VOETBAL IN OOSTENRIJK

DEBACLE TEGEN HONGARIJE MET 6—l, MAAR HET B-ELFTAL SLOEG DE STOFFERENDE HONGAREN MET 5—3„ VIENNA GAAT IN DÜITSLANI SFELEN, MAAR OVERIGENS STAAN DE OOSTENRIJKERS GERESERVEERD TEGENOVER WEDSTRIJDEN TEGEN DUITSERS.

W e e n en, 25 Mei. Zondag 8 Mei is voor het Oostenrijkse voetbal een der zwartste dagen in de geschiedenis geworden. De 2—l overwinning op de klaarblijkelijk wel heel zwakke Zwitsers had de indruk kunnen vestigen, dat het dieptepunt van het Oostenrijkse voetbal gepasseerd was en dat zij, die zich na de wedstrijd tegen de Turken er mee getroost hadden dat het beslist niet slechter kon, gelijk hadden gekregen. De tocht naar Budapest! Vroeger was dit een uittocht als naar België—Nederland, maar ditmaal hadden geen 20 supporters kans gezien het elftal te vergezellen* Deze wedstrijd is een débacle geworden, zoals het Oostenrijkse voetbal sinds de oertijd niet gekend heeft. De voortdurende verwijten tegen Nausch, dat hij te veel Austria-spelers opstelt, hebben een wel verbijsterend resultaat opgeleverd. De Weense Maandagbladen hebben er geen doekjes omgewonden en ruiterlijk verklaard, dat er geen enkel excuus voor dit blamabele resultaat bestaat. Er was eenvoudig een klasse Verschil tussen de beide elftallMi. Dé Hongaren hadden het geluk biniien de minuut de eerste goal te* maken en daarmee was blijkbaar het hele Oostenrijkse elftal al vleugellam geslagen. De beroemde Admira-achterhoede Kowancs en Gerhardt stond te schutteren als beginnelingen en Was de goal niet in de eerste minuut gekomen, het zou geen verschil hebben gemaakt, want goals moesten eenvoudig komen. Er waren slechts 2 lichtpunten: het onwaarschijnlijke keepen van Zemen, die op zijn minst 4 absoluut „onhoudbare” ballen stopte, en het spel van Joksch als linkshalf. De Austria-captain was de enige, die vat had op het spel der Hongaren en er met Zeeman voor zorgde, dat de débacle niet nog erger werd. De Oostenrijkse voorhoede deed praktisch niet mee. Melchior, de enige Austria-man in de voorhoede, werd nukkig en vervelend toen hij geen enkele bal behoorlijk kreeg aangegeven en wandelde er maar wat bij; toch wist hij' bij een. stand van 4—O, min of meer toevallig een verdwaalde bal op te pakken, rustig langs de hele verdediging te wandelen en zogenaamd de eer te redden. Maar een volle minuut was nog niet verstreken of de voorsprong was reeds tot s—l opgevoerd en met liefst 6—l kwam het wel erg beschamende einde. O

Terwijl dit drama zich op het Ujpestterrein afspeelde, ontmoetten de B-elftallen der beide landen elkaar in het Weense stadion. Hoe weinig het publiek van deze vertoning verwachtte, bleek uit het feit, dat de tribunes niet voor de helft gevuld waren. De afwezigen, die op deze duidelijke wijze hun misnoegen toonden, hebben ongelijk gehad. Huber en Stojaspal hebben in dit B-team aan hen, die Nausch verweten door een al violette bril te kijken, een duidelijk antwoord gegeven. Dit was een Oostenrijkse voorhoede van een productiviteit en een spelopvatting, waartegen het gestopper der Hongaren machteloos was. Het Was slechts aan de niet al te hechte Oostenrijkse verdediging te wijten, dat het resultaat 5—3 er op papier voor de Hongaren nog vrij redelijk uitzag. Huber maakte nadat Stojaspal de score had geopend, vier goals, de een mooier dan de andere; het was wel heel lang geleden sinds men EO een Oostenrijkse voorhoede aan het werk heeft gezien. / O

De competitie nadert haar einde; geleidelijk waren nog slechts Austria, Rapid en Wacker als candidaten voor de hoogste titel overgebleven en voor de wedstrijden

van heden had Wacker de leiding met 23 punten uit 15 wedstrijden, op de voet gevolgd door Rapid met eveneens 23 punten maar uit 16 wedstrijden en de erg onregelmatig gespeeld hebbende Austria met 21 uit 15. Daar Rapid tegen Hoechstaedt speelde, was een grote overwinning der groenwitten zeker (het doelgemiddelde is voor een eventueel kampioenschap beslissend), zodat alle spanning zich op het stadion concentreerde, waar Austria en Wacker elkaar in de haren vlogen. 30.000 toeschouwers hebben een wedstrijd gezien, die men in Weenen niel zo spoedig zal vergeten. De Austria-voorhoede Melchior-Kominek – Huber – Stojaspal en Aurednik heeft mit de Wackerspelers kat en muis gespeeld. In 15 wedstrijden was de Wackerverdediging 17 maal gepasseerd in November had Wacker Austria met I—O geklopt maar nu op deze Meizondag bleek overduidelijk, dat er in Weenen óp het ogenw-1 to

blik maar één elftal is, dat werkelijk voetbal speelt de Austria. De violetten begonnen in een tempo dat horen en zien verging. 10 minuten wist Wacker stand te houden en toen begon het: Melchior uit een pass van Kominek, een minuut later een corner van Melchior door Aurednik ingekopt. Misschien waren de Austria-mensen toen rustig op de alreeds verworven lauweren ingedut, als Wacker niet zo brutaal was geweest op deze 2 goals vrijwel onmiddellijk met een tegenpunt te antwoorden. Dit hield de stemming erin: Melchior werd toen hij doorgebroken was gehaakt en Huber benutte de penalty en even later had Aurednik èr al 4—l gemaakt, na precies 20 minuten spelen. Deze beslissende voorsprong gaf het spel van de Austria de nodige zekerheid en tot de rust werd men vergast op een exhibitie als Weenen in lang niet had gezien. De spelers van het in de competitie leidende Wacker werden over het veld gejaagd als een groepje schooljongens en, bij deze voorsprong was het minder erg, dat uit deze demonstratie slechts

een goal van Huber resulteerde. Hoewel -hopeloos geslagen bleef Wacker dapper doorploeteren en 5 minuten na de hervatting was het zowaar 5—2, maar Huber corrigeerde dit vrijwel onmiddellijk. Een poos verslapte het spel toen, totdat de Austria-back Kleibl een beetje ging handballen om de animo er in te brengen. Daar dit nog steeds niet is toegestaan kwam Wacker aan een totaal onnodige derde goal. Maar de animo was er na dit intermezzo wel dadelijk weer in, daar in het resterende kwartier de Austria-voorhoede ineens weer op volle toeren ging draaien en achtereenvolgens Melchior, Huber, Kominek en Aurednik voor de dubbele cijfers tegen de leider zorgden en daarmee aan Waokers kampioensdroom wel een einde maakten. Daar Rapid met 9—l van Hoechstaedt won, zal de wedstrijd Austria-Rapid de beslissing moeten brengen. De winnaar is kampioen. Bij een gelijkspel zou Wacker nog • een kans krijgen, terwijl dan de score van Austria—Hoechstaedt belangrijk zou worden in verband met het doelgemiddelde (Rapid 58—24 en Austria 51—22 met menselijkerwijze gesproken nog een grote overwinning in het verschiet). De degradatie van Hoechstaedt staat practisch vast. Weliswaar V)o+ nio+ xrorrlöT

heeft ook Oberlaa het niet verder , dan zegge 4 punten kunnen bren- r geil, maar het verschil in doelgemiridelde is dusdanig, dat er geen twijfei bestaat. Promoveren zal vermoedelijk Slovan, de club der in Wenen woonachtige Tsjechen, * terwijl als novum de twéé sterk- > ste provincieploegen aan de competitie zullen deelnemen. Een | daarvan is Sturm uit Graz, dat ' binnenkort in Nederland gaat toe- 1 ren, J Van toeren Het FIFA- – besluit om clubwedstrijden tegen Duitsers toe te staan is hier met ■ gemengde gevoelens ontvangen, ' daar zekere elementen, druk doen- ■ de zijn toeren van Duitse clubs < naar de Westelijke provlnciecentra te organiseren. Weenen komt om begrijpelijke redenen voor het spelen tegen Duitsers niet in aanmerking, maar het heeft verbazing gewekt, dat nu juist de Vienna, wier voorzitter, de toekende filmster Paul Hoerbiger, geruime ■ tijd in een concentratiekamp heeft ' dooi gebracht, heeft aangekondigd ' met Pinksteren in Neurenberg en 1 München te gaan spelen. '■ M. V. GRIMM.

M. de Ronde 25 jaar bestuurslid van BFC

4 Juni a.s. herdenkt de Bussumse Footballclub het feit, dat de voorzitter, de heer M. de Ronde, 25 jaar onafgebroken deel uitmaakt van haar Bestuur. Dit is in ons voetbalwereldje misschien niet direct zo’n opmerkelijk geval, doch voldoende om toch even bij stil te staan. Want 25 jaar achtereen je krachten aan de sport geven is iets wat niet zo heel dikwijls voorkomt. Jarenlang was dhr. de Ronde secretaris en deze functie was bij hem in goede handen, want hij heeft toen onnoemelijk veel werk verzet. De laatste 10 jaren hanteert hij de voorzittershamer en gezien zijn grote ervaring in de Bondszaken kan de vereniging – zich geen betere praeses voorstellen. Hij zocht ook de opvoedkundige waaj-de in de sport. Altijd was er bij hem een streven naar beter onderling begrip en tevens een prettige verstandhouding met andei'e verenigingen. Hij heeft grote verdiensten in het jeugdwerk (hij is ook gedurende een lange reeks van jaren voorzitter van de Jeugdcommissie) en de functies die hij bekleedt in de

Comm. van onderzoek en de Techn. comm. v. de Afd. Utrecht, bestempelen hem als een belangrijke figuur ‘ in de voetbalsport. Door zijn bescheiden en sympatiek optreden heeft deze sportsman zich vele vrienden verworven. Altijd staat hij voor een ieder klaar en is immer paraat als er iets te doen is. Het is dan ook van het B.F.C. bestuur een goede gedachte om deze harde werker op Zaterdag 4 Juni a.s. in de bloemetjes te zetten. In „Astoria” te Bussum wordt tussen 3 en 5 uur een receptie gehouden terwijl er des avonds voor de gehele vereniging een feestavond plaats vindt.

DEC 45 jaren

D.E.C. herdacht in alle stilte haar 45-jarig bestaan. Reden tot feestvreugde was er niet door de ramp die haar heeft getroffen door de verwoesting van haar clubgebouw tijdens de laatste grote storm. Deze Amsterdamse club heeft

wel steeds met pech te kampen ! gehad. Van uit de overgangsklas 1 is zij naar de 3e klas afgezakt, ] en dit jaar stond zij zelfs voor de | poort van de 4e klas. Zij behoef- | de deze niet binnen te gaan. Is I het getij gekeerd? De clubgeest is»! er borg voor, dat bestuur en Ie- | den nifet bij de pakken zullen | neèrzitten en het volgende jaar I met alle energie zullen aanpak- | ken, opdat D.F.C. komt, waar zij j als 45-jarige recht op heeft. | 4 Senior- en 8 Jeugdelftallen nemen aan de competitie deel, en een intense trainings campagne is voor het a.s. seizoen vastgesteld.

„Onze Verslaggever Seint..

Avonturen van een Sportreporter

door MARTIN W. DUYZINGS

Een sportverslaggever moet in de eerste plaats begrip hebben van de sport, die hij beschrijft, dat spreekt vanzelf, maar daarbij is het evenzeer een vereiste, dat hij hetgeen hij beschrijft in zo goede stijl en zo lezenswaardig tot uitdrukking brengt, dat de lezer het beschrevene inderdaad mee beleeft. Zelden wordt aan beide eisen voldaan, om het even of de schrijvers beroepsjournalisten of zijn. De schrijver, die het sportgebeuren tot in de kleinste kleinigheden wil weergeven zoals vele radio-verslaggevers, zonder *er iets van zijn eigen visie, zijn eigen spanning, zijn eigen mee-leven in te leggen en daardoor slechts waarnemer en weergever is, moge zo volledig zijn als een film, hij zal zijn lezers geen voldoening geven, omdat hij ze niet in de „sfeer” en in de spanning brengt. En dat zal evenmin gelukken aan de sportschrijver, die door tactische en technische analyse van de vertoonde sport tracht als wetenschappelijk docent zijn lezers les te geven. Dat heeft waarde voor sportbeoefenaars, die. zich willen perfectionneren voor top-praestaties hl plegen die zich niet veel van de geleerde theorie aan te trekken en voor technische

leiders, maar het laat de toeschouwers én lezers koud, omdat het voelen vóór het denken gaat. De toeschouwer gaat naar een wedstrijd om mee te voelen, mee te leven en de nagalm daarvan wil hij opnieuw beleven in de beschrijving van wat hij gezien of niet gezien heeft. En nu is het de grote verdienste van Martin Duyzings, die in dit boek „Onze verslaggever seint” zijn avonturen als sportverslaggever beschrijft, dat hij niet slechts weergever is van wat hij waarnam, maar dat hij alles wat hij beschrijft zo intens heeft meebeleefd, dat hij er „vol” van is en alles zo kan navertellen, dat de lezer wordt meegesleept alsof hij de wedstrijd voor zich ziet. Een tweede verdienste is, dat Duyzings al zegt hij in de ondertitel, dat hij zijn avonturen beschrijft het niet over zichzelf heeft, maar uitnemend de wisselende stemmingen weergeeft van de sportlieden, wier praestaties hij beschrijft. Zo b.v. in ’t opstel „De grote bluf”, waarin hij vertelt, hoe de Sittardae Boys met Kerstmis 1947 enige wedstrijden speelden tegen de F, C, Barcelona, die ze wel met klinkende cijfers verloren, maar waarin zij door hun wel-overlegd optreden tegen de sterke profs en door het prachtige werk van doelman De Munck het publiek van 60.000 man op hun hand kregen. Evenzeer is hij er in geslaagd uitnemend de sterke emoties weer te

geven van deelnemers aan grote wielerwedstrijden en toeren eii andere sportgebeurtenissen. Niet de schrijver stelt zich op de voorgrond, hij verstaat het de door hem beschreven sportlieden voor zijn lezers te doen leven en daar gaat het om. In zijn woord vooraf zegt Duyzings: „Voor het overige is er in dit sportboek alleen maar een. sportjournalist aan het woord en geen sport-geleerde. Een sportjournalist, die wel eens links en rechts over de grenzen komt en er een gewoonte van gemaakt heeft in de sportwereld niet slechts te zoeken naar de alleen-zaligmakende techniek, maar veel méér naar dat wat men in diezelfde sporUvereld vinden, kan aan oneindig veel boeiender dingen: sfeer, humor en kleine drama’s en „mensen!” Daarin is Duyzings volkomen geslaagd en wij maken hem gaarne ons compliment voor zijn werk, dat een aanwinst is voor onze nog karige en veelal eenzijdig-technische of historische sportlitteratuur. Het doet weldadig aan onder de jongere sportjournalisten er een aan te treffen, die niet slechts verstand heeft, maar ook een ziel en leesbaar schrijft. Het fraai geïllustreerde boek is uitgegeven door De Boekerij te Baarn, (waarom zonder jaartal ?) en de prijs is gebonden ƒ 5,90. Wij bevelen Duyzings’ boek zeer gaarne aan. Joris van den Bergh schreef er een enthousiaste inlei: ding bij. Moorman

Na nu BVV ook?

Pietje van Overbeek. de kwieke, maar voorlopig nog niet volleerde Bossche aanvalsleider, staat langs de kant, waarheen hij Woensdag in ’t Olympisch Stadion door sterke handen gedragen werd. Dat kan z’n club het Kampioenschap van Nederland kosten, wat ontzettend zuur voor de Brabanders zou zijn een precedent voor het geval Stormvogels een bonus wil geven ■ een of andere manier, teneinde ergste degradOtieleed-door-Kraei^ blessure-veroorzaakt te Want zo goed als Kraak in een land—België-treffen gekwetst njerdi g ging er met Van Overbeek’s been u mis in de (minstens semi)-interim match tegen Engeland-B vorige We hebben gelezen, hoe kwiek strijdlustig Excelsior’s A. H. Kenteie de bres sprong voor zijn club naar ® leiding van dezelfde kwestie. Als dan de Barmhartige spelen en de rol is loffelijk komt er een hele rits clubs in aanmerking. Indië heeft spelers weggeroepen, meen n-iat’ Excelsior de enige is. En in

land, semi-interland en Bondselftalwedstrijden zijn al velen geblesseerd en zullen nog velen geblesseerd raken. Moeten we dat gaan vergoeden? ’t Is erg mooi om het hart te laten spreken, maar laten we het verstand niet uitschakelen. Blessures behoren tot de normale risico y spel. En verder valt nooit met te zeggen, dat Stormvogels 5* klasser gebleven was indien Kraak ‘ Onder de lat had gestaan. Hij was ffVJens niet de enige uitvaller. Vriend en een stuk of wat anderen ook met blessures gekampt. is een terrein vol voetangels en het tegemoetkomen aan clubs ? Beblesseerde spelers hebben dóór in vertegenwoordigende Zou aan Stormvogels tege-Worden gekomen, dan mag men kwesties regent, ’t Enige wat er te lansen valt, is, dat de Vogels met Weer onder de lat zo spoedig 9®Ujlc terug zijn in de Ie klas. En dat denwel SCHERPSCHUTTER.

KRIS-KRAS IDOOR PERS ■ EN CLUBBLADEN

Het dalend spelpeil , in Dordrecht

(Emma-Revue) De grootste oorzaak van het dalend spelpeil in Dordrecht is het feit, dat er in de Afdeling geen verschil wordt gemaakt tussen gewone- en reserve-elftallen. Dit werkt mend voor de opvoering van het spelpeil, omdat een reserve-elftal maar zelden in dezelfde samenstelling uitkomt. Daarom hebben de verenigingen tot taak in de a.s. algemene vergadering van de Indeling te bewerken, dat de instelling van reserve-elftmlen nog voor het volgende seizoen een feit wordt.

Het geval „Wilkes” ( Bloemendaal—Noten). Ja lezer, met Wilkes is er ook (alweer) wat loos. Faas moet een aanbod hebben gekregen uit Italië, om daar in een prof-club te komen spelen. Hem zo'u ƒ 50.000,— in het jatje zijn geboden en verder nog wat als salaris en zo. En Faas is blijkbaar naar Italië geweest. We lazen dat in een interview dat hij toestond, juist voor hij in „zijn wagen" stapte om met Xerxes te gaan bekeren. Wat zou U er van zeggen als

■ AJAX—EMMA: Benauwd moment voor het doel der Dordtenaren, waar de keeper met 2 handen boksend, opluchting brengt. (Foto V. d. Valk) \

we <le borst or gaan OW Vn te verdiep gelukkig üu '■dahl uit Zwede i Üenemarken reden ®* iS et ih' t>iJ ons weten Vertrek d'® niets er ook. 8e °''er-there op; het zal W , tip ,gjj regeneP’ zijn. E” Wven voetballen 1

Wat éé» verw*ï i speier v. Tuyl ‘“‘^K^'levoormen, "‘.str'!®} 5 comn«. dtrd«*V»5 at dwaalt' ok altijd in de "Pd" en voor d j ona tijd van itfa- k jpiat o''Wet voor teehW'pcW, h nu precies ! Ep 1

tegenstander hem niet verwachtte en waar die tegenstander geen mogelijkheid kreeg, hem te dekken dit niet dikwijls ook de grote kracht van Abe Lenstra, dat hij over het veld zwerft, welbewust en wel doordacht ? Ik wens geen enkele chauvinisme, ik verlang alleen rechtvaardigheid ! Voor alle provincialen en zeker niet alleen voor het Zuiden! Ik verlang een onbevooroordeelde opstelling van vertegenwoordigende ploegen, waarbij rekening wordt gehouden met de geest, de mentaliteit, waarmee dit, alles gebeurt. En ik verwacht daarbij steun van iedere rechtgeaarde sportman, zij het clubbestuurder, official of journalist. Er spelen door dit alles heen zó veel factoren, dat we de ogen aan alle zijden open hebben te houden. -A.V.

Het Amateurisme (Clubblad H.V.C.) Al jaren lang tobt men in de voetbalwereld met voorschriften tegen het schenden der amateursbepalingen. Nog steeds is men bezig met pietluttigheden, zoals het verbod van een verslagje dat een voetballer of clubsecretaris geeft aan een blad en waarvoor hij een knaak krijgt of een bioscoopkaartje; of een voetballer die vaders zaak in sportartikelen o verneemt. Maar men durft nog steeds

niet die voetballers aan te pakken, die in een café of in een sigarenwinkel of in een corsettenmagazijn geplaatst worden als ze in een of ander zwak staande club komen spelen; of aan studentenvoetballers die het gehele jaar op kosten van hun club inclusief verblijfkosten het weekend bij hun ouders in Den Haag doorbrengen terwijl er in Groningen wordt gestudeerd. De commissie, die opdracht kreeg om de amateursbepalingen te herzien moet een radicaal standpunt innemen. Sedert men vodr amateurs reis- en verblijfkosten ging vergoeden, waren de spelers al op het hellende vlak en het zal zeer moeilijk zijn daarop terug te keren.

Géén animo voor Zaterdagvoetbai

(Clubblad „De Meer’) Mijn eerste poging om een Zaterdag-elftal bijeen te brengen, is op niets uitgelopen. Maar omdat er volgens be• trouwbare inlichtingen nu wel i genoeg liefhebbers zouden I zijn, heb ik nogmaals een po! ging gewaagd. Resultaat: twee . aanmeldingen. Als men vele jaren een functie in een voet■ balvereniging vervult, krijgt t men een groot aanpassingsveri mogen, je leert passen en me_ . ten, je weet te nemen en te . geven, kortom je wordt een soort goochèlaar. Maar om met twee spelers oen elftal te formeren, is een opgave, die * ik nog.niet kan oplossen.

Goed voetbal zien I is belangrijk ®

Een raad welke ik steeds aan ® voetballers geef is: „lees over * voetbal, lees technische en tak- ' tische artikelen en ga naar goede wedstrijden kijken, want * daar kan men altijd van leren. Kijk niet alleen naar de eigen * ploeg maar kijk ook naar het spel van de tegenstander. s Ga niet om sensatie te zien of ( om de spanning van sommige ) Wedstrijden mee te voelen, maar 1 ga kijken om techniek en taktiek ] te zien. Kijk naar de spelers in i zo’n wedstrijd die op de plaats i spelen welke je zelf in een elf- ’ tal inneemt en kijk hoe die ’ spelers het doen. Onthoud het ] goede en vergeet het slechte, ; want dat kan ook voorkomen. ; Juist terug van de wedstrijd J in het Feijenoordstadion tussen de Zwaluwen en de Rode Dui- . veis ligt mü zeer onaangenaam j In het geheugen de houding van . het publiek tegenover. Rijvers. ' Doe als goed sportman nooit . mee aan hoonuitbars- j tingen zoals bij deze wedstrijd over het arme hoofd van Rijvers , door het publiek werden uitge-

stort. De gunsten van het publiek, helaas maar al te veel niet-sportmensen, zijn zo wisselvallig, dat men ze beter aan zgn laars kan lappen. Weet als sportman dat er zoveel omstandigheden z|jn waardoor de vorm van eeiv speler achteruit kan lopen en bedenk dat datzelfde publiek bij het .maken van een winnend doelpunt diezelfde speler om het hardst toejuicht. Veel was er van deze wedstrijd te leren. Het positiespel, de techniek van de Belgen met . uitzondering dan de langzamer- . hand traditioneel geworden ge- ' ringe schotvaardigheid. Dat de- ' monstreerde Wilkes anders, maar zag men ook het door Wilkes razend snel profiteren van een ongedekt midden voor het doel? Het schot zelf, daar : kan men van leren, maar de snelle dribbel naar het vrije midden, het zien van dit vrije midden, is nog belangrijker. Wie zei ook weer dat bij het ! S.SfIS. de spelers dergelijke vrijheden niet meer hebben? Het ' zien van Wilkes bij het tweede doelpunt dat Brandes volkomen vrij stond, maar ook het zien, ■ hèt bekijken van Brandes om daar in die ruimte vrij te gaan : staan. Spelen ook zonder bal, i dat is het wat onze spelers moe- > ten leren. Leren zien, kijken dat ; je vrij staat éh bereikbaar voor ' je medespelers in een zo gun- ' stig mogelijke positie en dan zelf : gelijktijdig zien waar de mede- j spelers vrij staan. Het op tijd i zien dat een aanval mislukt en i dus zorgen, dat de tegenstander : op tijd weer gedekt wordt. Dat ; alles gaat snel, tweemaal drie i kwartier, en vraagt heel die tijd < van de speler oplettendheid, i concentratie. Concentreert men zich niet dan komt de reactie te i laat en wordt extra krachts- i inspanning noodzakelijk, waar- , bij dan voor kijken, hersenwerk, geen tijd is. Een praatje maken ■ met de tegenstanders, hoe vriendelijk ook, is fout, praten met iemand langs de lijn is nog erger, het tijdens het jpei aan andere dingen denken is fout. Als men een goed elftal ziet spelen, men ziet het makkelijke opstellen van de spelers, het van elkaar overnemen, de baltechniek van een Wilkes, van een V. Schijndel, die zelfs een bal op kophoogte met de voet stopt en doodmaakt, het makkelijke trappen van doelman de Munck, het Schieten, het switchen, het dekken en vrij lopen, als men dat alles ziet bü andere wed■ strijden, nog ecns en nog eens, ■ dan moeten onze jonge spelers ■ toch zoveel sportieve eerzucht • hebben dat zö bij zichzelf zeggen I „dat moet ik óók leren, zo wil ik ' óók voetballen, want dat is pas • voetballen”. Danrzijn wij op de i goede weg. Als de wil er is dan is met training alles bereikbaar. Dan zijn er wedstrijden waar het ge■ leerde in praktijk gebracht kan ■ worden, het leren kijken ge– oefend kan worden en oók het concentreren .van de aandacht ’ op het spel geoefend kan worden. Dat kan men niet ineens, ■ dat moet ook geoefend worden. • De wil, het hersenwerk, het zien dus, en de training maken de goede voetballers en als dat gestimuleerd wordt doof het kijken naar een wedstrijd van het Nederlands elftal of een Zwaluwen-team dan is een deel , van de redenen waarom derge. lijke wedstrijen in feite gehou, den worden, verklaart, j M. W. ZALMÉ, i Cand.-Oefenmeester.

Adressering Wij verzoeken kopij en brieven uitsluitend te adresseren; Aan de „Sportkroniek”, Zwarteweg 1, Den Haag, zonder bijvoeging van persoonsnamen.

Spelregel-Rubriek * ___ ♦ _ i

Overtredingen en Wangedrag

(Vervolg Sportkroniek S 5 April 19i9)

Regel 12

12dL Een speler moet worden gestraft, indien hij opzettelijk een tegenstander vasthoudt, of duwt met zijn hand(en) of met welk deel van zijn arm ook. Vasthouden behoeft feitelijk geen verklaring; dat het onsportieve eventjes terughouden door aan hemd of broek te trekken niet toelaatbaar is, doch zeer moeilijk voor een scheidsrechter te constateren valt, behoeft geen betoog. Duwen met hand of armen of een deel van de laatste is eveneens duidelijk, doch eist een kleine toelichting. De bedoeling is dat niet alleen het zuivere duwen wordt gestraft maar ook het werken met de armen wanneer deze zich niet tegen het eigen lichaam gestrekt bevinden. Dit wil nu weer niet zeggen, dat de gehele arm gestrekt langs het lichaam gehouden moet worden; de arm mag gebogen zijn, echter onder voorwaarde dat daarmede niet geduwd mag worden. Bij het geoorloofde duwen moet nu eenmaal de arm worden gebruikt, daar de z.g. schouderduw, die geoorloofd is, feitélijk niet anders is dan een op zij zetten met behulp van de bovenarm tegen hetzelfde lichaamsdeel van de tegenstander. Wanneer men eens de moeite neemt om geduren_ de een wedstrijd te letten op het gebruik van de armen door de spelers, dan zal men tot de conclusie komen, dat het werken met de armen van het lichaam af een veel verbreid euvel is, dat naar mijn mening niet voldoende wordt gestraft. Hetzelfde kan men dikwijls waarnemen op spelfoto’s, al moet men daarbij wel bedenken, dat deze niet altijd het beeld dusdanig weergeven, dat men er positieve conclusies uit mag trekken. Behalve dat de scheidsrechter moet letten op het duwen, voorzover niet geoorloofd en in strijd met. de- voorschriften, moet hij er vooral op letten, dat een speler zijn tegenstander niet bewerkt met de ellebogen, daar hiermede gevaarlijke opstoppers kunnen worden uitgedeeld. Wanneer de oefenmeesters hun leerlingen ook op dit onderdeel meer kennis zouden bijbrengen, zou veel gewonnen zijn, hetgeen ook het spel ten goede zou kunnen komen; minder vaak afbreken van het spel zou al dadelijk een gevolg zijn. De spelers kunnen zich gemakkelijk oefenen, door zoveel mogelijk te leren hard lopen zonder zwaaien met de armen en indien dit gewenst is, door de armen langs het lichaam te bewegen en niet op een afstand daarvan.

o 12e. Een tegenstander op ruwe of gevaarlijke wijze aanvallen is verboden. Het is moeilijk een definitie te geven van wat ruw of gevaarlijk is: Het is zeer wel mogelijk aan te geven, dat een bepaalde handeling niet ruw is, ook dat een handeling wèl ruw jf, althans dat iedereen het daarover eens -is, maar er zijn nog meer handelingen, tussen beide in gelegen, .waarbij de scheidsrechter zijn oordeel moet geven. Een omver duwen van een speler behoeft niet altijd ruw te worden gekwalificeerd, terwijl daarentegen het tegen een tegenstander opbotsen waarbij deze niet komt te vallen, wèl strafbaar kan zijn. Men spreekt nog al eens van een harde wedstrijd; dit moet niet verward worden met rtiw. Er kan stevig, robust worden gespeeld zonder dat de wedstrijd ruw mag worden genoemd. Ruw kan een strijd genoemd worden waarbij het smijten en duwen op de voor-

i grond treedt en waarbij' de bedoeling voorzit meer zijn tegenstander te „nemen” dan het eigenlijke doel; het spelen van de bal na te streven, Buw en gevaarlijk zijn twee afzonderlijke begrippen. Onder op gevaarlijke wijze aanvallen wordt verstaan het zodanig aanvallen, dat de kans op verwonding groot is. Daarbij dient gedacht te worden aan het op een tegenstander inlopen met de knie vooruit, met het doel deze te plaatsen in het dijbeen van een tegenstander; als een speler een bal zal trappen zijn. voet op de bal plaatsen, zodanig, dat de trappende spgler alvorens de bal te kunnen raken met zijn scheenbeen de punt van de schoen van zijn tegenstander treft. Ook het springen met beide voeten vooruit kan dikwijls als gevaarlijk worden aangemerkt, .al Wordt dit ook weer door onze scheidsrechters overdreven, door hiervoor te straften wanneer dit niet nodig is, nl. indien de tegenstander daarbij onmogelijk geraakt kan worden. Dat de doelverdediger een bijzondere bescherming geniet Is vanzelfsprekend; zijn aahdacht Is meer gespannen op de bal, dan van welke speler ook. Men bederve echer goed, dat er een groot onderscheid bestaat tussen op gevaarlijke wijze aanvallen en het zogenaamde gevaarlijk spel, doch hierover later. Mr. R. W. Piek

Burgemeesters feliciteren

Hoe langer hoe meer verenigingen ontvangen de morele steun van de burgemeesters. Zo trok die v.an Gastel met Sportclub mee iviar Standaarbuiten om haar tegen SVC aan te moedigen in de strijd voor de promotie van de Afdeling naar de 4e klas KNVB. Sportclub won met s—l. 'Na terugkeer in het versierde Gastel was burgemeester Hofland de eerste, die de nieuwe KNVB’ers toesprak. Hij beloofde een nieuw sportterrein. Jhr. van Doorn, burgemeester van Heemstede was eveneens de eerste, die de Voorzitter van RCH complimenteerde met de promotie naar de Ie klas. In het clubblad van HSC feliciteert de burgemeester van Hoogezand-Sappemeer deze club met haar 50-jarig jubileum. Hetzelfde doet de burgemeester van Valkenswaard in het clubblad van „De Valk”, die 40 jaren werd. Sneek’s burgemeester zegt bij Black-Boys’ 25-jarig jubileum, dat „de zakelijke relatie steeds van prettige aard is geweest”, en tenslotte complimenteert die van Diepenveen „Labor” met het behaalde kampioenschap en geeft de verzekering „dat het gemeentebestuur er zich hartelijk over zal verheugen als zij in de rij der Ie klassers zal worden opgenomen” ....

Wales fiasco. De tour van de „Rode Draken” uit Wales neemt de vorm van een fiasco aan. Na de nederlagen tegen België en Portugal, werd ook van Zwitserland verloren (4—0).