Nogmaals de buitenspelregel en de inworp

Dhr Boersma is het blijkens zijn Ingezonden stuk'in de Sportkroniek van 3 Januari niet eens met mijn gedachte om het opzettelijk buitenspelzetten niet meer te belonen, met een vrije schop, maar in dat geval te laten doorspelen en op eigen speelheUt m plaats van een inworp een inschop toe te kennen. De door mij voorgestelde ideeën heb ik uit de praktijk geput, niet alleen als voetballer, maar ook als scheidsrechter en als oefenmeester. Nu in Engeland en in ons land, ja overal waar voetbal gespeeld wordt, naar andere wegen ■wordt gezocht om het spelpeil op te voeren, moeten we middelen zoeken, die hiertoe kunnen leiden, het spel voor de spelers en zeker voor de voorhoedespelers niet moeilijker maken en de taak van de scheidsrechter niet verzwaren. Ik wil het voor de voorhoedespelers en voor de scheidsrechters juist gemakkelijker maken. De mening dat het voor wat ik voorsta moeilijker zou worden, getuigt van een tekort aan spelbegrip en spelinzicht. ' Zoals men in de Sportkroniek heeft kunnen lezen zijn er ook in Engeland vooraanstaande voetbalexperts, die bovengenoemde ideeën voorstaan. Voetbal wordt bedorven door safety-first taktiek, dit is: veiligheid boven alles, waarover Ivan Sharpe zijn afkeurende mening heeft gezegd. Hij wil het opzettelijk buitenspel zetten uitschakelen door de opzettelijk buitenspel gezette partij niet langer daarvoor te bestraffen. Volgens hem moet de scheidsrechter de bevoegdheid, krijgen een zodanig buitenspelgeval niet te bestraffen en te laten doorspelen. Ik heb deze uitnemende spelkenner dus aan mijn zijde. Mr Norman Bassett, een der directeuren van West Bromwich Albion, is er door getroffen, dat bij voetbal zoveel tijd verloren gaat omdat de bal buiten het speelveld is. Deze voetbaldeskundige wil ook voor de inworp een inschop. O

Nu de bezwaren van dhr Boersma. Hij zegt het moderne •voetbal vraagt list en tegenlist; zo is er dus geen bezwaar om de buitenspelval te doen gebruiken door de verdedigende partij, temeer daar de voorhoedespelers der tegenpartij zich kunnen onttrekken aan buitenspel door over de doellijn te gaan staan.

Daartegenover stel ik, dat niet slechts modern voetbal list en * tegenlist vraagt; dit vraagt elk | voetbal, maar het opzettelijk bui- * tenspelzetten moet niet als een list worden beschouwd. Dit is struisvogelpolitiek: het gaat de verdediger daarbij niet om de bal, maar om een tegenspeler, die niet buitenspel staat en die zijn aandacht heeft bij de bal, welke hem

eventueel toegespeeld zal worden, achter zijn rug om buitenspel te zetten en zo het spel opzettelijk dood te maken. Als een voorhoedespeler zich onttrekt aan buitenspel door over de doellijn te gaan staan, schakelt hij zich zelf uit. Dit is een voordeel voor de verdedigende partij, maar die voorhoedespeler wordt daarvoor niet gestraft, mits hij zich niet onttrekt aan het gezicht van de scheidsrechter. Hierin zit in het geheel geen nadeel voor de verdedigende partij, want zo gauw die voorhoedespeler op welke manier dan ook, het spel beïnvloedt, wordt hij wel gestraft. Voorts zegt dhr Boersma: Men kan het opzettelijk buitenspel zetten ook zien als een tekortkoming aan capaciteit en hij noemt als voorbeeld, dat een elftal dat het S.S.S. goed speelt, geen gebruik zal maken van deze buitenspelval. Natuurlijk, een goed spelend elftal, ook al speelt het geen S.S.S. maakt geen gebruik van de buitenspelval, maar het gaat juist om de niet goed spelende elftallen. Deze doen het wel en die breken het goede spel van de beter spelende clubs op zodanige manier af, dat die beterspelende club haar spel niet meer kan ontplooien. Verder vraagt dhr Boersma, hoe te handelen bij een directe vrije schop met het „muurtje” voor het doel, zou het dan niet al te gemakkelijk zijn je tussen de spelers der tegenpartij te nestelen, daar ze je toch niet buitenspel kunnen zetten?

Bij een directe vrije schop voor het doel van de tegenpartij vormen de verdedigers een z.g. muurtje. Nestelen de aanvallers

er zich tussen in en staan zij op het moment, dat de bal gespeeld wordt gelijk met de verdedigers, dan staan zij buitenspel en worden derhalve gestraft. Maar nu het geval, dat de aanvallers even vóór het „muurtje” staan. De bal wordt direct op doel geschoten; de keeper keert het schot, óf het is doelpunt, óf de bal gaat naast óf over het doel. Op het moment, dat de bal geschoten zal worden, springen de achterspelers een- halve meter naar voren en zetten de aanvallers buitenspel. Scheidsrechter Jansen geeft nu buitenspel! Scheidsrechter Linkie laat als de keeper de bal keert doorspelen; gaat de bal in doel dan geeft hij doelpunt en gaat de bal naast of over het doel dan geeft hij doelschop. Scheidrechter Linkie leeft met de geest van het spel mee, want hij constateert, dat de voorhoedespelers, al staan zij op dat moment volgens de regel buitenspel, toch nooit hinderlijk kunnen zijn voor wie dan ook. Immers, even vóór de bal ingeschoten werd, stonden zij niet buitenspel en dan mogen zij hinderlijk zijn. Nu springen de verdedigers naar voren. Zijn nu de aanvallers ineens hinderlijk? Zij blijven staan, worden weliswaar buitenspel gezet, maar hoe kunnen ze daardoor hinderlijk zijn? Waar is de bal gebleven? Spelgevoel van scheidsrechter Linkie en een tekortkoming van scheidsrechter Jansen, . die het voor zich zelf en ook voor de aanvallers moeilijk maakt. ' Er zijn vele van die Jansen’s,

maar laten we het dan voor hen gemakkelijker maken en de beslissing van de Linkie’s waarderen Als de verdedigers eenmaal weten dat het naar voren springen

om een speler buitenspel te zetten, geen zin meer heeft, dan zullen zij die ook niet doen. Een scheidsrechter maakt juist de meeste fouten bij de buitenspelregel in de genoemde gevallen, omdat het zo moeilijk is te oordelen wanneer de speler naar voren springt. Worden deze fouten gemaakt, dan geeft dit juist aanleiding tot spelverruwing want dit vormt ’n wrijvingspunt meer voor de spelers, die hun spel niet kunnen ontplooien. Dhr Boersma beweert ’t tegendeel. Hij zegt, dat er helaas al genoeg wrijvingspunten zijn en dat de meeste spelers toch al te weinig met de spelregels op de hoogte zijn, wat indirect vaak de oorzaak is van de slechte verstandhouding tussen de spelers in het veld. Laten we het dan voor de spelers en voor de scheidsrechters gemakkelijker maken door het opzettelijk buitenspel zetten niet meer te bestraffen. Het is voor een scheidsrechter gemakkelijk te constateren. En de spelers passen zich vlug genoeg aan als ze weten dat het geen zin meer heeft, omdat de scheidsrechter laat doorspelen. Over de inworp verwijs ik naar mijn artikel in de Sportkroniek van 27 December. FLOOR DE ZEEUW.

TOMMY WALKER. De bekende Schotse internationaal en Ch*lsea-speler Walker is benoemd tot assistent-manager van zijn oude Schotse club Heart of Midlothian. Dat betekent afscheid van Stamford Bridge en van zijn jongens- en meisjesclub in Camherwell. Tien jaar heeft hij de club geleid, lezingen gehouden, de jongens getraind en Zondagsmorgens voor hen gepreekt. „Hij heeft meer en beter gedaan dan een bisschop” werd van hem bij zijn afscheid getuigd en hij kreeg van de kinderen een klok mee naar Schotland. Jeugdsport in zijn beste vorm heeft Walker aan Camberwell bezorgd.

Hoe er in de verschillende districten gescoord werd

Hiernaast vindt men de publicatie van de doelpuntenstand over de derde periode van onze voetbalcompetitie in de 6 eerste klas-districten, waarvoor intussen al 16 speeldagen zijn gebruikt. Op de dag van België—Nederland in November zijn in District IV nog twee wedstrijden gespeeld, welke door dit geringe aantal niet als speeldag zijn berekend. Was het vorig jaar- na deze periode District V topscorer met 313 doelpunten, gevolgd door District IV met 283 goals, thans heeft laatstgenoemd district de leiding met 290 gemaakte doelpunten, terwijl District II de Zuidelijken op de voet volgt met 285. Het andere Zuidelijke District (VI) blijft volharden in haar bescheiden positie op dit lijstje en is ook thans nog de laatste, waarbij het gemiddelde nog niet de 3 doelpunten per wedstrijd bereikt. Hoewel District IV het gemiddelde van 4

doelpunten per wedstrijd bijna wel IV als V boven dit gemidbereikte is rnerkwaardig genoeg dolde. De cijfers van de 11e tot geen enkel district daarin ge- en met de 16e speeldag zijn dus slaagd. Vorig jaar kwamen zo- als volgt:

* = Aantal wedstrijden zonder doelpunten 20 (vorig jaar 11). § = Aantal wedstrijden niet gespeeld wegens terreinafkeuring 10 (vorig jaar 29). A = Dit cijfer is berekend over 7 wedstrijden, t *= Geen volledig programma samengesteld. J. v. SPRANG

1 – Spelreg^^^hriek » ■—

' Hoe een verkregen

I CEN DER ALLERKLEINSTE der Lt regelen is regel 10; de belangrijkste en toch een ' waarover maar zeer weinig te sobr*' ven valt. Wie de meeste maakt heeft gewonnen, stond er vro®, j ger in het reglement; eerst naderhaB j is het woord „maakt" vervangen d®'’', . ,,heeft behaald” immers het gaat ®j niet om wie de meeste maakt, maar wie de meeste op rekening krygt. De oplossing is j voudig, scoort men in eigen doel, j is dat natuurlijk een punt voor d tegenpartij. Zo ziet men alweer 1"^ ' moeilijk het voor de wetgever is ®j\( ' zuiver vast te leggen wat bedoe'®.) ” is en tevens hoe gemakkelijk men h, j de gewone spreektaal iets zegt bij geen twijfel mogelijk is. , i . /%0P

S3 moet men in zo’n nr opletten, want zou bij de aking xnet de hand onmiddellijk Weerklinken en de bal jj Wat men noemt ,,zitten”, een strafschop gegeven lliit*' de bal onmid-1 éé fluittoon in het doel. tHe ts mo gelijk dat de aannt*'t met de hand een doel- maken en wel als de ■ ®rdediger van zijn strafschopge> oir -■ Het staat zo onder ' a beslissingen en dus moet dat het wel eens is ‘b maar voor ik het zelf 'n w*'®” '''*1 ’t nog niet gelo■y- Ware ik wel goed gelovig, dan Ook aanvaarden dat het wel

De bal moet geheel door het vlak zijn gegaan. Wat het doelvl* s is weet natuurlijk een ieder, t voor het geval dit nog eens gele*®' t mocht worden door een beginneli* In het vak, zij vermeld, dat ond* r het doelvlak wordt verstaan het vla' 5 dat wordt begrensd door de gr®’’ > en de achterkant van doelpalen 1 doellat, De bal op de lijn, voor d* grootste deel over de lijn, geheel de voorzijde: geen doelpunt. Sta* r men naast de paal en kijkt men c ter de paal langs naar de andere dan moet men de bal in zijn geba* zien wil een doelpunt kunnen v:®' den toegekend. Het is haast vanzelfsprekend, de aanvallende partij bij het mat® geen gebruik mag maken van haa of arm; de verdedigende partij daa entegen wel. Maakt een verdedig' hands, en gaat de bal door het da® dan is het goal en geen strafscba-

el'

o< pers l«'■-^.^^*^UBBLADEN _f*“^>eggen! etJigjj* kwaal van *®nde spelers der #er t neemt .{l**3er „praten” ; ivei r ,'vedstrrjd. Dit ’ *®'er als een Mr niet goed doet ®®” «'> tauf’ zelf fout ”‘*'8 ri- diaakt en nochjtn w 7*'?ed heeft met ;e>ni6r)jj*®n gezicht een het veld waardoor ■ eerstgenoemde

speler op z'’n beurt hatelijke opmerkingen ]aan liet adres van andere clubgenoten gaat slingeren. Dit haalt de' spelers uit hun spel met als resultaat een nederlaag. Zulke opmerkln:en stlchteh kwaad en nooit enig goed. Het zijn altijd dezelfde personen die zich daaraan schuldig maken. Daar dit evenwel tegen het verenigingsbelang is, heeft de E.C. besloten voortaan scherp op te letten wie zich daaraan bezondigt en eventueel te schorsen na waarschuwing.

eens voorkomt, dat de scheidsrechter een doelpunt toekent, als' de doellat niet op haar plaats gebleven is. Ik voor mij neem aan, dat dit voorschrift nog stamt uit de tijd, dat de doelpalen verbonden waren door een dusdanig licht latje, dat dit wel eens door midden werd geschoten of door een zich er aan optrekkende doelverdediger kapot getrokken werd. Zoals evenwel geschreven, het staat in de regels, moet het worden geleerd. Goede inwerperg bezitten wij niet meer en dus zou ik ook niet behoeven te vertellen, dat uit een ingooi niet rechtstreeks gedoelpunt mag worden, maar ja, ook dat staat er en dus moet ik het aan de vergetelheid ontrukken. Dat een ongelukkige doelverdediger wel eens een enkele maal een doelpunt weggeeft, als hij de bal achter uitbrengt om deze daarna weg te werpen of als hij zich met bal en al omdraait, daarmede wil ik voor ditmaal besluiten. Mr. R. W. PIEK

Sportkroniek

Piet Heeneman _ is 25 jaar *^srechter

IN DE SPORTKRONIEK van 1 14 Januari 1924 stond mijn aanstelling als scheidsrechter van de HVB. ’s Zondags tevoren had ik reeds gefloten; vorige week Donderdag was ik dus 25 jaren wedstrijdleider, aldus de populaire Piet Heeneman tijdens ons vraaggesprek. Populair is hij; niet alleen omdat hy een van onze beste scheidsrechters is, maar vooral omdat hij zijn taak met ambitie vervult. Hij is bestuurslid van de HSV, leider van de spelregel-avonden en kortgeleden gaf hij met succes een praktische openbare les op het VUC-veld. 25 jaren geleden ging het heel anders dan nu... Toen volgde je „met z’n vijven” een cursus bij dhrn. Burgwal, De Boer, Klasing en Hierck aan ... huis. 5 jaren heb ik in de HVB gefloten, toen ik op 24 September 1929 over naar de ■ NVB, nadat ik eerst onder het mes van dhrn Mutters, Kool en De Haan was gev/eest. En natuurlijk hebt U daar nimmer spijt van gehad? Neen! Ik heb mij altijd geheel gegeven. Dat moet men ook doen! Men kan zich niet bepalen tot de wedstrijden alleen. Men moet ook de regels bij houden en evengoed trainen als de spelers. Ik zelf doe dat samen met de ADO-spelers. En desondanks ben ik na elke wedstrijd bek-af, want ik volg de spelers op de voet zoals in Lunteren wordt gedoceerd. Ja, hier moet ik iets treffends bij zeggen. Onlangs floot ik als invaller Cromvliet—Westerkwartier. Ik kon in het hegin de wedstrijd niet bijhouden... Wilt U zeggen, dat een wedstrijd in de 3e klas dan zoveel sneller is? Dat natuurlijk niet....

it m het snelle teihPa, Wedstrijden geWj.. ® de spelers enkele sM hij ‘t®J?oeft die te steeds re -Va„ j?bten zijn de hele wedstrAs moet je de 7. die (}„. “ IS, aanvoej hiets dan geUe'Jorigg®- Op 7 WV de een 0-1 ovefVerdg^'^dhovenaren was een ”der enige het einL vaP V die werd de geladen waS'•aatg'j'■ en toen ik gefloten bar*'"t bad los als ik ®^®,egemaakt. eerste” in^ najaar werd NOAD- was ook de geladen in de ,'7 arL,*«nt welke tre>; het 7 was aan he‘ "u – vond ik de dat het voe',i®?od toen zijn en mij bedankte de wed reeds in de

trein had bemerkt dat velen waren gekomen om een wedstrijd-met-sensatie te aanschouwen. Ik had echter even voor de aanvang eerst de spelers van NOAD bij elkaar geroepen, zónder hun bestuursleden, en hun gezegd, dat ik was gekomen om een sportieve wedstrijd te leiden, en dat als er ook maar iets gebeurde, dat met de geest van sportiviteit in strijd was, ik pnmiddellijk naar Den Haag zou terugkeren. Toen heb ik de spelers van Longa er bij gehaald en hun hetzelfde gezegd. Het is een goede wedstrijd geworden... Is er verschil van sfeer in West en Zuid? Ja. Het spel in het Zuiden staat m.i. technisch wel iets beneden dat in het Westen, maar het enthousiasme is er veel groter. En dat maakt er het leiden zo prettig. De spelers begaan hun overtredingen meer impulsief en zoeken niet naar wraak als zij een minder zachte duw-ofiets-van-dien-aard hehben ontvangen. Integenstelling soms met die in het Westen, waar de scheidsrechter altijd rekening moet houden „met een betaald antwoord”... Wij vroegen dhr Heeneman om zijn mening over het instituut neutrale grensrechters.

I Graag neutrale grensrechters. Voor de aan vang geef ik de grensrechters huik taak op. Heb ik in de gaten dat zij die op de juiste wijze vervallen, dan houd ik met hun appèl rekening, maar blijkt mij dat zij partijdig zijn, dan geef ik hun te kennen dat zij evengoed weg kunnen gaan. Maar aan collega’s als grensrechters geef ik toch de voorkeur. Want, er zqn altijd

„blinde” gedeelten van het veld. En het is prettig als je die geheel aan de controle van een grensrechter kunt overlaten. En hoe handelt U bij de schouderduw? Naar de gaest van de spelregel, zoals ons in Lanteren is geleerd. U hebt het een paar maal gehad over Lanteren. U vindt deze instelling zeker van veel betekenis? Inderdaad! Wat dhrn Burgwal en Karei v. d. Meer daar klaarspelen verdient aller waardering. Er zijn weliswaar .scheidsrechters, die als zij de lessen van Lanteren toepassen even een kleine terugslag ondervinden, maar ik heb gelukkig daar geen last van gehad.

o Donderdagavond is dhr. Heeneman allerhartelijkst gehuldigd in een bijeenkomst van de Haagse Groep van de CO VS. Voorzitter V. Asperen deelde mede, dat dhr. Heeneman tot Lid van Verdienste der Vereniging was benoemd en bood hem daarbij een koffer aan. Dhr. Burgwal sprak namens KN VB en Scheidsrechterscommissie onder aanbieding van een Gedenktegel. Verder spraken nog dhrn Dr. v. Wijk. namens de subcommissie ’s-Gravenhage Scheidsrechters; Jan de Boer namens de Afdeling; C. Simmer voor de Clubavond-commissie, die tevens aan mevr. Heeneman een taart aanbood; v. d. Starre, consul Delft en P. J. Jonker, secr. van de CVOS. HARINCK

BE-QUICK—GVAV: „Tik” zefft het hoofd van de GVAV-er Jansen en de hooa voor doel gebrachte bal wordt het luchtruim ingezonden. Doelman Bijl kan weer onder de lat plaatsnemen., het gevaar is geweken! (Foto Boonstra)

UD—DAVO: Dat is mis, keeper! De UD – doelman tracht met een wanhopige sprong de hal te onderscheppen, maar gehinderd door een DAVO-aanvaller lukt hem dit niet. Een aevaarlijkz situatie! (Foto Hakeboom),

Een oplossing voor de vraag naar Neutrale Grensrechters

rjOOR DE UITSPRAAK van de Protestcommissie in het protest Aja3£—SVV is aan de neutrale grensrechter plots een zekere , macht toegekend, die voor de scheidsrechters lastig kan a worden. J Aan de scheidsrechter .nag z'jn ' macht niet ontnomen worden, want volgens de spelregels gaat ® het doorgaans toch om de waarneming van de scheidsrechter. Een clubgrensrechter kan nu eenmaal niet neutraal zijn, want hij is lid van één der partijen en een ‘ scheidsrechter, die goed geconcen- * treerd zijn wedstrijd leidt, heeft geen tijd om op een grensrechter ‘ te letten, want dan moet hij noodwendig zijn aandacht even van het spel afleiden, in welke tijd, hoe ' kort ook, er net iets kan gebeuren. Hoe weinig grensrechters zijn er, ■■ die beslissingen tegen hun eigen club durven nemen? Bijna geen, a

vooral tegenwoordig niet, nu de strijd om de puntjes zo kostbaar is. Diegenen, die het wel durfden, houden er geleidelijk mee op, omdat een ander het ook niet doet. Neutrale grensrechters, liefst scheidsrechters uit lagere klassen, blijft het ideaal, maar er schijnen financiële bezwaren te zijn of organisatorische of wat dan ook, dus over de hele linie kan het schijnbaar niet. Maar plaatselijk ,is er een oplossing voor te vinden en de KNVB en de sub-scheidsrechterscommissies zullen het er wel mee eens zijn, want het is het belang van het scheidsrechteren en van de clubs. Ik bezoek dikwijls de clubavond van de Rotterdamse Scheidsr. Ver. Het is daar altijd zeer gezellig; er wordt gekaart, gebiljart en er wordt zelfs over voetbal gepraat, kortom op deze avond weet iedereen van iedereen waar hij Zondags heen gaat. Het verbaast inij alleen maar, dat er scheidsrechters zijn, die er niet komen en dat zijn doorgaans diegenen, die het nooit ver zullen brengen, omdat zij de korte spelregelbesprekingen horen, die op voorlichtende wijze door dhr. Onck gehouden worden, nooit langer dan een kwartiertje. O

Nu is. mijn voorstel dit. Bijvoor-SsSld Goverts, Bob v. d. Heyden, ïuizeveld, Vos e.a., dit in Rotterlam om 2 uur een wedstrijd hebjen in de 2de of 3de klas, weten,' Jat een serie jongere scheidsrech»rs, o.a. Revier, de Roode, Struyk. >.a. (om er maar een paar te noeaen, waarbij ik Eielts weglaat, >mdat deze journalistiek voor de iportkroniek pleegt) ’s ijens om 10 uur hun wedstrijd heb ben en dus om twee uur vrij zijl Zij zijn allen vrienden van elkaa en die jonge scheidsrechters, dl

om 12 uur met hun wedstrijd klaar zijn, zie je ’s middags bij de grote wedstrijden. Ik weet echter zeker, dat het mogelijk moet izijn (de programma’s zijn doorgaans tijdig genoeg bekend), dat men clubjes van 3 vormt, die in het belang van de sport bereid zijn om gedrieën een wedstrijd te leiden, een scheidsrechter en twee grensrechters. Neem aan, dat Goverts Excelsior—HVV heeft en hij kan het met de Roode en Struyk eens worden, dat zij met zjin drieën de wedstrijd gaan leiden. Dat is voor de scheidsrechter van de wedstrijd een belangrijke steun, voor de grensrechters leerzaam, want na afloop kan men de wedstrijd nog eens bespreken en de clubs hebben het voordeel, dat zü met succes eventueel kunnen protesteren, waarbij de protestcommissie wel degelijk rekening moet houden met de mening van de grensrechters, wat de scheidsrechter ook niet erg zal vinden, want het gaat er om de sport op te bouwen. Ik weet zeker, dat een telefoontje aan dhrn. Magielsen of Cnstelein, onze mannen van de subcommissie, voldoende zal zijn voor de goedkeuring en dat deze dan de clubs even bericht sturen, dat voor de betreffende wedstrijd neutrale grensrechters aanwezig zullen zijn. Deze werkwijze is zeker een pvoet waard. Voor de subcommissie lijkt het mij ook niet ondienstig, want zij krijgt dan een overzicht, welke scheidsrechters liefhebberij in het werk hebben en steeds voor de bond klaar staan. Langs de lijn leert men van zijn grote college binnen de lijnen, al moet men dan even vergeten, „dat 'de beste stuurlui aan de kant staan.”

Ik hoop, dat de Rotterdamse • scheidsrechters het voorbeeld geven. Dan begint in Rotterdam de ! „Neutrale Grensrechters-Victorie” en andere plaatsen zullen bij wel» slagen zeker volgen. In Mei bestaat de Rotterdames Scheidsrechtersvereniging 25 jaar en dan gaat zij feest vieren. Dat mag ook wel eens als je 25 jaar met een fluit in je mond gelopen hebt. Al die tijd is dhr. M. de Smale voorzitter geweest en hij heeft grootse plannen. AARNOUDSE.

Clubnamen kunnen veel origineler zijn

Neem drie stelletjes alpliabetten, roer ze door elkaar, pluk er drie letter? uit, éénmaal, tienmaal of honderdmaal, en u hebt de naam van ’n Nederlandse voetbalclub. Ik heb een hekel aan die letterclubnamen. Let wel niet aan de clubs, maar aan de namen, vooral aan die drie letterige namen. Ze spreken niet tot me, het zijn anonymen voor me. En ze verraden te vaak een gebrek aan originaliteit en geest. Neemt u de letters van het A.B.C. en zet er VV, VC, SC of FC (wat niet eens Nederlands is) achter en u hebt een groot percentage van onze vaderlandse clubnamen. In een beperkt rayon mogen ze- een bekende klank hebben, in de zee van de door de KNVB geregistreerde clubnamen worden 't vraagtekens voor alle outsiders. En dat vind ik jammer. Wat zeggen me namen als OAB, MVR

of NWC? Niets let- : terlijk niets. Geef i me dan liever een naam als de Rijp. i Eext, Zwartemeer of Helpman. Ze verra- ' den althans waar de ; club thuishoort en ' dat wekt al enige ; belangstelling. Of ; Armanda, Adelaars, j Excelsior, Rietvin- j ken, daar zit ten , minste muziek in. Waar ik ook niet van houd, dat zijn ' die Boys. Nederland ' is- er mee bezaaid. • En de naam zegt zo ’ weinig. Wie zal het > in zijn hoofd halen er de goede Nederlandse naam jongens ■ voor in de plaats te ■ zetten. Verbeeldt u: Amsterdamsje jongens of Arnhemse ' jongens. Geef mij ï dan maar liever boe- • renjongens of Arn- ' hemse meisjes. Daar : zit in ieder geval nog pit in. En wat zoudt u zeggen van Bossche gargons of Geer : truidenbergse Ruben? Wat me ook niet na aan het hart : ligt, dat zijn al die 1 Sparta’s, Quick’s, Be Quick’s Vitesse’s met :

zo’n letter achter, die zo veel als een plaatsaanduiding moet betekenen of ter onderscheiding van het praedicaat RK voorzien worden. Tegen Sparta, Quick Be Quick en Vitesse hebben we niets, maar wel tegen de na-apers. En ook die clubnamen met een jaartal er achter als VVO ’37, XYZ ’42 enz. kunnen me niet bekoren. Het zijn en blijven puzzles voor me. Ze blijven voor mij gebrek aan intelligentie verraden en . medelijden opwekken met de KNVB administratie. En dan die kleurloze kleurencombinaties. Het wordt je geel en groen voor je ogen en we doen er goed aan deze zaak maar blauwblauw te laten. Maar toch begrijp ik niet, waarom ze Wit-Wit niet liever Sneeuwwitje noemen. Daar zit ten minste nog romantiek in. Er zijn nog veel meer namen, die ik niet kan luchten. Zo b.v.

Atraps als omkering van Sparta! Brr! En dan Rhenania voor een Limburgse club, waar vadertje Rijn in de verste verte niet te bekennen valt. En wat te zeggen van Almania. Afgekeken van de bekende club uit Aken. Wat hebben we hier te maken met Alemannen, die in Duitsland thuishoorden? Er zijn toch zo veel passende en sprekende namen te vinden, als we even willen wegduiken in onze geschiedenis en dan vooral in de plaatselijke geschiedenis Wat zegt u van namen als Graaf Huyn, Ridder Vos, Eburonia, Teutonia, Walram, Sanderbout, Haslou, Snestra? Op die manier zijn er overal in ons land goede en klankvolle clubnamen te creeren. En zou er op die manier niet wat meer kleur en fleur in de saaie en geheimzinnige clubnamen-reeks komen? O.

Sei-11e 12e 13e 14e 15e 16e To-Gem. zoen dag dag dag dag dag dag taal per wedstr. District I 1948/9 22 20 15 17** 13 19* 271 •3.57 1947/8 14§ 13t 25 20 19* 6* 275 3.72 District II 1948/9 19 19 24 12 14 16* 285 3.65 1947/8 7§ 12t 11 19 20 8 216 3.— District III 1948/9 19 21 17* 13* 16 11§ 257 3.25 1947/8 5§ 29 6** 13§ 16 17t 246 3.62 District IV 1948/9 17 18 15§ 14 8§ 14 290 3.97 1947/8 0§ 15 19 20§ 14§ 11§ 283 4.22 District V 1948/9 19* 20 16 17 11§ 25 262 3.36 1947/8 19 18 19 35 13§ 18 313 4.07 District VI 1948/9 23*A 16 10 8* 6§ 16 218 2.91 1947/8 11§ B7 llt 21 9§ 14 248 3.70