Prifs 33 cent

SPORTKRONIEK

In dit Nummer: Ik ben prof Techniek won in de eindspurt ¥ Is beroepsvoetbal mog-eiiik?

WAARIN OPGENOMEN DE OFFICIËLE MEDEDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE VOETBALBOND

en van de Afd. 's-Gravenhage K.N.V.B.

HOOFDREDACTEUR! J. MOORMAN. REDACTIE: H. P. KUIPHOF, J. HARINCK ORGAANCOMMISSIE: K. J. J. LOTSY, S. COLDEWEY, Ir. H. F. KOPSTER

BUREAU: DEN HAAG, ZWARTEWEG 1. TELEFOON 18.23.58 ABONNEMENT, ƒ 4.-. PER KWARTAAL INCASSO: 15 CENT.

MAANDAG 27 JUNI 1949 No. 26 – Weekblad 48e JAAR

MOORMAN'» PERIODIEKE PERS. DEN HAAG

NADRUK VERBODEN Postrekening 44715

GESLAAGDE OLYMPISCHE DAG

Bondsploeg te sterk voor de Zwitserse combinatie

Faony Blankers-Koen Ridder in de Orde van Oranje-Nassau

OLYMPISCHE DAG ligt zodanig in het jaarprogramma van de Nederlandse sport verankerd als een der hoogtepunten van het seizoen, dat men zich met verwondering afvroeg: is dit heus pas de 10e? Want voor het gevoel van de meeste trouwe bezoekers wordt deze gemengde sportdag reeds zolang georganiseerd, dat men zou menen veel verder te zyn dan het tweede lustrum, dat tevens werd medegevierd door de heren Lotsy, Hoven en Haitsma als leden van de regelingscommissie. Het hoogtepunt van deze 10e Olympische dag werd niet gevormd door een prestatie op het groene veld, doch lag ditmaal in het feit, dat H.M. Koningin Juliana in de pauze Mevr. Blankers-Koen en de heer Blankers ontbood en onze topathlete de vreugdevolle mededeling deed van haar benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Het spreekt vanzelf, dat het geheel-uitverkochte Stadion met zeer grote vreugde kennis nam van deze eervolle onderscheiding, welke nog nimmer een actief sportbeoefenaar in ons land ten deel viel. In de afgelopen jaren was het meestal zo, dat de glans der andere sporten werd gedempt en verzwakt door de glanzende aantrekkelijkheid welke de voetbalwedstrijd bood, maar ditmaal kon de laatste de stand van de voetballerij maar ternauwernood ophouden.

Zwakke Zwitserse ploeg stimuleerde niet

NED. BONDSELFTAL—ZWITSERSE HONDS PLOEG; Een keurig doelpunt van Schaap, dat vele dommelende toeschouwers op de tribune deed wakker schrikken. Zijn harde, hoge schot is de „springerige”, maar goede Zwitserse keeper verre te mgchtig. (foto van Kollem).

Daar zijn verschillende verklarende argumenten voor aan te voeren. Niet alleen komt deze hoofdschotel van de Olympische Dag aan het slot van een internationaal seizoen, dat vrij vermoeiend is geweest, maar bovendien stond de Zwitserse ploeg op een niveau, dat onze spelers moeilijk kon opvijzelen tot topprestaties. Men kan van een elftal dat na een kwartier overduidelijk weet, dat er geen kou aan de lucht is, niet verwachten ,dat het zich het vuur uit de sloffen gaat lopen om de toeschouwers te verbluffen. En men mag zeker niet rekenen op schitterende daden als de stimulans en de inspiratie daartoe volkomen ontbreekt. In het elftal van de gasten trof men uitsluitend onbekende namen aan, niet één speler van de kampioensploeg Lugano kwam er bijvoorbeeld in voor en slechts enkele uit clubs van de toplaag der A-Liga. Ik kan niet beoordelen of dit de hope des Zwitsersen voetbalvaderlands is, maar indien dat inderdaad het geval zou zijn, ziet het er voor de selectiecommissie niet bepaald hoopvol uit. Op een enkele uitzondering na, als hoedanig ik zou willen beschouwen de doelman Stuber van Lausanne en linkshalf Perroud van Etoile, kwam er niet één op een peil, dat ook maar in de buurt van internationaal Bvoetbal lag. Het Nederlandse team daarentegen telde vele echte internationals, was dientengevolge veel te sterk en genoot dan ook vrijwel voortdurend een stevige veldmeerderheid. Dit superioriteitsbewustzijn leidde tot allerlei listigheden, waarbij de bal soms even hard achteruit werd gespeeld als vooruit en tot een eindeloos rechts en averechts gebrei voor het Zwitserse doel.

Een aanvaislinle die vier doelpunten in de boeken laat aantekenen zal zich weinig bezwaard voelen door critiek, maar toch gaf haar spel werkelijk weinig reden om de vlag uit te steken. Ook achter liet men menig steekje vallen en speciaal Terlouw werd veel vaker gepasseeerd dan bij hem gebruikelijk is. Mag ik bovendien nog eens bescheidenlijk aan regel 12 herinneren? Dat was nu toch In deze wedstrijd helemaal niet nodig! Overigens is er geen aanleiding zout te leggen op minder bevredigende prestaties, daar zoals gezegd elke prikkel ontbrak. De eerste 10 minuten waren nogal veelbelovend: Clavan kogelde zeer fraai hoog in maar Stuber stopte het schot eveneens prima en even daarna stoof linkshalf Perroud naar voren, de grendel de grendel latende, en zond een knappe bal in, welke Saris gelegenheid bood tot een goede start.

Nadat Schaap eveneens een gloeiende kogel had afgeschoten, viel na een kwartier het eerste doelpunt. Clavan plaatste de bal keurig voor het doel en met een zeer goede kopbal sloeg van Roessel de Zwitserse doelman kans* loos. Kort daarop was het reeds 2— O toen linksback Rey na een schot van Timmermans de bal van richting veranderde, waardoor da keeper in de verkeerde hoek kwam te staan. Wat men (op zijn Zwitsers) „gefundenes Fressen” mocht noemen. Van heel wat hoger gehalte was het derde doelpunt, eveneens door Timmermans gescoord met een harde schuiver in dr hoek, zo eentje waarbij de bal haast vast blijft zitten in het net. Met dia 3— O voorsprong ging de rust in en eventueel ondernomen pogingen om de spelers in de pauza mentaal op te jutten — om het hedendaagse jargon te gebruiken — moesten bij voorbaat zonder resultaat blijven. Na de hervatting begonnen zelfs de Zwitsers bij vlagen aardige dingen te doen maar zij bleven te zeldzaam en te weinig effectief, doordat een goed begonnen aanval plotseling degenereerde tot iets zieligs door slecht plaatsen of door alleronnozelst buitenspel lopen. Schaap maakte er na 10 minuten 4—O van met een fraai hoog schot en daarmede was het volkomen gebeurd. De kwaliteit van enkele doelpunten vergoedde ongetwijfeld wel enigszins wat men op ander gebied te kort kwam.

Andere sporten

Wat de andere sporten betreft bood deze 10e Olympische dag het bekende beeld: het altyd wat rommelige maar kleurrijke tafreel van een klassementswedstrijd over 6—12 ronden voor wielrenners, de vloeiende elegance van gymnastiekdemonstraties en de altijd prikkelende spanning van athletische loopnummers. De bijzonder goed verzorgde kleding der turners is altijd eeii genot voor het oog en speciaal de demonstratie door de dames van hetgeen zij in Augustus te Stockholm tijdens de Lingiaue gaan verrichten trok zeer de aandacht. Bij de athletiek nam Fanny Blankers-Koen onverwacht toch deel aan d" 100 meter, waarbij de Friese ster Froukje Dillema in de baan naast haar liep, begrijpelijk zonder winstkans maar toch Wïl zo goed dat zij ruimschoots de tweede plaats achter Fanny veroverde in de tijd van 12.2 vóór een loopster als Mevr. V. d. Kade Koudys. Ook de 80 meter horden waren zonder strijd voor de op dat moment juist geridderde Sagitta-ster. Bij de heren ondervond Slijkhuis op de 3000 meter nu zijn Zweedse tegenstander Nyberg wegens ziekte niet startte, niet d® (Vervolg op pag. 2).