Meningen van Anderen

Spclpcilverfcetering

Er wordt weer met zwaar geschut geschoten, op papier wordt weer door al of niet deskundigen haarfijn verteld hoe het komt, dat ons spelpeil op het ogenblik zo slecht is en speciaal de K.C. heeft het zwaar te verduren. Maar ook de oefenmeesters krijgen een veeg uit de pan, want als dhr. Koppelaar, adra. van Blauw Wit volgens het verslag in de Sportkroniek van 24 April in een rede voor de Haagse Scheidsrechters heeft gezegd: „Het lage spelpeil komt omdat wij opgescheept zitten met trainers van minder betekenis, die volgestopt zijn met voetbaltheorie, maar die de voetbalpractijk missen van de buitenlandse trainers”, dan kunnen de Hollandse cefenmeesters het daar voorlopig mee doen. Herman Kuiphof schrijft, heel wat sympathieker, al komt ook hij tot de conclusie: minder theorie, méér praktijk, méér techniek. En de buitenlandse trainers, die wel eens hun stem laten horen, verklaren juist de nadruk te leggen op het hersenwerk, dus theorie. Hoe rijmt zich dat dan? Zij, die wel eens lessen van een oefenmeesterscursus van de KNVB hebben bijgewoond, moeten weten, dat de a.s. oefenmeesters helemaal niet volgestopt worden met voetbaltheorie. Vanzelfsprekend wordt van elk systeepi kennis genomen en zelfs studie gemaakt en over die systemen wordt dikwijls heel geeellig gedebatteerd, want de cursisten, de a.s. oefenmeesters, zijn zelf spelers, meer of minder bekend, die bij zo een debat naar voren komen met hun bezwaren, opgedaan 'in hun meestal jarenlange voetbalpraktijk. Neen, op de cursus van de KNVB wordt de nadruk gelegd op bal en lichaamstechniek; er wordt een leidraad van oefeningen gegeven om deze techniek te bevorderen, een leidraad, want de a.s. oefenmeester wordt wèl volgepropt met de raad: gebruikt déze leidraad om je oefenstof uit te breiden met oefeningen van eigen vinding opgedaan in de practijk, je eigen practijk. Onze Hollandse oefenmeesters beseffen heus wel: eerst techniek, lichaamstechiek, dan baltechniek, immers zonder een goede lichaamstechniek is een juiste baltechniek onmogelijk, en dan pas theorie. Ongeacht welk systeem gespeeld wordt, ons ouderwetse aanvallende spilspelletje is ook een systeem. Hoe moet men de spelers hun fouten in het veld van verkeerd opstellen, zich af laten dekken, zich vrij lopen, anderen vrij spelen, ander.s aan het verstand brengen dan op het bord, hun met schetsjes duidelijk maken waar de fouten zitten of hoe voordeel te behalen? Als de oefenmeester geen voetbaltheoriekenni,s heeft, de theorie van welk systeem ook niet kent, dan staat hij met zijn mond vol tanden. Er zijn nog andere dingen waar de oefenmeester zijn spelers op moet wijzen om het hoogste in de voetbalsport te be-

reiken. Moet dat op het veld verteld worden, of is daar het ,,theoriepraatje” na afloop van de trainig niet beter geschikt voor? Een speler, bal- en lichaamtechnisch volmaakt, die zijn hersens niet weet te gebruiken, is als voetballer, als deel van een ploeg verre van ge.'chikt of volmaakt. Nu kan men alles overdrijven, ook theorie, men kan zich uitleven in theorie en dat in urenlange betogen de spelers voorzetten, men kan de spelers mentaal versuffen zelfs, dat alles neemt niet weg, dat de oefenmeester toch de hersens van zijn spelers, theorie, ook moet trainen. Neen, het lage spelpeil van vandaag zit niet in een te veel aan theorie, als ik zo in de lager afdelingen, de 3e of 4e klas kijk, zou ik eerder willen zeggen: in een gebrek aan hersenwerk, theorie, maar aan andere factoren en ik geloof dat dhr. Koppelaar dat van de oefenmeeesters beter voor zich had kunnen houden, maar dieper in moet gaan op wat hij zegt „de oorlog”. De- wilskracht van de spelers, de manier waarop zij trainen en wedstrijden spelen, de wil om iets te leren en geleerde uit te voeren. De innerlijke geestelijke conditie van de spelers, afhankelijk van meer buiten het voetbal dan in het voetbal staande dingen en begrippen, spelen een veel belangrijker rol. M. W. ZALMË. Cand.-oefenmeester.

BehanJel de sclieidsrecliters belioorlijlcl Hoe het in de hogere regionen van de KNVB gaat, weet ik niet, maar in de lagere klassen is de ontvangst van de scheidsrechter door clubbesturen maar zo-zo. Ik moest eens naar Wervershoof, dat op een behoorlijke afstand van Amsterdam gelegen Is. Na een paar uur reizen arriveerde ik in dat dorp. Het voetbalveld lag achter een kerk. Aan beide zijden van die kerk bevindt zich een opgang. Er was echter geen bordje dat naar het terrein verwees. Daar wij in Amsterdam altijd rechts moeten houden, nam ik dus maar de rechtse opgang. Spoedig bevond ik mij achter het kerkhof tussen de grafstenen. Vanzelfsprekend ben ik daar maar niet gebleven, en ging toen de linkse kant op, waar iemand stond kaartjes te verkopen. — U bent zeker de scheidsrechter?, vroeg hij. Gaat u dan maar die keet binnen, daar is ' uw hok (je). Het was een.... kast, waarin ik mij verkleden moest. Om een stoel moest ik nog vragen en toen die erin was, moest ik eruit! Vanwege de ruimte. Zo zijn er vele voorbeelden te noemen. Onlangs kreeg ik een ingelaste bekerwedstrijd te leiden, In

Haarlem, by DIO. De dhr. Heijselaar, schreef mij: „A.s. Zondag zullen wij het genoegen mogen hebben u weer als scheidsrechter voor de wedstryd DIO te mogen ontvangen. De ligging van ons terrein is u bekend, daar u 30/10/’49 de wedstrijd tegen Beverwijk op ons terrein hebt geleid. Ter herinnering deel ik u nog everr mede, dat onze wedstrijden eerst om half drie aanvangen; in Haarlem meerijden met bus 5 tot eindpunt Haarlem Noord. U een genoegelijke wedstrijd toewensende, enz. N.B. Consul is dhr. H. v. Gastel, Tel. K 2500—17757”. Als ik het zo noemen mag is dit een „gentleman-behandeling” en ik hoop dan ook van harte, dat dit staaltje van sportfatsoen spoedig door alle verenigingen overgenomen zal worden. G. ROOSEMAN.

)08.F.C. 30 jaar Op 1 Mei 1920 werd het Bussumse BFC als jongensclubje onder de naam DVV opgericht. Na „buurf’wedstrijdjes, trad men in 1920—1921 toe tot de UPVB, waar onder de naam BFC in de 3e klas werd gestart. Reeds in dit eerste jaar werden kampioenschap en promotie behaald. De reis bleef voorspoedig gaan, want in 1923—1924 bereikte BFC de 4e klas NVB. Men kwam toen ‘.egelijk te spelen in het pas tot stand gekomen Bussumse Sportpark. Het volgende jaar volgde al weer promotie en twee jaar daarna werd ten koste van Kampong de 2e klas bereikt. Hierin werd 10 jaar gespeeld waarna in 1937 Watergraafsmeer haar terug wees. Sindsdien spelen de Bussummers in deze klas met éénmaal een kampioenschap (1946). BFC was dikwijls een flinke cupfighter. Zo won zij bij de Volewijckers tweemaal achtereen De Zilveren Pont. In 1939 bereikte zij zelfs de demifinale om de KNVBbeker, waarin zij eervol van PSV in Eindhoven met slechts 4—3 verloor. BFC heeft verschillende uitstekende spelers gekend, als C. Boerhout en R. Eerenberg. Spottend werd deze Bussumse club wel eens betiteld met „vreemdelingenlegioen”, omdat zovele spelers uit andere clubs zich tot de withemden voelden aangetrokken, Praeses M. de Ronde, die reeds meer dan 25 jaar een bestuursfunctie waarneemt, deed ook in het algemeen voetbalbelang veel goed werk. Hij is o.a. voorstander van een fusie tussen de Bussumse clubs, doch de voorstellen daartoe konden tot nu toe nog steeds niet worden aanvaard. BFC telt 4 senior-, 3 junioren-, 3 adspiranten- en 3 welpenelftallen. H. N. SPIT.

Kampioenselftal van Chevremont: staande v.l.n.r.: J. Frissen, H. Pöttgens, H. Vroomen, W. Offermans, J. Pöttgens, H, Hanneman. Zittend: N. Kemp, E. Pouweïs, A. Essers, H. Havenith, A. Hubben.

WE BEWANDELEN NIEUWE WEGEN en.... voetbal weer aantrekkeliik

JACQUES en ik zaten weer midden in de brandende problemen en •f omdat de Mercedes-Benz onder handen was wegens acute ingewandsstoornissen, bestegen we de tandem voor onze traditionele reis naar ’t Hof van Z.M. Voetjekik. Dat was lang geleden, van die tandem bedoel ik, want er zaten nog twee tuinslangen omheen als banden-Dat spaart bandenpech uit, vond Jacques en een trapje méér I® goed voor onze lijn. Resoluut begon hij te pedaleren en ik, op de 2e rang, trapte automatisch mee en daar we de zoele lentewind in onze rug hadden, stoven we-rap door de lage landen. — De T.C. zit in de mist, vond Jacques, die na 25 km temporijden nog niet heeg. Ik zou niet graag in de bottines van Herberts en in de knooplaarzen van Verlegh rondkreunen. Als we straks per ongeluk nog eens met een half-nul winnen van de Belgen, dan lopen Z® met een feestmuts en een merleton door de VUC-tent te hossen en juichen ze de verzamelde journalisten toe: Nu zijn we over het dieptepunt heen, mijne heren. Zag u, dat er geen dekkingsfoutje te zien was? En even later gaan we tegen Andorra met 4—O in de boot en moet de T.C. weer 5 weken voor de woedende menigte onderduiken. — Watdoejederan? blies ik Jacques vragend in zijn nekharenr'— Zoj je me horen vertellen tegen Voetjekik, zei hij diplomatiek. Hij snoof een neus vol tulpengeur, zodat er voor mij niets meer over bleef onverder deden we niets anders dan trappen, totdat er een tuinslang af vloog en we in de verte de tinnen zagen van King Soccer’s veste. — V treft het niet, lui, zei de lakei aan de slotbrug. Z. M. zit net aan de thee en geen mens, die hem daarbij mag storen. Maar toen Ie Roi ons kaartje zag (Jacques heeft ze in soorten) zette hij schielijk de kruik op zij en inviteerde ons aan zijne gesandaalde voeten. Het geurde er heerlijk, niet vanwege die voeten, maar uit het theekopje-Ik houd van een sterk bakje, zei Sint en hij poetste zijn neus op. — En? vroeg hij, nadat we geproost hadden. Jacques stak van wal-De T.C. is waardeloos, Majesteit. 99.9/10 % van onze bevolking is et voor, haar het bos in te zenden. — Goed zo, vond Z.M., ik houd wel van een tikkeltje radicaal. — Kijk ’s, ging ik verder, want tenslotte rijdt Jacques wel mee, maar hij is geen official, wij kunnen met internationaal hogeschoolvoetbal toch niet meer mee. En door net te doen alsof, maken we ons in de ogen van de beschaafde wereld belachelijk. Daarom moeten we op ons eigen houtje iets gaan doen, wat het buitenland niet kent-Komen met iets, waardoor de hele wereld perplex zal staan en zw zeggen: Daar in dat Kikkerlandje presteren ze toch maar iets. — Wou je met een Edammerkaas gaan voetballen? informeerde Z.M. — Reuze idee, vond Jacques, maar ik bleef bij mijn chapitre. — Dat komt nog, maar eerst wat anders. We hebben hier het korfballen uitgevonden en nu is het overal in de wereld populair. Giste-

®h nog vond in Londen de körjhallcupfinal plaats. 200.000 toeschou-Majesteit. En nu komen Jaap en ik met ons gepatenteerde S yndernisvoetbal. Wij stappen van de rechte weg af, wij zoeken het *h het EFFECT. Het doel maken we tweemaal zo groot en we zetten •• e’’ 2 doellieden in. Doe nu uw vorstelijke kijkertjes eens toe en denk s eens aan een penalty. Hoort u de sensationele ontmoeting van twee e als de doellieden gelijktijdig naar het midden duiken om bet schot te stoppen? '— Ik hoor en zie, zei Sint en hij schuddebuikte. b ~~ U lacht nu al, zei Jacques en dat 200 duizend maal sterker lijkt >• "le een fenomenaal geluid. ' — Ik voer voort. We hebben maar 1 back, want die andere is e doelman geworden. Trouwens de defensie moet niet sterk zijn, want toillen KOLEN zien. En allemaal kolen om een hoekje. Want ket doel maken we bubbeltjes en knobbeltjes, zodat de bal de , Sekste sprongen maakt. Nu, de rest kunt u zich raden. In het midden 'I het veld leggen loe een doolhof aan van kippengaas. Zal je “6 menigte het in haar broek zien doen, als‘er een speler in zit met i meer uit kan komen. Dan zetten we een paar I in het veld en als er firma’s zijn, die reclame willen kunnen ze terecht op onze aanplakzuilen, die een enorm 9 Hfect sorteren. Vooral in de verkiezingstijd kan ons veld overlopen dh het effect. Bovendien kunnen we er nog een soort sjoelvoetbal t On maken door de bal door genummerde gaten te laten schieten; [• kunnen de spelers laten koekhappen en zaklopen en we kunnen 2* variatie voor het doel door een ton laten kruipen. U zult menigte zich vol walging afkeert van het eentonige, la internationale voetbal. Zij kunnen week-in week~uit bulderen, genieten bij het echte gepatenteerde Nederlandse " altijd maar doorgaat, want in de zomer maken we '' midden een koele poel en in de winter zorgen we voor enige glijbanen. De stadions zullen te klein zijn, ieder zal dit dien zien en blijven zien en de T.C. zal zo vergeten zijn, dat zij ’ dv 1'ustig en ongemoeid op straat zal kunnen vertonen, al zal ' tev jammer zijn voor onze vriend Joris v. d. Berg. U ziet, Majes-5 % ons patent biedt ongekende mogelijkheden. * vind het mieters, zei de King. En als jullie je eerste wedstrijd j fg moet je fne uitnodigen, dan daal ik van mijn troon af en kom naast Lotsy zitten, als ie dan tenminste niet ergens in *d de Janeiro staat te smoezen. jj Oké Sint, Zei Jacques enthousiast, dan beginnen we met een een gecostumeerde sjoelhindernisvoetbalmatch en de plo-recefte is ten bate van de werkloos geworden stopperspillen. zingende stoven we op de tandem naar buiten ANTOINE.

KRIS-KRAS 1DOOR PERS I EN CLUBBLADEN I

Kalm aan, H.H. ScheiJsteclitcrs! (Clubblad Hieronymus) Jeugdige scheidsrechters moeten er zich voor wachten te veel te rapporteren. Want de bonden of de strafcommissies maken natuurlijk werk van elk aangebracht geval en het kan niet strekken tot de verhoging van het scheidsrechterlijke prestige indien er teveel wordt „aangebracht”. Zulke scheidsrechters laden dan het odium op zich dat ze verklikkers zijn; ze geven ook blijk, dat ze uit eigen kracht, zonder de steun van het bondsbestuur, de wedstrijd niet aan kunnen. Daarmee verzwakken ze hun positie. Overdadige aanbrengerij leidt vaak tot scheve verhoudingen; de vriendschap tussen clubs en arbiter, die een basis kan zijn van een in goede verstandhouding gespeelde wedstrijd, verbleekt; ze kan zelfs overslaan In vijandschap. Het vertrouwen in de arbitrale capaciteit kan .worden geschokt en een scheidsrechterscommissie die gaarne beschikt over mensen die krachtig en rechtvaardig optreden, zal bij het aanstellen van personen voor belangrijke ontmoetingen zulke zwakkelingen juist passeren. De scheidsrechter die alles aanbrengt en zich dan beroept op het reglement, vergeet, dat hij zelf zonder de strafcommissie heel veel kan voorkomen en ook veel kan verbeteren. „Uit het veld er mee”, hoort men dikwijls zeggen, als het;

gaat over spelers die zich misdroegen. We zijn het met deze straf in heel veel gevallen eens vooral als het ernfetige feiten betreft. Maar een scheidsrechter mag toch niet vergeten, dat het uit het veld zenden van een speler de allerlaatste strafmaatregel is die hij kan toepassen. Daarachter bestaat niets meer dan alleen staken van de wedstrijd. Het komt ons voor dat jeugdige scheidsrechters soms wel eens te veel de strafmaatregel toepassen:' het veld uit! Verstandig en kalm optreden kan meermalen een véél beter effect sorteren dan er met de ijzeren vuist op toeslaan. We geven toe, dat het niet iedereen gegeven is om een elftal, dat opgezweept is door honderden supporters, in bedwang te houden. Daarom is scholing van de scheidsrechters een eerste vereiste. Vooral dienen ze paedagogisch geschoold te zijn; ze moeten weten, wat straf is, welke straffen ze kunnen toepassen en in welke op. klimming, ze moeten kunnen nagaan welke mentaliteiten tengevolge van een opgelegde straf bij de spelers ontstaan, ze moeten weten onder welke omstandigheden en in welke vorm ze de straf moeten loepassen enz. 'Nodig is ook dat de scheidsrechters boven de partijen staan. Ze mogen zich nimmer met een bepaald elftal speciaal bezig houden, alleen reeds om de schijn van partijdigheid te vermijden op de hals door zich ten gunste of ten ongunste van een der partijen uit te laten. Men begrijpt, dat hun straffen in dat geval door de spelers niet gemakkelijk worden geaccepteerd. Het gevolg is, dat een rapport van zulk een 1 arbiter al heel gemakkeiyk bij

Mauriis'-'Limburgia: Een fraaie duik van keepei Mol, waardoor een seker doelpunt voorkomen werd, (foto Het Zuiden)

de bestrafte ®Benspraak verwekt, en van allerlei «.nniJ’. 'beschuldigt. De strai^"f'hissie kan dan maar V^^neken. Straffen en twee. Maar een sc i ®chter die weet te strafl® ’ ®Paart zich zelf en, de Ib® (,ejv?'balmaatschappij veel i” Ikheden. B- Grood.

Mentale ''ling (De Ik heb de leer der mentale niet altijd Hc ben er van overtihe er speigj-g zijn, die 'n mentale training n verdragen en minder door prestereh Dagj.. om moet met de mentale ®lnegverband. En a.“®merkt, dat er spelen® piogj‘e er niet tegen kunne > j h *hen hen er niet toe Overigens biet die mentale de zonderlingste er Op, Het is een nndd jpet veel zorg borden en uiterst h m worden herinner me een « enkele jaren elftal van de ik mijn krachten „ enkele slappe weds g, fespeeid. Van toew«d>d®i£ig me was ®®,g£in Ve„>hespeuren, dat i^^^hetermg «en hartig over dat gebrek 8 >ho. ■s eens. En wat Er werd ’s ®en laaiend enth j )U Op^^Peeld, zoals nog Ploeg . it

was voorgekomen, maar de rust en de bezinning om die grote geestdrift in doelpunten om te zetten, ontbrak. De mentale paraatheid was tot het gewenste punt opgevoerd, maar er was te veel van het middel toegediend, waardoor het eerder een negatief dan een positief resultaat had. Fr. V. Asten.

ScKoten Kampioen

Na een spannende nek aan nek race met Hilversum, werd Schoten Zondag 30 April kampioen van de 3e klas D West 1, In het begin leek het er op of zy zonder slag of stoot kampioen zou worden. Na 5 wedstrijden had men pas 1 verliespunt, terwijl alle andere clubs reeds 5 of meer verliespunten noteerden. Vermoedelijk werd het toen reeds te gemakkelijk opgenomen, want onnodig werden enkele wedstrijden verloren. In de 2de helft was de stand dan ook geheel anders: Hilversum had een voorsprong van 4 punten, terwijl met Schoten nog een aantal clubs op de loer lagen. Door het plotseling falen van Hilversum slaagde Schoten er in by de laatste twee wedstrijden gelijk met Hilversum te komen en door zelf de laatste wedstrijd tegen RKVVA met 3—l te winnen en het gelijke spel van Hilversum tegen Allen Weerbaar prolongeerden de geel-zwarten hun kampioenschap. In de beide voorafgaande seizoenen behaalden zij reeds het kampioenschap, doch faalden in de P. en D.-competltle. In 1946—1947 werden zij na een beslissingswedstrijd mèt IVV nummer 2. Niet onvermeld mag biyven, dat toen het eerste kampioenschap behaald werd, 1947—1948, Schoten het gehele seizoen zonder terrein was en slechts dank zy de medewerking van byna alle Haarlemse clubs haar thuiswedstrüden in de stad Haarlem kon spelen. Naast 7 senior- neemt zy met 4 junioren 4 adspirantelftallen aan de competities deel, zodat verwacht mag worden, dat meerdere successen zullen volgen.

Tiveede Limburgse derby

Van ’t Hooft naar de la goals

Middenvoor Harry v, ’t Hooft wil in deze kampioenscompetitie 12 doelpunten scoren. Hij had het welgeteld al tot 4 gebracht en nu, in de revanchepartij tegen de Limburgse rivaal, de vijfde van het tiental, moest er dus nog eentje bijkomen. Nu valt dat niet mee tegen een achterhoede als die van Limburgia, waarin Hens van l.ubeck speciale attenties bewees aan zijn schotvaardige tegenstander. Daar was bovendien een Van Huizen, langer dan ooit en zelden missend, een keeper Jacobs, die zich geheel hersteld had van de wedstrijd tegen Blauw-Wit en weer bijna als van ouds keepte en een Groen, die op het middenveld wonderen deed. Maar toch lukte het, al was het vlak voor rust in deze weer echt Limburgse derby, waarin het uiterste van de spelers werd geëist. Geef V. ’t Hooft een schimmetje van een kans en tien tegen een, dat er een fel schot uit wordt geboren; het is niet altijd een doelpunt, maar iedere keeper zal er zijn handen aan v/armen. Nou, de kans, welke Maessen Ihem gaf, was voldoende voor een doelpunt en het werd er j dan ook een. Dat zijn er dus vijf en we zijn geneigd te geloven in de resterende zeven in vijf wedstrijden, al is hij er een achter. We kregen overigens alle v/aar voor ons geld, De zon scheen eindelijk na veel regen en sneeuw, zodat de spons er soms aan te pas moest komen om de verhitte gezichten te verkoelen en ook in andere opzichten was de wedstrijd wel in staat ons warm te laten lopen. Zeiden we bij een vorige gelegenheid al niet, dat de leeuw wel gewond, maar nog nooit verslagen was? Foei, foei, wat heeft de Mauritsleeuw haar tanden weer eens laten zien. Het toch lang niet verlegen Limburgia werd er bij wijlen bleu vsn. Het geweld der Mauritsstoten was vooral na de rust niet van de lucht, De Brunssumse defensie, met het begrip Van ’t Hooft in de hersenen kreeg nog meer van die begrippen te be- en verwerken, zoals Maessen en Beks, die voortdurend ernstige „ongeregeldheden” op de Brunssumse helft veroorzaakten. En het moderne Lirnburgiakanon. Bruist, werd afdoende vernageld, terwijl ook sneltrein De Graaf geen geluk had met zijn schoten. Het is bekend, dat Limburgia pas begint te voetballen, als het een achterstand heeft. Wel, Maurits wist hier ook -van en bleef ook na een 2—l-

voorsprong zo doorspelen, dat er geen Limburgiakwartiertje mogelijk bleek. Twee Staatsmijnen, de Maurits en de Hendrik, rood-wit tegen blauw-wit, beide met dl' mijnhamer op de borst, hebben op het voetbalveld een echt Limburgse strijd geleverd en de stand is na deze tweede ronde I—l, Het is de beste uitslag. R, O

Nieuwe sportuitgaven

„SPORTPARADE” FA.AS WILKES „Sportparade” is dé naam van een serie sportbrochures. Waarvan de eerste nu verschenen is, gewijd aan Faas Wilkes en geschreven door de sportjournalist Bart in ’t Hout. Hij heeft er een vlot, goed-leesbaar verhaal van gemaakt, waaruit men de mentaliteit van Wilkes en zijn voetbaldaden tot-nu-toe goed proeven kan. Ons bezwaar gaat uit naar het (kleine) deel dat over de Engelse voetbalwereld handelt en niet altijd juist is. Maar z’n geld (25 ets) is het boekje dubbel en dwars waard. Kf.

Krijyt liet Groningse Oosterpark avondvcrlicliting? B. en W. van Groningen heb-: bij bij de Raad een voorstel ingediend tot het bijhouwen van 2 zittribunes en het aanbrengen vari een avondverlichting op het hoofdveld van het Oosterpark. Het is de bedoeling ter weerszijden van de bestaande tribune een houten tribune te bouwen, elk met 13 rijen banken. Het totale aantal zitplaatsen in het Oosterpark wordt hierdoor 2070. Door stoelen binnen de omrastering te plaatsen zal dan een totale accommodatie voor 13000 toeschouwers worden verkregen. De bouw van de tribune’s zal naar raming ƒ 182.100 kosten, het aantarengen van een avondverlichting ■ƒ 65.500. Groningen zal dan in het Noorden de enige plaats zijn, waar avond-voetbalwedstrijden kunnen worden gespeeld.

De Argentijnen spelen scliitterend voetbal

Er is van Ken te leren, zegt tie Belg Freddie CKa ves

In een vorige Sportkroniek gaven wij verslag van de toespraak, die dhr. Koppelaar, de administrateur van het Amsterdamse Blauw-Wit, heeft gehouden voor de Haagse Scheidsrechters over het Italiaanse voetbal. Dhr. Koppelaar heeft ook nog gesproken over de onlangs te Brussel gespeelde wedstrijd tussen het elftal van deze stad en de Argentijnse club San Lorenzo. Ondanks dat het veld door vorst en snèeuw en in de rust door hevige regenval zeer slecht was, speelden de Argentijnen voetbal, waaraan de Brusselse ploeg, die bestond uit 7 spelers van de kampioensclub Anderlecht, 3 van de Racing Brussel en 1 van Union St. GiÜoise, niet kon tippen. De Argentijnen waren voetbalartisten van de eerste rang. Zij demonstreerden een techniek, zoals men zelden ziét. De internationaal Freddie Chaves kwam er tegenover dhr. Koppelaar rond voor uit, dat hij van de Argennijnen veel had geleerd. Opvallend was, dat de spelers het SSS toepasten, hoewel zij van hun individueele taak een heel andere opvatting hadden dan volgens dit systeem. De voorhoedespelers waren er steeds op uit om aan hun dekking te ontlopen, Zij zochten, als een aanval

werd opgebouwd, een positie in de vrije ruimte en menigmaal kreeg een Argentijn de bal toegespeeld als er geen tegenstander in dè buurt was. Met scherpe passes, korte en lange dribbles, met onverwachte en harde schoten werd de Brusselse verdediging voor de moeilijkste problemen geplaatst. En het was aan doelman Meert te danken, dat , het met de rust slechts I—O voor, de Argentijnen was In de rust had de regen het terrein nog moeilijker bespeelbaar gemaakt, maar het spel der Argentijnen bleef er na toch van superklasse. Wel waren de gastheren nu iets meer in het offensief, omdat zij zich op het doorweekte veld heel wat beter tliuisvelden, maar dhr. Koppelaar : had bewondering voor het aanpassingsvermogen der Zuid-Ame- ; rikanen, die altijd op kurkdroge velden spelen. Het publiek brul- ‘ de om de gelijkmaker, maar' de s Argentijnen gaven toen nog wat . voetbalshow en scoorden voor de tweede maal. „Ik heb genoten, zei dhr. Koppelaar. Wij willen ons spelpeil verbeteren, maar dan moeten er eerst leermeesters homeh, die ons onderwijzen”. Dhr. Koppelaar heeft getracht , èn Italianen èn Argentijnen hier te krijgen, maar het is .voor ons ■ niet te betalen. Toch gaf hij de verzekering, dat wij in de nabije toekomst hier epn Italiaanse club te zien zouden krijgen.