De fusie bracht grote bloei in Brabants voetbal
Een terugblik naar de eerste periode
De wereldgebeurtenissen in 1940 hebben ook in de voetbal■wereld haar sporen nagelaten. En zal men steeds met huivering terug denken aan Mei 1940 en de daarop volgende periode waarin groeven van leed zijn veroorzaakt slechts één uitzondering mag hierop gemaakt worden en dat is de 'uit omstandigheden geboren eenheid in de voetbalgemeenschap. De indringers hadden ongeveer twee maanden ons land bezet, toen Prof. Dr. van Poelje de Secretaris-Generaal van het Departement, de vertegenwoordigers van de voetbalbonden in Nederland büeen riep.
Op deze eerste samenkomst op 5 Juli 1940 werd een door de heer J. Moorman (bestuurslid KNVB) voorgestelde resolutie aangenomen volgens welke tot eenheid van de Nederlandse Voetbalsport werd besloten. Daarna ging zich overal, dus ook In Brabant, iets voltrekken wat de grootste optimist niet had kunnen verwachten. In het goede Brabant bestonden in dien tijd n.l. drie zelfstandige voetbalbonden welke los van elkaar het lagere voetbalspel regelden.
Het was op het eind van Juli dat ée Voorzitters dezer Bonden bijeenkwamen, Het waren de heren B. de Grood, RKVB den Bosch; A. Schröder, Brabantse Bond en E. A. Wijdicks, RKVB Bisdom Breda. In de beste verstandhouding werden de voorbereidende besprekingen gevoerd waarbij ook dhr. J. Panis (Brab. Bond) aan■wezig was. Iri grote trekken werd overeenstemming bereikt en nadat met de respectievelijke bestureiT ruggespraak was gehouden kwamen op 18 Augustus te Tilburg de kopstukken uit de meergenoemde •rganisatie bijeen om de leiding van het geheele Brabantse Voetbal •p zich te nemen. Na een inleiding door de heer D. Spaan (bestuurslid KNVB) werd de heer A. Schröder tot .Voorzitter benoemd, daar de heer. de Grood in de KNVB en de heer Wijdicks in het Districtsbestuur een zetel hadden gekregen. Naast dhr Schröder kregen de heren G. J. Panis en A. van Ryswijk als vertegenwoordigers van de Brabantse Bond een plaats in het Bestuur. De RKVB den Bosch had als bestuursleden voorgedragen de heren A. Akkermens, P. Hoynck v. Papendrecht, J. Knapen en Panis-Verbunt. Voor de RKVB Breda kwamen in het bestuur E. A. Wydicks, L. Luchtenberg en Kapelaan A. Koopmans. Zodat de zetelverdeling voor de Brabantse en RKVB den Bosch vier en de Bredase Katholieke Bond drie werd.
Deze elf personen kregen dus de zware maar mooie taak te volbrengen, het voetbalspel in Brabant te regelen. Het ging in de eerste dagen wel wat stroef; er moest hard gewerkt worden om de eenheid ook administratief in •rde te maken, maar na enige weken van inspannende arbeid kon op het laatst van de maand Oetober met de competitie begonnen worden. Er waren 296 verenigingen en 492 elftallen welke laatste in 52 afdelingen werden «ndergebracht. Toen de zaken eenmaal draaide kwam er voor■itgang en na het einde van het eerste seizoen in de nieuwe constellatie 1940—1941, kon met recht geconstateerd worden, dat de fusie voor Brabant geslaagd was.
De voorkomende moeilijkheden ■werden opgelost. De samenwerking was van de meest aangename Bard, mede door de soepele en terzake kundige leiding van de heer A. Schröder. Het Bondsbureau bleef in Breda, hier werden de functionnarissen uit de betrokken organisatie te werk ge-
steld en deze verrichtten de aanzienlijk toegenomen werkzaamheden vlot en tot aller tevredenheid.
Moeilijk werden de zaken naarmate de bezetter zijn invloed deed gelden op het maatschappelijk bestel. Gebrek aan speelterreinen, de arbeidsinzet en krijgsgevangenschap deden hun uitwerking op de voetbalorganisatie gelden. Daarbij kwam nog het gebrek aan vervoermiddelen, dat vanwege het uitgestrekte gebiedsdeel, voor de afwerking van de programma’s funest was. Dit alles was oorzaak dat men allerlei bepalingen zo soepel mogelijk moest gaan toepassen en zeer dikwijls van force majeure gesproken moest worden. Dat van de Brabantse voetballeider, vooral in die oorlogsjaren, grote leiders-talenten werden gevraagd, zal ieder begrijpen die ook maar enigszins met het organisatieleven op de hoogte is. Maar 'het strekt de leiders tot eer dat zij niet alleen alle moeilijkheden overwonnen of tot een minimum terug bracht, maar zelfs nog aandacht wisten te schenken aan de innerlijke verbeteringen. Op de eerste plaats het voor velen nieuwe werk van Jeugdleiding had de volle aandacht. Door instelling van een specifieke Juniorencompetitie waarvan de leiding werd toevertrouwd aan beproefde krachten der vroegere organisaties. En daarnaast aan de vorming van Jeugdleiders werd alle mogeiyke steun verleend, die soms grote finantiële offers vroeg. Verder bleef ook de verbetering van het spelpeil een zorgenkind.
Zelfs een fonds voor spelverbetering werd gevormd waar de kleinere clubs uit gesteund konden ■worden als men tot het aanstellen van een trainer overging.
Ook het scheidsrechterprobleem bezorgde de leiders slapeloze nachten. Maar met de hulp van plaatselijke propagandisten werd ook dit probleem bijna geheel opgelost. Moesten in de bezettingsjaren een groot aantal wedstrijden worden vastgesteld waarvoor geen fluittist kon worden aangewezen, momenteel beschikt men in Brabant over een corps van bijna 400 arbiters welke uitsluitend voor het lagere voetbal beschikbaar zijn.
Uit dit alles moge blijken dat de tot standgekomen eenheid der Voetbalbeweging voor het Brabantse voetbal een periode heeft ingeluid van groei en bloei als nimmer werd gekend. Door de eenheid kwam een voetbalorganisatie tot stand met een Provinciaal gebiedsdeel waarin bijna 43000 actieve leden zijn opgenomen die gezamelijk met meer dan 1700 elftallen aan de competitie deelnemen.
Dat een dergelijke Prcvinciale organisatie ook haar invloed heeft buiten haar eigenlijke werkterrein behoeft geen betoog en dat in deze eenheid met z’n verscheidenheid tot veel meer in staat is zal een ieder getuigen. Het is daarom de wens, dat de tot standgekomen eenheid bestendigd moge blijven tot heil van de Voetbalsport in het algemeen en van de Voetballer in het bijzonder. Een wens die bij het Gouden bestaanfeest van het lagere voetbal een bijzondere betekenis heeft.
Minder leiding van het Nederlands Elftal
En meer vrijheid voor de spelers
Hoewel het onze spelers niet ontbrak aan grote yver, waren het vertoonde spel en de uitslag van de wedstrijd Nederland—Denemarken geen bekroning voor het glorieuze feest, dat de Bondsvoorzitter en dhr. Koolhaas met ere hebben geleid. Er was een tekort aan schieten, er werd ontzettend overdreven met plaatswisselen, waardoor tweemaal een voorzet rustig langs de gehele goal liep, zonder dat één onzer binnenspelers op die plaats aanwezig was. De spelers wisselden zoveel, dat zij niet meer wisten waar zij waren, noch waar zij wezen moesten.. Daardoor kregen de Denen het gemakkelijk want zonder dat ze het zelf behoefden te doen, maakten onze spelers gaten in hun eigen combinatie. Men kan het plaatswisselen evenmin als de „through pass”, als systeem of uitgangspunt vaststellen: de opstelling van de eigen spelers en die dei* tegenpartij moeten daartoe de kans bieden. Het plaatsen en het wegspeleu van de bal was onzuiver en veel te gejaagd. Technisch goede spelers zijn blij als de bal in nun bezit is, omdat ze niet bang zijn voor een toelopende tegenstandei Omdat ze weten, dat ze de bal kunnen brengen, waar ze nem wensen, trappen ze hem niet direct weg. O
De rust en daardoor de zekerheid, die het spel van Abe Lenstra kenmerken, zijn een gevolg van goede techniek. Toch zün onze spelers niet zo techniekloos, dat hierdoor gejaagd spel behoeft te ontstaan. Hoe komt het dan dat deze spelers, volijverig en uitblinkend in clubspel, in het Nederlands elftal niet „zichzelf” zijn? Dit moet aan de leiding liggen en dat is jammer: de leiding moet natuurtalenten met rust laten, ook in Engeland doet men dat. De opdrachtgeverij en het systeem met prof-taktiek zyn uit den boze en onbegrijpelijk, omdat tijdens dit jubileum van alle kan-
ten, ook van Regeringswege, is gebleken, dat wij geen beroepsspel willen. Staak dus die prof-tactiek, heren van de Technische Commissie, laat de spelers v r ij, laat hen het vrije spel spelen! Vier jaren lang zijn we al aan het tobben.
De uitmuntende, vrij spelende spil Mör i n g moest gaan stopperen, waardoor hij slechts de helft van zijn capaciteit kon ontplooien en onze voorspelers minder ruggesteun kregen. Met Van Schijndel dreigt het dezelfde weg op te gaan en het natuurtalent RyV e r s is totaal verdwenen.
Terlouw kan ook meer dan van hem gevraagd wordt. En zowel tegen België als tegen Denemsirken speelde Abe Lenstra niet zoals we dat van hem gewend zijn. Abe en Rijvers zijn evenals Matthews, Steel, Mannion, Finney enz. in Engeland, spelers, die men veilig hun gang kan laten gaan. In de laatste 2 wedstrijden gaf Abe de bal meer en dikwüls vlugger af dan anders en hierdoor was zijn spel veel minder nuttig.
Wij vrezen, dat ook hieraan de leiding schuld heeft, want er wordt ook op „tempo” aangedrongen en voor leken lijkt het spel snel als elke bal ineens wordt gespeeld. Inderdaad is dan het verplaatsen snel, maar het plaatsen laat alles te wensen óver, want de ballen komen bij de tegenstander. Nu behoeft men bij Abe voor slecht plaatsen niet bang te zijn als hij de bal heeft en hij zou met de hem eigen techniek enige tegenstanders kunnen passeren of zelf tot een schot kunnen komen. Dan is het fout en een ellende om te zien als hij de bal afgeeft. Daarom aan Abe de raad om te spelen volgens zijn eigen inzicht, want dat is veel waardevoller dan te spelen volgens opdracht. Na de invoering van het stopperspel hebben we niets andeis dan slechte wedstrijden gezien (behalve tegen Frankrijk, toen vze vry speelden en van Schijndel een flinke duit in het zakje deed) met zwak voorhoede spel, om-
dat er geen voldoende steun in de rug was. En het schot, dat zo nodig is, vooral als men het grote vierkant voor doel is genaderd, voordat de stopper er aan te pas kómt, ontbreekt. Het schieten, vóór de stopper kan ingrijpen, heeft het voordeel, dat de stopper dan inplaats van tegenstander bondgenoot wordt, want hij beneemt dan zijn eigen keeper het gezicht op de bal. Dit is ook een van de redenen, waarom Frank Swift, de vroegere keeper van het Engelse elftal het stopperspel verfoeide. Er wordt aan de spelers, die door hun uitblinkend clubspel terecht in de Ned. elftalclub gekozen worden, veel te veel gedokterd! ledere speler weet wel wat hij waard is, hij heeft zijn ~eigenwaarde”, maar als hij in de Ned.- elftalclub wordt geleid en nog eens geleid, totdat hij helemaal niet meer zichzelf is, dan verliest hij zijn eigenwaarde, zijn zelfvertrouwen. Dan lijkt het of hij er eigenlijk nog niets van kan en spelen zonder zelfvertrouwen is weifelen, is gejaagd spelen. Dan komt er schotloos spel, we zien de bal ineens, zonder plaatsing, spelen (tempo heet dat), de rust van een Abe ontbreekt en men zal toch niet beweren dat hij niet uiterst snel is en zuiver als een waterpas kan spelen. Wij hebben in onze jubileumwedstrijd een plaatswisseling gezien om duizelig van te worden. Heren van de Technische Commissie, het roer moet om, U hebt de helmstok vastgebonden, het amateurisme eist een vrije vaart, het wil koersen naar omstandigheden en het is daarbij altijd welgevaren. D. L,
„Geen üoetbaïler Pond waard’*
EV ENGELAKD WORDEN feMENTEEL KRANKZINNIGE BEDRAGEN VOORSPELERS BETAALD
IN de „Sunday Express” van 18 Dec. j.l. staat een artikel van sportredacteur Alan Hoby over de financiële gang van zaken bij voetbal in Engeland, dat wij merkwaardig genoeg vinden om vrijwel in zijn geheel over te nemen;
„De vraag, die iedereen in Engeland zich momenteel stelt, is: Waar haalt een club als Preston North End het geld vandaan om £ 26.000 te betalen voor 1 speler, Eddy Quigley? Het antwoord is eenvoudig. Op enkele uitzonderingen na kopen en verkopen de 88 clubs uit de League voetballers geljjk vee. Volgens dit systeem verkopen clubs menigmaal een paar benen voor de hoogste bieder met de inzet, met dat geld een ander paar onderdanen, dat hun-op dat ogenblik meer aanstaat, terug te kopen.
Ik val daarover niet Preston aan, maar ik keur het systeem af. Preston is op zichzelf een nette club en Jim Taylor, de manager, is een eerlijk man. En daarbij, volgens de bestaande regels, doet Preston niets oneervols door tienduizenden ponden sterling neer te tellen voor een speler. Preston is een nette club, die nimmer iets „onder de toonbank” verhandelt. Maar Preston heeft dit seizoen reeds £ 62.500 aan nieuwe spelers besteed (5 stuks) en dit systeem keur ik af. Beroepsspelers verdienen per week £ 12. of minder en officieel mogen zij geen penny ontvangen van de bedragen, waarvoor zij verhandeld worden. Maar de clubs kunnen rijk worden door de transferbedragen tot in het onzinnige op te drijven! Preston heeft nu Quigley voor £ 26.000 en Forbes (Wolves) voor £lB.OOO gekocht en zij kónden dat doen.
Hoge winsten
VORIG seizoen maakten zij ’n winst van £ 14.000, de jaren daarvoor was dat gemiddeld £BOOO per seizoen en er was zelfs een seizoen van £ 30.000 winst. Preston verdiende ook nog £20.000, toen men de internationale linksbuiten Bobby
Langton verkocht aan Bolton, Bogan aan Manchester United en Corbett aan Leicester”.
En dan beschrijft Hoby, hoe toch de tegenwoordige clubleiders in ’t algemeen wel mensen Z(ijn, wien voetbal ter harte gaat, die er veel voor over hebben en die vaak bereid zijn, indien nodig, uit eigen zak bij te passen in tekorten. Maar ondanks dat is het tegenwoordige verkoopsysteem slecht, onbevredigend. Temeer komt dit tot uiting in clubs, die door directeuren geleid worden, die van voetbal niets afweten. Die zorgen er voor, dat beroepsvoetbal verandert in een grotesk, gigantisch gekkenhuis. Binnenkort krijgen we natuurlijk de voetballer, die voor £ 30.000 verhandeld wordt en voetballers, die een paar jaar geleden nog geen £ 500 waard waren, gaan dan voor £ 15.000 en meer van de hand.
W aanzin!
EDDY QUIGLEY is een Intelligente binnenspeler. Maar hij komt van Sheffield Wednesday, een club uit de Ze divisie. Hü heeft nooit in het Engelse elftal gespeeld. Kan hij vergeleken worden met de hogeschoolvoetballers als Alex James (£ 9000), David Jack en Peter Doherty (beiden £ 10.000), Bllly Steel (£15.000), Tommy Lawton (£ 17.000) en Hughie Gallacher? De mening van Preston is, dat dit transfersysteem geld in voetbal in circulatie houdt en dat, als men het geld niet aan spelersaankopen besteedt, de belasting er wel raad mee weet. Mijn opinie is echter, dat £ 26.000 voor elke voetballer een idiote prijs is en dat deze waanzin niets dan eliende zal brengen voor onze sport. En daarom stel ik voor, dat de Football Association de volgende maatregelen neemt:
1. een maximum-transfer bedrag voor 1 speler vast te stellen op £ 10.000. 2. De spelers een billijk aandeel In het transferbedrag toe te staan. 3. Alleen transfers toe te staan in het gesloten seizoen.
KRIS-KRAS IDOOR PERS { I EN CLUBBLADEN > I
Nog Geleerder Voetbalboeken
(De Telegraaf) De brochure „Beter Voetbal”, uitermate vlot geschreven werkje, verlucht met passende foto’s en schalkse etsen, smeekte om een vervolg. Wij overwogen als titel „Best Voetbal”, doch besloten tot „Nóg beter Voetbal”. In het kort gehouden en uitermate sobere en overzichtelijke bestek van 923 pagina’s be. keuvelden wij een aantal ongebruikelijke systemen in de voetbalsport. Dit boek zit eivol met linke adviezen en die verkrijgt u allemaal voor ƒ 22.90, doch niettemin komt er gen vervolg op ons boek, onder de titel: „Akelig goed Voetbal”. Maloe.
Italië lijmt spelers
(Sporting, Antwerpen). Italië speelt thans baas op de internationale voetbalmarkt. Het geniet de eer weer naar Engeland te mogen gaan en spelen slokop in onze beweging. Het geval Wilkes is nog steeds aktueel nadat er zoveel gesproken was over het transfert van Bongiorni, van Lieducq, nadat'pogingen werden aangewend om onze Hermans en Coppens naar Italië te tronen. Hierbij laten de macaroni-mannen het niet. Nadat zij een paar vet betaalde Zweden hebben aangeworven, is een nieuwe delegatie
in de Frankrijk, Holland vertrokken om met ue internationale Franse' en met Terlouw, ur'efil ZO zeer van node ne F onderhandelen. Bara jf' „Wij beroepsvoetballers m onze loopbaan slechts K .piode waarin wij ons vak z unnen beoefenen, dat het Wat Italianen hiVïli/®” overtreft alle andere jjP len en ik zou ongelijk *;)(L*not te weigeren in niens, f = kan jeoefen «r Seld te verdienen.” We PWq® of Terlouw hetzelf , rd zal geven, een antwoo eeds voor driekwart e is. Maar we kunnen j,Oderstellen dat de 'r°PPh öartali O” “i’iÊp''! onu prinsen behanctól k doen met hun **One deze bed! hebben. A verl'SNstiTr" op valt af te leit is zeker: De Lire 7fP<\elri rol.. glyk der ® Wordt genoemd..
StandP'"isft‘‘-v. BeroeP‘^^l
(Clubb’7®^). W j Oog* ons land om i'pnlen en er ordf h®*® byS
heel andere vorm van beroepsspel. We behoeven daarbij maar te denken aan café’s, sigarenwinkels, melk- en kapperszaken 0.a.! Dat is in principe hetzelfde, als waarvoor Wilkes c.s. gezwicht zijn: het (grote) handgeld, de mogelijkheid een appel(tje) voor de dorst te hebben. Voor de „betaling” van hun spel per wedstrijd zwichten de spelers (in ieder geval het overgrootste deel daarvan) niet.
Heeft het dan zin te praten en vooral te schrijven over betaling van spelers? De clubs kunnen het, op een hoge uitzondering na, niet bekostigen en onder het overgrote deel van de spelers leeft het niet, bestaat er geen behoefte aan. De ; Nederlandse ervaring is, dat in sesi goed geleide club, waar met 3e belangen en de interessen van ie leden zoveel mogelijk wordt rekening gehouden en waar men aan de gerechtvaardigde verlangens van de leden zoveel mogelijk tegemoet komt, men geen enkele moeilijkheid ontmoet. Géén betaling, géén beroepsspel! b En bestrijding van uitwassen. En staken we dan dat sensationele geschrijf over wat VFilkes, De Harder, enz. enz. doet. A.V.
Raffinement en Fantasie! (Verlegh in De Telegraaf)
Het voetbal van recht toe recht aan komt men er vooral bij de tegenwoordige uitgekiende en vaak voortreffelijke dekking niet meer. De wedstrijd tegen Djurgaarden heeft dit nog eens aangetoond. En het moge dan waar zijn, dat in het algemeen het misschien nog te veel verlangd is, dat de Nederlandse voetballer „raffinement” en „fantasie” in zijn spel aan de dag legt, we zullen er, hoe dan ook, toch naar toe moeten, willen we ons woordje op de internationale voetbalmarkt blijven meespreken.
*). D.w.z. verfijning en verbeelding, beide met voetbalschoenen. – Red.
AANVOERDERS NED. ELFTAL.
Harry Dénis, 37 maal; Puck van Heel 29, Bok de Korver 15, Gejus v. d. Heulen 13, Arie de Vroet 14, J. H. H. Kessler 8, Bosschart 7, Dolf van Kol 7, Dirk Lotsy 6, W. Anderiesen 4, E. G. Mundt 4, L. Otten 4, Bas Paauwe 4, J. C. Hey~f ning 3, K. Heijting 2, G. A. Kessler 2, B. Caldenhove 1, E. van der Kluft 2, H. van der Linden 2, C. Bekker 1, B. Hoogstede 1, J. Rodemond 2, B. Stom 2, H. A. Vermetten 2, F. C. Kuipers 1, E. K. A. de Neve 1, O. W. Ruffelse 1, E. Snethlage 1, H. H. Steeman 1, J. C. Tetzner 1,. Oor Wilders 1, A. W. Verlegh 1, Van Male 1, Henk Schijvenaar 1, Kick Smit 1.
Het Interlandvoetbal van de KNVB van 1905 tot heden
fS"/S moeite met een goed do [ Pherson genomen hoekschop. De doelman kan < ‘ nog juist corner tippen >L
(Herplaatsing wegens misstellingen in dit artikel in het nummer van 5 December),
U, dat het Ned. elftal van 30 April 1905 tot op heden 181 officiële landenwedstrijden speelde en dat daarvoor in totaal 309 spelers uit 76 clubs werden gekozen? In onderstaand schema verkrijgt U een beeld, welke clubs in de loop der tijden de internationale spelers hebben geleverd. Het eerste cijfer geeft aan het aantal malen, dat de club in het Ned. elftal was vertegenwoordigd, het tweede cijfer het aantal door de clubs geleverde internationals.
Ajax 196-28 Feyenoord ... 180-18 HW 139-23 HBS 134-19 HFC 115-14 Sparta 100-16 DFC 74-11
Quick (H.) .. 68-9 ADO 68-8 NAC 57-11 Haarlem .... 56-12 Be Quick .. 48-10 PSV 37-3 Unitas 36- 1
Xerxes 33- 2 Blauw Wit .. 33-10 DWS 32-3 VUC 31-6 DHC 28-2 Vitesse 2'5- 4 VOO 25-5 Stormvogels 25- 3
Go Ahead .. 24- 5 LONGA 24-4
UVV 22-3 Willem II .. 21- 9 AGOVV 21-3 Neptunus ... 20- 3
Kampong .... 17-1 Velocitas Br. 16- 6 Concordia .. 16- 1 HDVS 15-4 Alc. Victrix .. 15- 1 UD 15-3 EDO 15-2 Heerenveen . 15-1
RCH 14-1 Roermond .. 14- 2 ZAC 13-1 HVV 13-3 Hercules .... 12- 3 Heracles .... 10- 3 NO AD 10-2
DCV 9-1 Quick (N.) .. 9-4 Enschede .... 9-2 ’t Gooi 9-3 SVV 9-3 De Spartaan .. 8-3 Wageningen . 8- 1 RFC 7-1 KFC 6-2 Velocitas (Gr.) 5- 1 BW 5-4
Achilles .... 4- 1 Ajax (L.) .. 4-1 PW 3-1 Excelsior .... 3-2 Sittard 3-2 Neptunia 3-1 Sneek 3-1
DOS 2-2 VSV 2-2 ZFC 2-1 Sitt. Boys .. 2-1 AFC 1-1 ASC 1-1
Bloemendaal . 1- 1 luliana 1-1 PEC 1-1 Quick (Kamp.) 1- .1 Voorwaarts .. 1-1 GVAV 1-1 Wilhelmina .. 1-1 ’t Zesde .... 1- ‘ NEC 1- . Totaal 2008-330
De Oranjeploeg speelde 181 maal; neemt men dit 11 maal, dan verkrijgt men 1991. Het feit, dat 17 maal in deze interlandwed.strijden een invaller de plaats van een geblesseerde speler innam, doet het aantal gekozen malen tot 2008 stijgen. Op het aantal gekozen spelers (330) moet men er 21 in mindering bren-
gen, daar 20 spelers voor 2 clubs en de Natris zelfs voor 3 clubs als internationals uitkwamen. Stelt men bovengenoemde lijst „plaatselijk gewijs” samen en dat is wel interessant, dan verkrijgt men de volgende cijfers:
Den Haag 440-65 Rotterdam 368-45 Amsterdam 270-43 Haarlem 200-29 Breda 74-18 Dordrecht 74-11 Tilburg 55-15 Groningen 54-11 Utrecht 54- .9 Delft 44-3 Deventer 39- 8 Eindhoven 37- 3 Gorinchem 36- 1 Arnhem 25- 4
fJmuiden 24- 3 Schiedam 24- 7 Apeldoorn 21- 3 Alkmaar 15- 1 Heerenveen 15- 1 Zwolle 14- 2 Roermond 14- 2 Maastricht 13. 3 Enschedé 12- 3 Alm.elo 10- 3 Nijmegen 10-5 Krimpen a. d. Lek 9-1 Hilversum O- 3 Wageningen 8- 1
Koog a. d. Zaan 6-2 Den Bosch 6- 5 Leiden 5- 2 Sittard 5- 3 Assen 4. 1 Delfzijl 3. 1 Sneek 3. 1 Velsem 2- 2 Zaandam 2- 1 Bloemendaal 1- I Spekholzerheide 1-1 Kampen 1- 1 2008-324
In totaal werden dus 40 verschillende steden of dorpen in het Oranje-team vertegenwoordigd. Van het eindcijfer 324 trekke men 15 af, daar spelers als internationaal 2 verschillende plaatsen vertegenwoordigden en zij dus in bovenstaand schema dubbel zijn vermeld. Uit bovenstaande blijkt, dat Den Haag wat internationale spelers betreft ver aan de top staat; dit resteert nog uit de goeie, ouwe tijd van HVV, HBS en Quick, de tijd, waarin de Kesslers, Otten, Bosschart, Dénis, Feith, Welcker, Snethlage en zoveel anderen voethalrnpm vpryamplHpn
VERENIGINGEN, DIE AANVOERDERS AAN HET NED. ELFTAL AFSTONDEN
In totaal was Feijenoord 48 maai als aanvoerder in het Oranje-team vertegenwoordigd, dan volgen HBS 41, HW 19, Sparta 17, HFC 16, Ajax 13, Quick (H.) 12, DFC 6, Be Quick en 81. Wit 3, NAC 2, Haarlem, EDO en DWS ieder 1.
HET MEEST ERVAREN NED. ELFTAL Als aardige bijzonderheid diene, dat de ploeg, welke op 5 Juni ’3B te Le Havre met 3—O van de Tsjechen verloor, het meest geroutineerde elftal was, dat ooit op de been werd gebracht, daar deze gezamenlijke ploeg in totaal 258 maal was gekozen, t.w. van Male 10 maal, Weber 26, Caldenhove 19, Paauwe jr. 22, Anderiesen 41, van Heel 63, Wels 36, v. d. Veen 2, Vente 15, Smit 22 en de Harder 2,
MEER DAN 10 JAREN INTERNATIGNAAIi 14 Spelers had het Ned. elftal, die zich over een periode van 10 jaren of langer als internationaal wisten te handhaven, namelijk: Wout Buitenweg, B. Paauwe, van Heel, Pellikaan, Smit, Dé Kessler, Anderiesen, Ruffelse, Bosschart, Dénis, de Vroet, v. d. Heulen, Bergman en Abe Lenstra.
INTERNATIONALE RANGLIJST
Tenslotte vermelden we nog de lijst van landen, waartegen onze vertegenwoordigende ploeg uitkwam, met de resultaten:
gesp.gew.gel. verl.vr.-teg. België 69 34 16 19 174-126 Duitsland 15 5 6 4 33- 31 Zwitserland 15 7 __ 8 35- 34 Denemarken 14 7 3 4 26- 20 Engeland 11 1 10 9- 54 Groot-Brittannië .. 1 __ 1 3- 4 Zweden 11 1 10 9- 54 Frankrijk ........ 9 6 3 37 19 Ierse Vrijstaat .... 5 4 1 15- 9 Noorwegen 5 1 3 1 11- 13 Luxemburg 4 3 — 1 17- 7 Italië 4 3 1 6- 7 Hongarije 3 1 2 6- 10 Tsj. Slowakije .... 3 1 — 2 9- 6 Uruguay 2 2 1- 4 Oostenrijk 2 1 1 3- 2 Finland 2 2 13- 1 Egypte 1 1 1- 2 Roemenië 1 1 6- 0 Spanje 1 — 1 1- 3 Ohili 1 — 1 2- 2 Zuid-Afrika 1 1 — — 2- 1 Schotland 1 — 1 1- 3 Totaal Nadruk verboden! 181 82 33 JAAP 66 437-383 VAN RIJN.
ïnn unn rechts«/Mlt I/UII fialf van het Nederlands Elftal brak vorige Zondag tegen RCH een kuitbeen. Wij zien hem hier liggen in het Militair Hospitaal te ’s-Gravenhage. Met zo’n vriendelijke verzorgster bij hem zal hij wel spoedig hersteld zijn.