Maurits eet weer kaas uit de Ajax-muizeiival
Amsterdammers speelden bar-slecht
Voor de tweede maal hebben de Zuidelijke kampioenen uit District VI het hoofdstedelijke gras verlaten met een krappe maar voldoende batig overschot; voor de tweede maal aten de mannen van de Maurits de kaas uit de muizenval. Nou: muizenval, die tijd is blijkbaar geweest. Hadden zy de vorige maal tegen Blauw Wit een arbitrale aberratie, die een strafschop uit het niet greep, nodig om tot de zege te komen, ditmaal in de Meer, op die roemruchte „battlegrouud” ondervonden zij geen steun van de (wederom te veelvuldige) fouten van het fluitend gerecht. Integendeel de Limburgers hadden er meer verdriet van dan plezier; plezier had trouwens.alleen de massa op de tribunes, die het, eenmaal aanvaardende dat Ajax het toch niet kon redden, zeer op prijs stelde de wedstrijd versierd te zien met hoogst wonderlijke uitschieters van de scheidsrechterlijke fluit.
Terloops moge even de vraag worden gesteld hoe het mogelijk is dat dergelijke arbiters in de kampioenscompetitie verdwalen; was de scheidsrechter, die enkele weken geleden, Blauw Wit—Maurits leidde, reeds onder de maat, de Oostelijke fluitist die gisteren zijn trillers de warme zomerlucht inblies, behoort in deze omgeving in het geheel niet thuis. Dat hij Maurits een strafschop wegens hands van v. d. Hart onthield, die alle drie en twintig duizend toeschouwers met het blote oog hadden waargenomen en waarbij van enige twijfel ten aanzien van de opzet geen sprake kon zijn, laat ik nog daar, maar de buitenspelbeslissingen die hij enkele malen, toevallig steeds tegen Maurits, nam, waren eenvoudig redicuul. Bovendien werd er in de eerste helft twee en een halve minuut en in de tweede helft anderhalve minuut (vastgesteld met inachtneming van stoppen) te lang gespeeld. r
[ ; Had Maurits dus nogal enig nadeel van die misstappen, zij ondervond bij haar knappe prestatie alle steun van Ajax, dat ik in lange tijd niet zo bar slecht heb zien spelen. De roodwitten zijn kennelijk uitgevoetbald en moeten noodzakelyk een paar maanden op bal-diëet leven; dat dit uitsluitend of in hoofdzaak het gevolg zou zijn' van overwerken der internationals lijkt niet waarschijnlijk. Immers Stoffelen op de hem vreemde llnksbackplaats dekte zijn vleugel niet) en Michels waren zeker niet de minsten, maar spelers als van Dijk, Taylor (na rust vervangen door de even onvoldoende Bruins) en Krist brachten er nagenoeg niets van terecht. Geen bal werd goed geplaatst (van der Hoeven!) in de voorhoede was het een gepingel en een gepeuter om tranen te ontwringen aan sterke mannen en elke Ajaxied had te veel tijd nodig voor het omzetten van ideeën in daden. En daar moet je bij die Limburgers niet om komen, die spelen de bal ineens. Het mislukt dan natuurlijk ook wel eens, maar die verre trappen van de rechtshalf naar linksbuiten en linkshalf naar rechtsbuiten rukken de vijandelijke defensie dermate uiteen, dat moeilijkheden haast niet kunnen uitblijven. En dan beschikken de mijnwep kers over een middenvoor die een doelkans herkent als hij hem tegenkomt en met zijn Voortreffelijke kopwerk levensgevaarlijk (voetbal technisch gesproken) is. Ook nu scoord* van ’t Hooft twee doelpunten,
beide met het hoofd, uitstekend geplaatst. Zijn eerste treffer viel na 22 minuten, even nadat Ajax bovengememoreerde strafschop tot zijn eigen verbazing had overleefd. Linkshalf van Wylick lanceerde een verre hoge crosspass, die voorbij de tweede paal terecht kwam; hier stond van ’t Hooft gereed om het een kopstoot over de foutief uitgelopen van der Pol (weer hersteld) de bal in het doel te slaan. De beste kansen in de gehele eerste helft lagen aan de kant van de Zuidelijken met hun frisse snelle spel; de enkele mogelijkheden die zich aan Ajax zijde voordeden gingen door misbruik van tijd verloren. Aldus kon Muyris een bar gevaarlijke penetratie van Michels afgrendelen, die bij sneller ageren van de Ajaxied wellicht de gelijkmaker had betekend. Na rust was Taylor verdwenen, maar de voor hem verschenen Bruins begon dermate onbeholpen vrije ballen mijlen achter het doel te plaatsen, dat de trouwe supporters alleen maar konden giebelen. En zulks ook deden, wat altijd een sinister tegen is... Intussen raakte Maurits in die tweede helft enigszins uit zijn spel en de nu en dan in een stijl
_J uit het stenen tijdperk kepende Mol hield er eenmaal een schot van (nu rechtsbinnen) Drager uit, zittende op de grond. Wat beslist niet gebruikelijk genoemd kan worden. Deze onorthodoxe save kon de gelijkmaker niet vethoeden; deze kwam toen Stoffelen een meesterlijke vrije trap nam, die de bal via v. d. Kart’s hoofd in het Limburgse net deed belanden. De kans op een ommekeer was er, maar Maurits zakte niet ineen.. Geen volle 2 minuten later plaatste rechtshalf Tiems de bal hoog over Potharst’s hoofd heen, naar de snel startende linksbuiten Beks; deze zond hem voor het doel, waar van ’t Hooft prachtig inkoppende de stand op 2—l bracht. |
I Daarmede was Ajax’ kans op een landskampioenschap 19S0 vervlogen en het werd nu lichtelijk rommelig. V. d. Hart, menende dat de roodwitte aanvalslinie zonder hem niet kon leven, stelde zichzelf tot middenvoor aan, maar captain Stoffeien was terecht van mening dat één kapitein genoeg is, ook al verkeert het schip in gevaar en stelde hem voor de keus te verdwijnen of zijn plaats weer in te -nemen. Later ging v. d. Hart, aan wie de Ajax-leiding nog wel iets te schaven heeft, toch in de voorhoede; Krist werd linksback en was daar nog veel zwakker dan Beumer ooit is geweest. Enfin, er klopte niets meer en het gevaar van stijging der Mauritsscore werd acuut. Het bleef evenwel bU dreiging. VAN DEN BERG H
De ZuiJelijfee le Llassers p en de nieuwe Compelilie- I indeling
In een Zaterdag te Eindhoven gehouden vergadering hebben de Zuidelijke Eersteklassers besloten zich achter de Commissie-Burgwal te scharen, met deze restrictie dat over 2 jaren de indeling opnieuw onder ogen zal worden gezien.
Enschedese Boys en Blauw Wit deelden
Een oud Hcngelo-keeper (v. Raalte) en een oud TubanKa-keeper (Koper)
We hadden ons van Blauw Wit heel wat voorgesteld en er daardoor ons feitelijk al op voorbereid dat de thuisclub zou verliezen, maar hoe vreemd het ook in deze competitie weer gaat, blijkt wel uit de resultaten die de Zuidelijke leiders behalen en de minder verheffende resultaten van de Amsterdamse ploegen. Blauw Wit heeft het in deze ontmoeting zwaar te verduren gehad, en dat de Westelijken nog met een winstpunt naar de höofdstad zijn vertrokken, is meer geluk dan wijsheid. Wel is wijsheid bij ’t voetballen een belangrijke factor, dat zag men ook bij de zebra’s, die over een goede voetbaltechniek beschikken maar mede door erg zwak spel van de rechtervleugel der gasten was die techniek niet doorslaggevend genoeg om daardoor aanspraak te maken op 2 winstpunten.
Over voetbalwijsheid gesproken, de Boys mogen die wel hebben, maar dan ligt het aan de uitvoering daarvan, want een Boys zonders Albers Jr. zou dan in deze wedstrijd de overwinning in veiligheid hebben gesteld, de kansen daarvoor waren er in voldoende mate aanwezig. Doorgaans verwacht men van clubs die spelers aan het Nederlands elftal afstaan, meer dan gewoon. Wij misten dit ook deze Zondag, want èn van de Amsterdamse doelman van Kaalte èn van Lakenberg zagen We niets bijzonders. Jammer dat bij de thuisclub Albers door ’n sterfgeval verhinderd was uit te komen. We geloven stellig, dat dan de 81.- Wit-ploeg niet met dit ene puntje naar de hoofdstad was vertrokken. De Boys begonnen met enige scherpe aanvallen van de rechtervleugel, die door de gebroeders Selderhuis werd gevormd en waarbij van Kaalte dadelijk aan de tand werd gevoeld. Het succes kwam alras bij de Amsterdammers toen bij een snel opgebrachte aanval Koekebakker inschoot en de bal via het lichaam van Schuurl\uis langs Koper vloog. Er ontwikkelde zich een felle strijd met een aantrekkelijk spel der Amsterdammers die beter veldspel leverden door toedoen van Bergman c.s. De gelijkmaker voor de thuisclub kwam na 25 minuten, toen Nijsing aan Koenders doorgaf en de Boys-linksbuiten keurig voorzette. Albers Sr kreeg een
kans van een schot; ’t gelukt® hem buiten bereik van v. Raait® in ’t Amsterdamse doel te schie* ten (1—1). Deze gelijkmakeï gaf de thuisclub moed en het inspireerde hem tot een overwicht, dat leidde tot gevaarlijke attac* quets op het doel der Amsterdammers. .In de tweede helft was het binnen korte tijd een 2—l-voorsprong voor Blauw Wit toen Koekebakker een door Lakenberg ver naar *Voren gespeeld® bal opving. Schuurhuis, overigens zeer verdienstelijk, talmda met ingrijpen en de Amsterdamse centervoor scoorde. De Oostelijken lieten zich niet uit het veld slaan, want enthousiast gingen ze verder spelen; wel kwam meer en meer naar voren dat het plaatsen van de thuisclub niet zo goed verzorgd was, maar ze bleek toch in staat een druk op het Amsterdamse doel uit te oefenen. Een vrije trap in deze periode plaatste Groothuis voor de voeten van Herman Seldenhuis, die onverwacht het onvoldoende afgeschermd Amsterdamse doel doorboorde (2—2), De laatste 20 minuten bleven beide ploegen op winst spelen. Kansen werden niet zo gemakkelijk geschapen en dan was het nog altijd een der doelmannen die het gevaar afwendde. Van Kaalte had het nog wel even moeilijk bij een schot van Koenders, maar ook Koper had het heus niet eenvoudig als Bergman en Tjepkema in de buurt van hem kwamen. De laatste minuten werden Lakenberg en Wimmers nog vervangen.
Belgische nederlaag tegen Engeland (1-4)
Het Belgische elital heeft op Hemelvaartsdag met 4—l van het Engelse A-elftal verloren. Vóór de rust hebben de Rode Duivels goed tegenstand geboden en hun I—o-voorsprong1—0-voorsprong door een doelpunt van Hermans, was niet onverdiend. Tot dien had alleen linksbuiten Finney Meert op de proef gesteld. Direct na riist sloeg de Engelse invaller Muilen een bres in de Belgische verde» diging. Het was een gelukkig doelpunt, maar de Engelsen scoorden daarna als „speelse piccadors” nog 3 doelpunten. Eerst zorgde Mannion voor 2—l, toen sloeg Mortensen’s hoofd no. 3 langs Meert en tenslotte zorgde Chelsea’s midvoor Bentley voor no. 4. Sporting schrijft dat deze wedstrijd heeft overtuigd, dat de Engelsen te Rio hun man zullen staan, ondanks dat zij daar alles tegen zullen hebben: de grond, de temperatuur en de zege-lustige Brazilianen en Italianen. „De soberheid en het nooit te ontzenuwen brein der Britten staan er borg voor, dat zij moeilijk van de wereldtitel te houden zijn.” Aldus het Belgische blad. |
:: Belgische kampioenen zyn 1 E r e-d i v i s i e : Anderlecht. Ie Klas: Daring en Besingen, Zaterdagvoetbal: Ant< werpen. ,
Na rust werd *t een debacle voor Heerenveen in Brunssum
Openingsoffensief cfer Friezen was als een strovuur
Een kwartier lang lanceerden de Friezen als inleiding van de wedstrijd een fel offensief, waarop de Limburgia-achterhoede misgreep. Onstuimig vielen zij aan en zelfs Huizen en v. Lubeck raakten even van de kook, maar in laatste instantie stond daar een Jacobs in het doel, die zijn reputatie met goed werk onderstreepte. Twee schoten van Jonkman, in normale omstandigheden treffers, vonden thans Jacob’s knuisten op hun weg en toen Limburgia na een kwartier even loskwam, bleek de achterhoede der Friezen allesbehalve safe te zijn en uit een simpele aanval, niet eens met uiterste snelheid uitgevoerd, kregen Abe en zijn mannen ook reeds de eerste klap te incasseren. Leo Cox gaf een pass naar zijn broer Frits en Vooistra zag de bal uit diens schot precies naast de paal in het net rollen, I—o. Maar het ergste voor Heerenveen was niet de I—O achterstand, doch de morele opdoffer die daarop volgde. Het openingsoffensief, zo groot van opzet, bleek slechts een strovuur te zijn geweest, omdat de Friezen zich niet meer herstelden en het werd tenslotte een débacle, die nog verhaast werd door een tweede treffer van Leo Cox, toen de verdediging van Heerenveen weer eens als het' ware stilstond tegen een Limburgia-aanval. Vooistra probeerde nog te redden door uit te lopen, maar het was al te laat en het schot van L. Cox huppelde tergend langzaam naast de paal in ’t doel, 2—o. Deze fase sloot feitelijk de spanning in de wedstrijd af, want nadien was Heerenveen
nergens meer en Limburgia overal. Het werd gewoon een strijd tussen de Llmburgia-ploeg en een Heerenveen-achterhoede, die ondanks alle inspanning een débacle niet kon voorkomen.
Abe eerst als linkshalt Ook Abe op de en Hofma, de flitsende linksbui* ten waren niet in staat om de ploeg der Frieien nog tot goede weerstand te inspireren. Dat Llmburgia geen grotere voorsprong by de rust had was het zwakke in de Brunssumse aanval, die ondanks de vele kansen in deze periode geen treffer meer kon plaatsen. |
I Na de thee was Bosscha in het Heerenveen-elftal vervangen door Bruinsma en Abe speelde rechtsbinnen. Maar ook daardoor had de voorhoede niet aan stootkracht gewonnen, maar de toch al wankele verdediging aan kwaliteiten ingeboet. Het werd dan ook een Limburgia-offensief van drie kwartier lang met kansen aan de lopende band. Het was L. Cox, die bp fraaie' wijze het derde doelpunt scoorde na een slechte uittrap van Vooistra, waarbij de Graaf het leer naar zijn rechtsbinnen speelde die handig naar voren dribbelde, de rechtsachter omspeelde en daarna inschoot 3—o. O. van Lubeck viel uit en Eggels nam zijn plaats in. L. Cox zorgde voor nummer vier met een schuiver waarop de doelman eerst reageerde toen de bal in het net lag, 4—o. Th. ontsteltenis van de Heerenveendoelman schoot de Jong daarna bij een snelle aanval der Brunssummers in eigen doel, 5-0. Limburgia bleef lustig verder spelen ook tben Huizen met een
sure aan zijn hoofd uit moest vallen en Cobben het elftal weer voltallig maakte. En deze jongeling debuteerde al na twee minuten met een zeer fraai doelpunt, uit een diagonaal schot, waarbij de bal onder de lat in het net flitste. Tevergeefs probeerde de Friezen nog tot enige gevaarlijke aanvallen te komen. In de laatste minuten slaagde Eggels er in het zevende doelpunt te scoren. En daarmee waren we dan aan het einde van een match die Limburgia met grote cijfers won en waarin de Friezen wel zeer zwaar teleurstelden.
BESTELBILJET ' Ik abonneer mü op de SPORTKRONIEK i ƒ 4.— per kwartaal. 15 ct. incasso Datum: Naam: Straat: Gemeente: Inzenden aan de Sportkroniek, Zwartewer No. 1. Den Poitrekenine 44715 ten name van Moorman’* Periodieke PM