Wat denken de Curagaoënaars van ons?
Hato had microfoonvrees
Ruim 2 maanden waren onze Westlndische Portvrienden in het moederland. Donderdag „ , SePt. j.l. zijn ze weer naar hun eiland terugkeerd, niet per Skymaster, maar doodgewoon y r schip, heel ouderwets dus.
elffl) hebben nu kennis gemaakt met een voetbaltüii West en alle voetbalenthousiasten on 6n ■llet er over eens «in, dat die kennismaking s uistekend bevallen is. Wij hebben genoten 0 11 het, zij dan nog al primitief voetbal van jn z® Rijksgenooten. Negen wedstrijden hebben ze het moederland gespeeld, zooveel als een halve Niet de resultaten zijn het belangrijkst, ar het vertoonde spel. Uitgeblonken in het b hebben onze vrienden niet maar wel , oben zij sympathie gekweekt bij allen die naar jh kwamen kijken. Ruw geschat waren er gewUueld 20.000 toeschouwers bij eiken wedstrijd. a al (jeze menschen vormden zich een oordeel betia de i°n£ens uit Curagao, maar vanzelfsprebup vormden ook onze donkere sportbroeders bw rneeninS over ons hi het moederland, en waar ara hun meening dan op neer?
Wat Pietersz vertelde
tekf rechtsback en aanvoerder P i e t e rs z ver. mij, dat het moederland voor hem een open- lng was geweest. Het vele groen in onze stroop as voor hem een ongekende schoonheid. Bij epS *n Curagao kennen we geen groene weiden bg.k-.die groene boomen, dit is wel de grootste k\v'°r’ng voor mij geweest en de eerste dagen ik daar niet op uitgekeken. Wat mij nog °hviel, vervolgde Pieters, was de vlakte van V6j terrein, heelemaal geen bergen en geen heuvan En dan al die mooie molens! We kenden die bet maar als je die in werkelijkheid ziet, CUr°0V6rt het je nog veel meer. Na wat wij op N aCa° gehoord hadden wer den oorlog in £e].eidand, is mij alles toch nog meegevallen, pyj r gr is veel verwoest, maar toch had ik het Wt erger voorgesteld. Wij hebben in het *arste oorlogsjaar veel aan jullie gedacht en wij het zoo blij als jullie daar in het moeder’ i°en de vijand eindelijk capituleerde. wat denk je van het voetbal in het Pierland.
hloe f gezegd staan wij bij het spelpeil in het V6ej '6rland ten achter. Bij ons is voetbal nog te is v een individueele prestatie. Ook de training SQoj-.hhhamelgk gericht op het opvoeren van perhet bke prestaties. Nu zien wij in, dat er aan stee,j te weinig aandacht wordt heep de i hebben veel geleerd bij onze wedstrijden , Jaatste wedstrijden werden door ons onge-W beter gespeeld.
tig;, Nebben jullie geen last gehad van het vochjj klimaat? 3at wüWas wel een beetje te nat voor ons. Niet °hs e;iJ geen regens gewend zijn; het regent op nog wel harder dan hier, maar altijd fleeis jrf;ort- Vier wedstrijden hebben wij grooten-v°or den regen moeten spelen. Niet dat we ?i die pll *beetje water terugschrikken, maar door *s voor egenvat wordt de grond zoo week en dat altij(j °ns heel moeilijk, omdat wij gewend zijn , --- »P een hard veld te spelen.
VCIU IC ÖJJCICII. atUuri--7en iußie nog graag eens terugkomen? al onze ■ hebben een prettigen tijd gehad; Rer(i en^11®8-113 hebben zich uitstekend geamu**een- het is voor ons een onvergetelijke trip. W hief w- +Wat vervelend vonden was, dat i °°r vpr"lSten wanneer we terug konden gaan. i?hger ,voersm°eilijkheden heeft het verblijf Ttl zijn r,laui!(i dan oorspronkelijk het plan was. , ® longen * A meer dan 2 maanden van huis en v lahgen ,rginnen nu weer naar ons eiland te tv°rbij R. voor velen is de vacantie al lang (i J gaan Belukk>g is alles nu voor elkaar. p Wij in er terug naar ons geliefd Curagao en j-hiaakt moederland duizenden vrienden op e .-Snarttr-5!™1 ons heel tevreden. Wilt U op*6 sPelers °nielt ’ den dank overbrengen van al tvahgen hebben’ len diG °ns 200 symPathiek
Gesprek met Hato
De tweede Curacaoënaar die ik naar zijn meening vroeg, was niemand minder dan Hato. En ieder, die Curagao heeft zien spelen, weet dat Hato geen gewone doelman is, maar een van een apart soort. Reeds na den eersten wedstrijd, die Curagao hier speelde, had Hato naam gemaakt, niet zoozeer om zijn capaciteiten, die niet van een super klasse getuigen, maar wel om zijn stijl. Hij maakte van het doelverdedigen een kijkspel op een manier, die weinigen hem zouden verbeteren.
En Hato, wat is jou opgevallen in het moederland?
Het hard schieten. Daaraan zijn wij in Curagao niet zoo gewend. In den regel combineert in Curagao een voorhoede tot vrij dicht bij het doel. Dan is het keepen maar een kwestie van juist uitloopen en goed opstellen. Bij een voorhoede hier in het moederland kan je nooit van te voren zeggen of een aanval besloten zal worden met een schot, of dat een speler den bal bij zich zal houden tot kort voor het doel. Ook op het ver doorgevoerde samenspel van een voorhoede zijn wij niet zoo goed ingesteld. Daardoor wordt de doelman gedwongen zijn aandacht op alle voorhoedespelers te verdeelen. Wij in Curagao kennen meer het individueele spel en daardoor concentreert de doelman zijn aandacht dan ook hoofdzakelijk op den speler, die den bal in zijn bezit heeft.
Ucu j viiv uai m iijii uczjii. accu. Toevallig was ik met den radlo-reportagewagen bij één der wedstrijden van Curagao aanwezig en ik vroeg Hato, of hij zijn meening over ons voor de microfoon wilde vertellen, omdat de luisteraars zijn stem ook wel graag eens wilde hooren. Maar ondanks het aandringen van zijn medespelers, was Hato voor dit plan niet te vinden. Integendeel, hij liep hard weg; de machtige Hato was dus verslagen door een microfoon.
Tenslotte sprak ik nog even met dhr. Vij o u, voorzitter van den Curagaoschen V.B. Ook hij was vol lof over de ontvangst, die hem en zijn mannen wal bereid.
Het tournooi had in alle opzichten zijn verwachtingen verre overtroffen. Uit technisch oogpunt achtte hij het optreden van zijn jongens zeer geslaagd. Naar zijn meening had de ploeg in het moederland veel geleerd en dit geleerde ook reeds ten deele in practjjk gebracht en met succes. Of we nog eens terug zullen komen? Daar is momenteel nog niets van te zeggen. Natuurlijk zouden Wij graag nog eens terug komen en vanzelfsprekend zouden wij ook graag ploegen uit het moederland op Curagao ontvangen.
Zoo hebben wij dan uit de monden van onze vrienden van het verre Westen gehoord wat en hoe zij over ons denken. Afgezien nog van de technische waarde van de gespeelde wedstrijden, is het van groot belang geweest, dat wij elkaar hebben leeren kennen. Wij hebben ons één gevoeld met hen en zij waren dit met ons. De indrukwekkende vlaggenparade bij het begin van al hun wedstrijden getuigde van een eenheid tusschen Curagao en het moederland, want beiden maken wij deel uit van één Koninkrijk en het is als zoo vaak weer de sport geweest, die ons die staatkundige eenheid, die theoretisch bestond, ook practisch heeft doen aanvoelen.
Jongens uit de West, bedankt voor jullie komst, goede reis en tot spoedig weerziens. LEO PAGANO.
KRONIEK
Rijswijk-bestuur: H. Klos voorzitter; H. Weber, 2e voorzitter; C. v. d. Heyde, secretaris, Caen van Necklaan 198, Rijswijk, tel. 119749; C. P. J. de Heer, 2e secretaris; J. C. H. Verdonk, le penningmeester; J. Mebius, 2e penningmeester; Adr. Ramsteyn, commisaris, van materiaal, C. van Leeuwen en Fr. van Beekum, commissarissen.
De adspiranten van Celeritas met de jeugdleiders De Bruyn, Nolck v. d. Gogh en Berloth maakten een uitstapje naar Eibergen en namen deel aan een tournooi. De Hagenaars maakten een goede beurt. Rigtersbleek kreeg den eersten prijs. Celeritas den tweeden.
Meeningen van Anderen
Geen hoofdklasse, maar een kampioenscompetitie
Nog even terug komende op bovenstaand onderwerp, vraag ik mij af of dhr. C. J. Groothoff mijn ingezonden stuk heeft begrepen. Het bestaat toch immers niet, dat als alle in de kampioenscompetitie spelende elftallen aan het einde van het seizoen naar de Afd. terug gaan, het kan voorkomen, dat er een 7 westelijke elftallen in de landscompetltie komen, ten hoogste 5 als toevallig de landskampioen ook uit liet Westen komt.
Hieronder volgt het voorbeeld, genomen naar den eindstand van het seizoen 1945/46. Onderstaande elftallen zouden dit seizoen de kampioenscompetitie gevormd hebben, als deze volgens mijn voorstel reeds zou zijn gevormd.
Laten wij als voorbeeld voor; het volgend seizoen de standen aanhouden zooals ze voorkomen in de „Sportkroniek” van 2 Oct. No. 40;
Dit jaar: Volgend seizoen: Afd. 1. Ajax Afd. 1. D.W.S. Volewijcker! Sparta
Afd. 2. Haarlem Afd. 2. Neptunus Blauw-Wit D.H.C.
Afd. 3. N.E.C. Afd. 3. Heracles Go Ahead Wageningen
Afd. 4. N.A.C. Afd. 4. N.O.A.D. B.V.V. V.V.V,
Afd. 5. Heerenveen Afd. 5. Emmen G.V.A.V. Sneek
Afd. 6. Limburgia Afd. 6. Sitt. Boys M.V.V. Eindhoven
De kampioenscompetitie zou het volgend jaar dus bestaan uit bovenstaande 12 elftallen plus die vereeniging, die dit jaar kampioen van Nederland geworden zou zijn.
H. SPIERDIJK, Haarlem.
Paedagogische vijf minuten
Het zijn veel en velerlei indrukken die een regelmatig bezoeker van de voetbalvelden opdoet, hetzij als speler, als arbiter, of als toeschouwer, bij het edel en verheffend spel, zich verlustigend in de capriolen van het bruine monster.
Ongetwijfeld is het voor den waren sportliefhebber een telkens weerkeerend genoegen de spelers in hun nobelen strijd gade te slaan. En het is begrijpelijk, dat men, naarmate de spanning van het spel stijgt, steeds meer in vuur geraakt en het enthousiasme langs de lijn zal wederkeerig de spelers stimuleeren tot nog grooter inspanningen.
Wij vinden het prachtig, als een opgetogen publiek toont ten volle met het spel mede te leven, maar moet aan dit medeleven uiting worden gegeven, laat dit dan geschieden op een wijze, het edel voetbalspel waardig.
En hieraan hapert het wel eens, vooral bij het jeugdige gedeelte van het publiek, dat zich, ■— wij constateerden het meermalen niet ontziet, de afrastering van de velden als tribune te gebruiken.
Dat zulks voor de vaak met groote moeite en kosten verkregen afrasteringen funest kan worden, zal ieder met mij toestemmen.
Nu willen wij het de jeugd, die in de oorlogsjaren zoo veel vandalisme heeft moeten aanschouwen, niet te zeer kwalijk nemen, dat zij het verkeerde van haar optreden niet ten volle aanvoelt.
Maar waarom zouden wij ouderen, bij het zien van zulk materiaal vernielend optreden niet waarschuwend en verbiedend ingrijpen, opdat de clubs in dezen nog zoo moeilijken tijd voor noodelooze onkosten worden gespaard. Daarom sportvrienden, oud en jong, toont, dat U begrip hebt voor de schoonheid van onze sportbeoefening en bederf dit niet door vernieling van de afrastering.
Ziet gij, dat onze menschen zich hieraan te buiten gaan, zie dan niet lijdelijk toe, sta er zeker niet om te lachen, maar help mede dit, voor de clubs zoo kostbare euvel te bestrijden en wijst de jeugd op het foutieve in haar handelingen.
Tactisch aangepakt zult ge èn de clubs èn de jeugd daarmede een goeden dienst bewijzen. Af gesproken dus, nietwaar!!! V.