Prifa 33 cent

spaimiioNniß

WAARIN OPGENOMEN DE OFHCIELE MEDEDELINGEN VAN DE KONINKUJKE NEDERLANDSCHE VOETBALBOND •n trcni d« Aid. '■•GraT«ahag« K.N.V.B.

HOOPDREDACTEUR: J. MOORMAN – REDACTEUR. R P. KUIPHOF ORGAANCOMMISSIE. K J. J LOTSY, S. COLDEWEY, fa. R F. HOPSTEE

BUREAU. DEN HAAG, ZWARTEWEG 1. TELEPCX)N 18.23.55 ABONNEMENT, ƒ 4. PER KWARTAAL INCASSO. 15 CENT.

MAANDAG 27 DECEMBER 1948 No. 52 – Weekblad 47e JAAR

MOORMAN'* PERIODIEKE PERS. DEN HAAG

•—• AiNWWOWt 19 WSINU NADRUK VERBODEN Postr*k«alag 44715

\ lo dit Niuiuner: Voetbal, Sportmoraal en Geld 1948 trekt zijn voetbalschoenen alt Middelen om spel. afbraak teven te vaan. V

Voetbal, Sportmoraal en Ceid

Een blij -einde Oudejaars-heschogwing^

rvE LAATSTE WEKEN dfl jaars leiden tot besuieg# ling en de donkere dagen vóói Kerstmis tot somberheid. He een is zo gevaarlijk als het andei Bij bespiegeling dreigt het gA vaar van eenzijdigheid, van d( dingen slechts uit één geziohtsi hoek te bekijken, en bij somi berheid van het zich blind st» ren op de schaduwzijden mé verwaarlozing van de lichli kanten. I

Twéé publicaties van de dagen over onze voetbalspof zijn daarvan de voorbeelden D( ene betreft de va| de sportiviteit op de voetbal* velden, de andere de invloiï van het geld in de voetbalsport Beide zijn de overweging waard Estafette, het officiële orgaan van de Nederlandse Sportbond, maakt zich bezorgd over de vermindering van d| sportiviteit, var de voetbal» moraal. De sportbeoefenaars, zegt het blad, schijnen zich van de fraaie betogen over de waarden van de sportbeoefening maar weinig aan te trekken en het vraagt of het dus eigenlijk Wel zin heeft om te blijven praten over de idealen van de sport, over haar cultuurvormende taak, het aankweken van Vriendschap, opoft'eringsgezindheid en zelftucht. |

Als grond voor de pessimistische stemming wo7'dt dan o.m, gewezen op de opgelegde straffen, die de KNVB wekelijks in zijn officiële mededelingen m de Sportkroniek publiceert. „Daarin leest men over trappen, natrappen, wangedrag, belediging van de scheidsrechter, slaan van een tegenspeler, mishandelen van scheidsrechters. Wanordelijkheden, kortom over Zoveel zaken, die de sport naar beneden halen, dat men er naar Van wordt” |

1 o r\IT ZIJN INDERDAAD erge en ergerlijke dingen, wat de 3ard der bestrafte feiten betreft. Maar voor de vraag of de Voetbalmoraal achteruit gaat, is niet slechts de aard van de misdragingen beslissend, maar ook het aantal in verhouding tot de omvang van de voetbalbeoefening. Het jaarverslag van de KNVB geeft daarover opvallend gunstige cßfers.

In totaal hebben in het vorige “ondsjaar niet minder dan 13.364 elftallen aan officiële competities van onze Bond deelgenomen het aantal bondsleden bedraagt het overweldigende aantel van bijna JJOO.OOQ. En het Percentage der 'gestrafte spelers

!s bedraagt 0.35. Dat wil zeggen, dat op 10.000 er 3f ir gestraft zijn. Tegenover 35, di« >t zich misdroegen, staan er 9965 r. wier strafregister in het seizoer – blanco bleef. De „voetbalmise dadigheid” is dus waarlijk zeer – gering, al blijft voor ons aller – het ideaal natuurlijk, dat zich ir _ het geheel geen strafbare feiter 't meer zullen voordoen. Maar ooh e voetballers zijn men.sen. Neemt men daarbij in aanmere k:ng, dat het aantal wedstrijder t vergeleken met het vorige seie zoen met 3000 of 20% was gen stegen en het aantal straffer – slechts met 14% dan is er nog 1 verbetering en dus is er allerminst redeti voor de som[ bere conclusie, dat de voetbalr moraal achteruit gaat. B Hoe de „voetbal-crimrnalrteit” i over net land verdeeld is, wil B Estafette zelf wel eens in het . Jaarverslag nagaan. ’ O

I DE ROL van het geld [ in de voetbalsport heeft dhi. H. J. Looman geschreven in het Kerstboek van Elseviers ; Weekblad Hij n< emt voetbal een van de sporten, die in sterke mate gekenmerkt worden door „vercommercialisering” verzakelijking. De financiële belangen die daarbij op het spei staan zo schrijft hij, „zijn dikwijls zo omvangrijk dac de sport zelf in het gedrang komt en de sportiviteit er zelfs voor moet wijken. Het ön n.l. de oomi -iële belangen van een groot aantal clubs, die zich tegen een hoofdk tas verzetten en aan deze oelangen wordt een zaak als de spelverbetering van ons voetbal zonder scrupules opgeofferd”. I

Scrupules nauwgezetheid van geweten. Zonder scrupules betekent dus gewetenloos, wat een heel zwaar en niet verantwoord verwijt is. Immers het is nog de vraag of een hoofdklas spelverbetering ten gevolge zou hebben; het spei verbetert niet door er een mooier etiket op te plakken. Zonder intensiever training, africhting van de spe' lers gelijk renpaarden, zoals in het buitenland met beroepsspelers geschiedt, zou het spel zeker niet beter worden. Daartoe zou noen voor de training dag in dag uit de beschikking ovei de spelers moeten hebben en daarvoor is professionalisme nodig, waardoor het geld nog een grotere rol in de voetbalsport zou gaan spelen, wat dhr. Looman juist bestrijdt, daargelater dat de verenigingen terecht geen beroepsspel willen.

AMSTERDAMS ELFTAL—ZWALUWEN. Keeper v. d. Bijl was een der weinige lichtpunten van deze match in het Olympisch Stadion. Hier onthalst hij een Amsterdamse doelkans op vakkundige wijze.

! Dat wij nu bij een aantal vani bijna 300.000 leden „met 661 eerste klassers opgescheept ziW ten”, is ook niet zo belachelijkJ als men bedenkt, dat er vroeai rond 40 waren op stel SOjM leden. I

Inmiddels is de versterkki degradatie dit seizoen het aantal eerste klassers wordt geleidelijk minder en de sterk-j sten zullen dus minder tegen dl) zwakke tegenstanders uitkomen. Het Bondsbestüur heeft dit taN' paald en de Bondsvergadering heeft het gesanctionneerd. Het is dus onjuist te zeggen, dat he| streven naar spelverbeteriag wordt bemoeiiijkt wegens geldelijke belangen. ,

Maar afgescheiden van die i> weinig begeerde hoofdklas moet I worden toegegeven, dat het geld ( een belangrijke invloed heeft in de voetbalwereld. Gelukkig trekt niemand, noch spelers, nocSclubbestuurders, daar persoonlijk voordeel van; het aantal straffen I wegens overtreding van de t amateursbepalingen bedroeg in I het hondsjaar 1947—’48 slechts I 3 en in de 4 voorgegane jaren 1 onderscheidenlijk 2,2, 1 en 4, te I verwaarlozen cijfers op de hón' derdduizenden spelers en officials. Ontegenzeggelijk zijn de grote clubs commercieel ingesteld en ook de Bond is steeds I gevoelig geweest voor de winst, I die uit wedstrijden zo gemakkelijk behaald woidt, dank zjj de belangstelling van het publiek. Zowel in de Bond als in de clubs komt de winst aan de sport ten goede, zodat de invloed van het vele geld niet gevaarlijk is.

O 11/rAAR TEN- AANZIEN van de invloed van het geld, de „commerciali.-ering” van de voetbalsport, geldt hetzelfde als wij hierboven aanvoerden met betrekking tot de sportmoraal: men kijkt teveel naai de dingen die in het oog springen en laat buiten beschouwing het veel grotere, dat men niet ziet. Sportjournalisten als dhr. Looman plegen slechts belangrijke wedstrijden bij te wonen, komen onder de indruk van de grote aantallen toeschouwers en van het vele geld, dat deze opbrengen en dan is het begrijpelijk, dat zij schrijven over de commercialisatie van de sport. Maar bij hoeveel verenigingen is dat het geval en welk percentage maken deze uit van het totaal der clubs? Zie Zaterdags- en Zondagsmiddags rondom de grote steden het ontzaglijk grote

1 ' ' 1 aantal voetbalwedstrijden van ! de lageré KNVB-clubs en vooral 1 van die uit de Afdelingen, waar-I bij niet één betalende toeschouwer tegenwoordig is. En is het op het platteland ook niet zo? Moet niet het overgrote deel , van de clubs uitsluitend drijven op de contributies van de leden en blijft de ..commercialisatie” dus niet beperkt tot een luttel aantal clubs? *

Het spijt ons dat niet, evenals ten aanzien van de straffen, met cijfers te kunnen aantonen. Van de KNVB zijn de financiën precies bekend uit het jaarverslag, maar va i de verenigingen niet, al is de Bond er wel van op de hoogte.

O De GENOEMDE sportschrijver legt zich aan het slot van zijn krtikel bij de „vercommercialisering” van een sport als voetbal neer als ..onomstotelijk feit, een kwaad, dat niet meer uit te roeien is.” Maar dat kwaad, als het inderdaad een kwaad is, wat nog bewezen moet worden, is dan toch maar tot ten klein aantal clubs beperkt. Het bestuur van de KNVB, zegt dhr. Looman, moet ook op dit punt een oogje in het zeil houden. Dit doet het! De schrijver -acht dat „onderdeel” van voetbal de verzakelijking een studiecommissie waard. Men ga die raad niet schouderophalend voorbij: „al weer een commissie”, want artikelen als het aangehaalde in een veelgelezen publicatie ver-

sterken de publieke opinie, dat voetbal een geldzaakje geworden is.

Dat dit niet waar is, moet in het belang van de goede naam van onze sport met cijfers worden aangetoond. Ook wij achten het nodig, dat nu maar eens precies bekend wordt hoe gering het aantal clubs is, waarbij van commercialisering gesproken kan worden. Door de publicatie van resultaten van een onderzoek naar de financiële positie van de clubs zal onze goede sport gezuiverd worden van de blaam, dat „aan de commerciële belangen van een groot (doch percentsgewijze zeer klein!) aantal verenigingen, spelpeilverbetering (en andere sportbelan* gen) zonder scrupules worden opgeofferd”. O

Dhr. LOOMAN is weUlcht beïnvloed door ons artikel in de Sportkroniek van 6 December, waarin wij schreven, dat de grotere verenigingen in de loop der jaren financieel afhankelijk geworden zijn van de toeschouwers, dat clubbesturen daardoor worden bezeten door een commerciële geest, dat het spel der amateurs verwordt tot voorwerp van exploitatie en dat deze exploitatie-ziekte zover is doorgewoekerd en de voetbalsport w a t d e bovenste laag betreft zo zeer om het geld draait, dat (Vervolg op pag 2)