Meningen van Anderen

De stemverhouding in de Bondsvergadering of de grote comedie

„De KNVB drijft voor een aanzienlijk deel op het lagere voetbal, bedreven door de massa der bondsleden. Want om tot een totaal van omstreeks 300.000 leden te komen, moet men in aanzienlijke mate plaats inruimen aan de Afdelingsclubs en van de 3e en 4e klassers van KNVB-verenigingen. Tenslotte zijn er in ons land nauwelijks 700 voetballers, die de Ie klas bevolken en als we daarbij de paar duizend 2e klassers optellen, kunnen we de hele grote en naamloze rest rekenen tot het o zo nuttige, maar weinig op de voorgrond tredende deel der lagere klassers”. Aldus Herman Kuiphof in de Sportkroniek van 6 December 1948. Nu, daar zouden we het mee kunnen doen, als nu niet precies Witgerekend die 700 voetballers, de Ie klas bevolken, het voor het zeggen hadden in onze KIJVB. Wij moeten meteen maar ronduit spreken. Het zijn niet die spelers maar de grote commerciële belangen, welke met hun spel samenhangen, die helaas zo vaak doorslaggevend zijn in beslissingen, welke door hun vertegenwoordigers worden genomen. Denken we slechts aan het al df niet handhaven van de promotie- en degradatiewedstrijden, de Versterkte degradatie, de pyramide-opbouw en het probleem van de hoofdklasse. We zien nu èn het Bóndsbefetuur èn de vertegenwoordigers der Ie klassers al rechtop gaan zitten en vol verontwaardiging Zeggen: „Bij ons wordt alles reglementair behandeld en alle besluiten worden door de meerderheid der Bondsvergadering bekrachtigd”. Maar alle afgevaardigden voor het z.g. lagere voetbal hebben meermalen gevoeld, welk een grote comedie de Bondsvergadering eigenlijk is. Dhr. J. Greben schreef in de Sportkroniek van 27 December 1948: „Naar mijn mening worden de verenigingen te veel buiten de dingen gehouden, waarmee zjj in de eerste plaats te maken

hebben. Weten het bondsbëstuur en de bondsvergadering wat er leeft in de verenigingen? Ik waag dit te betwijfelen en daarom wil ik meer dan tot nu toe het geval was, ook de clubs in de bondszaken betrekken. Zij, die uiteindelijk moeten beslissen, kunnen dan ook rekening houden met de wensen der verenigingen, die met elkaar onze bond vormen”. De redactie van de Sp o r t k r oniek diende als volgt van repliek: „De verenigingen en afdelingen kunnen zich door hun afgevaardigden uitspreken in de districtsvergadering en zij kiezen ' het districtsbestuur, behoudens de voorzitter, de Bondsvergadering en het Bondsbestuur. De invloed van de verenigingen is dus voldo'ende verzekerd. Het vroegere stelsel, dat de algemene vergadering bestond uit afgevaardigden van de verenigingen kon niet worden bestendigd wegens het grote aantal”. Nu heb ik ’t gewaagd de Bondsvergadering „Een grote comedie” te noemen. En dhr. ir. H. F. Hopster, vice-voorzitter van de KN VB (toch in goed gezelschap, nietwaar?) betitelde de Districtsvergaderingen als „quatsch”. Want wat hebben de lagere klassen, die zulk een groot deel uitmaken van de KNVB, eigenlijk wel te zeggen en hoe kunnen zij zich laten gelden? Blijkens de cijfers bitter weinig! In 1948 bestond de KNVB (zie jaarverslag) uit de volgende aantallen elftallen, verdeeld als volgt: Ie klas 66; 2e klas 142; 3e klas 348; 4e klas 455. Res. Ie klas 65; res. 2e kl. 214; res. 3e kl. 209; res. 4e kl. . Verdelen we de res. 2e kl. over de Ie en 2e klassers dan vinden we voor de Ie klassers: 66 + 65 + 107 = 238 elftallen voor de 2e klassers: 142 -t-107+105 (helft van de res. 3e kl.) = 354 elftallen; voor de 3e en 4e klassers samen: 348 + 455 +lO4 = 907 elftallen. De Afdelingen, waarin dus ook de lagere elftallen van alle klassen zijn opgenomen, tellen 7128 senioren elftallen. Nu zullen we eens zien hoe waarachtig democratisch (!) deze elftallen in „de grote comedie” vertegenwoordigd zijn. We delen het aantal elftallen door het aantal afgevaardigden en vinden dan: Ie klas 2e klas 236 354 = 6.55 = 19.66 36 18 3e en 4e kl. afdelingen 907 7128 = 50.38 = 356 18 20 Dus: elke afgevaardigde voor de Ie klassers vertegenwoordigt 6.55 elftallen en die voor de 3e en 4e klassers 50.38 elftallen.

In ons voetbal-parlement heeft de stem van de Ie klas dus 8 maal zoveel waarde dan die van de 3e of 4e klas en bijna 60 maal zoveel dan het lid, dat in een Afdeling uitkomt. Dit alles is reglementair volkomen juist, maar is het ook billijk en democratisch? Als bij de verkiezingen in Nederland de stem van een man uit Raamsdonk 1 punt waarde had en die van een Amsterdammer 8 punten en we beriepen ons op de wet, die deze verkiezingen regelde, dan betwijfel ik toch of wij „democratisch” genoemd zouden worden. Dat met deze verhoudingen geen wijziging, die mogelijk iets van de onbeperkte macht der Ie klassers zou verminderen, in ons reglement op de normale manier tot stand kan komen, is duidelijk. Immers de macht, die door de belangen-groepen zo vaak misbruikt wordt, maakt dat in „de grote comedie” het woord „dictatuur” zo dikwijls niet ten onrechte gebruikt wordt. Moge in 1949 een weg gevonden worden, die het mogelijk maakt, dat elk lid van de KNVB weet, dat zijn belangen in een werkelijke Bondsvergadering behandeld kunnen worden op een wijze, die in overeenstemming is met de geest van ons Nederlandse volk. Nijmegen. A. W. V. d. BERG, Afgevaardigde der 4e klassers van District 111.

Medische Sportkeuring in Amsterdam

Volgens het jaarverslag van het Am'sterdamsch Bureau voor Medische Sportkeuring over 1948 • werden 7863 personen gekeurd tegen 7616 in 1947, hieronder waren 4883 voetballers (1947: 4902). Goedgekeurd werden 6765 of 86 pCt. (85.62 pCt.), voorlopig goedgekeurd 702 of 8.91 pCt. (9.45 pCt.), afgekeürd 167 of 2.12 pCt. (1.86 pCt.), voorlopig afgekeurd 229 of 2.91 pCt. (3.06 pCt.). De tussen haakjes geplaatste percentages zijn van 1947. Dhr. F. J. V. Veen, die als vertegenwoordiger van de Afd. Amsterdam zitting in het Bestuur had, bedankte en werd opgevolgd door dhr. H. M. A. Roskam. Om de financiën te verbeteren, richtte het bureau zich tot alle Amsterdamse voetbal-, korfbal-, roei- en zwemverenigingen om als donatrice toe te treden of haar donaties te verhogen. Het resultaat was zö slecht, dat de kosten van deze steunactie niet eens werden gedekt. De secretaris, dhr. v. Pareren vraagt thans of het niet op de weg van het N.O.C. ligt, om de instandhouding van de Sportkeuringsbureaux mogelijk te maken door op de entreeprijzen van de Olympische Dag een kwartje toeslag te leggen. Dat de KNVB ƒ 100.000 aan liefdadige instellingen heeft geschonken, vindt dhr. Pareren best, maar hij meent, dat het veel • eerder op de weg van deze grote bond ligt, de bureaux te helpen. De Afd. Amsterdam schonk over 1947 ƒ 1000.

Spelregel-Rubriek

Vraag over Buitenspel

Zoudt U in de Sportkroniek willen mededelen, of U het eens kan zijn met mfln mening over het volgende geval. Vooraf deel ik U mede, dat ik lid ben van DFC. Het gebeurde in de wedstrijd DFC—Feyenoord, gespeeld op 20 Februari. Onze linksbinnen De Wolf gaf een schot op het Feyenoord-docl, terwijl hij meteen doorliep. Keeper Van de Bijl sloeg de bal weer het veld in, die echter weer door een DFC-er opgevangen werd. Linksbinnen De Wolf zag dit en rende snel naar de doellijn, ging er overheen en trok zich aldus terug uit buitenspelpositie. Dit mag en er is geen spelregel die dit verbiedt. De DFC-er, die op dit moment de bal had, zag dat De Wolf niet meer buitenspel stond en gaf zo’n scherp schot op het doel van Feyenoord, dat Van de Bijl de bal niet klemvast kon krijgen en hem liet vallen. Op dit moment stormt De Wolf weer het veld in, krqgt de bal te pakken in een behoorlijke schietpositie. Op dit mo-

ment klinkt echter de fluit van scheidsrechter Kareis voor buitenspel van De Wolf. Deze hoort dit en laat de bal aan zijn lot over. Na de wedstrijd werd hem gezegd, dat als hij ondanks fluiten van Kareis toch gescoord had, DEC zou hebben geprotesteerd tegen eventueel afkeuren van dit doelpunt. Immers toen De Wolf het veld weer inkwam, had Van de Bijl de bal uit zijn doel geslagen en werd dus door aanraking van de bal door een tegenstander de buitenspelpositie van De Wolf opgeheven. Het lijkt mij een geval om eens duidelijk uiteen te zetten in Uw veel gelezen Sportkroniek.

U kan zich begrijpen, dat De Wolf er veel spijt van heeft gehad, dat hij de bal er maar niet in geschopt heeft. Het had DFC waarschijnlijk een punt opgeleverd, want nu verloren wij die partij met I—2. J. RITTEL.

Antwoord:

Met alle waarde* schrijver van dat'*!,®’ moet ik toch aan de situatie anders door hem is gaat in deze om ee beginselen van l' regel: buitensp«* Ml heven door het Ov, . door een moment, dat de bal ontving deze niet bultensp vita» ar oordeelde de sebe* ook de Wolf was, althans .**> jjiat ®-r, want hij floot k*!; Bijl het schot niemand buitensp® de Wolf niet! floot de scheidsre rechte!

Dat de Wolf nf niet verder behoeft hem is v,it ten. Door het spel dood en scoord doelpunt den toegekend de Protestcommis» 'ai, geprotesteerd hd” aangenomen dat van de schrijver jd'V ii .^^t, het protest zijn V der verandering . sta^«’ Daardoor „-nteV ®Pel’ dat de scheidsredP regels Viej maar dat het te veranderen, om jgi fluiten de bal m spel was. UTi

KRIS-KI'AS _ I DOOK rEj I EN

Voetbal-boekenwijsheid (Clubblad Quick Nymegen) Albert Milhado, sportcorrespondent te Londen, vertelde voor de radio, rdat in Engeland de antipathie tegen h® stopper-spilsysteem steeds groter werd, wel bij het publiek als bij de spelers. ® adviseerde de Nederlandse clubs, die noe niet tot SSS waren overgegaan, daarmee wachten. Wordt een nieuw systeem geJaO' ceerd dan kon men beter direct tot invoering van het allernieuwste overgaan. Deze mededeling zal de doorgewinterd® stopperaanhangers in ons land wel min meer vreemd en niet bepaald aangenaam de oren hebben geklonken. Wat moeten dan in hemelsnaam beginnen met al die dur®i wel ingekeken, doch weinig gelezen, boek®" over het moderne voetbal, waarmede we d® laatste tijd zo rijkeiyk zijn bedeeld? Zo® dan alle moeite, die men zich gegeven he®* het voetbalminnend publiek in ons land stoP' _ perminded te maken, te vergeets zijn ë®' weest?

Waardering voor kleine clubs

(Clubblad van Blauw-Wit). I Ik ben met het 3de meegeweest naar wijk In Zuilen en ik heb me reuze geaifl^'. seerd. Leuke inrichting daar in Elinkwij>*' | Een primitief, maar gezellig jongens, jongens, wat zij wij toch feitelil* verwend. Er is geen overdekte, maar heeft wat open zitplaatsen en hel valt m® mee voor zulke clubs om het hoofd bove®: water te houden, want ook zij hebben e®" trainer en terreinknecht in dienst. Ik h®“ respect voor zulke clubbesturen, die dikwü'* tot over de oren in moeilijkheden zitte®'j,

Paulus ten voorbeeld (Clubblad van Jan van Cuyk) Sport en katholicisme liggen dicht bij elkaar.. .. Voorbeeld? Nu ik dit B> vieren we het feest van Paulus’ be• Paulus, vinnig Jood, heftig christenger. Wordt hardnekkig overtuigd van ik. En.... Paulus mokt niet, zeurt ’eurt niet. Hij erkent ongelijk en speelt verder met hetzelfde vuur en in tegenovergestelde richting. I is sportief en christelijk! . 2ijn kop buigen voor meerdere eist karakter. Sterk karakter is vrucht van straining en genade. Genade krijg je. . moet je zelf voor zorgen. Sport je prachtkans! Krijg je niet de beplaats? Tikt scheidsrechter je op de Wijst teamleider je op stommiteit? niet, zeur niet. Buig je kop en speel verder. dat is sportief én christelijk! De Geestelijk Adviseur.

Clubvorm (Sporting, Antwerpen). Men vormt geen nationaal elftal met elf clubsterren, zelfs als die in de Rode Duivelsploeg de plaats krijgen die zij in hun ploeg spelen, wat de laatste tijd bij ons het geval niet meer was. De clubvorm is wel zeer bedriegelijk, omdat de prestatie van één speler doorgaans meer relief krijgt dank zij de steun die hij van zijn makkers ondervindt. Dat toont de competitie aan waar Mannaerts in zijn midden grote dingen doet, waar Coppens en Lemberechts matchwinner kunzijn zoals ook Thirifayt en Henriet dat in de Zebra-formatie kunnen bewerken.

Bij het afscheid van Bob Stam:

Dertien jaar in eerste; speler die de techniek in ere hield

Viermaal verkozen te zijn In het Nederlands Elftal is nu wel geen daverende bijzonderheid in een land, waarin een Van Heel speelde, die 64 maal het Oranjeshirt (ongetwijfeld niet steeds hetzelfde) droeg, maar als het om Bob Stam gaat, dan is het toch zeker de moeite waard om bij deze speler even stil te staan, vooral nu hjj het VUC-sHirt niet meer dragen zal. Geen enkel shirt trouwens meer, want de textiel waarmee een trainer zijn bovenlichaam bedekt, kunnen niet met clubkleuren in verband worden gebracht. Bob Stam wordt dus trainer en zal niet meer actief voetballen. Naast het getal 4 speelde het cijfer 13 een rol in zijn voetballoopbaan. Dertien jaren aaneen speelde hij in VUC’s eerste elftal, waarvan vele jaren bovendien als aanvoerder. Een rustige, beheerste aanvoerder, zoals de hele figuur Stam, buiten en binnen de krijtlijnen rust uitstraalt. Het mag gewoonte zijn bij het afscheid van een verdienstelijk speler op diens goede hoedanigheden te wijzen bij Stam is dat al heel gemakkelijk, want hij is altijd een sympathieke figuur in het veld geweest. Eigenlijk niet zo heel verwonderlijk, want nimmer heeft hij het gezocht in lichaamskracht, maar altijd in behendigheid, techniek, bijk op ’t spel, vaardigheid. Duno: bakermat van vele goede voetballers Eigenaardig, dat er uit de bescheiden club Duno zovele goede en bekende voetballers zijn voortgekomen. Ook Stam kwam er vandaan en verder Brandes, Beuning, Bartling, Walhain, De Lange en Beyersbergen, van Zuiden e.a. Hoe prettig Stam er ook voetbalde, hij geeft direct toe, dat hij van club Veranderde, „om hogerop te komen”. Nu, dat is gelukt, want nauwelijks 20 jaar oud, speelde hij al in het Ned. Elftal (tegen Hongarije, Zwitserland en 2 maal tegenl

de Belgen). En als er geen kaakfractuur bij was gekomen, was wedstrijd nummer 5 hem zeker niet ontgaan. Jammer voor Stam was het ontbreken van interlandvoetbal in de jaren ’4o—’4s, juist de periode van zijn grote vorm. Een aanvallende spil, waarvan men watertanden kon. Een, die nimmer een bal in het wilde weg trapte, maar altijd uit z’n doppen keek en zorgvuldig plaatste, soms in de breedte, soms opengooiend naar de vleugels. En in de oorlogsjaren waren VUC’s vleugelspelers vermaard door hun snelheid (Helleman) en schotvaardigheid (Bertus de Harder). Met Brandes als midvoor hadden de zwartwitten aanvallend sterke troeven. Geen wonder, dat een ploeg als deze Westelijk kampioen werd en bijna kahipioen van Nederland. Ondanks de oorlog (seizoen '43—’44) waren dit mooie voetbaldagen. Twaalf competitiewedstrijden achtereen bleef VUC ongeslagen. De 13e ontmoeting tegen Blauw-Wit in Amsterdam, ging met 3—2 verloren. Merkwaardige herinneringen heeft Stam aan deze wedstrijd. Kort voor tijd kreeg VUC een strafschop te nemen. Stam nam de bal, maar legde deze op de, volgens de scheidsrechter verkeerde, witte stip. Er waren er n.l. twee.. want de Moffen hadden een handbalveld op de Stadionvlakte uitgezet. Tenslotte moest Stam toegeven, nam de schop van de verkeerde stip (twee meter te ver van doel) en schoot tegen de paal. Na afloop protesteerde VUC verkeerd, n.l. tegen de omstandigheid, dat de penalty genomen was, terwijl de gewonde De Harder op de grond lag. Dit protest werd afgewezen, het andere, de 13 meter afstand, zou toegewezen zijn.... Maar gelukkig heeft Blauw Wit dit „onrecht” goedgemaakt door Ajax te kloppen, waardoor VUC itóch kampioen werd.

Systeem-praet Vele malen speelde Stam' in Bondselftallen, Zwaluwenploegen, Westelijke combinatie en ’t Haags Elftal. En niet te vergeten het Ned. Jeugdelftal. Opvallend vonden wij de opinie van deze aanvallende spil, wat hij vanouds was, over het SSS, dat hij eigener beweging aansneed. Ik vind geen enkel systeem tegelijkertijd zó aanvallend én verdedigend als het stopperspilsysteem. Het verdeelt de werkzaamheden van de spelers veel billijker dan het orthodoxe spel. Maar je speelde toch graag stuwend op het middenveld? Inderdaad, maar er is een verschil tussen „graag” en „goed” spelen. Ik moest veel te veel hooi op m’n vork nemen, want de kanthalves hielden zich aan de vleugelsbewaking. Tegen een goed binnentrio van de tegenpartij komt een aanvallende spil er in z’n eentje toch nooit aan te pas? Ik herinner me een wedstrijd tegen Xerxes, waarin Wilkes me ongelukkig liet draven: van de een naar de ander en nergens kreeg ik „beet”. Als de gehele ploeg constant dekt en men niet een heel middenveld te bestrijken geeft aan

één speler, kan dat zo gauw niet gebeuren. Dus je bent een voorstander van veel opdrachten? Hiet téveel, maar wat ik voorsta, is een goede taakverdeling. En dat kan m.i. het beste via SSS. O

Dertig jaar is niet oud, maar als de broer, die Roodenb'urg traint, naar Indië vertrekt, én als men een visje naar je uitwerpt, waarbij je tot de conclusie komt, dat Roodenburg een jonge flinke club is, , waarvan wat te maken moet zijn, dan kan dat je plannen om trainer te worden, versnellen. Zodat Stam eerder ophoudt dan de bedoeling was. Een bekende figuur zal voortaan op de Haagse velden ontbreken. HERMAN KUIPHOF.

Nog een W «on de de Zuid-V/ef Wijmegen. zal van Sterf'Jop. pen, felle Krijgh de bal ■weg- ' en den het fce doel af.

Holland—Graszaden

De firma C. A. v. d. Oever te ’s-Hertogenbosch zond óns haar Catalogus 1949 voor de aanleg en ’t onderhoud van voetbalvelden met „Holland Graszaden”. BW en VUC betuigen haar tevredenheid over de met deze zaden verkregen grasmat, waarvan goede fbto’s zijn afgédrukt

. Bij Labor’s Kampioenschap in de Oostelijke 2e Klas B

Eigenlijk is dit opschrift nog niet helemaal juist, aangezien er nog een protest loopt van ZAC. Doch gezien de uitlatingen van de betrokken scheidsrechter na afloop van de wedstrijd Doetinchem—ZAC, waarbij deze arbiter zich wat zijn waarneming zowel als zijn beslissing betreft, positief uitliet, zal de kans, dat de uitslag nog in het voordeel der Zwolse Blauwen gewijzigd wordt, wel nihil zgn. En dienovereenkomstig hebben de Deventer Zwartwitten Zondag voor 14 dagen hun kampioenschap op eenvoudige wijze gevierd. Bestuur en eerste elftalspelers waren naar Doetinchem getrokken ter bijwoning van die voor beide partijen zc belangrijke wedstrijd. ZAC moest winnen om haar kleine kans op het kampioenschap te behouden, Doetinchem kon evenmin een punt missen om de degradatiewedstrijden te kunnen ontlopen. Als bekend eindigde die match in een gelijk spel (nadat ZAC met I—3 had voorgestaan!) en beide partijen dienden na afloop een protest in. Volgens „Doetinchem” was het derde doelpunt der gasten met de hand gemaakt, terwijl ZAC protesteerde tegen het feit, dat de scheidsrechter een doelpunt had geannuleerd wegens aanvallen van de keeper. De Labor-spelers en bestuurderen trokken naar de Koekstad waar ze aan de rand der gemeente uit de bus overstapten In open landauwers en met de muziek van de Deventer Harmonie voorop de stad doortrokken hartelijk toegejuicht naar botel „de Moriaan”, waar gedineerd werd. Later trok meö naar de Schouwburg. Hier werd Labor toegesproken door dhr. A. Joh. Jansen namens de Afleling van de KNVB, die

HET ELFTAL VAN „RIJSWIJK”, dat kampioen werd van 4F, District 11. Staande achterste rij v.r.n.L: R. Nieuwland, T. V. Kampen en S. Ditmars. Midden: T. de Looze, L. V. a. Reijden en M. Lueks. Voor; J. G. Heezen, C. Schoenmaker, N. V. d. Kleij, G. v. d. Kleij en A. Krijgsman.

de kampioenen succes toewenste in de komende promotiewedstrijden. Diverse Deventer sportverenigingen kwamen hun gelukwensen aanbieden. Met een gezellig bal werd de avond besloten.

o ZEGT men „Labor”, dan zegt men ook; Timmerman of liever: Hein Timmerman! Voor degenen, die het nog niet wisten, dit is de voorzitter (al meer dan 20 jaar) van deze bescheiden club. Hij is de man, die zowel door zijn mede-bestuursleden, spelers, leden,' donateurs en begunstigers wordt beschouwd als „de man”, die Labor heeft groot gemaakt. Hij heeft in de vereniging diverse functies be-

808 STAM ... .techniek in ere.,,.

kleed, o.m. ballenbewaarder, penningmeester, Ie en 2e secretaris, voorzitter. En nog steeds is het „Hein” bij wie men komt aankloppen als er moeilijkheden zijn. De avond vóór een belangrijke wedstrijd komt het eerste elftal met hem samen ter bespreking van de tactiek e.d. De spelers waarderen het vele werk en de vele tijd, die hun voorzitter voor de club over heeft en op hun beurt gaan ze voor hem door ’t vuur. Timmerman is een voorzitter uit ’t goede hout gesneden. Op en top een sportsman. Hij houdt zijn jongens steeds voor, dat sportiviteit nummer één is en dat zij zich ook „goede verliezers” moeten tonen. De Laborploeg staat bij haar zusterclubs in de afdeling dan ook bekend als een prettige tegenstander. Gebeurt het eens een enkele keer (sporadisch!) dat een speler tijdens een wedstrijd in t vuur van ’t spel eens een onsportieve handeling uitvoert, dan neemt voorzitter Timmerman hem na afloop even apart en wijst hem op het afkeurenswaardige in zijn houding. De oprichtingsdatum luidt 23 April 1917. Toen werd het clubje gevormd met de naam VIOS. Oorspronkelijk had men slechts B leden echte vrienden en meer wilden ze er niet bij hebben ook! Speelden ze tegen een andere club, dan was het met z’n achten! Ze speelden in een speeltuin aan de Smyrnastraat te Deventer. In die tijd bestond

de zgn. U.D.-competitie, gesticht door het XJ.D.-lid Harry van Vreeswijk. Hierin werd door een paar U.D.-elftallen en enkele andere clubjes in competitie-ver. band gespeeld. VIOS verzocht daarin ook mee te mogen spelen en dat werd toegestaan doch dan moesten ze de club uitbreiden tot minstens 11 „man”. Ook nam VIOS deel aan de in die jaren zo bekende U.D.-seriewedstrijden en daar slaagden ze er direct in een Ie prijs te behalen in de laagste afdeling. In 1922 ging de club over naar de Gelderse Voetbal Bond waarvoor een naamsverandering moest plaats hebben; de club werd omgedoopt in VOG. Na drie seizoenen in de GVB te zijn uitgekomen volgde in 1925 de promotie tot de 4de kl. NVB. Inmiddels was de naam veranderd in „Labor”, een naam, die Timmerman toevallig in de sigarenfabriek waar hij werkzaam was (Labor telde in die tijd vele sigarenmakers), op een bordje had gelezen. Zij hadden aan de NVB enkele namen moeten opgeven, waaruit deze tenslotte de goedkeuring kreeg. Na een 4- jarig verblijf in de vierde kl. volgde in 1929 na beslissingswedstrijden met Theotorne en Columbia promotie naar de ,3de kl. Hierin werd een paar maal het kampioenschap behaald, doch eerst aan ’t eind van ’t seizoen 1940—'41 promoveerde de club naar de 2de kl., na promotiewedstrijden tegen Eilermark en Quick (Oldenzaal). (n 1946 eindigde Labor op de Iste plaats harer afdeling doch in de promotiewedstrijden met Vitesse, Rigtersbleek en PEC waren de zwart-witten niet erg fortuinlijk en eindigden ze op de laatste plaats. Bij de aanvang van dit seizoen kreeg de vereniging de beschikking over een nieuw terrein In de gemeente Diepenveen (even over de grens), prachtig gelegen naast het Borgeler Bad. Zeer succesvol tot heden, want hierop werd nog geen wedstrijd verloren! ■ Het bestuur bestaat uit de volgende leden: H. Timmerman, voorzitter; R. Kruit, secr.; W. Hulleman, penningmeester; J. v. Wensveen, J. Visser, W. Stempher en P. J. Kersten. Tot de oudste leden behoren o.m. Joh. Krudde, lid van verdienste en G. Plorissen.

Vooraanstaande spelers heeft Labor niet gehad. Het is echt een team waarin de goede geest die erin heerst, een krachtig moreel vormt. !

Labor komt mét 6 senior-elftallen en 3 junioresploegeh in de competities uit. Werkende leden telt de vereniging c.a. 180, donateurs en begunstigers meer dan 300. Labor speelt geen SSS,

Wij wensen Labor van harte geluk met het behaalde kampioenschap en veel succes in de komende promotiewedstrijden!

J. P. N.