Naar de nieuwe Coinpetitiè-indeliog •A

Versterkte degradatie? Of promotie en uitbreiding? ® r o

Het vraagstuk, door dhr. Weenink in de Sportkroniek van 11 Oct. op biz. .707 opnieuw aangesneden, vind ik zó in mineur, ik, ondanks alle reeds geopperde en bekende bezwaren tóch een poging zou willen wagen om dat vraagstuk van een andere kant te benaderen, ik zou bijna zeggen „van bovenaf”. Misschien dat de tijd ér nu rijp voor is, nu we zwart op rosé als maar lezen van degradatie, versterkte degradatie zelfs, en van vermindering van het aantal clubs in KNVBverband. We zijn het er allemaal óver eens, dat er wat gebeuren moet, dat vr iets hapert èn aan het spelpeil èn aan het aantal Ie klassers. Maar . . . deze Z factoren zijn onafscheidelijk aan elkaar verbonden! Hoe komen we dan uit de impasse? Niemand zal die versterkte degradatie, tot in de laagste regionen toe, prettig vinden of ziét bet als een ideale oplossing. Naar mijn mening is er een methode, waarbij wé dat ongetwijfeld belangrijke verlies aan kracht voor de Bond kunnen voorkomen, waarbij we zelfs aan kracht zullen winnen. De énige, werkelijk definitieve oplossing van dé moeilijkheden zoii er zijn, wanneer we de inderdaad best spelende clubs in ons land in één afdeling konden samenbrengen: de Hoofdklasse!

Van alle bijkomstige overwegingen ontdaan is dat de ideale oplossing als we, niet belemmerd door club. of streekchauvinisme, de Nederlandse voetbalzaak welwillend en nuchter bekijken. U zult Van nlii niet verlangen, dat ik hier ga opsommen, waaróm dat de ideale oplossing is; ik mag Van de insiders (en dat zijn mede de lezers van dit rosé lijfblad) verwachten, dat zij de motieven zullen kennen en die ook volledig zullen onderschrijven. Naar mijn mening bereiken we «Ueen op die inanier het maximaal bereikbare; de rest vormt, vergeef me het woord, toch slechts lapmiddelen. Direct geef ik toe, dat het voorstel-Weenink een stap, zelfs een grote stap in de gewenste richting is en dat er, dus, van dat voorstel resultaat te verwachten is. Maar uit voetbaltechnisch oogpunt bezien is en blijft de allerbeste oplossing; de boofdklasse! En kunnen we daar ïju eindelijk niet toe komen, als we er van overtuigd zijn dat er verbetering moet komen willen We niet zachtjesaan alles verliezen. Het lijkt me volkomen logisch dat we, Ms we veranderingen aanbrengen, ook de best mogelijke oplossing voor ogen houden en dan ook eventueel radicaal de nodige wijzigingen aanbrengen. Bovendien geloof ik, dat er nog andere voordelen aan deze oplossing verbonden zijn, omdat we dan de situatie voor het allergrootste deel kunnen laten, zoals die thans is, we niet zo schermen met die onaangename versterkte degradatie, terwijl we ook een groter aantal elftallen kunnen laten deelnemen aan de KNVBcompetities.

Ik zou het volgende aan Uw oordeel willen onderwerpen; Om de motieven, die ook dhr., Weenink reeds gebruikte, zou ik niet van het ene op het andere jaar een hoofdklasse willen vormen; ik zou dat proces uit willen Strekken over 2 of 3 jaren, waarbij de door dhr. Weenink ontwik, kelde puntentelling heel goed bruikbaar is. Daarna, in feite dus na een. 2- of 3-jarigé waarschü-

wing en mogelijkheid tot maat- i regelen, zou ik de hoofdklasse willen formeren uit 16 clubs; 2 x | 4 uit het Westen, 2 uit het Oosten, i 2 uit het Noorden en 2 x 2 uit het . Zuiden. Er worden dan dus 30 wedstrijden gespeeld, evenveel ' als thans een kampioensclub, en ' de kampioen van Nederland is i ineens bekend. Aan het einde van een seizoen degraderen de laatste | 2 automatisch. . Onder deze hoofdklasse laten we de 6 X 11 eerste-klassers be- ' staan zoals nu. De 6 kampioenen i spelen aan het einde van de com, I petitie kampioenswedstrijden, | waaruit de 2 besten automatisch , promoveren naar de hoofdklasse. | < .

O Onder'de eerste-klassers bouwen we de 2e, 3e en 4e .klassers pyramidevormig uit en streven er naar, elke afdeling op de duur te laten bestaan uit 11 elftallen. Dit zal een kwestie van verschuiven worden, soms een wijziging in de indeling of in het district, maar dat zijn toch in hoofdzaak organisatorische kwesties, waarbij we eventueel ook met een ruime overgangstijd rekening kunnen houden. We komeh op die wyze tot een langere duur van de competitie en er zijn minder extrawedstrijden. Zouden we ooit zo ver komen, om de promotie- en degradatiewedstrijden af te schaffen, dan is er zelfs nog een mogelijkheid, de afdelingen te laten bestaan uit meer dan 11 ploegen, zodat .we een nog groter versterking van onze Bond kunnen verwachten.

Eén van de soms gemaakte bezwaren betreft de wel eens langere reizen. Mogen we daar z6- veel bezwaren tegen hebben als we zien, dat binnen afzienbare tijd de spoorwegen in Nederland zullen zijn geëlectrificeerd, dat anderzijds de wfgen zo worden, dat busvervoer over langere afstanden ook geen bezwaren meer zal ontmoeten. Vóór we aan de hoofd, klasse toe zouden zijn (op z’n vroegst over 4 jaren, als we hu

direct een be-lissing zouden nemen) is weer aan vele verkeersmoeilijkheden een einde gemaakt. In ieder geval is de situatie zó, dat er om verbetering geschreeuwd wordt en het belang van ons spel eist, dat er de grootst mogelijke aandacht aan wordt geschonken en de beste oplossing wordt gevonden. Maar laten we dat dan niet doen via

senwegen, laten we direct op bet doel afgaan en een doelpunt sco. lijke hoofdklasse! Het Nederlandse voetbal zal er mee gebaat zijn en daardoor ook uitein. delijk het club-voethal! Op de lange duur ligt in een hoofdklasse voordeel voor iedere club; alleen bet zo' boog mogelijk opvoeren van bet spelpeil houdt de belangstelling voor onze sport wakker zó, dat we er over de gehele linie voordeel van bjhhM. A. VOORWINDE

Mijn

Je hebt mij veel pleizier gegeven jij mooie grote ronde bal! Wat weugd’ heb jij mij doen beleven, jij machtig donkerbruin geval. Wat waren wij toch vaak tezamen

op ’t heerlijk groene voetbalveld, waar wij steeds tot elkander kwamen; wat waren w’op elkaar gesteld! Wij konden onbekommerd spelen,

wij samen stoeiend rond, ’k Hoefde mij nimmer te vervelen als ’k jou in mijn nabijheid vond. Ik leerde je hoe je moest rollen, wat je te doen had na een trap. jij liet mdar altijd met je sollen en ‘t was voor jou toch heus geen grap.

Je werd getrapt, je werd gekopt en soms een heel eind weggeschopt Je werd gesnoeid, je werd geschoten.

Overpeinzingen v»h *>en van een oude verslete#’ “«alenkast.

je werd bewerkt je geheel hersteld een snoei in je vloog de lucht in ’t voetbalveld, je smakte neer op ’t /n y je kletterde tegen de mijn voetbalschoen je kwam niet meer op je aaide. En werd je soms met krabbels de modder maaide <4 op het prikkeldraa y h d]J®?r jc smerig tuerd en iwiif, dan verliet jou met f" i '«« je dartelheid al je ingepompte lucht. A, «oneiftetd moest Je leek dan in het gras, ie moest dan sj il , voetbal was.

Je maag werd in je vaak genoeg gewroken je corpus werd weer k(\, tempramentt je luchtventiel werd bijna gebroken, dat werd verborgen in ® jv ik jou een je opperhuid tuerd . ii, . serpent! dichmu 'X keikoppen eens dan werd het dokters*^,f probeerde, ?e veter mij het hoofd.

Toen je mijn buikje attakeerde, bleef ik liggen, kalf verdoofd. Toch bleef je ondanks al je streken,

mijn beste vrind in mijn bestaan, Wij kregen beiden toen gebreken, met speelsheid was het toen gedaan! Je bent voor goed nu weggeborgen, ik zoek je soms nog wel eens op, maar kan nu niet meer voor je zorgen; ‘kheb andre dingen aan mijn kop.

En als ik je dan later weerzie, daar in de materialenkast, dan lig je daar zo stijf verkreukeld met vele lapjes op je.bast. Dan ben je leeg en zonder inhoud, verscheurd, kapot en in verval, maar ik blijf steeds toch aan je denken als aan een reuze fijne bal. C. W. HARBRACHT

De moderne binneMpder hééft het zeer moeilijk

Iedere speler in een elftal, welk systeem of tactiek ook wordt toegepast, heeft een tweeledige taak. Die tweeledige taak is te verdelen in: de hoofdtaak en de bijkomende werkzaamheden. Om ons nu voorlopig eens tot het uitkienen van de diverse taken der spelers in het S.S.S. te bepalen wil ik hier bespreken de bijbehorende werkzaamheden van de binnenspelers in dit systeem. Hun hoofdtaak is een aanvallende en opbouwende, hun bijtaak de verdedigende, maar juist vooral bij de binnenspelers is deze bijtaak zeer zeker geen onbelangrjjke, n.1. te trachten het bestaande verdedigingsblok van 6 spelers zo lang mogelijfc in verband te houden.

Zoals — veronderstellende dat de tegenpartij ook S.S.S. sjjeelt — de halfspelers der tegenpartij onze binnenspelers moeten dekken, zo geldt die regel evenzo andersom. Indien (zoals het behoort) de halfspelers der tegenpartij mee ten aanval trekken, dienen de eigen halfspelers de verdediging te versterken. Zolang de tegenpartij in bezit van de bal is, moeten zij hun halfspelers dekken, zo gauw de bal weer in bezit is van de eigen partij moeten ze van hun halfspelers" zien vrij te komen. Ook indien een halfspeler der tegenpartij door de oplopende binnenspeler is gepasseerd moeten de binnenspelers trachten die halfspeler nog zoveel mogelijk te hinderen en zo mogelijk de dekkende taak van de die -halfspeler aanvallende verdediger in te nemen.

Binnenspelers hebben in het g.g.g. gen zeer zware taak door-4<k»>ir ff* f® binnenspeler bqna mt twee hoofdtaken bestaat. Het is oe zwaarste plaats in het elftal, het vereist naast het bezitten van een g,ote portie voetbal-intellect een buitengewoon uithoudingsvermo“ **“•

HET EERSTE ELFTAL VAN HET GRONINGSE BE QXJICK. v.l.n.r.: Hogenbirk, Kammeyer. Pienter, Wolff, Brugts, Appel, Rozema en Bottinga. Knielend: Lugthart, Frummel en Mengerink.

'De binnenspeler in het moderne voetbal moet de terrierachtigheid van de ideale ouderwetse links- of rechtshalf met de tact, de voetbalkennir en het uithoudingsvermogen der vroegere Ideale ouderwetse spil in zich verenigd hebben; hij moet zowel „zwoeger” als „voetballer” zijn; hij vooral moet de kunst verstaan zich van „vechter” plotseling over te schakelen tot „voetballer”, d.w.z. tot opbouwer van de aanval, initiatief-nemer tot de switch, de man die in staat is, door „keen” voetbal de achterhoede der tegenpartij voor onoplosbare problemen te stellen. C, W. JANS.

Verplkhte M wenselijk

TS DE NOODZAKE1 LIJKHEID van steeds terugkerend mediseh onderzoek voor de sportbeoefenaar wel genoegzaam doorgedrongen tot de beoefenaar zelve, tot clubbestuurders, tot de sportbonden? Heeft men wel ingezien, dat, met de oprichting van de bureaux voor Medische Sportkeuring, men een belangrijke stap voorwaarts gemaakt heeft bij het beoefenen en het doen beoefenèn van sport in ’t algemeen? Deze vragen kunnen tot op zekere hoogte in gunstige zin worden beantwoord. Het is uit de aard der zaak vooral de keurende arts, die waarnemen kan, dat inderdaad steeds meer sportbeoefenaren gebruik maken van de gelegenheid om op de Keuringsbureaux gekeurd te worden. En met de toename van het aantal gekeurden ziet hij steeds duidelijker welk een nuttig werk deze bureaux verrichten. Gelukkig échter, is hij niet de enige, die zulks inziet. Ieder jaar konien er immers meer sportbonden, die de keuring verplicht stellen vóór elk seizoen. Lang niet alle sportbonden doen dit echter nog en ook de KNVB, onze grootste sportbond, is er nog niet toe overgegaan elk jaar opnieuw de keuring verplicht te stellen voor haar leden. Natuurlijk brengt een h dergelijke instelling voor een grote bond als de KNVB vele moeilijkheden met zich mee, die niet alleen op financieel gebied maar o.a. ook en veel meer op organisatorisch terrein zullen liggen. Weliswaar zijn er vele v.n.1. grotere clubs, die een clubarts in hun gelederen hebben maar tot een systematisch objectief onderzoek van al de werkende leden zal zulk een arts mede do«r gebrek aan tijd welhaast nooit kunnen komen. Men ziet wel vele voetballers en in 't bijzonder aspirant-leden de sportkeuringsbureaux bezoeken.

maar d» ? entree In hun giijc ‘JjA S y”® met meer op de nimmer, wei* «^>«1^®»! Is het wrf j eP/(«C WomI'l” ™ voetbalspP* f eii JW het geen tijd. n« «"fte ® S bl>?®elenaren vindt, n ®®miang van het een belwijs moet ’^Medische Sportlceiiri®|«i!y , tov, Voor wed- i,d-f b.v. kunhen ®®n de diverse b«i ■

urgentie ik jq beloop e In weer bu/ N hatt echter b«” \ > z’n bovenbo g "^onr maalt huis ■worden ™ ®®” geopereerd. «ƒ>,/. » veel Deze

nog te hebben. Bij deze ziekte ziet men steeds een flinke vergroting van de milt. Een dergelijke milt – is, niet alleen doordat hij groter is maar ook door de consistentie, kwetsbaarder. Nu wil ik niet met alle zekerheid beweren, dat wanneer X was gekeurd op een Sportkeuringsbureau (en hü is vooraf niet gekeurd door de Med. Sportkeuring), men deze afwijking gevonden had. Maar zeer waarschijnlijk zou de keurende arts, wetende, dat de jongeman uit Indië kwam, geinformeerd hebben naar tropische ziekte; en te weten zijn gekomen, dat hij malaria heeft gehad;; daardoor meer dan de gewone aandacht aan de milt hebben besteed en aldus de miltvergroting, die in dit geval vrij duidelijk zal zijn geweest, hebben geconstateerd. X zou dan voorlopig afgekeurd zijn.

Nu er zovele jonge militairen uit. Indië repatriëren is het zeker van belang op dit geval nog eens de aandacht te vestigen. Deze jongeman zou, als hij eerst een bureau voor Med. Sportkeuring had bezocht, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid afgekeurd zijn, waardoor een ongetwijfeld voor hem levensgevaarlijk ongeval op het voetbalveld was voorkomen. Moge daarom de KNVB in deze zijn verantwoordelijkheid wel bewust zijn, en de wenselijkheid of liever gezegd: noodzakelijkheid nog eens onder de ogen willen zien van de verplichte sportkeuring eens per Jaar voor elke voetballer. Haarlem. D. HEYMANS, Art». :

Bouw mee aan de Betere

Wereld, ook in de Sport

Eerlijke sportiviteit hoven brute kracht!

Trainers en leiders laat geen gelegenheid voorbijgaan om uw mensen erop te wijzen, dat er geen tegenstanders doch. mededingers bestaan; dat onsportiviteit de schoonste overwinning kaïjwt maakt; dat er duizenden jeugdige personen zijn die zich zullen vormen of misvormen naar hun voorbeeld. Weest streng en trekt één lijn, met de clubs, die in de competitie met elkaar zullen spelen. Let vooral op de vriendschapsgedachte! En dan gij, spelers, omwille van het s'port-apostolaat, dat ge kunt beoefenen, overwin uzelf en volgt de leiding. En gij, naamloze supportersmassa, uw parool moet zijn; „Eerlijke sportiviteit boven brute techniek”. P. BOYMANS, Sportadviseur. ( Limburgia-Omroeper)

OORZAKEN DER SPELVERRUWING

De Versterkte Degradatie en Onbekendheid met de Schouderduw-bepaling

Het komt de laatste tfjd meer en meer voor, dat scheidsrechters na afloop van een wedstrijd worden lastig gevallen door spelers of dat ze door het publiek worden gemolesteerd met het gevolg, dat èf de politie handelend moet optreden of het bestuur van de ontvangende vereniging voor een. veilige aftocht moet zorgen. Het Is een typisch verschijnsel, dat deze excessen iiy dit seizoen meer en meer toenemen. Men vraagt zieh af, welke oorzaak hieraan

ten grondslag ligt. Het komt mij voor, dat èn de versterkte degradatie èn de nieuwe spelregel met betrekking tot het aanvallen hieraan debet zijn. Iedere vereniging, die het vorig seizoen tót de middenmoot of tot de laagst geplaatsten behoorde, is er óp uit om dit seizoen te zorgen, dat ze niet op een van de twee onderste plaatsen belandt. Van het begin af is haar spel er dus op gericht tot het uiterste te strijden voor de overwinning. Gebleken is, dat dit strijden niet altijd even fair geschiedt, waardoor de wedstrijd een hard en fors karakter krijgt en waartegen de scheidsrechter streng dient op te treden. Daarom is het scheidsrechteren momenteel lang geen plezierig baantje. Het is niet prettig voor een arbitèr steeds de fluit te moeten hanteren om al te fors spel te voorkomen: dit kweekt in de meeste gevallen een geprikkelde stemming binnen en buiten de lijnen. Spelers gaan zich te buiten aan trappen en natrappen, waardoor vechtpartijen ontstaan en één of meer spelers uit het veld moeten worden verwijderd. Het publiek reageert hierop nijeestal averechts met fluitconcerten, bedreigingen en molestatie na afloop. Zelfs is het kortgeleden voorgekomen, dat een scheidsr. bij een 2e kl. KNVBwedstrijd, na afloop per politiemotor naar huis moest worden gebracht, om een „gevoelige bestraffing” te ontgaan. Menig fluitist verlaat Zondags zijn woning met de vraag: hoe zal ik weer thuiskomen; normaal of per brancard? Als lid van de Sub-Scheidsrechterscommissie KNVB is het mij bekend. Rat het aantal afschrijvingen van scheidsrechters in het begin van een seizoen nog nimmer zo groot is geweest als thans. Dit is niet een gevolg van het feit, dat ze plotseling verhinderd zijn, doch louter de angst om een bepaalde wedstrijd , te leiden, niet om het leiden zelve, doch alleen om de gevolgen, de nasleep na afloop van de wedstrijd. O

Nu zou men mij kunnen tegenwerpen, dat een goed scheidsrechter het spel steeds binnen de perken weet te houden, waardoor geen ontaarding ontstaat en reactie van het publiek achterwege blijft. Deze stelling gaat echter niet op als men weet, dat op één

Zondag, alleen nog maar voor zo- , ver mij bekend, in drie Ie klas en twee 2e klas wedstrijden bó- : venvernielde excessen hebben ' plaats gehad, hoewel naar mij be- , kend, goede scheidsrechters fungeerden. Ook de nieuwe bepaling onitrent het aanvallen, die dit seizoen in werking is getreden, heeft al heel wat wrijving doen ontstaan. Men weet, dat lichamelijk aanvallen thans alleen is geoorloofd door de schouderduw. Deze mag alleen gegeven worden met de schouder tegen de schouder van de tegenstander (dus nergens anders), waarbij nog komt, dat dit slechts mag geschieden bij de strijd bm de bal, die op speejafstand' moet zijn. Vele. spelers zijn nog niet bekend met .deze bepaling, waardoor zij zich verongelijkt gevoelen als zij bestraft worden wegens op andere wijze aanvallen. Er ontstaan hierdoor opmerkingen tegen de scheidsrechter, soms op onbehoorlijke toon geüit, die een waarschuwing en bij herhaling uit het veld zenden tengevolge hebben, waarmee de stemming in het veld wederom bedorven is.

O Menigeen vergeet nog steeds, dat een scheidsrechter voor zijn

genoegen zijn taak uitoefent; in zeer vele gevallen nog op een leeftijd, waarop een speler reeds lang de schoenen' aan de wilgen ,heeft gehangen. Zij doen dit om de sport te dienen; om aan duizenden jonge mensen de gelegenheid te geven hun geliefde sport te beoefenen, want zonder scheidsrechter gaat het nu eenmaal niet. Laten dan ook jongemannen eerbied hebben voor de opofferende taak van de scheidsrechter en zorg dragen, dat naast de voldoening, die zq van het voetballen hebben, ook de scheidsrechter door hun gedrag, met evenveel voldoening na afloop van de wedstrijd huiswaarts keert. Naast deze verplichting van iedere speler rust ook op de verenigingsbesturen en technische leiders de taak, hun spelers in die geest op te voeden en bq voorkomende excessen, disciplinair in te grijpen. Het is mijn vaste overtuiging, dat, indien iedereen zijn taak te dezen verstaat, onze mooie sport werkelijk sport blijft en niet een aanfluiting daarvan. Het „luctor et ementor”. Ik worstel (tijdens de wedstrijd) en bezwijk (na afloop daarvan) zal voor menig scheidsrechter dan tot het verleden behoren. BRASSER

BE QVICK—FRISIA: Een der beste keepers van het Noorden, de Frisiaan BijUnga, verkeert hiér in een lastig parket. De rappe Groninger Lugthart poogt . zijn hoofd onder een voorzet te plaatsen en de doelman kan nautvelijks ver genoeg reiken bal te pakken te krijqen. ' Zijn Stijf daarbij' is nog voor verbetering vatbaar.

Meningen van Anderen

Nette- en Voetbalvlegels

Wat lokt nog meer om een sportkrantje te kopen dan voetbalverslagen met vette sensatiekoppen, zoals b.v. „Wild Westtaferelen in een stadion”? Rennende paarden, grommende politiehonden en een joelende, smijtende massa. Kopij om van te smullen en.... goede zaken!

Er was maar één dagblad, dat het publiek, aanwezig bij de wedstrijd Ajax—SVV, eens goed de les las. Die „sport”-bladen schrijven wél over voetbalvlegels als bij een wedstrijd in de „binnenlanden” een scheidsrechter gemolesteerd wordt. Maar waarom dat woord -niet gebruikt t.o.v. het publiek in het Ajaxstadion? Of is hier ook al weer sprake van het „wiens brood men eet, diens woord men spreekt”? Is het geen schande, dat een scheidsrechter bloedend van het veld moet vluchten voor een dolgeworden massa?

En wat gebeurt er met die SVVspeler? 20.021 mensen hebben gezien, dat hy opzettelijk de benen van Drager wegmaaide. Deze SVV-speler, die in dit geval ten minste een ernstige waarschuwing

verdiende wegens unfair spel, ontgaat thans zijn straf, omdat de arbiter nu eenmaal dat geval niet gezien heeft. Tenzij.... het SVV-bestuur ingrijpt en deze speler alsnog ter verantwoording roept.

Wat moet er in de jeugd omgaan, indien zij dergelijke tonelen krijgt te aanschouwen van spelers en publiek. Als dat niet bestraft wordt, dan is het toch niet moeilijk te raden wat jeugdige spelers denken — en gaan doen? Hier ligt een zeer belangrijke taak voor de clubbestuurders. Het Is, helaas, in de meeste gevallen zó, dat overtredingen door eigen spelers begaan, met een luchtig gebaar gezegend worden, maar als de tegenstander hetzelfde doet, dan is het grootste stadion te klein.

Aan allen, die het nog steeds wel menèn met onze mooie voetbalsport, de taak om de üitwassen van spelers en publiek schérp te bestrijden. Maar dan geen gemarchandeer en gekruip voor het publiek. .. De sportiviteit op het eerste plan en dan the business. Amsterdam. O. ROOSEMAN, Scheidsrechter KNVB;

HET EERSTE ELFTAL VAN HET ALMELOSE HERACLES. Staande v.I.TKr.: J. J, v, d. Veen, B. H. Smienk, T. J. Willemink. H, Éven. H. Ober meyer, F. C. v. d. Veen, E. Hoevenberg. J. EsserVnk (grensrechter). Knielend: Fr. v. d. Eist, J. G, Schotveld, Fr. Dekkers, A. Dekkers.