KAMPIOENEN MELDEN ZICH
Limburgia
Limburgia werd in Mei 1920 opgericht onder de naam V.V. Rheilania. In het eerste seizoen nam Bij deel aan de competitie van de R. LVB. In het daarop volgende trad men toe tot de Limburgse VB. Direct veroverden de Bruns-Bummers het kampioenschap van deze bond en promoveerden naar de 3e kl, NVB. Ook daarin lieten Zij zich spoedig als een tegenstander van formaat kennen en Werden na enkele seizoenen kampioen en promoveerden naar de 2e klas. In 1927 voerde zij de naam: S. Stm Hendrik. Zij behoorden tot de sterkste 2e klassers, doch eerst in 1939, de vereniging was toen omgedoopt in SV Limburgia, werd het kampioenschap behaald. In de P.- en D.-competitie eindigde zij ongeslagen als eerste, doch het eerste klasserschap was Blei hts van korten duur, want nac at men in de noodcompetitie in 1939—1940 een behoorlijke plaats had veroverd werd zij in I9( door het degradatiespook ge; -epen door een slechte eerste coi >etitie-helft en de minder faire en zeer laakbare houding van enkele spelers uit een andere vereniging, die daarvoor zwaar Werden gestraft door de KNVB. Men kon het kwaad dat voor Limburgia was gesticht echter niet jn( T herstellen en in de F., en p.- qmpetitie eindigden de Limburgianen op de tweede plaats met 1 punt achtertand op Ficus pit Eindhoven. D > Brunssummers bleven echter piet bij de stukken neerzitten en Jn 1944 traden ze opnieuw het Voetbal-eldorado binnen. In het daarop volgende seizoen kwam niets van een competitie, doordat de bevrijding van ons land zich ging voltrekken, Afdelingskampioeii, Afd, VI Zuid. Toen men in de herfst van 1945 weer aan voetbal konden denken, kwamen de Limburgianen zo Verrassend goed voor de dag, dat Ze de hoogste ogen gooiden en de kampioensvlag konden hijsen. In de kampioenscompetitie eindigden ze met 6 punten op de laatste plaats. Ze,hadden echter een uit-Etekende indruk achtergelaten, ook in de andere districten en talrijke keren werden Limburgia. spelers opgesteld in vertegenwoordigende elftallen. Ook werden spelers uitgenodigd voor de centrale training. In 1948—’49 eindigden de Bruns-Bummers. na een hardnekkige race met BW, op de tweede plaats. Limburgia bezit een gezond verenigngsleven, een goed en hardwerkend bestuur en viert dit jaar haar 3(X-jarig bestaan. Van het tegenwoordige eerste elftal zijn G. Jacobs, J. v. Lubeck, M. Spanjer, C, v. Lubeck, F. Cox, L. Cox, F. Bruist en F, de Graaf, uit de junioren-elftallen voortgekomen. De Brunssummers worden momenteel getraind door trainer J. Geutskens. C. L. HERINX
Tubantia Het is Tubantia in Hengelo gelukt het kampioenschap van de Oostelijke 2e klasse A te behalen. Een mooier geschenk hadden de , cpelers het bestuur in het jaar van het 50-jarig bestaan niet kunnen aanbieden. Dat dit kam- ; pioenschap dan ook met grote ; Vreugde in Tubantia-kringen is ] begroet laat zich begrijpen. ] Tubantia werd op 7 October . 1900, onder de naam ,,Koningin Wilhelmina” opgericht. Al spoedig trad de jonge vereniging tot ' de NVB toe en werd in de 2e klas ' ingedeeld. Ze kwam uit tegen ' Hercules, Twente, De Tubanters ! en Oranje Nassau. Doordat het I eerste elftal voor ’n groot deel uit volontairs bestond, die bij de N.V. ' Kon. Machinefabr. Gebr. Stork en ' Co. werkten, was het elftal bijna iedere Zondag anders samenge- ' eteld, zodat povere resultaten i werden bereikt. Toen in 1906 het terrein aan de Bornsestraat in ge- s bruik werd genomen, ging het 1 eteeds beter en verschillende < keren werd het kampioenschap 1 behaald, dioch het begeerde eerste , 1
klasseschap liet op zich wachten. Eerst was het ZAG, daarna Go Ahead, die Tubantia de loef af■ staken. Door de fusie mét DVS, werden de kampioenen aardig ‘ versterkt; In het seizoen 1911—’12 : werd voor het eerst op „’t Lou, sink” gespeeld en reeds direct – werden de rondhemden kampioen, i Door ODO, Arnhem en Achilles, (Assen) 2 keer te kloppen, werd ' ZAC uit de Ie kl. verdrongen, zo-I dat Tubantia in het seizoen I9l2— . 1913 voor het eerst in Ie kl. uit; kwam. Negen jaar handhaafde zich Tubantia in de hoogste afde, ling. Door strubbelingen in de [ vereniging zakte het spelpeil en 1 zo degradeerden de Hengeloërs i weer naar de 2e kl. Het seizoen 1925-1926 bracht ■ weer het kampioenschap, doch in ' de promotie-wedstrijden met ; Quick en Robur bleken de Apelj doorners de sterksten en promo, veerden. , 1927-1928 werd Tubantia ander- I maal kampioen. NEC en Doto : (Deventer) werden aan de zege: kar gebonden en zo betrad Tu■ bantia weer de Ie klas. De strijd • in de hoogste kl. bleek zwaar te ; zijn en telkens kwam het degradatiespook om de hoek gluren. In ; het seizoen 1940-41. wist l'uban; tia het eerste klasseschap met de . beroemd geworden. eindspurt te redden. De Hengeloërs stonden ’ met 6 punten achterstand hopeloos onderaan. De roodhemden haaiden de krachttoer uit, deze achterstand in te halen en bovendien nog met 3 punten voorsprong op haar plaatsgenote „Hengelo” te eindigen. Na bijna 20 jaar in de eerste klasse te hebben vertoefd, degradeerde 'Tubantia in 1947 voor, de derde keer naar de 2e kl., waarin ze telken jaar een leidende rol speelde. H. WEUSTINK. Twee Nijmeegse Icampioenen NASC-GW De 4e kl. G Oost telt 6 Nijmeegse verenigingen, zodat door de plaatselijke rivaliteit de strijd om de hoogste titel uitermate zwaar is. Vorig jaar was Union de triomphator, doch de bewoners van Groenewoud hadden in de promotie-wedstrijden niet het verwachte succes. Dit jaar is het NASC-GW die ongeslagen (34 punten uit 18 wedstrijden en een doelgemiddelde van 75—19) met 8 punten voorsprong op haar concurrente Union de titel behaalde. NASC-GW, de Nijmeegse Arbeiders Sport Club – Groen Wit, werd op 1 October 1945 opgericht uit een fusie tussen Groen-Wit Boys. Het ging de nieuwe vereniging in de eerste jaren niet voor de wind, vele leden bedankten en de fusie bleek geen onverdeeld succes. NASC had door oorlogshandelingen haar beide terreinen verloren en de nieuwe vereniging moest zich behelpen met het terrein aan de Haterseweg. Ternauwernood konden de Groen-Witten zich het eerste jaar in de 3e kl. handhaven, hef volgende jaar was de degradatie naar de 4e klas een feit. Het bestuur zetten een Krachtige actie in. Onder de eminente leiding van voorzitter L. v. d. Reijd, secretaris H. Willekes, penningmeester C. A. Lambooij en ] hun commissarissen werd de jonge vereniging nieuw leven ingebla- I zen en sedert dien is het met NA SC-GW steeds crescendo gegaan. Het ledental, steeg, een gezonde ’ clubgeest ontwikkelde zich en een ’ grote vriendenkring stond op de bres voor de belangen der Groen Witten. Een prachtig complex sportvelden, keurige kleedkamers i en een intiem clubhuis, die vorig j jaar aan de Vossenlaan in gebruik zijn genomen, zijn het bewijs, wat , goede clubgeest vermag. Vorig seizoen lag het kampioen- , schap reeds in het verschiet, doch j het elftal miste toen nog de kracht j om de eindspurt met Union vol te s houden. Dit seizoen waren de kampioenen ongenaakbaar. Een 1
herwinnen van het verloren terrein ligt in de verwachtingen en ook wij wensen de Groen-Witten het geschenk, dat zij graag hebben bij hun eerste lustrum, n.1. het 3e klasserschap, KOLPING Na een zware strijd met St. Jan, Orion Boys en NDT, is het Kolping door een 7—1 overwinning op het lang niet zwakke NDT gelukt de kampioenstitel in de Ie kl. A van de Atd. Nijmegen te behalen. De R.K. NVV Kolping, een onderafdeling van de Kath.. Gezellenvereniging, zetelde 2 jaar geleden nog in de 4e klas doch door het vertrek van enige van haar beste spelers, o.a. naar Indonesië, was het de zonen van Vader Kolping niet meer mogelijk zich daarin te handhaven. Vooral dit seizoen beschikte Kolping weer over een uitstekende ploeg (uit 18 wedstrijden 30 punten en een doelgemiddelde van 61—23), die in de promotiewedstrijden weer een goede gooi naar de KNVB zal doen. Wij wensen de jongens van voorzitter Knoops, in de wedstrijden veel succes en vertrouwen er op, dat zij als geschenk bij hun 20-jarig bestaan in Juni a.s. een hernieuwd intreden in de KNVB aan hun actief bestuur kunnen aanbieden. J. KEUKENS.
Laat je niet beïnvloeden door afl>‘ekende critiek
Als dhr. Herberts zegt, dat wg voort moeten bouwen op het moderne systeem en dit alleen maar succes kan afwerpen door samenwerking, dan is het begrijpelijk dat hij tevens de waarschuwing hieraan toevoegt: „Laat je niet beinvloeden door afbrekende critiek”. Dat we er arm voorstaan met ons Nederlandse voetbal is alom bekend, maar juist daarom wordt er critiek geleverd. Dat deze critiek niet altijd opbouwend is, weten we ook, maar dat moeten we op de koop toe nemen. Als men een Ideaal nastreeft, moet men de lach en de spot van de menigte niet vrezen. Hét voetbalspel kan men het beste vergelijken met de politiek, het is een spel waar velen zich mee bemoeien, maar weinigen veel van begrijpen. En zolang er artikelen in de sportpers staan, geschreven door Technische- of Keuzecommissie-leden, welke tegen elkaar ingaan, is het logisch dat men critek kan verwachten. Zij lokken critiek uit en wie kaatst moet de bal verwachten. Dhr. Verlegh zegt, dat zij aan adviezen en namen geen gebrek hebben, gezien de wedstrijden op Nieuwjaarsdag, van de Zwaluwen tegen Rotterdam en Amsterdam, waarin zovelen gewogen en te licht bevonden zijn. De betrokken spelers hebben getoond dat zij het kunnen, anders was niet de keus op hen gevallen. Zij
spelen in een elftal, met een voor he< geheel vreemd verband en dan no< op een Nieuwjaarsdag. Een dag, di< toch over het geheel genomen ongs" schikt geacht moet worden voor sc rieus voetbal. Neen, heer Verlegh, dit is niet bs' vorderlijk voor de spelers en ook ni£* voor het onderling vertrouwen tuss*** spelers en hun leiders, want ondanK® die critiek werden toch velen van he" uitgenodigd om de training op hc* V.U.C.-terrein bij te wonen. Hier klof* iets niet. | We moeten een beetje meer besch*'' den over het spel gaan denken, moeten spelen met het spelers-mat<' riaal waarover we nu beschikken. wordt de spelers te moeilijk en zij mogen hun eigen spel niet sp<' len. Enige tijd geleden heb ik in Sportkroniek te kennen gegeven, da', wij al stopperende, ons nog dieper de put stoppen, niet dat ik een tegeD' stander van het systeem was en het nog niet ben, maar dat het systeem e0' kei maar gespeeld kan worden ais me” het spelersmateriaal er voor heeft e” het niet te eenzijdig voorgelicht word'' Nu wil men met alle geweld dit m»' teriaal maken, maar dat gaat nu een' maal niet. In Engeland ging dat ook niet. Toen Chapman bij Arsenal het S.S-S' ging invoeren, ging hij eerst de spe' Iers daarvoor kopen en werden dez”
an te licht bevonden, dan kocht hij ®er andere, totdat hij een goed eltal gevormd had, dat naar zijn idee et systeem kon spelen. Het succes an Arsenal in die tijd, gaf bij de anclubs aanleiding ook tot dit ysteem over te gaan, met het gealg. dat het voor Arsenal moeilijer Werd voordeel uit deze speel"Jjze te trekken. Ook wij hebben geacht dit na te kunnen bootsen en nu a vier jaar, terwijl het in Engeland 1 Pl.m. 25 jaar gespeeld wordt, cemt men het nog steeds „modern cetbal”. Het is raar, maar waar! Onze prominente voetballers, zij gekozen worden om eventueel on* nationale kleuren te verdedigen, nu na vier jaar, het systeem ®g niet naar behoren spelen, terwijl c1“1>s Zün die het S.S.S. aardig acr de knie hebben, het zijn bij deze verenigingen si I Keuze- en Technische commisc eden die het systeem aan hun club het is de trainer die weet i'er Welk spelersmateriaal de club beschikt. Hij kent zijn spelers, hij weet over capaciteiten ze beschikken. Hen voorlopig Nederl. Elftal speelt, ® pl.m. 8 weken training een oefenedstrijd. Het systeem wordt er inge™*Ppt en dan moet het bij de grote cdstrijd maar kloppen. Van der Sluys van B.V.V. verklaarna zijn eerste wedstrijd voor het J Elftal: „Ze moeten eens komen ijken hoe wij het S.S.S. spelen bij kunnen zij nog wat le- B.V.V. speelt goed voetbal, voetbal Pais we zo graag zien spelen. Ook zij Peelt met een stopperspil, maar ®h spil, die het niet van zijri li-Paamskracht moet hebben, maar het Pekt in list en handigheid. B.V.V. |Peelt het systeem naar de geest va.i, g®ar oefenmeester, hoewel zij ook in ® competitie dikwijls moet onderhden, dat het niet altijd naar de [j gaat. Niet direct door eigen tej-fikomingen, maar door afbraak en pgipy-first-methoden van de tegen-2ijn er ook nog andere clubs, die Vo *ij Seen S.S.S., toch goed spelen. Zij beschikken ook h een trainer, die weer op zijn Sb 1 * elftal moet vormen uit het Peiers-materiaal waarover hij bechikt. hc?®* systeem is daar geen hoofdzaak, c* is bijzaak. Ce oefenmeester die blijft hame, P op het systeem dat hij wil spe- P> terwijl hij het spelers-materiaal j , Piet voor heeft, kan beter gaan of dammen. Hij krijgt vanzelf , k critiek en dat deze niet altijd op-Pivend is is begrijpelijk. Joris van den Bergh b.v., zit steeds met des trainers liniaaltje, zijn ssertje, zijn kruisjes en zijn voetbalflivf maag. Voetbal is geen in, idueel spel, het wordt gespeeld in Pcgverband. Een oefenmeester heeft pp Voetbalveld in zijn zak zitten.
De vele mogelijkheden die er zijn worden op de trainingsavond op een bord uitgewerkt en dan kan het liniaaltje en het passertje niet gemist worden. De oefenmeester heeft ze nodig om zijn spelers te kunnen overtuigen hoe het. spel gespeeld kan worden. Hij moet sterk staan in zijn overtuiging. Voetballers zijn geen boekenwurmen, zij zijn merendeels eenvoudige jongens, die zich eenmaal per week wiilen uitleven in hun sport, die trekken zich niets van al die boekenwijsheid aan, althans dét is mijn ervaring. Een voetbalboek is een aardig cadeautje, maar eenmaal in het bezit is het niets anders dan een sieraad in de boekenkast, waarvan overigens weinig notitie genomen wordt. Maar hiermee is niet gezegd dat we de theorie in het voetbal moeten verwaarlozen. Bij de goedspelende clubs W'ordt wel degelijk aandacht aan de theorie geschonken niet slechts tegenwoordig, maar ook vroeger. Mijns inziens, hebben we juist onze achterstand te danken aan die clubs die zich weinig of niets van de theorie aangetrokken hebben. Echter moet de theorie niet gedoceerd worden door Jan en Alleman en uit een boek, maar door een oefenmeester die geen dictatortje wil spelen, maar bescheiden over het spel denkt. Ook de meningen van oud-Internationals raken niet altijd de kern. Maar soms toch wel. Df. Just Göbel b.v. durfde zo maar te beweren, dat elk Nederl. Elftal van nu had gewonnen van een Nederl. Elftal van vroeger, omdat er tegenwoordig veel meer van een speler gevergd wordt. (Bravo, Dr. Just Göbel). Henk Pellikaan vraagt Engelse trainers. (Jesse; Carveo: en Tommy Sneddon liggen nog vers ir ons geheugen. Commentaar verder overbodig). Puck van Heel zegt: „Weet U het, ik niet”, dus zwijgen. Wim Lagendaal: „Weg met de TC. en K.C.”. Wie dan? Ir. Harry Denis: „Vroeger werd er beter gespeeld, wel is waar zijn de verdedigingen sterker geworden, maar de aanval kan er niets meer van”. Hiermede zet Harry Denis zich zelf schaakmat, want de verdedigingen zijn sterker geworden ten koste van de aanval. Neen, we moeten meer bescheiden over het spel gaan denken, we moeten roeien met de riemen die we nu hebben en de eenvoud niet vergeten, want het spel is heel eenvoudig ais we maar weten hoe het gespeeld moet worden en welke spelers we hiervoor nodig hebben. Door dat de eenvoud vergeten wordt, wordt het moeilijk gemaakt en hoe meer mensen zich ermee bemoeien, hoe moeiiijker het voor de spelers wordt En dan kan critiek niet uitblijven. FLOOR DE ZEEUW.
KRISKRAS IDOOR PERS I EN CLUBBLADEN I Hij kreeg z’n pinantie (Clubblad MFC) Een HFC-back pakte, nadat de linksbinnen van de vijand circa tweemaal drie kwartier om een „pinantie” had lopen zeuren, midden in een aanval van de tegenpartij de bal op, legde hem op de witte stip en sprak: „daar heb je ’m dan en hou nou verder je smoel”. Een legcnJe verdwijnt (Officieel Orgaan Kon. Belg. V.B.). Hoe acuut het vraagstuk van de nationale voorlinie ook weze is en blijft het niettemin een feit, dat deze voorlinie bij de tijdens dit seizoen gespeelde landenkampen zes doelpunten maakte (3 te Brussel tegen Zwitserland, 1 te Rotterdam, 1 te Cardiff en 1 te Bologna). Zeker niet fameus! maar wat dan gezegd over het Oranjeteam, dat bij zijn laatste drie wedstrijden (tegen België, tegen Denemarken en tegerwEngeland B) geen enkele maal scoorde? Hoe vaak sinds de oorlog hebben we, in verband met
België—Holland niet gehoord; „De Belgen domineren maar de Hollanders maken de doelpunten!” We zullen weliswaar niet beweren, dat de bordjes nu verhangen zijn, maar van Hollands standpunt uit bezien, zal men bovenstaande bewering moeten herzien, omdat een legende aan ’t verdwijnen is. Men kan dus begrijpen, dat onze Nederlandse sportvrienden steen en been klagen over de huidige onproductiviteit van hun nationale voorlinie, een onproductiviteit die momenteel boven de Moerdijk nog hopelozer dan onder de Moerdijk is. Het is waarschijnlijk en zelfs zeker dat de inslag van het modern spel, met een zorgvuldiger georganiseerd verdedigingssysteem en met een steviger dekking, de opgave van de voorlinies bemoeilijkt. Toch wil het ons voorkomen, dat de oorzaak hoofdzakelijk ligt bij het gebrek aan techniek. In Nederland en ook hier. Er is een tijd geweest, dat het Oranje-team ook zonder wonderbare techniek floreerde, omdat het in zijn rangen schutters had, die zich flink uitleefden in een elftal, met het „Hollands vuur” als hoge troef. Maar zo’n vuur dooft gauw als het niet op techniek steunt; niet elk jaar wordt er een Bak-
huys geboren om dit vuur t« onderhouden! Techniek weze en blijve hel eerste voetbalgebod! FEK-vcigadcring niet verheffend (Clubblad Bleijerheide). Het in de vergadering van de EEK vertoonde was weinig verheffend. Iedereen trachtte zijn eigen egoïstische ideeën naar voren te schuiven en van het schone gezegde „geven en nemen” werd slechts het eerste gedeelte een belangstelling waardig geacht, en de enkeling die het propageerde werd beschuldigd van „koehandel”. Neen, mijne heren, wij hadden iets meer opbouwends verwacht. Wjj kwamen naar Utrecht in de overtuiging, dat daar een besluit uit de bus zou komen, dat in het belang was van de gehele Nederlansde voetbalwereld. Wij zijn hierin bedrogen en hebben niets anders gehoord dan klaagliederen van hen, die toch zo diep in de ellende (degradatie) zaten. Een loftrompet voor de Zuidelijke clubs, die zelf in degradatie-gevaar verkerende, toch voor vermindering van het aantal eerste klassers stemden, zulks overeenkomstig het voor-
stel van het Zuide*'’ , s de Juiste manier om i® te bereiken. .-en Wij hopen schoond te blijven 'rtoningen zoals die Lchotin" volke werden voorg et(j. O. P- '^«ester. Voetbal-opvocJintf zonder preken (Clubblad RKTW)^^^ Onze jongens voor hun genoegen; er enkele binnen de _ gestapt met de eens aan mijn opvo® ken, nu zal Ik mU kkter eeris gaan vormen. Maar het is de °?zer leiders alweer uit boê de gelegenheid die Kp°"tbal. spel biedt, aan te » om die dienstbaar te opvoeding, zonder Pj aj” moraliseren, , het ware en dat mag stige leiders jy, worden, want het iS bei-Ijjke taak.
Gebondenheid: de natuurlijke Vijand Ontzie de Sportmens!
Deze titel zou duidelijk moeten zijn zonder nadere toelichting. Ze is het helaas niet, doordat de begrippen, die achter deze woorden hoorden te liggen niet meer overeenstemmen mét de inhoud, die men er aan geeft. Er heerst een afschuwelijke begripsverwarring en daardoor dreigen mens en sport aan elkaar te gronde te gaan. Wat zijn dan de ideeën die achter de woorden liggen? Sport is de cultuur-uitgave van het spel van de oorspronkelijke mens. Naast zijn werk zoekt de mens ontspanning in het spel, dat behalve ontspanning ook een noodzakelijk onderdeel van ’s mensens vorming is. De sport is het maatschappelijk georganiseerde spel, waarbij het wedstrijd-element belangrijk is. Het wezen van de sport is echter spel en spelen betekent in blijheid en ongebondenheid zich overgeven aan iets dat niet direct noodzakelijk is voor het bestaan. ' Gebondenheid en plichtmatigheid zijn dus natuurlijke vijanden van het spel. Is spel dan wanorde? Zeker niet. Spel zonder spelërs is ondenkbaar. Maar of men zich aan de spelregels zal onderwerpen ligt aan eigen keuze. Als ik zin heb in voetballen ga ik voetballen; trekt tennissen mij meer, dan ga ik tennissen. Wanneer ik echter besluit te voetballen of te tennissen, dan heb ik mij ook te houden aan de regels die voor beide sporten geiden. Een Sportbond is een instelling, die beoogt de belangen van een bepaalde groep sportbeoefenaren te behartigen. Zo althans behoort het te zijn. Maar is het niet vaak anders? . Inderdaad helaas. Een sportbond dient vaak tot behartiging van de belangen van de Sport. Alsof een dode zaak belangen zou kunnen hebben! Alsof een sport een eigen leven zou leiden naast en zo nodig boven dat der beoefenaren! Wat voor een Bond geschreven is, geldt ook voor de Vereniging. De enige verantwoorde doelstelling van bond zowel als vereniging is: behartigen van belangen van hun leden! Het gaat om de mens in zijn spel, dat is de mens in zijn vreugdevol zich overgeven aan een bepaald soort ontspanning. En de Sportmens? Wat is dat? Hij is de mens, gezien in een be- ' paald deel van zijn bestaan: de | mens in zijn spel. En het doet er '
helemaal niets toe of men met meer of minder succes speelt. Het „goed” spelen wordt niet afgemeten aan de hoogte van de serie van de biljarter, of aan de laagte van het cijfer van de tijd van de 100 m. loper of aan het aantal goals dat men maakt of stopt, het wordt enkel en alleen bepaald door de mate van het „spelen”, van het genoegen dat men erin vindt, van de bevrijding uit de dagelijkse sleur, die men deelachtig Wordt. Het gaat om de mens! De knellende organisatie Het is na het bovenstaande duidelijk, Welke gevaren de mens in zijn spel bedreigen! De gemeenschap gaat — terwille van de sport — „het spei organiseren”. Het is of men, uit liefde voor de vis, het beestje iekker warm op de schoorsteen iegt om hem het koude water te besparen. Organisatie en spel verdragen elkaar slecht. Nu weet ik wel, dat in de huidige samenleving, waar de mens de primitieve vorm van spel en sport (b.v. jagen) niet meer, althans niet meer in massa kan bedrijven, een zekere organisatie van de 'sport noodzakelijk is. Het zij zo. Maar men bedenke, dat ze vijanden zijn. Men zij waakzaam, opdat de woekerplant het kostbare zaaisel niet overwoekere.
O Is er dan dat gevaar? Ziè om U heen. Lees de sportverslagen. En ge verzucht: de arme méns in zijn sport! Zie naar Fanny Blankers-Koen, naar Nel van Vliet, naar Slijkhuis, naar Lenstra, om maar enkele bekenden te noemen. Zij schijnen niet meer het recht te hebben zichzelf te zjjn. Wanneer Fanny Koen na een zwaar Olympisch seizoen weinig meer uitkomt op wedstrijden, wordt haar angst verweten. Ze zou strijd met Foekje Dillema 'vermijden. Of dit waar is of niet,
HET ELFTAL VAN H.F.C. dat met één punt voorsprong op hét Leidst Roodenhurg, het kam pioenschap van 3 A West 11 behaalde. Staande v.1.n.r.; Flack Folmer, Bussel man, Hackenits, Heij ting, J. Corheth, Begeman en de voorzittei’ van H.F.C., dhr. P. C. van Houten. Knielend: Hans Winter, W. Denije, J. Moólenaar, T. Corheih en Hein Winter. ☆
kan buiten discussie blijven. Heeft zfj zelf niet meer te beslissen al dan niet uit te komen? Wanneer Nel van Vliet liever in Amerika zich voorbereidt dan hier in Nederland, ontstaan de grootste moeilijkheden met de bond. Wat kan dat die bond schelen! Als ze goed zwemt kan ze uitkomen, als ze niet goed zwemt blijft ze thuis. Al zou ze „droog’* willen trainen! Wat te zeggen van Slijkhuis? Die op eenzame hoogte stond, blootgesteld aan aller blikken. En wanneer hij tegen „de groten” uitkwam. ja dan zal hij angst gehad hebben. Angst, omdat mén een troetelkind van hem had gemaakt, angst ook omdat ieder zich met hem bemoeide. Slijkhuis heeft gelijk: liever met plezier voetballen in het vierde elftal van een derde klasser dan eenzaam lopen met angst in het hart. En dacht U, dat ik wanneer ik 20 meter met de discus werp, de 100 meter in 14 sec. loop en 4 me-- ler ver spring niet meer vreugde heb dan Abe Lenstra wanneer hy de volgende dag in de krant leest dat hij- „ongeïnteresseerd in het veld liep”. Dat is onze sport geworden: een horde supporters die de spelers misgunnen ook eens te knoeien, een bestuur dat angstig kykt naar de laatste plaats op de ranglijst, verslaggevers die striemend veroordelen wanneer men eens zichzelf wil zijn, het publiek dat ultziet naar records.., De sport die een vreugde kon zyn, die bevryding moest schenken, geeft een angst te meerr angst voor de schande van te verliezen, voor het verlies van de plaats in het eerste elftal, voor de critiek in de sportverslagen, angst voor zichzelf. Het spel, dat ons Juist moest kunnen opheffen uit de dagelijkse druk, geeft een druk te meer. Pers en publiek, wees barmhartig, zie in de sportbeoefenaar ooR de mens, ja bovenals de mens. Bond en Vereniging, zie in de sport vooreerst het spel en beseft dat dit een levensnoodzaak is voor de mens. Organiseer, doch zo weinig mogelijk. ONTZIE DE SPORTMENSI P. J. JEBBINK.
HMBÜRGSE VIAAimS
Europa’s grootste mijn drukt zijn stempel op het Amerikaans groeiende Lutterade. Rusteloos gromt de mijn en ook op de Zondag ruik je hem waar je gaat of staat. Het is de kruidige geur van teer en benzol en van alle kanten braakt het onmetelijke terrein witte en vuilgele rookwolken uit. En alles groeide in het mijntempo mee. Je loopt door een stil boerenstraatje en als je een hoek omslaat komt de 20e eeuw je tegemoet; daar ligt het Mauritsstadion, beton en vlaggen, een moderne tribune met ruim paviljoen en een krioelende mensenmenigte, die Maurits kampioen wil zien worden vanmiddag. Al is de Lutterader club onder leiding vanBasPaauwe dan de laatste jaren in mijntempo naar voren gekomen dit a.s. kampioenschap heeft de menigte toch ietwat verbijsterd. Men wil vóór deze wedstrijd tegen Eindhoven nog graag met beide benen op de grónd staan, eerst het testament zien voor de millioenen-erfenis aanvaard wordt en de super de luxe gekocht. Maar de plannenmakers voor dit fraaie Stadion hebben een profetische blik gehad, daar niet van, of was dit kampioenschap bij de koop bedongen? Het klopt als een zere vinger! Ook de regie was af. Van de verse pinda voor een kwartje een zakje tot de microfoonman, die „het geacht publiek” voor
de clandizie bedankte en van de radio-zanger-in-de-rust met het clublied tot aan scheidsrechter Eist, wiens 200e eerste klaswedstrijd dit was, plus zijn 600e in totaal — en lang geen slechte — en een zenuwenpubliek mitsgaders thuisclub, die na 3 kwartier met een been en na tweemaal 3 kwartier vechten tegen een technisch Eindhoven met z’n hele corpus kampioen was. Daarna werd een voortreffelijk geleide kampioensvreugdd opgevoerd met rood-witte confetti dwarrelingen, kanongebulder in miniatuur en dreunende mijn-sirenes, die het voetbalminnend Limburgse volk verkondigden, dat Maurits van de Koul kampioen van het Zuiden was, dank zij het tempo, tempo Van Bas en een goede clubgeest van 11 stevige knapen, die in de strijd om de kolen leerden wai volhouden betekent. R,
UD 75 jaarl De voorbereidingen voor öq herdenking van het 75-jarig bestaan van „de oude Deventerse van 1875” zijn begonnen onder leiding van dhr. D. L. Ankersmit (Twello). Het „Financieel Comité UD 75”, bestaat uit dhrn. J. Abbing (UD 1894, Neede), D. L. Ankersmit (Twello), F. F. E. v. Delden, J. G. Kortelings (UD 1895, Winterswijk), F. L. M. v. d. Lande, H. M. Lugard (Den Haag), F. Poulie (UD 1898, Amsterdam), J. S. Werle.
wfjwn f* • Drie Van der Gijpen op één plaatje. De meest rechtse der broers gaat een doelpunt maken, want de ODS-keeper mist de bal. (joto V. d. Reyken).