitenspelers nog beter zelfs. Een machtig wapen van de Zweden was ook hun variatie in aanvalsspel. Kort spel en verre trappen en passes naar de vleugels wisselden elkaar op geraffineerde wijze af. De buitenspelers waren zeer actief, kregen heel veel te doen en waren van tweeërlei instelling: bereid om voor te zetten en om zo nodig zelf een kans te benutten. Nadrnk tocli op Paliner cn Skoglund Maar verreweg het meeste raffinement en de meeste voetbalbrains zetelden toch in het midden, waar de binnenspeiers Stoffeien cn Van der Hoeven een uitermate lastige avond bezorgden. Ai begonnen zij niet al te zeker van zichzelf, de Zweedse kanlhalves Ahiund en Gard bleken gaandeweg uitstekend vat te hebben op onze binnenspeiers en naarmate de wedstrijd vor. derde bleek het steeds moeiiijker voor Abe Lenstra en Rijvers om zich vrij te spelen en de strijd naar het Zweedse doel te verplaatsen. Men weet hoe het met Abe is: hij heeft meer dan een der anderen ’n hekel aan nauwkeurige dekking. Het maakt hem eerder moedeioos. Zo geviel het ditmaal, dat de nauwkeurige, stugge dekking der Zweden hem minder cn minder gelegenheid boden, aan het spel deel te nemen. Defensief mochte de gastheren aan snelheid wat tekort komen, aan trapvastheld, routine en opstellen „hielden zij over”. Stug was het ingrijpen, zeer scherp de persoonlijke dek-

king en zo kwam het dat een speler als Mlchels, die individueel de capaciteiten mist om z’n mannetje te passeren, vrijwel geheel werd uitgeschakeld. Het is bijzonder jammer en van doorslaggevende betekenis in ’n wedstrijd als deze, indien midvoor en buitenspelers als vernagelde kanonnen op het veld staan, maar van Michels en Hofma geldt dit zeker. Vernagclcle kanonnen Clavan was beter, schoot meer, ondernam meer, zorgde er voor, dat hij vaker aan het spel deelnam, maar de Hagenaar — hoewel hij een keurig doelpunt scoorde — bleek als rechtsbuiten toch niet op z’n voordeeligste plaats te staan. Hy legde met grote zorgvuldigheid meermalen de bal eerst voor de , linkervoet alvorens de pass of voorzet gelanceerd werd, maar al kwam die voorzet meestal nog wel behoorlijk terecht, het was natuurlijk fnuikend voor ons aanvalstempo. De Zweden sukkelde daar in de eerste helft ook een beetje mee, maar men voelde, dat dit kwaad bij hen gemakkelijk te verhelpen zou zijn, omdat de reden elders lag: de Zweden waren wat te solistisch ingesteld en linksbuiten Stellan Nilsson leerde de fout van teveel alleen willen doen zelfs de hele wedstrijd niet af en dat kostte de Zweden (naar schatting) wel een goal of twee ! Maar toen deze voortreffelijke, geduchte aanvalslinie der gastheren na de rust de combinatie in plaats van de soloactie in ere herstelde, het tempo daardoor spelenderwijze opvoerde, kwamen er rissen kansen, belandde het leer eenmaal tegen de paal (een hard schot van Palmer) en eenmaal op de lat (eveneens Palmer) en scoorden de heren er nog 2 fraaie doelpunten bij terwijl Peppson kansen voor open doel miste en Skoglund geen schutter, Sundkvist geen geluksvogel bleek te zijn. "De Zweden worden met deze ploeg natuurlijk geen wereldkam-

pioen te Rio. Daar is hun achterhoede te traag voor. Wij kunnen ons niet voorstelien, dat de rappe Zuid-Amerlkanen en Italianen die grote Zweedse backs niet voorbij zullen stevenen. Maar een slecht figuur behoeven de Vikingers zeker niet te slaan. Alleen hun voorhoedespel moet al een lust voor het oog genoemd worden.

De Zweed Palmer wordt door Staffelen aangevallen. In ’t midden scheidsrechter hing.

Wat Nederland nodig heeft, i enkele nieuwe voorhoedespeleil een nieuwe rechtshalf en eel nieuwe rechtsback. Dat is noga wat voor een verlanglijstje val een land met meer eerste klassen dan uitblinkers....! Maar wij me nen dat Potharst en Van der Hoe< ven dringend voetbalrust nodi| hebben, dat Michels zeker niet di midvoor is die we moeten hebbel en dat het onmogelijk zal zijn, een zekere regelmaat in de nu in> cidentele successen te brengen indien genoemde plaatsen in d| toekomst niet sterker bezet kunnen worden dan de laatste tijd het geval is. Natuurlijk moet er ten zeerste rekening mee worden genouden, dat de tegenstand ditmaal zeer sterk, zeer zelfbewust en vrij fors was. Van der Sluis moest zich laten vervangen. Kraak en Rijvers werden licht geblesseerd. En Zweden had steeds een overwicht in qualiteit, steeds een hechter ploegverband, steeds een betere lichaamsbeheersing, een betere traptechniek en helderder inzicht vooral in de mogelijkheden van aanvalsontplooiïng. Prachtige passes in de diepte van ons achterveld rukten de dekking weg, korte ballen naar de vleugels, die Nilsson en Sundkvist op volle sprintsnelheid brachten, dwongen onze backs, de zijlijn op te zoeken en gaven Terlouw deJ ontzagwekkende opgave, het rondom de penaltystip uit te vfechten met Jeppson en de snel-doorgelopen binnenspelers, die vaak de meerdere waren van Stoffelen en Van der Hoeven. Moeili jke wcclstrijfl voor ouw en Kraak Terlouw had het dus heel lastig, heeft zich met de bekende onverzettelijkheid door de puzzles heengeslagen, maar kon het geenszins helpen, dat hij eens een enkele keer uit positie gespeeld werd. Kraak heeft voortreffelijke dingen verricht en was op hoge ballen weer verrassend safe. De doelpunten waren onhoudbaar. Van der Sluis, die een kwartier na rust uitviel en toen door zijn clubgenoot Huijbregts verdienstelijk vervangen werd, was wel iets beter dan de slecht plaatsende en vaak slap-trappende Potharst, maar werd toch te vaak door Sundkvist gepasseerd om te kunnen bogen op een voortreffelijke wedstrijd. O

Het fraaie Rasundastadion, dat 40.000 toeschouwers bevatten kan, was vrijwel uitverkocht op deze windstille, schitterende zomeravond, wel wat te warm voor voetbal onder hoogspanning. Onder de aanwezigen was de Nederlandse |

gezant in Zweden, Jhr. Texeir» de Mattos. De binnenkomst der ploegen op het veld — dat een schitterende, maar merkwaardig gladde grasmat had, waarvan vooral onze spelers last. ondervonden — vond plaats temidden van een lijfwacht van volksdansers en danseressen, die vóór de aanvang demonstraties hadden gegeven. Zweden was al gauw wat sterker, maar in de eerste helft was de ■ veldmeerderheid der gastheren I niet drukkend. Na 20 min. kwam ! het eerste doelpunt, van de voet ï van midvoor Jeppson, nadat Kraak i eerst een schot van deze midvoor 1 had weggestompt. Toen do bal op-5 nieuw binnen ons strafschopgebied > kwamT aanvaardde Jeppson de niet t eens gemakkelijke kans. Acht minuten later stond het al 2—O, toen Sundkvist Van der Sluis misleidde en onze overige , verdedigers meer het doel dan de tegenstanders dekten, waardoor Palmer in moeilijke „hoek” een kansje kreeg, dat hij subliem benutte (2—0). Zoals gezegd vloeiden de Zweedse aanvallen na rust nog vrij wat beter, maar het duurde tot 10 minuten voor tijd eer de overspeelde Nederlandse defensie opnieuw gepasseerd werd. Tevoren, nog in de eerste helft, had Clavan tegengescoord. Abe en Michels hadden de hand gehad in een vlottende aanval, spil Andersson miste (hetgeen helemaal zijn gewoonte niet was) en Clavan stond eensklaps vrij voor doelman Svensson. Hard vloog de bal in de hoek en dat betekende 2—1, Maar tegen het slot scoorde dan St. Nillsson met een hard en vrij hoog schot na een pass van Palmer. En enige minuten later werd ’t 4—1 toen Sundkvist er weer tussenuit trok en midvoor Jeppson de snelle voorzet in Kraaks doel gleed (4—1). En wel waren de laatste minuten voop de onzen en werd de cornerstand van O—8 op 2—8 teruggebracht, en moest Svensson aardige schoten van Michels en Clavan in hoekschoppen verwerken, maar doelpunten stonden de Zweedse defensie toch niet toe. HERMAN KUIPHOF.

De Bondsploeg voor de Olympische Dag

KHAAK (Stormvogels) HIJYBREGÏS de JONG (BW) (ADO) WEENINK TERLOTJW VERBEEK (Brabantia) (Sparta) (Sparta) VTERMÜNT EANGELAAN I>ENSTRA HOFMA (RBC) (NAC) (HBS) (H’veen) (HVeen) Reserves: SARIS (BW), MERTENS (Willem II), BAUAIAN (ADO) en STEENBERGEN (Feyenoorcl).

I IS natuurlijk een ' A3AX

ACUILLES , bal , (ook vol-automaiisch verkrijgbaar)

TJEMHINKf WETEBIN<iSCHANS – >6 – : AMSTËRDAM -TEl.sblsB'