De SPELREGELS en hun toepassing

111

Velen zijn van meening, dat bij het nemen ( van een strafschop, de doelverdediger zich niet ■ mag bewegen, dat hij dus stokstijf moet blijven staan op de doellijn. Dit is slechts ten deele ( juist. Inderdaad mag de doelverdediger zich niet verplaatsen, voordat de bal een afstand van plm. 70 cm heeft afgelegd; hij moet dus gedu- ' rende dien tijd met beide beenen op de doellijn blijven staan. Hij mag echter wel in dezen kor- ■ ten tijd zijn lichaam heen en weer bewegen, mits hij maar zorg draagt, dat zijn voeten zich daarbij niet verplaatsen. 16 c

U zult zich afvragen, wat voor nut het heeft, of zoo’n doelman nu zijn lichaam een beetje j heen en weer zwenkt. Dit nut is zelfs zeer groot, ■ want de nemer van den strafschop kan door ' deze beweging beïnvloed worden; deze beïnvloe- • ding kan zelfs zoo groot zijn, dat de bal recht op den doelverdediger wordt ingeschoten. Een tweede, nog grooter voordeel van deze lichaams- ( beweging is, dat de aanvangs-snelheid, waarmede de doelverdediger moet uitvallen (indien de bal uitmiddelpuntig, d.w.z. buiten het hart van het doel geplaatst wordt), reeds aanwezig ] is, vóór de eigenlijke uitval begint. Indien de doelverdediger zou stil staan op de doellijn > (hetgeen te allen tijde fout is), dan maakt die t aanvalssnelheid een onderdeel uit van den t eigenlijken uitval en komt hij dus in tempo achter.

Ik vertelde U een vorige keer reeds, dat de spelers, met uitzondering van den doelverdediger en den strafschopnemer, buiten het strafschopgebied, doch binnen het speelveld moeten staan. Ze moeten echter ook minstens 9,15 m van den bal, die op het strafschoppunt ligt (11 m van het midden van de doellijn verwijderd), zich bevinden; daarom ziet U op elk voetbalveld aan de buitenzijde van de horizontale lijn, die het strafschopgebied begrenst, een korte boog getrokken. Deze boog heeft als middelpunt, het strafschoppunt (de z.g. witte stip) en 9,15 m als straal.

Er kunnen zich bij het toekennen van een strafschop diverse bijzonderheden voordoen, waarvan ik U de voornaamste zal opsommen.

Een strafschop moet naar voren geplaatst worden; de strafschopnemer mag den bal dus niet eerst naar een zich achter hem bevindenden clubgenoot schieten, waarna deze op doel schiet.

Bij het nemen van een strafschop gedurende den speeltijd of in den, voor het nemen van een strafschop, te verlengen speeltijd, moet er een doelverdediger in het doel staan; m.a.w. uit protest tegen den strafschop mag het doel niet onverdedigd worden gelaten, doch is de partij, tegen wie de strafschop gegeven is, verplicht een verdediger in het doel te doen plaats nemen. Dit behoeft niet de normale doelverdediger te zijn, maar mag ook b.v. een voorhoede-speler zijn. Er is echter één geval, waarin een strafschop wel voor een onverdedigd doel mag wor-

den genomen. Indien nl. een aanvoerder binnen 5 minuten na afloop van den wedstrijd bij den scheidsrechter protesteert tegen het niet toekennen van een strafschop gedurende den speeltijd, dan is de scheidsrechter verplicht deze z.g. protest-strafschop alsnog te doen nemen. Wanneer nu hierbij de doelverdediger of een andere speler van de tegenpartij weigert het doel te verdedigen, dan wordt deze strafschop voor een verlaten doel genomen.

Het nemen van een strafschop mag door niets gestoord worden; elke overtreding, welke wordt begaan in den tijd tusschen het fluitsignaal van den scheidsrechter en het nemen van den strafschop, zoowel van de aanvallende als van de verdedigende partij, moet genegeerd worden, totdat de strafschop zijn uitwerking, heeft gehad. Begaat de aanvallende partij in dien tijd een overtreding, dan moet de strafschop worden overgenomen, indien er een doelpunt uit is ontstaan. Begaat echter de verdedigende partij een overtreding, dan moet de strafschop worden overgenomen, indien er juist niet gedoelpunt wordt. Zijn beide partijen in overtreding, dan moet, onverschillig of de bal in of naast het doel of tegen paal of doelverdediger wordt geschoten, de strafschop worden overgenomen.

Tot de volgende week.

BRASSER.

Kent U de regelen van het spel?

Antwoorden op de vragen I—lo, gepubliceerd in de Sportkroniek van 23 Oct. Nr. 43, blz. 977.

1. De wedstrijd begint met den goed genomen beginschop en dus niet met het fluitsignaal van den scheidsrechter.

2. Het minimum aantal spelers van één partij bedraagt 8. Zoodra dit aantal niet meer aanwezig is op het veld, moet de wedstrijd gestaakt worden.

3. De doelverdediger mag 4 passen achter elkaar met den bal in zijn handen doen.

4. Een partij mag niet zonder doelverdediger spelen.

5. Een doelverdediger mag worden aangevallen, indien hij den bal in ziin bezit heeft of zich buiten zijn doelgebied bevindt.

6. Als de bal op de doellijn tusschen de palen ligt, is geen doelpunt gemaakt; de bal moet de lijn geheel gepasseerd hebben.

7. Als de bal tegen den op de zijlijn staanden grensrechter komt en van dezen in het speelveld terug komt, moet worden doorgespeeld.

8. De doelverdedip-er mag den bal wel ingooien van de zijlijn; de doel verdediger is immers ook een speler.

9. Bij het nemen van een doelschop mag de bal wel op de doellijn worden gelegd, indien er maar voor gezorgd wordt, dat de doellijn binnen het doelgebied valt.

10. Als*bij een ingooi de bal in eigen doel wordt geworpen, zonder dat een speler den bal heeft aangeraakt, moet een hoekschop (corner) worden genomen.

Nieuwe vragen 11-20

11. Mag uit een vrijen schop voor een overtreding wegens gevaarlijk spel ineens gedoelpunt worden?

12. Mag een speler, die vervangen is, na eenigen tijd invallen voor een gewonden speler?

13. Wanneer mag een speler zonder toestemming van den scheidsrechter het speelveld verlaten?

14. Is te laag koppen toegestaan?

15. Indien uit een doelschop ineens gedoelpunt wordt, is dit doelpunt dan geldig?

16. In welk geval wordt de eerste speelhelft verlengd?

17. Wanneer mag de scheidsrechter zijn beslissing herzien?

18. Wat moet er gebeuren, indien een achterspeler den bal uit de handen trapt van zijn eigen doel verdediger en de bal gaat naast de paal over de lijn?

19. Mogen de spelers van de eigen partij bij een vrije schop minder dan 9,15 m van den bal staan?

20. Mag een ingooier niet zijn hakken op de zijlijn staan?

Oostelijk elftal in opbouw

In opdracht van de Technische en Keuzecommissie van den K.N.V-B. is aan alle Oostelijke' clubbesturen een vragenlijst gezonden, met het verzoek opgaaf te willen doen van alle spelers, welke volgens deze besturen in aanmerking komen voor een speciale training, welke zeer binnenkort en vermoedelijk Woensdagsavonds zal worden gehouden op het Go Ahead-terrein te Deventer, onder leiding van den Bondsoefenmeester. Het ligt in de bedoeling op deze manier een overzicht te krijgen van de beste spelers voor de samenstelling van het Oostelijk elftal en vertegenwoordigende nationale ploegen, waarbij ook tot nu onbekende spelers een kans zullen krijgen, bij eventueels geschiktheid, een plaats te verwerven in vertegenwoordigende elftallen. e

Naast drie verschillende seniorengroepen, zal men overgaan tot een selectie voor een samen te stellen jeugdploeg.

Is Haarlem over het doode punt heen?

Van de Spanjaardslaan kunnen wij gelukkig heil verwachten.

In den beginne leek ’t er even somber te zullen worden, ais in het Noorder Sportpark, doch de hoop herleeft. Want de roodbroeken oogstten de derde overwinning in successie, terwijl E.D.O. de hoopvolle wending in Schiedam niet mocht bestendigen. Zij verloor rnef 3-—2 van R.F.C., en die nederlaag was niet onverdiend, daar de Rotterdammers betere peilen op hun boog hadden. Zij speelden zul' verder en sneller, maar vooral En die algeheele overgave toonde E.D.O. nle>', waarbij nog kwam, dat haar aanval, niettegenstaande enkele omzettingen, onvoldoende is in kracht en onderling begrip. Natuurlijk was de groenwitte achterhoede tegen zulk spel opgewassen en de oude spil Apon toond-- zich buitengewoon in zijn element. Toch rneenen wij, dat een wat sterker voorhoede dez achterhoede had kunnen overrompelen, van de vijf doelpunten was het eerste de EDO' goal verreweg het fraaist, een snelle soleren van linksbuiten Spek beëindigde deze speler met een meesterlijk, onhoudbaar schpn

Wij geloven, dat E.D.O. de grootste moeit® zal hebben om het hoofd boven water tehod' den, vooral als de spelers zich tijdens het spej overgeven aan een soort mo edeloosheld, plaats van stug tot het einde volhouden. . ,

Een andere, hoopvoller stemming heeft zien van de Haarlem-familie meester gemaaK■■ Want ook in den beginne liet men daar h®_ hoofd hangen, toen ’t scheen, dat de inspan' nende Kampioens-competitie zich ging wr®j ken. ’t Schijnt of men over dit doode pd*1 heen is, waarbij in de laatste drie wedstrijd®1 negentien doelpunten werden gemaakt, tt ® productieve bui heeft Kick Smit een aanzied' lijk aandeel. Kick is er weer volkomen in- *?n werkend speelt hij zich wis en zeker weer * het Nederlandsch Elftal, want in zulk ’n vorn kan niemand, Keesje Rijvers incluis, aan n® tippen. Wim Roozen, die vliegend van W"* precies op tijd aan de Spanjaardslaan v scheen, toonde zijn aanwezigheid door doelpunten, waaronder natuurlijk weer e® kopbal, ’t Was voor piet Kraak, in het Storm vogelsdoel, een hopelooze taak om den stee; weer terugkeerenden Haarlem-aanval te Stu ten. De IJmuidenaren kunnen blijkba.ar 0 ni-et op dreef komen, niettegenstaande enkele wijzigingen in de opstelling hgdden % maakt. Intusschen is ’t voor de Haarlem*o.® een prettig gezicht, dat de roodbroeken-mu,t geleidelijk op de ranglijst klimt, ofschoon nog heel wat voeten in de aarde zal he~:nep alvorens men zich tusschen de leidende ërü heeft gedrongen. En dan... Volewij ckers -•• Neptunus ...! u'

SCHEIDSRECHTER BROEKERS VERONGELUKT

Zondagmorgen om half elf reed een auto, ingericht voor personenvervoer, w. eIJ voor de Nederlandsche Spoorwegen tuss Enschedé en Zutphen rijdt, bij Lochem, te volge van de gladheid van den weg tege*lisefl boom en vervolgens in een sloot. De ge; bewaren verschrikkelijk. Een militair uit nßroedé werd op slag gedood. De heer A. H- „e. kers, eveneens uit Enschedé, werd zvvaa*oerct wond naar het ziekenhuis in Lochem ver veJ., waar hij Zondagmiddag aan de bekomen et wendingen is overleden. Broekers was i zeer Oosten een bekend scheidsrechter, die ee goeden naam had, ook buiten ons gewes • weg naar Nijmegen, waar hij den we ooc\ Quick—Heracles moest leiden, heeft cte „g. hem achterhaald. De dood van Broeckers erJJ, kent ook voor de Enschedesche Boys eeg 6, stig verlies. Hij was lid van verdienste Boys noemde vereeniging sinds 1939, toen naar de eerste klas promoveerden en bi voorhet eerste elftal trainde. Verder was n J erJzitter van de Juniorencommissie. De v, „„mee11 heid in Oostelijke sportkringen was aige bij het vernemen van het schokkende o