SPORTRRONIEK

OFFICIEEL ORGAAN VAN bE KONINKLIJKE NEDESLANDSCHE VOETBALBOND en van de Aid. 's>Gravenhage K.N.V.B.

HOOFDREDACTEUR: J. MOORMAN REDACTEUR» H. P. KUIPHOF. ORGAANCOMMISSIE: K. J. J. LOTSY, S. COLDEWEY, Ir. H. F. KOPSTER.

BUREAU» DEN HAAG, BEZUIDENHOUT 9. TELEFOON 77.18.58. ABONNEMENT» f 4,- PER KWARTAAL INCASSO» 15 CENTS.

DINSDAG 31 DECEMBER 1946 No. 53 — Weekblad. 45e JAAR.

Prijs 33 cent MOORMAN'» PERIODIEKE PERS. DEN HAAG

NADRUK VERBODEN 4 4 715

NIEUWJAAR 1947

Organisatie »•- Amateurisme k Training

OP den Oudejaarsdag ontvangen onze Lezers de Sportkroniek voor de laatste maal in 1946 en wtJ be. ginnen daarom dit nummer met den hartelijken oud-vaderlandschen nieuwjaarswensch „veel Heil en Zegen” voor onze Lezers en voor heel onze

Nederl£indsche voetbalgemeenschap! „Ziet, het oude is voorbij gegaan....” Nu moeten alle dingen ~nieuw” worden, dat beteekent: wij moeten er nieuw en frisch tegenover staan, wij mogen niet berusten in wat vei-stard en tot sleur geworden is: wij moeten onze voetbalwereld jong en frisch houden door de dingen te zien zooals ze werkelijk zijn en te veranderen wat verbetering behoeft, ook al moet dat gepaard gaan met loslatlng van oude idealen. De voetbalwereld van nu, met haar honderdduizenden spelers is een andere dan die van 25 jaren geleden, toen wü nog slechts bij tienduizenden telden.

Vernieuwing staat in den door de fusie tot de allen omvattende voetbalorganisatie gewoi-den K.N.V.B. trouwens voor de deur: de aanhangige reglementsherziening kan aanleiding zijn tot wijziging In de organisatie en de bestuursverkiezing zal nieuwe krachten in ons Bondsbestuur brengen. Hopelijk ook jonge krachten, opdat jeugdige voortvarendheid samenwerke met gerijpte ervaring al zijn de jóngeren van nu gemakzuchtiger dan de vorige generatie was.

O De reglementsherziening zal strijd geven om de uiteindelfike zeggenschap in den bond. De uiteindelijke, want de dagelijksehe is en behoort te blijven aan de uitvoerende macht, het Bondsbestuur. Maar de richtlijnen, de duurzame in de reglementen en de incidenteele telkens in de bondsvergaderingen, moeten uitgaan van het geheel, van de vereenigingen door haar vertegenwoordigers.

Rechtstreeks wordt de stem van de vereenigingen in de bondsvergadering niet meer gehoord: sedert jaren bestaat die vergadering niet meer uit afgevaardigden van de vereenigingen, maar uit vaste leden. Dat is indertijd zoo geregeld, omdat het aantal vereenigingen groot geworden was en omdat de afgevaardigden van de vereenigingen wel eens onervaren en iet. wat wild waren. Toch rijst de vraag of dit systeem niet tot, verstarring geleid heeft. Het parlementaire systeem brengt nu eenmaal mee, dat men bij verkiezingen liefst maar laat zitten wat zit, zoodat maar zelden een nieuw geluid en nog zeldzamer een nieuwe gedachte geuit wordt. Alle eerbied voor mannen, die tot in de zestig, zelfs tot in de 70, zitting houden in het „voetbalparlement”, maar de spelers blijven gemiddeld ver onder de helft van dien leeftijd en de oude ~vaste kunnen kwalijk weergeven wat in de jeugd leeft. Daargelaten de vraag of de jeugd dat zelf wel Weet

Bij de reorganisatie, die indertijd het „parlement” met de daarbij behoorende „partijvertegenwoordigers” gebracht heeft, wel niet van partijen, maar wel van klassen is zeer wel gevoeld, dat er toch een gelegenheid moest zijn, waarin de vereenigingen zich rechtstréeks konden uitspreken. Daartoe zijn de districtsvergaderingen ingesteld, maar deze zijn, omdat ze toch niets te zeggen hebben, zeer onbelangrijk gebleven. Zoo onbelangrijk, dat ze het dikwijls niet eens de moeite waard vinden om zich uit te spreken over wat de Bondsvergadering een week later te behandelen en te beslissen zal krijgen.

Het eenige strijdpunt bü de reglementsherziening zal wel het stemrecht-zün. De eerste klassers hebben tezamen evenveel stemmen als de tweede, derde en vierde klassers tezamen. Bti tegenstrijdig belang, dat zich eigenlijk slechts atteekent bij den strijd om de afschaffing van de promotie. en degradatie ?dstrijden, houden zij elkaar vrijwel in evenwicht en de beslissing staat dus aan de overige stemmen, die van de Bondsbestuursleden en de afgevaardigden van de

Afdeelingen. Aan laatstbedoelde groep is indertijd stem in het kapittel verleend als waardeering voor wat de toenmalige Erkende Bonden presteerden. Nu deze Afdeelingen geworden zijn] met eigen afdeelingsvergaderingen om hun eigen zaken te beredderen, is het een open vraag, of zij ook nog een doorslag gevende stem in de Bondsvergadering moeten behouden.

Met zooveel mogelijk zelfstandigheid op hun eigen gebied en herstel van hun ouden naam van bonden, als zij uit traditie daarop gesteld blijken, zou hun positie in het geheel van den Bond, wel voldoende zijn verzekerd. Zy hebben andere belangen dan de vereenigingen, waarom zouden zij dan in de Bondsvergadering een vi'ellicht beslissende stem over de belangen der vereenigingen moeten behou-

den? Een adviseerende stem zou voldoende zijn om de Bondsvergadering toch het karakter ie doen behouden van vertegenwoordiging van geheel voetbal-Nederland. O

Een tweede punt van belang is de vertegenwoordiging van hpt Zater. dagmiddagvoetbal. Vroeger hing dat er zoo’n beetje bij, omdat het meest vereenigingen en voorai spelers betrof, die nog niet of niet meer in de gewone competities op Zondag speelden. Dat is nu veranderd door de fusie, die vereenigingen in den Bond bracht, welke uit beginsel niet op Zondag willen spelen. Maar het zijn overigens gewone, normale vereenigingen als alle andere en het is dus niet anders dan billijk, dat zij naast

dezelfde plichten ook dezelfde rechten hebben, met name vertegenwoordiging in de Bondsvergadering. Men zal er dan ook niet buiten kunnen bij de reglementsherzienlng deze vereenigingen normaal en volwaardig te behandelen.

O Dan; het amateurvraagstuk. Velen hebben zich daarover in de S por tkroniek uitgesproken, gelukkig ook spelers. Vast etaat, dat welhaast ons geheele voetbal niet anders dan amateuristisch kan en wil zijn. Dit is ook het geval in Zwitserland, waar van de rond 40.000 spelers slechts rond 400 premies ontvangen. Vast staat echter ook, dat er spelers zijn, die premies of iets dergelijks wenschen en dat de betrokken clubs diC

wel zouden kunnen dragen. Door het toeiaten van premies, of althans de door den penningmeester van De Zwaluwen, P. A. de Haan gewenschte vergoeding van loonderving, zal aan die spelers bevrediging gegeven kunnen worden.

Daar het slechts om' een gering aantal spelers gaat, zal onze voetbalwereld er niet door geschokt worden. Het voordeel er van zou echter zijn, zooals het bestuurslid Valkema onlangs in dit blad heeft gezegd, dat wjj een zuiveren toestand kragen en dat het uit zal zijn met hef gesmaal over verkapt beroepsspel, dat er in werkelijkheid niet is. Wij herhalen wat wij onlangs schreven; het is den amateur geoorloofd betaling aan to nemen voor sportjournalistiek werk, mits dit niet een aanmerkelijk deel van zijn Inkomsten uitmaakt en door een overeenkomstige bepaling voor het spelen van wedstrijden, zij het beperkt tot de eerste klasse en vertegen* woordigende elftallen, zou de bestaande lijn slechts wat verder doorgetrokken worden.

Het belangrijkste: het spel en da spelers. Het gaat er om zoo goed mogelijk te spelen en dat leert men nu eenmaal niet anders dan door lichaamstraining en oefening. Daarom schreven wij eenige weken geleden: „geen rederijkers, maar trainers”, Vrywelhetzèlfde is in de Regionale Omroep Noord, afd. Sport, gezegd door een van onze trainers ten aanzien van het Nederlandsch elftal:

„Wil men met de centrale training iets bereiken, dan zal er op oefenavonden gevoetbald moeten worden. Onder goede en bezielende leiding zal men dan door de noodige correcties tot een goede ploeg kunnen komen, waarvan de spelers op elkaar zijn ingesteld. Met een rondje loopen, bakkie springen en een mooi verhaaltje komen wij er niet, dat kunnen de jongeni thuis ook. Grondige theorie, spelopvatting, e.d. moeten na de training behandeld worden. Bij het voetballen behoeven natuurlijk niet de stukken er af te vliegen. Het is een groote fout geweest van de training van het Ned. elftal, dat er op een oefenavond nooit gevoetbald werd; ik bedoel: eert partij onderling, met onder het spelen de noodige correcties door den trainer- Voor de flauwiteit moet men de jongens niet laten komen."

Ziehier het oordeel van een vakman,

Maar niet slechts bü het Ned. elftal, ook in de vereenigingen is de training over het algemeen maar slapjes of er wordt in ’t geheel niet aan gedaan. Vele clubs zijn trouwens niet in staat om er een eigen trainer op na te houden. Het zal dus gezamenlijk moeten geschieden onder leiding van den K.N.V.8., welks Technische Commissie meer initiatief kan want zti is de belangrijkste commissie. De training zal georganiseerd moeten worden en de positie van een aantal bondsoefenmeesters zal zoo moeten worden, dat zij zich daaraan geheel kunnen wijden. Voor de meesten is het nu maar een bijbaantje, zonder eenig perspectief en bijbaantjes glijden licht a? tot beunhazerij.

Als de K.N.V.B. tien beroepsoefenmeesters aanstelde onder leiding van den Bondstrainer Kaufman en hun eenig pensioen verzekerde, zouden dezen over het land verdeeld, en ieder met de zorg voor de training van een aantal vereenigingen belast kunnen worden. De vereenigingsbesturen zullen dan moeten zorgen, dat de in aanmerking komende spelers de training ook inderdaad volgen. Op die manier zal het spel over de geheele lijn op hooger peil gebracht kunnen worden.

Moge het nieuwe jaar een in elk opzicht gezond, zuivér en sterk voetballeven brengen! |

MOORMAN.

Nieuwjaar Tbrenge een nieuwe geest!

1946

Competitie weer op volle toeren, reorganisatie afgeketst

fusie van de grote bonden, over systemen veel gekletst! Spelers die betaling wensen... anderen willen dit weer niet...

Technisch'-tactisch’ sprekers, schrijvers zingen weer hun hoogste lied.

Concentratie moet oervallen; mental-training eveneens teruggebracht tot enkele kènners: daar is ’t ieder over eens.

Zuivering loopt op ’n eindje... Ballen-broeken-shirts-tekort behoort nog niet tot het verleden! B—2 op het scoringbord

van de overzeese meesters, die een prof-spel lieten zien als de wereld in geen tijden... wellicht nóóit nog heeft gezien!

1947

Die misère, t’overwinnen,

fris van hart en fris van geest: daarvoor moeten wij thans vechten, spelers, leiders wel het meestl ledereen legt nu zijn vinger

op z’n EIGEN wonde-plek. Allen worden nu bescheiden: Niemand meer een grote b...!

Niet meer praten... véél meer daden achter tafels en op ’t veld.

Egoïsme en gemakzucht worden nu door deugdzaamheid geveld. „Samen moeten.w’er daarhenen —» Sdmenwerken tot en mét,

Tot ’t prestige is herwonnen” Zij voor iedereen nu wet.

„Eerlijk en sportief te wezen rond en tusschen ruitte lijn’’: daarin kunnen allen zeker ware kampioenen zijn!’’

Védévé