Ditmaal was de fortuin de Belgen gunstig

(Vervolg pag. 823) De Belgen toonden zich, vergeleken bij de vorige maand, niet veel veranderd. Trouwens, bij vorig jaar vergeleken, ook niet. Het is nog steeds beter, hechter ploegverband dan bij ons. Nog steeds zijn de spelers physiek wat sterker (speciaal de voorhoede met kanjers als Chaves, Mermans en Coppens), hun combinaties lopen soms heel verdienstelijk, en de oude fout te hoog spelen ; wordt nog altijd gepaard aan een zekere onmacht om tot scoren te komen. De aanvallen rolden maar aan, zijn soms ook wel tamelijk gevaarlijk, maar het moet beslist meezitten anders komt er geen doelpunt uit. Daarom was de betrekkelijke kalmte, waarmee de Belgen hun zege begroetten, te begrijpen. Dit was geen imponerende zege, maar een echtè Holland-België, een strijd tussen gelijkwaardigen, waarin het nu eens eindelijk niet tegenzat. En dus de punten over de Moerdijk gingen. Zonder dat de Belgische voetbaldemonstratie nu een overweldigende indruk maakte. Dat was tegen de Zwitsers nog wel het geval. Toen werden de gasten-Helveten onder de voet gelopen, maar nu zat alles wat Belgisch was te smeken om het eindsignaal. Toch was die Belgische voorhoede niet gek en de verdediging was dat evenmin, hun middenlinie zelfs prima gespeeld heeft.

Van der Auwera. de lange rechtshalf, vonden wij wel ongeveer de beste man van het veld. En Mees deed alleen voor hem onder, omdat hij tegen het eind nerveus en onzeker ging spelen. Chaves was wel de beste voorspeler der Belgen, hoewel Lemberechts er ook wezen mocht, evenals Mermans tot aan zijn blessure na een botsing met Terlouw. Govard scoorde het doelpunt, maar was toch niet verbijsterend-goed en Coppens beviel ons beter als achterspeler dan in de voorhoede, hoe hard hij ook werkte. Na rust kwam er onzekerheid in de Belgische gelederen en ging men al direct op het behoud van de minimale voorsprong spelen, hetgeen de wedstrijd niet ten goede kwam, terwijl de forsheid en het tijdrekken toenamen. Bovendien werd nu eerst recht duidelijk, waarom de Belgen met rugnummers speelden, want hun aanvalsformatie wisselde om de 5 minuten. Mermans ging linksbuiten spelen, Chaves die zich de volle 90 minuten van zijn plaats in de opstelling zo weinig mogelijk aantrok en daardoor Everse in verleiding bracht tot het verlaten van zijn standplaats werd rechtsbinnen, Govard middenvoor. Later werd het nog ingewikkelder, doordat ook Gillard geblesseerd raakte, waardoor hij op zijn beurt op de linkervleugel kwam. Mermans linksbinnen ging spelen, Coppens back. In de laatste minuten tenslotte dook Lemberechts als linksbuiten op en Verzeilde Gillard naar de rechterkant. Maar dit deed er toen niet veel meer toe want de Belgische voorhoede kon maar zelden meer in actie komen.

Belgische defensie wel goed, maar onrustig

We moeten de Belgische verdediging nog het compliment van de nul tegengoals maken, hetgeen we bij deze doen; er is hardnekkig en soms heel goed verdedigd. Gillard viel nog wat inee, Aernoudts bleek niet zo goed als tegen de Zwitsers. En Meert deed ’t uitstekend. Maar aan zelfvertrouwen moeten de heren toch nog winnen, want toen de Nederlandse storm in de 2e helft losbrak, was de Belgische defensie eerder van de kook dan verwacht had mogen Worden. Drie kwartier lang stond men zo ongeveer met de ïug tegen de muur en gelukkig Vond men openingen om de bal richting tribune te jagen, waardoor men af en toe even op adem kon komen. Er is geen voldoende reden voor dit koortsachtige element in hetspel der Belgische verdedigers. Deze defensie is heus niet zwak €n daarom moest men wat meer

zelfvertrouwen 'en rust in het spel hebben. O

Als we tenslotte nagaan, of er naar aanleiding van deze ontmoeting redenen zouden zijn om het Nederlands Elftal voor de volgende Interlandwedstrijd volgende maand tegen Denemarken te wijzigen, dan lijkt ons dit nauwelijks gewenst. Slechts hopen we Lenstra nog eens op een binnenplaats te zien (hij heeft daar even gespeeld, toen Timmermans, kort vóór tild, rechtsbuiten kwam te staan) en Is het nog de vraag of Everse onze beste rechtsback is. Een of meer oefenwedstrijden moeten hierin licht verschaffen. Verder verwachten wij hetzelfde elftal tegen Denemarken in het veld te zien. HERMAN KUIPHOF

Joe Senten t Dhr Joe Senten, voetbalofficial en sportjournalist te Antwerpen, i%jl. Zaterdag overleden, op de dag van de wedstrijd Rotterdam —Antwerpen, die zo zeer zijn liefde had en welke hij geen enkele maal heeft overgeslagen. Dhr Senten was jarenlang onze Belgische correspondent en wij hebben steeds grote waardering gehad voor zijn gedegen artikelen over het Belgische voetbal. Zijn nagedachtenis blijft bij ons In ere.

Juniorenvoethal Noord-Brahant In een vergadering van jeugdleiders in Noord-Brabant is besloten tot de instelling van een algeheel kampioenschap van deze provincie, waaraan de hoogste klas uit iedere kring of sectie zal deelnemen. De elftallen van Katholieke verenigingen komen in de finale voor de bisschopsbekers van de bisdommen Den Bosch en Breda en die der neutrale verenigingen komen in de finale voor de KNVB-beker.

J. Emanuël 30 jaren scheidsrechter

ROOSENBURG

De Bussummer J. Emanuël heeft het gepresteerd om 30 jaren wedstrijden te leiden. Via de Volks-Voetbalbond kwam hij in de (K)NVB. Veel interesse toonde hij ook voor de schoolwedstrijden. Dan floot hij wel 6 wedstrijden op één dag. Zodoende heeft hij zeker 1000 wedstrijden geleid. Zaterdagmiddag werd hij, de 46-jarige, vóór de plaatselijke derby Huizen—Zuidvogels gehuldigd. Namens de landelijke Bond bood J. C. Verthoren uit Utrecht hem de KNVB-tegel aan. E. van Eysden schonk hem namens Huizen en Zuidvogels een sigarettenkoker. Verder waren er bloemen van de Huizersupportersvereniging en complimenteerde ook de Gooise scheidsrechtersclub.

Jubileamgeschenk KNVB

Een Commissie bestaande uit: Dr. C. Spoelder, Voorzitter, Jacq. Questroo Jr., Secr-Penn., en Chr. V. Dijk, J. W. Hanssen, G. H. Hauber, E. Landaal, C. H. Poen, A. L. M. Schröder, J. W. Veldkamp, leden, heeft zich tot de leden van de Bondsvergadering, Commissieleden, Afdelingen, Afdelingsbestuursleden. Consuls, Scheidsrechtersrapporteurs en Oud-Officials van de KNVB gewend om financiële bijdragen voor de aanbieding van een huldeblijk aan de KNVB bij de viering van zijn 60-jarig bestaan. De commissie, die overleg heeft gepleegd met de „Commissie van de gezamenlijke verenigingen” heeft besloten dat dit geschenk zal zijn ’n grote bronzen vitrine te plaatsen in de Bestuurskamer van het Bondsgebouw, om daarin de Bekers en kunstvoorwerpen onder te brengen, die nu overal in het gebouw verspreid staan en daardoor niet tot hun recht komen. Voor 15 November wordt antwoord ingewacht bij dhr. Jacq. Questroo Jr., Loosduinscheweg S6l, ’s-Gravenhage, Giro-no. 184355.

De Nederlandse Politie krijgt klop

Het Nederlands Politie-Elftal leed Zaterdag in Arnhem een verrassende I—O nederlaag tegen het Arnhems KNVB-elftal. De ploeg van de politie, met verschillende bekende eerste klas spelers als Kammeyer (Be-Quick), Remmers en Huybregts (BW), Gillissen (RBC) en de VSV’er Van Onselen, nam het wat licht op. Nu was de tegenstand ook niet al te groot en de techniek van de politie was een klasse beter. En zij deed het al gauw kalmpjes aan. Met schoon voetbal dachten de politiemannen de Arnhemse achterhoede schaakmat te kunnen zetten. Daar opereerden evenwel de 'Wagefiingers Job Jansen en Beyer als backs, uitstekend geassisterteerd door de spil van Rheden Harmens. Mochten zij het werk soms niet afkunnen, dan was er nog doelman Geutjes (RVW), die door zijn stijlvol optreden de aandacht op zich richtte en als doelman respect afdwong. Jacobse (Ede) passeerde even voor de rust doelman Klokhuis (Haarlem) met een kopbal uit een hoekschop. Eerst ver in de tweede helft schakelde het politie-elftal over op wat agressiever voetbal, doch toen was het te laat. Harmens, Jansen, Looys en Geutjes, hielden, ieder op zijn beurt, de voorhoede in bedwang.

Voetbal-Carnaval is weer voorbij

We hebben geen bezwaar te- Ze keken na afloop even zuur gen een Belgische overwinning, als na een dikke nederlaag. Of maar waarom loeien die niet?

roodgele supporters toch zo, als een NEDERLANDER een bal over de outlijn trapt „in arren moede” heet dat moeten we dan maar toestaan, dat de heren Belgen doelpunt na doelpunt scoren? (Dit enige goaltje van meneer Govert ligt ons al zwaar op de lepmaag). We hebben geen bezwaar tegen een Belgische overwinning, maar waarom brullen diezelfde Belskens niet, wanneer een BELG er geen heil meer in ziet, het leder nog langer binnen de krijtlijnen te houden en het kunstig daarbuiten deponeert? We hebben geen bezwaar tegen een Belgische overwinning, maar waarom trad de scheidsrechter niet op tegen het hinderlijke tijdrekken der gasten? Zo kwiek als Meert was, zolang het leder in het spel was, zo jichterig leek hij, zodra de bal out was. Moeizaamstappend nam hij z’n aanloop, na de bal gelijk in een vertraagde film met plechtige nauwkeurigheid neergelegd te hebben en niet dan nadat een achterspeler ook nog eens zijn zegen over de doeU schop had uitgestort door de bal nogmaals ter hand te nemen en te verrollen. Mag dat dan zo .maar? En tenslotte: We hebben helemaal geen bezwaar tegen een Belgische overwinning, maar... waarderen die kerels het niet?

O Ja, ja, dat waren zo de opmerkingen in het Nederlandse kamp. Prettig-chauvinistisch, gezelUg-overdreven en leukonbillijk. Maar wat geeft dat? Ga nou.eens tussen die Jcokende, briesende, schuimende menigte instaan. Verwacht je dan een Plato-uitspraak, een Eline Vere-opmerking, vooral bij Holland—België. De rustigste mensen zijn tot waanzin te drijven als ze een roodwitblauwe of roodgeelzwarte vlag-van-papier in hun handen hebben. Om te beginnen moet daarmee gezwaaid worden en via zo’n betrekkelijk-onschuldig begin kom je tot de afgrijselijkste dingen.

O U ook! En ik? Had U mij op de perstribune moeten horen. Onze nette Persvoorzitter is er nog kapot van. Hij wil me schorsen, ook al omdat Aarnaudse een eis tot schadevergoeding heeft ingediend. Ik schijn z’n vulpen in de richting van Meert geworpen te hebben. Allemaal vanwege de hoogopldaiende geestesvervoeringen. Omdat ’t zo erg spannend was. Laten we voortaan maar crocquet spelen, da’s veel kalmer spel. HERMAN.

Haags elftal werd na 5-1 voorsprong door Oostelijken bijna verrast

Over het geheel genomen was er in deze wedstrijd weinig ploegverband te bewonderen. De vry talryke momenten van goed en verrassend voetbal, kwamen voort uit individuele prestaties. Voor de rust was het de Haagse voorhoede, die gesteund door de straffe wind, met snel en dikwyis intelligent spel voor het merendeel van die hoogtepunten zorgde, welke resulteerden in 5 goede goals, waar tegenover de Oosteiyken slechts één doelpunt konden stellen. Hoewel van een sterk Haags overwicht in het veld geen sprake was, waren de aanvallen zo goed van opzet, dat ze een aanhoudend gevaar voor de Oostelijke verdediging opleverden. De man die hierin steeds een belangrijk aandeel had was v. d. Vegt en hij vond in Jan van Geen een midvoor, die de geboden kansen tot het uiterste uitbuitte. Hoe geheel anders was het na rust. Niemand die in ernst dacht, dat de Haagse zege nog in gevaar zou kunnen komen, behalve dan de Oostelijke spelers, die direct een offensief inzetten echter zonder resultaat. De Hagenaars gingen het spel weer verplaatsen en maakten daarbij een grote tactische fout! Zij veroorloofden zich zonder enige reserve weer in de aanval te gaan, doch vergaten, dat de Oostelijke voorhoede met wind mee hetzelfde kon, als zg voor de rust: lange trappen naar de vleugels, die aan hun voorhoede nu ook veel meer snelheid gaven en waardoor duidelijk werd, dat Deibert dit tempo niet kon houden. In minder dan geen tjjd was het 5—4, waarbjj het 4e doelpunt door Deibert volmaakt cadeau werd gegeven. De Oosteiyken zetten alles op alles, maar v. d. Vegt zorgde voor de beslissende 6e goal. Tenslotte scoorde Hanskamp nog eenmal voor de gasten (6—5). Bij de Hagenaars viel vooral te waarderen het goede en voor zijn doen agressieve spel van v. d. Vegt, zelf was hij_ de' maker van het 5e en 6e doelpunt, doch in

twee van de andere vier had hij een belangrijk aandeel, zoals in de meeste der Haagse aanvallen. Ook V. Geen speelde een behoorlijke wedstrijd en toonde zich een meester in het benutten van kansen, hij scoorde drie goals, die allen van goede kwaliteit waren. Colthof die rechtsbuiten speelde wisselde goede met zwakke momenten; prima bekeken was de goal die hij maakte, doch vooral na rust bleek schieten geen sterke zijde van hem te zijn. Röhrig en Langelaan de linkervleugel voldeed aardig en vooral Röhrig deed vele goede dingen. Langelaan zagen we wel eens beter. De kanthalves de Rubber en v. Beek deden verdienstelijk werk, maar konden niet tot grootse daden komen.

Holtappel als spil heeft het voornamelijk van zijn forse body, waardoor hij met koppen zijn tegenstander de baas bleef.

De backs waren matig, de Jong kan beter en Deibert komt in snelheid te veel te kort om betrouwbaar genoemd te kunnen worden. Keeper Dankelman deed zijn werk over het algemeen zeer soliede.

Bij de Oostelijken, wier technisch kunnen iets hoger moet worden aangeslagen dan dat van de Hagenaars, speelde Möring na rust weer een prima partij en ook de linksback Klaver viel op door zijn goed ingrijpen. De voorhoede mistte dat onverwachte en verrassende element, hetgeen de Haagse aanval deze dag zo pro. ductief maakte. Hier moest het boofdzakelijk komen van Hauskamp die niet onder deed voor V Geen en ook drie goals voor zijn rekening nam en van Moddejonge die er zelf één maakte. Het vijfde Oostelijke doelpunt kwam van de verdienstelijk spelende AGOW rechtsbuiten Beumer. Keeper Koers maakte geen grootse indruk, doch kon aan de goals niet veel doen.

Het NOC luidt de noodklok

Het NOC stelt zich niet uitsluitend het deelnemen aan de Olympische Spelen en het organiseren van de Olympische Dag tot taak, aldus mr. J. A. N. v. d. Houten, Vrijdagavond tijdens een persconferentie in Den Haag, maar het acht zich ook het overkoepelingsinstituut van 95 pCt der sportbeoefenaars. Mede door zijn optreden gaat het thans met de Vermakelijksheidsbelasting in de goede richting. Ook het Indonesische probleem heeft de belangstelling van het NOC. Het zal een eventuele aanvraag om toestemming tot het vormen van een eigen Olympisch Comité steunen. En mocht eenzelfde verzoek uit Suriname en de Antillen komen, dan zal daaraan eveneens .steun worden verleend.

Drs van Zijll heeft vervolgens gesproken over het tekort aan sport- en speelterreinen, zwembaden en gymnastieklokalen, dat nog groter dreigt te worden door de snelle bevolkingsaanwas, waarvan stedenuitbreiding het gevolg is, en welke, naar gebleken is, ten koste gaat van de bestaande sportvelden. Daarom moet het NOC de noodklok luiden. Het NOC is begonnen met de instelling van een Adviesbureau, waarvan naar reeds is gebleken de gemeenten gaarne gebruik maken. Vele gemeenten hebben terreinen gratis aan sportverenigingen beschikbaar gesteld, maar van onderhoud is geen sprake, omdat daarvoor de gelden ontbreken. Het NOC wil hier coördinerend optreden door het leggen van een zakslijke basis, waarin onderhoudsplicht en redelijke huurprijs vastgelegd. Het NOC heeft zich ook gewend tot de Ministeries van Binnem. en Sociale Zaken, Onderwijs, K. en W., Landbouw, Financiën en ■Wederopbouw om te komen toi uitbreiding van de sportgelegenheden, waarbij spr. met voelcloening vaststelde dat een vruchtdragende samenwerking kan worden verwacht.