aanzien van de scheids- of lijnrechters gestraft kunnen worden met voordraging tot schorsing

Minder duidelijk sprak de vergadering zich uit over de Engelse opvatting welke (in theorie, zeide meer dan een Engeland-tennis-vaarder) het straffen van elke voetfout huldigt, ook als de scheidsrechter of voetfoutrechter twijfelt. Want, zeggen de Engelsen, een speler moet zodanig serveren dat er over het maken van voetfout geen twijfel mag bestaan. Met dat laatste ben ik het helemaal eens, maar, verdorie, om dat inde praktijk te gaan toepassen Je hebt al moeite om een speler die boven op de lijn staat te overtuigen dat hij voetfout maakt Maar als dit doorgevoerd kon worden, ja dan zou het toch wel een goed ding zijn. Dit voelde de vergadering blijkbaar ook, dies oordeelde zij niet, veroordeelde zij evenmin. Al met al kwamen we na een paar uur „gedachten-wisselen” tot de conclusie dat we voorlopig maar zullen doorgaan met de Nederlandse opvattingen. En we (onder dat „we” dan te verstaan de grote internationalen) zullen ons wel zien te redden, zoals „we” ons altijd gered hebben, wanneer er hier Engelsen komen spelen voor de Davis-beker. Er is nog nooit een conflict geweest, zo werd uitdrukkelijk dooreen paar internationale veteranen beweerd daar zullen we dus maar op vertrouwen. Wat we wèl moeten toepassen dat is

die nieuwe regel over het geven van twee services na een let in het spel. Eerlijk gezegd deden we dat al allemaal, tenminste wij districts-Meinen? deels uit onwetendheid, deels uiteen gevoel van billijkheid. Maar helemaal juist leek dit, dooreen soort coup d’état op een vergadering van de Internationale Federatie (och, och, dat dit ook al in zo’n groot representatief lichaam gebeurt..) niet te zijn. Ik meen het betoog van mr. Hoyer goed begrepen te hebben met te zeggen dat de regel nu zo is: indien een speler een tweede service geslagen heeft, als daarna de bal heen en weer gaat (in goed Nederlands zeggen we dan „rally) en er is aanleiding tot een „let”, doordat een van de spelers door iets gehinderd wordt, dan mag die speler nog tweemaal serveren. Daarmee is de Amerikaanse opvatting dat zulk een; „let” de foutieve eerste service niet opheft, omdat die let ontstond nadat de speler de tweede service geslagen had (m.a.w. dat de eerste fout gehandhaafd blijft) te niet gedaan. Dus: na een „let” in het spel altijd nog twee services. Accoord, sportief en billijk. Als Amsterdammer had ik me over het punt Nederlandse telling gespitst op een levendig debat. Had eender Amsterdamse districts-figuren inde honfdstad niet een tegen-aanval, d.w.z. terug naar het Engels voor die spelers, die dit wensen, gelanceerd en had de Amsterdamse scheidsrechtercommissie zich niet sterk tegen die tegen-aanval verweerd? Had zij zelfs niet vergeten het wapen te hanteren, dat toch voor de hand lag, n.l. dat er in principe besloten was om de Nederlandse telling door te voeren en' dat ook het reglement Nederlandse termen gebruikt, aan welk reglement we ons te houden hebben ? Ik had me vast voorgenomen om over dit punt ook wat te zeggen. En toen het aan de orde kwam, zat ik al nerveus te „broeien”, ge weet wel zoals een niet-in-sprekenervaren dinergast als hij verplicht is „om ook een woordje te zeggen”. Maar ik kwam niet aan bod! Een stroom van protest volgde op de inleiding welke mijn stadgenoot-Engels-voorvechter hield. Zijn bewering dat 90% van de spelers absoluut aan Engels de voorkeur gaven, werd door tal van ervaren scheidsrechters weerlegd en ontzenuwd. Zijn geringe aanhankelijkheid en gevoel voor de Nederlandse taal werd veroordeeld. Mr. De Jong had heel weinig woorden nodig, niet eens een (eerste) pleidooi.... En C. V. de grote voorvechter van onze moedertaal-in-tennis kon zich de weelde veroorloven om toe te horen, om niet zélf te pleiten. Het was duidelijk dat het hem goed deed en zelfs amuseerde dat er eigener beweging en spontaan zoveel supporters waren. Wellicht was dit wel aanleiding dat hij, hoewel de vergadering al wat roezig werd (er was reeds een rondgang van apéritifs) toch nog een pittig en

overtuigend betoog hield niet over het weggeven van punten zoals de agenda vermeldde ,maar omdat hierover reeds bij de „Engelse opvattingen” gesproken was, overschakelend naar enkele andere vitale punten, o.a. naar het belang vaneen goed en duidelijk leiden vaneen wedstrijd terwille van het publiek. Hij gaf enkele practische wenken voor een overal verstaanbaar afroepen van de stand (niet met een pijp inde mond, noch met een sigaar of sigaret, niet het hoofd naar beneden, enz. enz.). En hij behandelde ook het persoonlijk inzicht van de scheidsrechter. Maar daaraan zal hij ongetwijfeld wel eens een speciaal artikel wijden, het onderwerp is het waard. En toen kwam een genoegelijke maaltijd over welks kwaliteiten de meningen evenzeer verschilden als over voetfouten. De gasten (we waren allemaal gast van onze eigen organisatie, de scheidsrechter- ja, wat moet ik zeggen: commissie, vereniging, bond, vakgroep, bedrijfsgroep, club), konden zich ongestoord, d.w.z. niet verstoord door en over toespraken, aan hun dis wijden. Enkelen hadden het getroffen dat er ook dames aanwezig waren. En daarna volgde nog een dansje waarlijk de Utrechtse rechtspraak-commissie met de heer Giesberts aan het hoofd en met de districtsvoorzitter Drs. Nagel naast hem, heeft het hele zaakje prima georganiseerd. Volgend jaar ga ik stellig weer maar dan moeten we wat korter en wat zakelijker en war minder kronkelend door onderwerpen, welke geen rebussen of doolhoven zijn, heen komen. Praeses Velds, ge moogt mèt uw degelijke kennis gerust wat minder tegemoetkomend en toegefelijk zijn- NATIONALE-IN-SPB.

Een uur lang leidde de voorzitter, ir. Velds, de Engelse opvattingen in omtrent de grotere autoriteit van de scheidsrechter boven de lijnrechter, doch de vergadering boog niet voor het Britse verheffen van de bevoegdheden van de man-in-de-stoel, Zij handhaafde het gezag van de man-op-de-lijn.

In het volle „gewicht" van zijn secretariaat, luisterde Mr. ]. }. de Jong naar de debatten wellicht was er zowel een tactisch als een formeel hiaat in.

7