Elk spelsysteem aanpassen bij het spel van de tegenpartij I

De kern van het S.S.S. is dekking van tegenspelers. De meest gebruikelijke dekkingsmethode is: backs de vleugel, kanthalfs de binnenspelers en spil den middenvoor; dus ieder den meest nabijen tegenstander, is juist, mits de tegenpartij speelt met vooruitgeschoven midvoor en beide vleugels en daarachter de binnenspelers in driehoek op middenvoor en vleugelspelers. De wijze van dekking houdt dus nauw verband met de taktiek van de tegenpartij.

Als de spil met eigen aanval meetrekt, moeten halfs en backs zorgen, dat de vijaiidelijke midvoor en vleugels moeten terugtrekken, om niet buitenspel te komen. De spelers moeten niet slechts elkaar goed begi'ijpen, maar ook opletten of de tegenpartij een andere taktiek gaat toepassen. Het gaat er niet alleen om doelpunten te Voorkomen, maar vooral ze zelf te maken!

Nu is het m.i. een veel voorkomende fout van diverse elftallen, dat zij meestal één goed schietende pijl op de boog hebben, terwijl andere pijlen met veel minder resultaten worden afgeschoten.

Als een partij het S.S.S. in de perfectie speelt tegen ploegen, die daar geen doelmatige taktiek tegenover stellen, dan zal dit systeem succes hebben, dit wordt anders als de tegenpartij dat wel doet. Dat geldt voor elk systeem. Daarom moeten de spelers zich aa/ipassen bij het spel van de tegenpartij en hun taktiek dienovereenkomstig veranderen en steeds van plaats verwisselen, zelfs die van een partijgenoot innemen. Bij Engelsche elftallen heeft eigenlijk geen enkele speler een vaste plaats, behalve de doelman; er wordt steeds positie gekozen op eikaars plaatsen, en op dit punt staan we nog in de kinderschoenen. Een midvoor, die geen schijn van kans maakt tegen den .spil, blijft rustig afwachten of die spil zijn taak zal verw'aarloozen en hem één oogenblik kans zal geven om op het doel te schieten. Hetzelfde geldt voor den vleugelspeler die het telkens aflegt tegen een achterspeler eh steeds vergeet, dat hij medespelers heeft, die hèm willen helpen ën hun vrije positie innemen. De man met den bal is afhankelijk van de vrije opstelling van zijn medespelers. Het initiatief komt dus eigenlijk van de spelers, die den bal niet hebben.

Het gaat er dus ook bij het S.S.S. niet slechts om, dat de spil den midvoor dekt, de backs de vleugels nemen en de kanthalXs de binnenspelei’s. Er komt heel wat meer voor kijken! Dit geldt ook voor andere systemen. Alles eischt oefening en theoretische voorlichting, maar welk' systeem men ook speelt, de tegenpartij bepaalt of de speelwijze resultaten kan af werpen.

Een 12-tal jaren geleden, toen over systemen nog niet zoo druk werd gesproken en vooral werd geschreven, speelde ik in P.1.W., een 3e klasser, in seizoen 1935-1936, ingedeeld bij de Volewijckers. Het ging ons niet erg goed en daar ik mijn vereeniging ook trainde, zocht Ik naar middelen om de nederlagen te doen ophouden. |

Wü waren op ons veld ingomaakt met 10—1 door de Volewijckcrs. die toen het S.S.S. aardig speelden. Toen wij voor de tweede maal tegen de Volewijckcrs moesten spelen, hield ik een bespreking met de spelers, waarbij ik een speelwijze uiteen zette, waardoor de tegenpartij gedwongen zou worden haar taktiek te wijzigen. Als ik mijn midvoor en vleugels terug haalde en de binnenspelers in vooruitgeschoven positie liet spelen, moest de tegenpartij haar dekkingssysteem wijzigen. Dit was dus de M-tormatie van de voorhoede met daarachter een spil, als verbindingsspeler tusschen backs en halflinies en daarvóór de midvoor. Dit was een taktiek die wij nooit speelden, maar wij hadden geen andere keus. De Volewijckers waren de week er voor ongeslagen kampioen geworden en wij waren dus allen nerveus, ook. omdat wij de punten zoo hard noodig hadden! De wedstrijd was echter nog geen kwartier oud of wij leidden al met 3—O en met 3—l voor ons ging de rust in. Wij hadden gezien, dat de spil nog steeds zijn verdedigende positie innam, maar keei' op keer voor het vraagstuk stond, welken binnenspeler hij moest dekken. De halfs en backs waren ook hun huis kwijt, omdat de spelers, die zij anders moesten dekken, nu ver uit hun buurt bleven.

Na rust zetten de Volewijckers t alles op den aanval en wij trokken ; spil en'midvoor nog iets terug, zelfs – de spil van de Volewljckérs ver; zaakte zijn taak als stopper en ■ kwam ver mee naar voren, er ont■ stond een geweldige druk op ons ■ doel, tot onze rechtshalf den bai vrij ■ kreeg, doorgaf aan de voorhoede en I een vierde doelpunt was geboren. ; Wy wonnen met 4—2, doordat wij ’ in de laatste minuten alles In de ■ verdediging gooiden.

De Volewijckers waren technisch onze meerderen, maar door, verkeerd toegepaste taktiek verloren Men moet zijn spel dus baseeren op de taktiek van de tegenpartij, maar dit wordt lastiger als de tegenspelers voortdurend van plaats verwisselen. Dwaalt een midvoor af naar de zijlijn, dan kan de spil hem volgen of de dekking aan een anderen speler overlaten. Om een voorbeeld te toen onze nationale midvoor Roozen in Huddersfleld naar één der zijlijnen afzwenkte, liet de Engelsche spil hem niet los maar ging mee. Als zoowel in de verdediging als in den aanval terdege geoefend wordt op overneming van dekking en in den aanval de spelers in wisselwerking spelen, zal ons Nederlandsch spelpeil omhoog gaan.

Ik heb hoofdzakelijk het dekkingssysteem besproken, daar dit uitmaakt welke taktiek men er tegenover zal kunnen stellen. Men kan met een bepaalde speelwijze steeds i’esultaten bereiken als de tegenpartij er geen vat op kan krijgen, maar men moet ook in staat zijn om elk oogenblik een ander systeem te gaan spelen als de tegenpartij daartoe aanleiding geeft.

Amsterdam. P. VAN HOUTEN

VOORJAAR

King Soccer zat hoog op zién troon

en keek met trotsche oogen

naar al die veten aan zijn voet,

’t was of ze voor hem vlogen.

Hij zag de kleurenmengeling,

van jersey’s, bont en fél,

veteenigd in de groote vreugd,

van ’t nobel voetbalspel.

Maar hij zag niet den vuilen blik,

die langs schouder viel, doch voelde plots een scnerpen wind,

die sneed tiem door le ziel.

Hij sloeg zijn hermelijnen jas,

wat dichter om zich heen,

maar voélde, tegen zulk een wind

hielp hem dit toch geen heen.

King Winter blies de aarde stijf,

de waat’ren tot een korst

en ’t blazen duurde langer dan

King Soccer denken dorst. Want week aan week werd 'f voetbalspel

vol zoete vreugd gemist

en net als ieder ,-ceek vol angst

hij in zijn kolenkist.

King Winter werd het blazen moe

en werd nu meer een geeuw

en daaruit volgde (vraag ’t de Bilt),

een stevig pakje sneeuw.

Dat is mijn kans, dacht linke Hoe,

die stil om uitkomst bad,

Men voetbalde op ’t wit tapijt,

maar ’t was toch niet je dat.

Maar straks...., staan wij op ’t groene gras,

waarin de sneeuwklok luidt!

Dan krijgt King Soccer zijn beurt'

en vliegt Thialf er uit.

Dan denken we niet meer aan kou

of een bevroren kraan!

Dan zie je ons weer welgemoed '

in H lente zönlicht staan.

Dan zijn w’ in ons element

qn voelen ons weer blij:

het heerlijk voorjaar is er weer,

de ivinter is voorbij!

Maarrrrr nóg is ons geluk niet gaaf,

want déze vraag drukt zwaar:

Hoe komen wij met goed fatsoen,

Nog voor het komend stil seizoen,

Met ons programma klaart

28-2-10j7. A. H. KENTERS.

SPORTKRONIEK l» èn ais Offideel Orgaan van de KJ4.V.8.. feu door Zijn rijken Inhoud onbestreden het Leidende Voetbalblad. '

De Sportkroniek [jchandelt de Voetbalsport in haar volle oinvaiig: Het Spel en De Organisatie.

De Sportkroniek is niet slechts voor Officials onmisbaar, maar ook voor Spelers, Supporters en alle andere Voetbalenthousiasten.

Wek daarom Uw Voetbalvricnden op om zich óók te aboniiecrcn! Be.stelbiijet op blz, 127.

ENGELAND

en het Olympisch Voetbaltoumooi

Amatéuristische Pharizeeërs

De Engelsche voetballeiders houden er, wat het amateurisme van ’t continentale voetbal betreft, eigenaardige opvattingen op iia, die waarschijnlijk het gevolg zijn van het feit, dat in Engeland het spel onder geheel andere omstandigheden wordt gespeeld dan op het vasteland.

De groote belangstelling voor voetbal geldt in Engeland hoofdzakeltjk de wedstrijden van beroepsspelers; die der amrteurs trekken naar verhouding slechts geringe belang.stel!ing Zelfs bij internationale thuiswedstrijden van Engelsche amateurs kwam destijds slechts een zeer bescheiden aantal kijkers en ze vorden thans blijkbaar zolfs niet meer gespeeld. Hierbij komt nog, dat de Engelsche amateur-voetbalvereenigingen niet te vergelijken zijn met onze vereenigingen. Ik ken bv. in Engeland geen amateurvereeniging, die beschikt over een accomodafle als het Tieerendeel onzer eerste klassers. De Engelsche amateurs spelen uitsmitend op Zaterdagmiddag en daar de kantoren op Zaterdagmorgen niet gesloten zijn, moeten ze zich hoofdzakelijk beperken tot wedstrijden in de omgeving. Het vx’aagstuk „vergoeding wegens loongemis” bestaat voor de Engelsche amateurclubs niet! Van de toestanden op het vasteland hebben de meeste Engelschen geen flauw bejrip. Zé stellen er ook geen belang in. Dat onze spelers bv. voor de wedstrijden om het voetbalkampioenschap van Nederland soms reizen hebben te maken, die men op een enkele dag niet kan afleggen, beseft of weet men in Engeland met. Dat hier enkele spelers, met toestemming van den K.N.V.8., in enkele gevallen vergoeding krijgen voor gemist loon bv. bij internationale v’cdstrijden in het buitenland gaat blijkbaar boven de bevatting van de Engelsche voetballeiders, vandaar, dat ze dit in strijd met het amateurisme beschouwen. Men noemt dat dan een verkapt amateurisme.

Die Engelsche onwetendheid op het gebied van de sport buiten Engeland is oorzaak, dat men Ih Engèlaiid yaii het continentale amateurisme niets, wil weten. Het Intern. Olympisch Comité, het lichaam, dat feitelijk de Olympische Spelen organiseert heeft zich eveneens steeds op* het standpunt gesteld, dat vergoeding wegens loongemis in strijd is met het amateurisme. In sommige landen heeft men hiervoor échter een oplossing gevonden.

waardoor deze lastige klip wordt omzeild. Men heeft nl. aan de werkgevers verzocht, het salaris der spelers ook tijdens hun afwezigheid voor voetbal, te laten doorgaan, waarna dat salaris aan de werkgevers zal worden gerestitueerd. Hierdoor stond immers vast, dat de spelers geen vergoeding voor loongemis kregen. Zelfs spelers uit Zuid-Amerika konden hierdoor aan Olympische voetbalwedstrijden in Europa deelnemen.

Het is jammer, dat men djt systeem waardoor de zaak inderdaad zuiver wordt gehouden in ons lemd niet heeft overgenomen. Het gevolg daarvan is, dat thans bij de K.N.V.B. wel dezelfde bezwaren tegen het deelnemen aan de Olympische voetbalwedstrijden zullen bestaan als in 1936 bij de Berlijnsche Spelen. De Engelschen hebben reeds thans verklaard, dat spelers, die vergoeding voor loongemis hebben genoten, niet in de Londensche voetbalwedstrijden zullen mogen uitkomen.

O Het 1.0. C. heeft meegedeeld, dat hét binnenkort zyn, standpunt .IriZaka Ijet . amatéurisihë nog’cens zal bekijken'. ■ Het conservatisme van ' het 1.0. C.. bestaande uit menschen, die feitelijk buiten het sportleven staan, kennende, geloof ik echter niet, dat men in de bestaande voorschriften verandering zal brengen. Zou. men dat wel doen, dan zou men waarschijnlijk in botsing komen met de Engelschè organisators, waardoor het doorgaan der spelen in gevaar zou komen. In Engeland wenscht men slechts Olympische Spelen, waarbij de deelnemers als model-amateurs kunnen worden beschouwd. Eerlijk gezegd, is er echter voor dergelijke Olympische Spelen tegenwoordig, nu de sport geen monopolie voor de financieel betere standen meer is, geen plaats meer. Men kan slechts hopen, dat niet adleen de heeren van het X.0.C., maar ook de Engelsche organisators van de komende Olympische Spelen, dit zullen begrijpen en hun opvattingen in overeenstemming zullen brengen met de thans vrijwel algemeen geldende opvattingen.

Doet men dit niet, dan zullen de Olympische Spelen langzamerhand hun populariteit verliezen, wat stellig te betreuren zou zijn.

De Engelsche correspondent van dit blad vertelt zie Spo r t k roni e k van 11 Febr. dat de Engelschen nog verder gaan. Men vindt het nl. ook onjuist, met een elftal van spelers uit de Isthmian League uit te komen tegen grondig getrainde ploegen, waarbü de spelers alle faciliteiten voor training krijgen, voorts medewerking van de Staatsvei'goeding voor loonderving en wat niet al. Ik vraag mjj af, waarom een grondige voorbereiding met medewerking van de Staat in strijd zou zijn met het amateurisme? De voorbereiding heeft toch met het amateurisme niets te maken! Onwillekeurig denk ik aan de lange en zorgvuldige training van onze roeiers, die heel wat zwaarder is dan die van onze voetballers; toch wordt onze roeisport als een der meest amateuristische takken van sport beschouwd.

Als de goede amateurs der Engelschen tot de beroepsklasse zün overgegaan wat overigens geen schande is! zullen de Engelschen beter doen geen ploeg naar de Oljnnpischo Spelen te zenden dan over het amateurisme der deelnemers uit andere landen te spreken.

C, J. groothoff.

TWEE UIT VELE!

„Een dezer dagen kreeg ik de „Sportkroniek” in handen. Ik vind het een zeer mooi blad en wil me er graag op abonneeren.” 3L te 8.

,Jk kreeg ain een „Sportkroniek” in de vingers en heb dat blad init slim veul interesse als bestudeerd. Kerel, kerel wat stalt daor wat in te lezen. Elk en aine, dei wat mlt ens voetbalspul neudlg het, mos dat blad aiglieks regelmaotig lezen. Daor vaalt wat nut te leren veur bestuurders, minsen van de Technische Remissie, voetballers veur elk en aine.” (Uit „De Geelzwarte", Dlubbl. van de V.V. Veendam)

De Kleine Sportkroniek

door Jan Weenink

Roulering scheidsrechters

In de afdelingen is een tekort aan scheidsrechters en in de K.N.V.B. zijn er in het ene centrum veel. terwijl er elders tekort is. Zonder Westers chanvinisme kan men vaststellen, dat er in het Westen méér Ie klas scheidsrechters zijn dan daar buiten.

De oplossing is ii i tw i ssel e n. Dat kan echter niet gelijk-op, om het reeds vermelde verschil in aantal in de districten.

Er dient een zekere verhouding te bcstaeui. Vóór alles gaat het er om, dat de moeiliikste wedstrijden door de beste scheidsrechters worden gefloten en als die beste scheidsrechtei's toevallig een bepaalde periode in Groningen zouden wonen, is het logi.sch, dat deze functionarissen dan niet regelmatig in het Noorden fluiten. De huidige treinenloop laat w'eer toe, dat men in andere rayons kan fluiten.

De laatste tijd is er daarom al weer op bescheiden wijze een roulering met b.v. Westelijke arbiters als Nijs, Van der Meer, Van Moorsel, Kareis, Twisterling, Van der Kooy e.a. buiten het Westen en Marrink, Schippei', Bronkhorst, Boere, e.a. in het Westen.

Oud-spelors als scheidsrechter

Het is jammer, dat niet meer mensen zich als

scheidsrechter bij de afdelingen opgeven, want hoe meer scheidsrechters, des te meer kans om het aantal goede te vergroten. Te vaak moet men in de plaatselijke bonden het leiden van een wedstrijd overlaten aair een of andere clubfunctionaris met alle narigheid ervan. Toch, hoevele matige voetballers zouden niet tot goede scheidsrechters kunnen uitgroeien als ze de voetbalschoenen verwisselden voor de fluit?

Om een goed scheidsrechter te worden, is het niet nodig eerst een goed voetballer geweest te zijn. Men kan op allerlei voetbalzaken een goede kijk hebben, maar als speler technisch onder de maat blijven. Zo’n speler zou echter wel een voortreffelijk fluitist kunnen worden.

Te weinig voetballers ook gaan naar de scheidsrechtersloopbaan over als ze zich voor serieus voetbal te oud voelen. Zij zouden zelfs "'og wat kunnen bereiken als scheidsrechter alvorens ze de 45-jarige ~pensioenleeftijd” hebben bereikt en daarmee tevens de voetbalgeneratie na hen een grote dienst bewijzen.

Leeftijdsgrens

De leeftijdsgrens moge theoretisch kloppen, het is in de praktijk een ondlrig

Evenmin als men voor spelers een grens stelt, moet men dit voor scheidsrechters doen. Een scheidsrechter kan op 38 jaar ongeschikt zijn, maar er kun. nen vitale mensen zijn, gezegend met een gezond lichaam, die het ver na . V

hun 45e jaar gemakkelük tegen een jongere opnemen. Een scheidsrechter, die door training ztjn lichaam fit houdt m routine paart aan een fit gehouden lichaam, moet niet wegens een algemeene leeftijdsgrens worden afgevoerd. Het baantje van scheidsrechter is te moeilijk en eist – een te lange periode van ervaring, dan dat men niet zuinig met dergelijke geroutineerde krachten zou moeten omspringen. Om aan de jonge scheidsrechters ook een kans te geven, behoeft men aan deze goede oudere scheidsrechters maar wat minder wedstrijden te geven.

Veronderstel, dat door de 45-jaar-grens scheidsrechters als Van der Meer, NÜs. Twisterling en Van Moorsel, om zo maar even. sen paar van onze bekendste fluittisten te noemen, volgend seizoen moesten afvallen, zou daardoor het gemiddelde peil van het. korps niet lager komen te liggen in het nadeel van de voetbalsport? Het wil mIJ voorkomen, dat de scheidsrechterscom-Blssie de gevallen individueel moet kunnen behan- I

I I Opleiding official^

In de voetbalsport kan men overal woor worden opgeleid. Men kan leren voetballen, voor het scheidsrechtersvak wprden opgeleid door cursussen en ook voor oefenmeester.

Vergeten wordt echter, dat men ook clubleiders moet opleiden. In vele clubs, vrijwel alle voUtsclubs, Is er een groot

tekort aan werkeUjke voet. balleiders. Wel zijn er mensen, wie het door grote ijver is gelukt een goed penningmeester te worden, anderen brachten het tot secretaris, voorzitter of , terreincommissaris, maar hoevelen beheersen het gehele apparaat van de club? I

Kan elk bestuurslid met kennis vstn zaken deel uitmaken als vertegenwoordiger van het bestuur In de redactie van het clubblad, de jeugdcommissie of die voor de zomersport bijvoorbeeld? Het zijn er maar enkelen, die het kunnen en daarom is de vraag gewettigd of er niet ook een opleidingsinstituut voor bestuursleden moet komen ? Er zpn clubs waar men de grote krachten zo maar uit de mouw schudt, maar er zün er öok, en helaas teveel, waar een enkelmg met kop en schouder boven de rest uitsteekt met alle gevaren van dien en onaangename kanten voor den betrokkene. Een opleidingscursus voor bestuursleden moge vreemd klinken, bü dieper nadenken zal men het toch niet zó vreemd vinden.

NASCHRIFT. En dan nog een seminarie voor suppoosten aan het hek, een internaat voor kalklijntrekkers en vlaggenophalers, éen instituut voor contriinitic-Jnners, een krderschool voor supporters, een doorgangshuis voor gevallen cor-suls en een zuigeUngenklinick voor aankomende 'portjouniuUsien. Alles mondeling en schriftelijk, met de nodige examens en vooral diploma's. Moorman,