Bondsbestuur zich krachtig uitgesproken: „Het verklaart zich tegen beroepsvoetbal, in welke vorm ook, in Nederland, beschouwt het als schadelijk voor deze sport en het volk en zal daarom beroepsvoetbal zoveel mogelijk bestrijden.”
Moge ook dat zo blijven!
Bond en Sportpers
TN HET LEVEN van de KNVB * heeft de sportpers steeds een belangrijke rol vervuld, soms afbrekend door te felle critiek, dikv/ijls opbouwend door voorstellen over aanhangige vraagstukken te publiceren.
Vanwaar die nauwe band tussen Bond en sportpers? De oorzaak is, dat leidende sportjournalisten tevens leidende figuren waren in onze Bond, of omgekeerd: leidende figuren grepen om hun ideeën te propageren naar de pen en gingen sportbladen redigeren. Werden al doende sportjournalist. Mulier was redacteur van de Nederlandsche Sport en daarna Van Het Sportblad. J. C. Schröder beroepsjournalist en groot speler Van het Amsterdamse R.A.P., redacteur van de Athleet en daarna Van een nieuwe uitgave van Het Sportblad. Stokvis, ook beroepsiournalist, voorzitter van HBS en een geducht strijder in de algemene vergadering, was onder het Pseudoniem Van den Haeghen een fel en geestig schrijver over bondszaken in Het Sportblad en zo waren er meer in de oude tijd, die de sportpers leidden en hun van
het Bestuur afwijkende meningen publiceerden en daardoor invloed hadden op het bondsleven.
Later is' het zo doorgegaan: Groothoff, scheidsrechter, spel- en spelregelkenner, was redacteur van Het Sportblad. Meerum Terwogt, ook een befaamd scheidsrechter, maakte niet minder naam als voetbalschrijver. Hans, een vechtjas in de bondsvergadering, was redacteur van De Sport en schrijver dezes, scheidsrechter en bestuurslid, van de Sportkroniek, die nu al meer dan 30 jaren het officiële orgaan van onze Bond is. Ir.«Kips was geen redacteur, maar wel publicist in sportbladen. J. G. Coster, bondsbestuurslid, was redacteur van Het Sportblad.
TONNY STAAL oud Secretaris-Pemiingmeester »
Het vak van sportjournalist bestond toen nog niet, steeds waren het functionnarissen van de Bond, die schreven en’ redigeerden. Dat moest wel eens tot conflicten leiden, vooral in de groeiperiode, toen er dikwijls felle strijd was over belangrijke onderwerpen. Maar wij hebben elkaar altijd weer gevonden, omdat wij allen slechts één ding voor ogen hadden: het belang van de sport en de Bond.
Later hebben de dagbladen zeer veel tot de bevordering van onze sport bijgedragen en de radio doet het thans niet minder.
STEVEN COLDEWEY Vice-Voorzitter
Ir. H. F. HOPSTER Vice-Voorzitter.
Conflicten komen nu zelden meer voor, omdat de sportjournalisten persoonlijk minder in het bondsleven zitten en de naast de zeer veel vei'beterde minder beschrijvende en meer beschouwende verslaggeving, de debatten zich vrijwel beperken tot spel en spelsystemen, wat langs het Bondsbestuur heen gaat.
Maar ook in de oude jaren heeft de sportjournalistiek, met bruisende, zij het dikwijls te felle en ook wel persoonlijke toon, vooral als het vinnige wapen der satyre ter hand genornen werd: „Lakkie” (Schröder), „Interviewer” (Hans), „Dr. Van Staveren” (Meerum Terwogt) en „Mephisto” (tot heden ons onbekend), een opbouwende rol vervuld, door de zwaarwichtigheid, welke ’t Bondsbestuur wel eens kenmerkte, in het zonnetje te zetten.
Wijlen D. Hans, als voorzitter van de Nederlandse Journalisten Kring èn om zijn werk eenmaal een der eerste journalisten van Nederland schreef over Sportjournalistiek in het door hem samengestelde „KNVB-Boek*’ bij het 40-jarig van onze Bond:
„Heeft het officieel orgaan de absolute plicht de Bondspolitiek door dik en dun te verdedigen? Neen. Dat het officieel orgaan zich enige reserve dient op te leggen, zij toegegeven, maar het heeft niet zijn journalistieke vrijheid geofferd, zijn zelfstandigheid verloren.”
En: ~Bond en Pers hebben beide hun eigen taak, maar hun samenwerking is in het belang van het spel, dat wij allen liefhebben.”
Zo is het!
Voetbal fokt organisators
VER WOERD, een der beste bestuursleden, die wij ooit gehad hebben, was de eerste, die oog had voor de waarde van leiderswerk in de voetbalsport voor het ontwikkelen van het vermogen om te organiseren. „Waar, zo zei hij eens, heb ik geleerd te administreren, te schrijven, in het openbaar te spreken, te financieren en te organiseren? In mijn voetbalclub en in onze Bond.” Dat is belangrijk uit de
mond van een man, die het maatschappelijk ver gebracht heeft. Leiderschap in de goede zin heeft dikwijls zijn weg gevonden in de sport. Politici, die Karei Lotsy hoorden spreken, zijn wel eens beducht geweest, dat hij op hun gebied zou komen. Hoeveel middelmatigheden zou hij daar niet omgekegeld hebben?
Ons spel is strijd en ook in onze organisatie zal steeds strijd blijven; er zijn tal van onderwerpen, die periodiek weer in het brandpunt van de belangstelling staan: P. en D.-wedstrijden, competitieindeling, samenstelling van de Bondsvergadering, de Bondsfinanciën, e.a. Zij zullen vraagstukken blijven, omdat de belangen dikwijls tegengesteld zijn. Waar krachtig leven is, daar is strijd; laten wij ons verheugen, dat ook volgende voetbalgeslachten zich daarin zullen kunnen stalen.
De toekomst
Bij elk jubileum van onze Bond was er iemand, die behoefte voelde om een blik in de toekomst te slaan. In het „KNVB-Boek” bij het 40-jarig bestaan in 1929, dus 20 jaren geleden, deed ik het. Een tikje wijds, in drie hoofdstukken: I. 'Voetbal als maatschappelijk verschijnsel; 11. Spelvorm, spelpeil en amateurisme, 111 De organisatie van de NVB en zijn internationale positie. Mijn conclusie was:
L. BRUNT Secretaris-PenniriQmeester
„Ik zie groei: méér voetballers, méér toeschouwers, verfijnder spel, een sterker organisatie. Dus: BLOEI!
Tien jaren later, in het Jubileumboek van 1939, was het Hirschman. veeljarig bestuurslid en erelid, die schreef over „de toekomst van de Bond”. Hij noemde „dreigende gevaren”: tegenwerkende factoren van buiten-af, verminderde belangstelling voor de lichamelijke opvoeding, verschuiving van de belangstelling voor voetbal naar andere takken van sport, belemmerende maatregelen van politieke of kerkelijke zijde, veranderde opvattingen over het besteden van de vrije tijd. En onder de „vele gevaren, welke van binnen-uit uit te duchten zijn,” noemde hij: afwijken van één der hoofddoeleinden der voetbalsport, t.w. het verschaffen van geestelijke ontspanning door lichamelijke in.spanning en voorts het optreden van ontaardingsverschijnselen onder invloed van tijdsomstandigheden.”
In 1929 de optimist, in 1939 de pessimist!
Ik blijf nu, na twintig jaren bij miijn verwachting van toen: Nog groter bloei! Moge die verwachting ook nu vervuld worden!
Feest
En nu gaan wij het 60-jarig bestaan ♦an onze goede, oude, geliefde KNVB vieren! In groter stijl dan ooit te voren: H. M. de Koningin zal zich doen vertegenwoordigen bij de plechtige herdenking, niet slechts van het Jubileum, maar terecht ook van onze gevallen makkers in de oorlog en de gruwelijke tijd der Duitse bezetting. En wij gaan nu in Olympische trant de kunst aan de sport paren: het beroemde Concertgebouworkest zal de plechtigheid opluisteren! De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal een vertegenwoordiger zenden, Dr. Miedema en deze zal ’n herdenkingsrede houden. Het Bestuur van de FIFA komt de feesten bijwonen, zomede vertegenwoordigers van vele buitenlandse Voetbalbonden. En Karei Lotsy zal spreken en hij, die ir. honderden redevoeringen zijn hoorders urenlang kluisterde, zal nu zijn 'rethorisch meesterschap moeten tonen in beperking tot een kwartuur. Wij hopen, dat de radio deze plechtigheid zal uitzenden!
Dan een receptie van ’t Bondsbestuur, waar het voetbalvolk in huldigende stoeten zijn gelukwensen zal komen aanbieden.
En eindelijk de wedstrijd tegel» Denemarken in ’t Olympisch Sta» dion. Daar komen de 60.000 voetbalminnaars „het wondere spel’* aanschouwen. Laat het tot die overweldigende massa doordringen, dat dit niet maar een interlandwedstrijd is als alle andere! Laat de luidsprekers voor de aanvang uitschallen ons slotwoord van dit Jubileumsartikel:
Onze 60-jarige Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, bij leve, groeie en bloeie in lengte van jaren tot heil en vreugde van ons volk!
Voetbalvreugd
Wij allen hebben blije dagen Op ’t groene sportveld doorgebracht. Wanneer de lente van ons leven Op-bloeide in weelderige pracht.
Dan gloeiden we van blij genieten, In spanning hamerde ’t hart. Dan juichten we van voetbal-vreugde, Dan snikten we van voetbalsmart. En als de vlegel-tijd voorbij was, Dan bleef die zoete vreugd bestaan, * Dan bleef ’t genot van voetbalweelde. Toch warm ons in de harten slaan. Dan was die zalige sensatie Als een nooit temperende gloed. Die al de dagen op het sportveld In warme vreugd óp-Uchten doet. Zo blijft, door heel ons verder leven, De vreugde van het voetbalspel Een rosse vlam, die nooit gedoofd wordt. Maar kronkelt langs ’t gebeuren, fel.
Zo zet hcrin’ring onze dagen In glans van gouden zonneschijn. En zal zij tot in verre jaren Een onverwelkb’re vreugde zijn.
RADIO-UITZENDINGEN JUBILEUM 'K.N.V.B. ] Op Donderdag 8 December, de datum van de oprichting, zullen 2 radio-uitzendingen geschieden: Ie A.V.R.O. van 18.15—18.30. Sprekers: K. J. J. LOTSY, Bondsvoorzitter, Ir. J. W. KXPS, oud-Bondsvoorzitter, BRUNT, Secretaris-penningmeester, K. J. J. LOTSY, Bondsvoorzitter, BOELJON, Hoofdconsul, 'L. BRUNT. Secretaris-penningmeester, v. d. MEER, Scheidsrechter, AAD V. LEEUWEN, Sportcommentator AVRO, jjj, kORVER, HARRY DENIS, Dr. „ GöBEL, kick SMIT en PIET KRAAK, 2e Wereldomroep: ‘ vroegere en tegenwoordige spelers van het 15.15—15.45 golflengte 13, 16 en 49 meter. Nederlands Elftal. 20.45—21.15 golflengte 25, 31 en 49 meter. De K.R.O. en de V.A.R.A. zullen op Zaterdag Klankbleeld ,.70 Jaar Voetbal, 60 jaar Voet- 10 December op verschillende uren fragmenten 1 halbond*', geschreven door D. van Rijn, mede- uitzenden van de Herdenkingsplechtigheid in I werkers: het Concertgebouw.