met den Secr ♦-Penningmeester
J* Staal heeft bijna 2400 vereenigingen onder z*n hoede
Dit is nu Tonny Staal, de zilveren jubilaris;
van den K.N.V.B. de nijvre Secretaris,
als Penningmeester ook de ziel van de negotie.
Hoe ernstig kijkt hij hier, hoe waardig, vól devotie.
Ik zag hem nimmer zoo, want wat is zijne kracht?
Dat hij bij ’t zwaarste werk alsof het licht was, lacht!
Blijf, brave Tonny Staal, nog vele jaren werken.
waarbij je levensvreugd je steeds zal blijven sterken!
Hoe zwaar je werk ook was, het maakt’ je nooit zwaartillend.
Beheer nog lang den Bond, vol ijver en welwillend!
Si * 7’owpe jubilarissen. Wat U)pw ■ '>oaf hoort Staal niet onder de (ie . aQn„ en liefde voor zijn zelfs een plaats onder ° maar zijn jubileum is aan twee jaren oud geworden ...
tWiu«de gevoelde er nu in een tijd van v,_, "fiiPipdeerende V-wapenen en verbet herdenking van Sep> jian voetbalwereld, al betrof '7‘iirt-aris-novU zoo’n bekend man als de aan Zoo brak da be- ®taal’s 25-jarig jubi.i’sn pn H Maar nu staat het dan te ie V löiug ons een gereede !Ven on:,piï, lubilaris op het Bondsbureau Vo(f: hem te interviei-® deftig woord beu °®'i’elijkhfm Staal, die de ?etL''an « rri persoon is en zich temid- een graag even in rust ofpv babbeltje, hij, de riym 200.000 onderdanen ...
Praten h , jij weggaat ” ; eerste, directe vraag de U feitelijk Icow; , geworden, meneer : { »Op een aarzeling het antwoord 1 In in de courant! Ik ( ■ iP 1898secretaris van D.F.C. en j m ai een <5 reeds consul.- ( Hylkema gezegd; ( baantje best wil- s in de\rinT opeens die ) aitgepikt schrijf er op 1 n °it snift va sollicitanten”. £ ”Nee, nooit. Het c bij. «laar er is zooveel pret- ’ nit met zooveel menschen §
in aanraking, meest jongere en veel enthousiaste en daardoor blijf je zelf jong en enthousiast.”
„Hoe was ’t met Uw eigen prestaties als voetballer”? Een bescheiden lachje. „Een kei ben ik nooit geweest, maar ik heb ’t tot D.F.C.’s eerste gebracht, al was ’t dan als invaller. Wat dat betreft heb ik ook nog een reuze prettige herinnering aan het jaar 1917, toen ik tegen H.F.C. m’n laatsten wedstrijd speelde en de winnende goal maakte”.
Het volgend jaar, als secretaris-penningmeester, zat ik direct al in de drukte, want al spoedig kwamen er de eerste-na-oorlogsche interlandwedstrijden. Gelukkig was de toenmalige voorzitter, Ir. J. w. Kips mij tot grooten steun en bovendien zat ik al aardig in de zaken door mijn bestuurslidmaatschap van de vereeniging van eerste klassers „Het Gouden Hoofd”. Ja, die interlandwedstrijden, vroeger zaten Staal en zijn naaste medewerkers tot midden in den nacht te werken om de zaak goed te doen verloopen. Gelukkig is de organisatie en personeelsbezetting nu zoodanig, dat dit niet meer noodlg is. „Overigens”, zegt Staal, „is dit een drukte, die mij wel ligt...”
Indrukwekkende getallen Op bezoek komen bij een secretaris-penningmeester en geen cijfers hooren, dat is een onmogelijkheid. Derhalve volgen er hier een paar, die U niet moogt overslaan, want ze zijn om dèn drommel niet dor! In het eerste jaar des heeren Staal’s werkzaamheid, in het seizoen 1917—1918 werden van bondszijde 1792 wedstrijden gespeeld, in 1943/’44 bedroeg dit 11.847, dat is omstreejks zes maal zooveel! Het aantal elftallen, dat in dat eerste jaar aan de competitie deelnam, bedroeg 980, dit jaar zijn ’t er 1.472, dat is bijna 500 meer. En, wat de geldzaken betreft, was er eveneens een in-
drukwekkende verhooglng. Het totaal der ontuitgaven bedroeg in 1917/18 bijna ƒ 27.000. Nu, d.w.z. in het seizoen 1943/’44 had de ƒ 227.000 reeds aanzienlijk overschre-
In het beginjaar bedroeg het aantal beamb-Bondsbureau 13, hetgeen geen ongeluksgetal bleek te zijn ... Maar nu kan men net getal omdraaien zonder de waarheid geweid aan te doen: er werken nu 31 beambten, net totaalbedrag aan salarissen steeg van go_ed ƒ 41.000 tot jf 78,000 lil, dït iaae.
Toen ik wegging, dook „Tonny”- Staal weer aven rnonter als 27 jaren geleden in den gapierwmkel, welks leiding in zijn handen is het vertrouwde „A. Staal, secr.-penninglaeester” nog langen tijd onder onze officieele Saededeelmgen staan! kuiphof.
Maasstad Mijmeringen
Mensch kan voor aardige verrassingen geplaatst worden. Deze Pinksterdagen brengen ons de Rotterdam—Huil sportontmoetingen en als „hosV’ hebben we bij comité, volgens de gewoonte van dezen papierarmen tijd, netjes op een formulier een gast oesteld, „liefst een jongen voetballer, eventueel een sport om eeiw gezellig mee te kletsen over sport- en vakgeheimen en ziet, welk een service, we kragen precies wat we wenschen, een 54-jarigen scheepsbouwer met grijs haar.... Even goed een beste kerel, die heelemaal geen been inziet, om zich na de kennismaking en nadat hij in de Beurs zijn zakcentje heeft gekregen te laten meeslopen naar lt the topic of the day, want als Excelsior 1 puntje er bij krijgt, is ze meteen kampioen. En aongezien we die aan de boorden van de ditmaal niet al te veel geboren zien worden, rnogen we dit feest niet missen.
«ijn we dus weer op Woudestein, waur a iLxcelsiorvlag waait in den wind, zooals het club- der roodzwarten zegt. En daar zien we de bibberende ExceUiorlieden, die akelig zijn van de zenuwen. En daar zien we dé Cool-menschen, wier portefeuilles uitpuilen van de vele roodzwarte roode ruggen, die hun in de afgeloopen week zoo maar m de handen werden gefrommeld. En daar aanschouwen we referee Onck met een rooden neus vanwege de hem ondergronds geschonken kruiken jenever en met bruine vingers, vanwege (w vele hem stiekem toegevoerde pakjes Players Degiftongen vermoeid van de vele verhalen
an ziet, Codi alsof zij Jcam/pioen gaat worden, en Onck is akelig neutraal. Je zou toch zeggen. Enfin, dat is nou net de truc. Je stin-\ kmde best doen en toch Excelsior laten winnen. Komt het uit of niet? Met I—O wint Excelsior' zi] een gooit je van Braams, dat in het ExcelsiorJcamp met frenetiek gejubel ontvangen' wordt. Too many free kicks, vindt mijn grijze' gast m hij heeft gelijk, er wordt eerlijk, maar wel een beetje te stevig gespeeU en ais er twee kov.. pen tegen eiuaar bonzen, wil er op den bal wel eens een spatje komen. Het is, zooals de meeste' beslissende wedstrijden, geen groote partij Miin grijze vriend kan er niet enthousiast bij worden '■ Niks voor mij, merkt hij op, als de Excelsior. \ herhwmelijk 3 man in de Uren leggen' en bij de je blijven steken. Wij passeeren hwg- \ stensJ man en geven den bal at. Da’a temnn. ..
j. X 7 J.l. 1 wv'*» V*/. O wa3 da»i niet 18-karaats wezen, de vreugde na afloop is het wel, en ’s avonds laait ze in versterkte mate op, als de Excelsiorfamilie en genoodigden zich im het knusse iJsclubzaaltje Mn den disch verzameld hébben. En weer zit mijn Hullsche vriend er bij en al verstaat hl] geen lor van het vele schoons, dat er gezegd wordt, hij vindt de kip best, het biertje en het wijntje en het neutje voortreffelijk en kan het cMn den overkant gerust overbrieven, dat de heusch wel weten, wat feestviemn .61
Op Oen 2en dag zijn we in het Oostelijk zwem- ; bad verzameld, waar we prachtige zwemprestaties blonderen en een pittige partij polo en Rotter- i + oprechte zwemstad na een aanvankelijken , achterstand een nette overwinning in de wacht I y
''ew stefcen owsre meJ'luyw op), Woemdagavond komt dè voetbalwedstnjd en dan blijft er geen spaan van jullie neet. Dit is de vrije vertaling van wat hij ons uit gijn met goddelijke toeback gevulde pijp toegorgelde. We gullen eten!
wil ik een volgenden keer, dl is een heste kerel, wel eens iets anders dan eed ouden, stillen, grijzen scheepsbouwer. Ik hen van plan, als mijn vrouw het goed vindt, om dan netjes op een formulier, een oude darnie te bestellen. Je kunt nooit weten! A. H. K.