(Vervolg van bladz. 857)

Zelfbewust en doelbewust: de peilers van scheidsrechtert persoonlijkheid

Het is geen louter toeval, dat de persoonlijkheid van den scheidsrechter wordt belicht, min of meer aan het einde van deze artikelenreeks. Schematisch ware het (misschien juister geweest, dit hoofdstukje aan het begin te plaatsen, practisch komt het mij evenwel het beste voor, om na de behandeling van de verschillende eischen, welke aan den scheidsrechter worden gesteld, zijn persoon nog even in het geheel voor het voetlicht te doen treden.

Als men aan vele prominente figuren in de sportwereld de vraag stelt, wat is de sleutel voor een succesvolle scheidsrechtersloopbaan, dan krijgt men prompt ten antwoord, dat het geheim van het succes ligt in de persoom lijkheid. Wat is dan persoonlijkheid, hoe komt men er aan en op welke wijze kan men die ontwikkelen? Onder peersoonlijkheid verstaat men in den regel een zelfbewuste en doelbewuste levenshouding.

Zelfbewust en doelbewust zijn de twee pijlers van persoonlijkheid. De ontwikkeling van de eene eigenschap staat in evenredigheid tot de andere, zij houden elkaar als het ware in evenwicht. Sterke persoonlijkheden zijn zelfbewuste en doelbewuste menschen. Zij hebben zichzelf niet alleen een taak gesteld, maar zich ook de verplichting opgelegd, om die taak dienstbaar te maken aan een doel, die, naar hun meening, daarop het meeste recht heeft. Persoonlijkheid is niet zelden een kwestie van intuïtie. Er zijn naturen, die een aangeboren persoonlijkheid hebben, figuren, waarvan iets uitgaat, ook al zeggen of doen ze niets; en er zijn figuren, die ondanks al hun Inspanningen en pogingen nog steeds geen persoonlijkheid zijn en hun overwicht op iets of iemand nog maar steeds niet kunnen uitdrukken. Ongetwijfeld zal' het niet ieder lukken, een persoonlijkheid te worden in de volle beteekenis van het woord, maar een ieder kan toch trachten zijn in mindere of meerdere mate aangeboren eigenschappen te ontwikkelen. De scheidsrechters staan hier nu in een uitgesproken voordeel, dat zij wekelijks de kans hebben hun persoonlijkheid te ontwikkelen. Het geven van leiding op welk gebied dan ook, biedt de mogelijkheid om zijn persoonlijkheid te ontwikkelen.

Leiding geven eischt tact, verlangt van den leider, dat hij op het juiste oogenblik en ook op de juiste wijze zijn macht in de schaal weet te leggen.

Eerbied afdwingen

Hij moet kunnen optreden, ontzag kunnen inboezemen en eerbied weten af te dwingen. Voor deze eigenschappen is het niet altijd noodig, dat men een eerbiedwaardige leeftijd heeft, maar wel geëischt, dat de persoon, de leider dus, eerbied weet af te dwingen, ontzag kan inboezemen en kan optreden omdat hij een persoon is, waarvoor men respect heeft, omdat hij autoriteit is en als zoodanig algemeene hoogachting verdient. Een leider, die zichzelf niet respecteert en het doel van zijn leiding vertroebelt, is geen autoriteit. Hij kan misschien nog wiel de zaak bij elkaar houden, of ongelukken voorkomen, maar dan moet hij macht laten rusten op bruut geweld. Alleen uit vrees kan hij nog ontzag inboezemen of eerbied dwingen, maar de diepere oorzaak van de volgzaamheid, de ware hoogachting, is verdwenen. Macht moet hier zijn oorsprong vinden in algemeene waardeering voor den persoon, die met de macht is bekleed, dan zal men die macht aanvaarden en kan ze ook duurzaam zijn. De scheidsrechter moet de achting trachten te verkregen van zijn omgeving. Hij moet zijn persoonlijkheid graag gezien maken, hoogachting zien te verkrijgen bij spelers en publiek. Hoe kan hij dat? In de eerste plaats door zijn houding. De houding van den scheidsrechter is uiterst belangrijk. Zijn opkomen op het veld, zijn kennismaking met captains, grensrechters en officials, zijn manier van loopen, van beslissen, van fluiten en ook van waarschuwen, zijn evenveel factoren, die een scheidsrechter sympathiek of onsympathiek kunnen doen schijnen. Spelers en publiek gaan zoo graag en vlug af op uiterlijkheden, denken heusch niet lang na bij het trekken van een conclusie en zijn niet spoedig af te brengen van de eerste indrukken, die zij van den scheidsrecher hebben gekregen. Zijn die eerste Indrukken gunstig, de scheidsrechter zal wellicht weinig moeilijkheden hebben, is de eerste impuls bij spelers en publiek ongunstig, dan zal de scheidsrechter een heele toer hebben, om dezen] eersten slag, die hij verloor, zonder moelijkheden te boven te kom,en.

Onpartijdigheid

In de tweede plaats kan de scheidsrechter eerbied afdwingen door strikte onpartijdigheid. Zelfs' de schijn van parijdigheid, die zoo gemakkelijk gewekt kan worden door min of meer geregeld omgaan met besturen en spelers van een vereeniging, moet de scheidsrechter angstvallig vermijden. Er is bijna niets, dat zooveel eerbied en hoogachting opwekt- bij publiek en spelers dan een strikte en nauwgezette onpartijdigheid. Een onpartijdigheid, doorgevoerd tot in de diepste diepte en de verste verte. Weet wel, dat fouten menschelijk zijn en vergeven zullen worden maar partijdigheid onherroepelijk het prestige van den scheidsrechter doodt, om nooit meer te doen herleven.

In de derde plaats dwingt men achting af door een rechtvaardige bestraffen. Straf alleen wanneer dit absoluut noodzakelijk is en laat de straf in evenredigheid staan tot het gepleegde feit.

Gelden bovenbehandelde punten voor de algemeene spelleiding, niet te verwaarloozen is ook de individueele leiding. Ook die taak behoort bij een goed scheidsrechter. Individueele leiding, waar bestaat die uit? Uit het persoonlijk contact van den scheidsrecher met Qe spelers. Ook dat kan

niet alleen nuttig zijn, maar is ook vaak voor een goed en vlot ver _g| van den wedstrijd noodzakelijk. S.v.p. geen redevoeringen tot de spe . Toch kan het goed en nuttig zijn om met een enkele opmerking speler aan te sporen voortaan bepaalde handelingen achterwege te 1 of, indien de scheidsrechter bemerkt, dat een speler moeilijkheden met zichzelf of zijn onmiddellijke omgeving, de betreffende speler .°Pvoor gemak te brengen door te toonen, dat hij open oog en ruim begrip hem heeft. Als de scheidsrechter met den noodigen tact optreedt, ka er in niet geringe mate toe bijdragen, dat de speler toch weer zichzelf w De spelers merken plotseling, dat de scheidsrechter niet alleen ieman ’ die in het veld loopt als een orde-bewaker, ieder oogenblik paraat om e inbreuk op het regelmatige verloop te bestraffen, maar dat deze tnan _ belang stelt in hun persoon. Wederzijds komt er dan een bepaalde standhouding en het is uit de praktijk gebleken, dat zulk een sch rechter veel meer van den speler gedaan kan krijgen. :et V – – _ – _ _ TT .1. OCf 1 IfO

Doch ook indivïdueele leiding moet met tact geschieden. Het mag j, zoo zijn, dat de scheidsrecher een soort trainer wordt, doordat M met iedereen ophoudt en voor ieder een goed woord heeft. Neen, de n vidueele leiding moet zich Incidenteel uiten, n.l. alleen op die mome

waarop er iets niet goed dreigt te gaan.- gje{ Ook bij mogelijkc ongevallen mag de scheidsrechter zich niet P houden, die zou zijn prestige wellicht kunnen schaden. Een scheidsrec t die zich bij een ongeval afzijdig houdt, is geen ideaal spelleider en m doorgaans bij het publiek geen goeden indruk.

Na deze gedachten en beschouwingen, die meer betrekking hebb de verhouding van den scheidsrechter tot de spelers en het publiek, ’t onjuist zijn te meenen, dat scheidsrechter-zijn in de eerste plaats wil zeg zich een goeden naam in de sportwereld te verzekeren. Hoe belangnj ook zijn kan, dit doel alleen aan een scheidsrechterlijke loopbaan v jet den zou in hooge mate kortzichtig zijn. Scheidsrechter mag men worden of zijn, uit zucht naar roem of naar macht. Gaat men va „jjtef gedachte uit, dan staat men op een voos fundament. De scheidsre heeft in de sport een dienende taak, daaruit vloeit ook voort, dat 0 het voornaamste fundament is, waarop de arbitrale functie is geD Als men de sport wil dienen, dan moet men er ook van houden. Maa is niet zoo eenvoudig als het lijkt. De eischen. aan den scheidsr oJIJ gesteld, zijn legio. Zeker, ook een speler heeft wel eens minder zljnaar op een bepaalden dag zijn sportieve verplichtingen na te komen, in zijn clubliefde, de band, die hem met zijn collega’s bindt, stelt he staat toch present te zijn. De scheidsrechter mist ten eenenmale zu eft band. Hij gaat en moet’ gaan, omdat hij vrijwillig de verplichting oet opgenomen, Zondag aan Zondag zijn tijd beschikbaar te stellen. eefra(}eD> er geleerd worden en zij, die niet uit idealistische overwegingen toet zullen het zeker nooit lang uithouden. Maar wat ligt er voor ne . zuiver uit idealisme, scheidsrechter werden, een prachtige weg jjoof'

Een scheidsrechter eischt van zijn spelers en ook van het publieK gJi achting, waardeering en volgzaamheid. Daartegenover eischen spel® yjg publiek, scheidsrechters, die ten volle voor hun taak berekend zijn e^o0g. door hun persoonlijkheid een krachtfiguur geworden zijn, die hun achting hun waardeering en volgzaamheid ook volkomen

Dit is het laatste artikel uit de reeks, die onze medewerker, ex-scheidsrechter, L.s Pagano Mirani, voor ons blad heeft geschrev over de taak van den scheidsrechter.

VOETBALCOMPETITIE

1946 – 1947

EEN HANDIG BOEKJE

Bevattende schema’s van alle afdeelingen der Ie en lle klasse, goede artikelen, interessante foto’s en een lijst van alle door het Nederlandsche elftal gespeelde interlandwedstrijden. Dit boekje, waarvan elke voetballiefhebber het geheele seizoen plezier zal hebben, is aan onderstaande adressen verkrijgbaar tegen den prijs van

Sjj Hoofdbestuur Ned. Roode Kruis, * Prinsessegracht 32, Den Haag-Afd. Amsterdam van het Ned. Roo Kruis, De Lairessestraat 105, A’dams Sigarenwinkels, waar voorverkoop van toegangsbewijzen plaats vin 9|S Alle kiosken.

Wie zich dit boekje aanschaft, doet met a zichzelf een genoegen, doch verricht n tevens een goede daad, want de 9e eNecjeropbrengst komt ten bate van nel landsche Roode Kruis. _