MENINGEN VAN ANDEREN

Spelverbreiding en -verbetering

Over het Sportkroniek-interview met de Bondsvoorzitter

Met grote belangstelling nam ik Kennis van het interview met de fondsvoorzitter over spelverbreld’ng en spelverbetering in de Sportkroniek van 4 October. Beter dan in een vinnig debat m een bondsvergadering zal deze kwestie door een onderlinge gedachtenwisseling in het officieel ffgaan kunnen worden behandeld. Hier komen problemen aan de ffde, die van meer belang voor oo bond en zijn clubs zijn dan een futteloos gedaas over spelsyste*fen, waarbij de schrijvers het ondergeschikt maken fan het persoonlijke en van voorlichting aan de clubs geen sprake fleer is.

Zij die aanvankelijk meenden, P®t het drastisch besluit van het fondsbestuur ten aanzien van de Ivorsterkte degradatie zonder meer f's onafwendbaar zou worden aant'dard, zullen nu wel tot het in*icht zijn gekomen, dat wij er nog *®hg niet zijn. , Als lid van de bondsvergadering Pob ik daarvan reeds doen blijken een schrijven aan het bondsoestuur. De enige weg, om. tenslotte met kennis van zaken over Verschillende problemen te gunnen oordelen, lijkt mij een "hderzoek bij de aangesloten afdelingen en verenigingen. Uit de stemming over de versterkte degradatie op de bonds-Jorgadering zou men de indruk "Unnen krijgen, dat in deze kwesde Ie kl. tegenover de lager pplaatste clubs staan, maar niets ? minder waar! Hier heeft de ver?6rfelijke „belangenpolitiek” pargespeeld en bij deze kunstma-I.'S aangekweekte verdeeldheid is fondsbestuur tenslotte de triom-Pfater. Zonder zich zelf op dit ftandpunt te stellen profiteert de fondsleiding van de oude verdeelf^eers-methode. . Uaar komt nog bij, dat aan het reglementaire beg.fogdheden zijn toebedeeld, die jjochts kunnen worden verdragen f een organisatie, welke zich op omocratie Wil beroepen (art. 74). Zo is het verklaarbaar, dat men .onigmaal over „dictatoriale nei- van de bondsleiding hoort (j ?fapelen. Het wordt dan ook tijd, de vinger op deze wonde plek®f in onze bond wordt gelegd.

o de zaak der spelverbreiding Z„ ''verbetering meer in het bij- Dat ik de uiteenzetting OVp bondsvoorzitter weinig en op verschillende eigenlijk niets-zeggend doet natuurlijk niets af aan dia ''vaardering voor de grote vervan dhr. Lotsy voor de ft in het algemeen en voor onze

voetbalsport in het bijzonder en naar ik hoop nog zeer vele jaren mag blijven behouden. Mijn opvatting is echter, dat ’t standpunt van het bondsbestuur iu de onderhavige kwestie niet maar on rfon duur zakf" “Verbreiding Aan het begin van het interview wordt opgemerkt, dat het doel is bereikt, maar aan het slot wordt van „de nog steeds groeiende spelverbreiding” gewaagd. Verschillende landstreken liggen nog braak, zodat dus vooral met de doorgaande groei rekening moet worden gehouden.- De bondsvoorzitter acht lichamelijke en geestelijke training niet voor allen nodig, maar wanneer hij met ons van mening is, dat „het spel een leerschool is voor het verdere leven”, dan dient men vooral in de „geestelijke” voorbereiding wel degelijk allen betrekken. Hier moet men met de Jongste adspiranten beginnen. Jong gewend, oud gekend,

~ , Dit alles staat echter nog in zijdelings verband met de kwestie, welke door dhr. Van Til werd aangeroerd en de kern van het interview vormde. Hoewel de bondsvoorzitter ten stelligste ontkent, dat onze sport voor een belangrijk deel om het Nederlands elftal draait en met het oog daarop het aantal eerste klassers moet worden verminderd, zijn de antwoorden op de door dhr. Moorman gestelde vragen weinig steekhoudend, Toch zijn ook dit nog afleidingsmanoeuvres, want het gaat niet alleen om een verlaging van het aantal Ie klassers, maar over een versterkte degradatie over de gehele linie, De voorzitter merkt op: „Alle clubs trachten door beter spel in een hogere klas te komen, met als Ideaal: de eerste klas. Hierom en om niets anders moet het gaan! Het werk in de om de clubs en niet kleine groepje uitverkorenen, die voor 99% in hun eigen omgeving naar voren zijn gekomen en tenslotte nog een speciale verzorging krijgen om „onze kleuren” zo goed mogelijk te verdedigen

buiten houden. Daar heeft men beroepsspel, verkapt dfes° i’ premiestelsels en wat dies mee zij °m vaklui op te kweken. , Daéir kan en moet men hogere eisen stellen om het praedicaat „Ie klasser” machtig te worden.

Wij daarentegen willen proberen het beste te bereiken als amateurs, onder geheel andere omstandigheden. Daardoor kan de maatstaf voor het gros der verenigingen anders zijn. Wij moeten met Nederlandse middelen, op Nederlandse manier trachten, onze hnnri en ziir rliih<3 on een boffer 1 n plan te brengen en nu is de alles beheersende vraag vvelke weg daarvoor moet worden ingeslagen. Het bondsbestuur meent dit te Ik ben van oordeel, dat dit een averechtse uitwerking tengevolge zal hebben en dat de clubs in beter doen zullen geraken door ze in de gelegenheid te stellen zich omhoog te werken.

In een „edelmoedige bui” heeft het bondsbestuur indertijd vele clubs in wat beter doen gebracht. Men heeft zich weten aan te passen. Wordt men beter behuisd, kunnen de vleugels wat breder worden uitgeslagen, dan komt men vanzelfsprekend tot lets betere welstand. De middelen worden iets d^ de maatscnappy presteren. Moet men noodgedwongen een kleiner huis bewonen en met minder verdiensten zien rond te komen, dan is het uit met extra uitgaven en kan men zich niet meer de luxe permitteren, om de geest te verrijken. Zou het zo ook niet met onze clubs gaan? Hoe lager ze zijn ingedeelH hoe eerinaer de inkomsten lyf hoe mfnder beschlTbam “ voor trainine en andere noodzakeïbkl llvenfblLlften’’ lijke „levensbenoeiten Ik wil een vergelijking maken met het onderwijs, omdat wij in onze voetbalsport ook spreken van het lagere voetbal en het hogeschoolvoetbal.

kleuteronderwijs adspiranten lager onderwijs afdelingen voortgezet onderw. 4e kl. KNVB uitgebr lager onderw. 3e klas middelbaar onderw. ' 2e klas voorbereidend hoger onderwijs Ie klas hoger onderwijs hoofdklas

stat‘d%ali%ro"u»lffiaaTt de kinderen in staat zijn „verder te leren”, dan zal men proberen er uit te halen wat er in zit. Zou het zo ook niet in onze voetbalorganisatie moeten gaan?

Is er voor een club iets mooiers denkbaar, dan promotie na een seizoen, waarin met veel lAoeite en opofferin'g een kampioenschap is behaald? Een vereniging in opgaande lijn heefi de wind in de zeilen en krijgt de beschikking over de middelen om verder haar krachten te ontplooien.

Hier ligt de weg voor spelverbetering. waarover zou kunnen worden gediscussieerd, maar voorlopig mnende ik raij tot de kern te moebepalen. Mijn conclusie? Het standpunt van het hondsbestuur gaat lijnrecht in tegen een natuurlijk groeipA>ces van onze bond en zijn clubs. De spelverbrelgaat door en de beoogde spelverbetering zal uitblijven. Niet bedden, maar omhoog met onze clubs! Leeuwarden. J. G. GREBEN.

Naschrift.

Hhr. Greben erkent terecht, dat uiteenzetting van de Bondsvoorzitter in het officieel orgaan als het door hem besproken interview beter is dan een vinnig 'debat m een Bondsvergadering. Gedachtenwisseling daarover wordt natuurlijk toegestaan: de bondsvoorzitter dicteert niet gelijk een dictator hij zet het standpunt van het bondsbestuur uiteen en binnen grenzen van de redelijkheid en de plaatsruimte kunnen bondshun afwijkende inzichten publiceren. Dat is zo democratisch mogelijk is. “ ■' Niettemin beweert dhr Greben, dat het niet „democratisch” is, dat het Bondsbestuur de daaraan reglementair opgedragen bevoegdheden in dat geval de competiHe-indeling, inclusief P. en D.- regeling ook inderdaad uitoefent. Wat een begripsverwarring! Zie het artikel „Het bondsbestuur bestuurt” in de Sportkrovan 20 September.

Dat er tegenspraak zou zijn tus- TorlftteT diTTi t breiding is bereikt en zijn mededeling, dat de spelverbreiding van onderaf nog'steeds aangroeit, is onjuist. Het ene is zowel waar als het andere.

De Bondsvoorzitter heeft als argument voor spelverbetering inderdaad gezegd, dat alle clubs trachten door beter spel in een hogere klas te komen met als de eerste klas. Het spreekt van zelf, dat dat ideaal niet voor alle clubs bereikbaar tf^n ® ciuos oereiKoaar is, tenmen aan alle het etiket ~eerste zou willen opplakken, dat het gevolg zou zijn van het standpunt van de heer Greben: „is er iets mooiers voor een club dan nfet «J® REDACTIE SPORTKRONIEK ‘

ROFIfRPCPBEIfIiur DWC-KDUarKfiKIWU

Nederlanders in de stryd Olympische titels 1948, door M. J. Adriani iJ-ngels. Uitg.: J. J. Kuur» stra, A dam. Prijs ƒ 1,50.

„ (gelXigf dTn efn® loed collega Hii is een zeer snel wer kend accuraat e^ schrijver. En hij heeft aan zijn gezien en gelezen mag worden. In 80 pagina’s druk en met vele foto’s, glijden de Spelen 1948 opnieuw lezer voorbij. Engels geen indrukwekkende stijl betoSg brengt voor insiders weinig nieuws. Maar in mals" Telt°ell J,!. ®n rangscniKt en doorkruid van anec- Ser "dm bUikri'lf^e®b?id“z?T dat blijkt op elke bladzij. ®>'®hief plus parate kenzijn beide voortreffelijk m orde.

Over voetbal kan men in dit ietwat vluchtige (en een enkele maal onjuiste op ondergeschikte punten) en in zeer korte spanne tijds geschreven en uitgegeven böekje overigens slechts'7 bladzijden vinden. Dat is wat weinig, maar te verklaren uit de korte rol, die Nederland in het voetbaltournooi gespeeld heeft, Een nuttig boek, echt om later wetens Tal dat^^ t"rSi^" f gehal^St^; . nersoonliike ®®aa®Ërine noe stfiLn ® ® 18 • KUIPHOF.

VOETBALLESSEN VOOR DE JEUGD

n

Beste Yoetbalvriend,

tVorige maal schreef ik , dat we samen naar het veld zouden trekken, om er een praatje over het sprinten te houden, maar mocht je niet in de gelegenheid zjjn, dan lükt het mij beter, dat wjj met onze gedachten naar het veld gaan en in onze verbeelding trainen, dus met een beetje fantasie.

Zo, het begin is er, maar .... laat ik je eerst zeggen, dat je de werkelijke lust moet bezitten om te oefenen. Is die er niet, dan kun je beter thuis blgven. Van dit ogenblik af is er maar één man die op het veld praat en dat ben ik. We lopen nu eerst, een paar rondjes, heel losjes. Dus als Je »p het veld komt, ga dan nooit direct op volle kracht lopen, dat is verkeerd. Je loopt grote kans een spierscheuring op te lopen.

We vervolgen onze training met 10 minuten losse gymnastiek. Een paar buigingen links en eén paar naar rechts, naar voren en naar achteren, enz. Nia deze 10 minuten van verschillende oefeningen wandelen we een 200 m. met grote pas en met overdreven armbeyreging. Je zwaait dus je armen flink langs het lichaam. De eigenlqke sprinttraining gaat nu pas beginnen en ik geef je weer een goede raad: doe het zoals ik je hier zeg, want anders val je op de helft van de training uit of je gooit er met de pet naar en dan heb ik liever dat je de kleedkamer opzoekt.

We beginnen nu met de sprint en gaan gezamenlyk enige „Steigeringen” maken. Je zuit zeggen: Wat is dat nu? We zijn toch geen renpaarden. Inderdaad niet. maak je maar niet ongerust. Wjj gaan zes maal 110 m. lopen en wel als volgt: We beginnen heel kalm en versnellen het tempo gaandeweg met een kwart van onze snelheid en verminderen dan weer.

Sprinttrainina moet ie serieus doen. Gebruik inzicht en overleg. Waarom Engelsen het eerst bij de hoge ballen zijn

inn ooen we een keeor of zes, maar denk er om, maak er geen wedstrijd van. We voeren het tempo bq elke loop Iets op en bq de laatste keer mag je even flink aanzetten. .Ts, zo gaat het goed, hef de benen flink op en houd de armen zovéél mogelqk langs het lichaam Na elke loop wandel je rustig terug. Nn even uitblazen. Het beste is om dan rustif een baantje te wandelen.

Als de bal door de lucht gaat Onder de bedrijven door kan ik je misschien wel even iets vertellen over het moment van aanvang van de sprint. In Huddersfield zag ik de Hollandse voetballers bijv. veel te laat starten bij hoge ballen. De Engelse prof begint ónmiddcllyk • te lopen, wanneer de bal in een bepaaide richting door de lucht gaat. Hy rekent uit, waar de bal terecht komt en loopt naar de plek, terwijl ik Hollandse voetballers rustig zag staan kyken waar de bal misschien zou neerkomen In het begin is het wellicht een beetje móeiiijk om daar het juiste inzicht in te krygen, maar als jy je er yverig op toelegt, zul je er spoedig slag van hebben, om uit te kunnen rekenen, waar de bal terecht komt en dan zal je menigmaal je tegenstander te slim af zyn.

Zo, nu ben je misschien weer wat uitgerust, Laten we samen nog eenmaal hard lopen, plotseling stilstaan, totdat je denkt: Nou is het welletjes voor vandaag en kruip dan lekker onder de douche. Zeg, jy daar, maak die eigaret eens uit. Als je wilt roken doe het dan buiten. Ik kom nu gelijk op het thema roken en drinken. Doe daar zo weinige mogeiyk aan. En als je gaat trainen, eet dan niet te veel. Lepel geen pap of drink geen melk voor de training of voor de wedstrijden, want daar krüg je hinder van.

Öe Sportkroniek – Pittig als Gerstenat « Wilt U weten hoe de toestand in de Grote Politiek zich ontwikkelt? Goed, maar daarvan staat niet» in de „SPORTKRONIEK”. . Maar wanneer U iets wilt weten: Hóe men voetbalt in ons land, I (en natuurlijk ook daarbuiten!) van Uw club 0f.... van de STAND! * Dan moet ge U ABONNEREN op de „SPORTKRONIEK”, het blad dat „slechts” VOETBAL weet t’ offreren als een brouwer. Mijne Heren, ’t pittig, moutzacht gerstenat! ~ Want Uw VOETBALperiodiek: IS EN BLIJFT; DE „SPORTKRONIEK”! B. S. LE MARCHE.

Datum: abonneer mU op de SPORTKRONIEK l4.—. per kwartaal, 15 ot. Incasso de Sportkroniek, Zwarteweg 1, Den Haag