Ingezonden. EEN BEROEP OP DEN NEDERLANDSCHEN LAWNTENNISBOND Geachte Redactie, Gaarne verzoeken wij U opname van het volgende: Meer tot onze verwondering dan tot onze bewondering namen wij kennis van het artikel in het laatst uitgekomen nummer van „Lawn Tennis” onder den titel : „Van de Bestuurstafel”. Bewonderen kunnen wij zeer zeker niet, dat iemand op een wijze, die veel overeenkomt met die vaneen hinderlaag, een aantal beschuldigingen uit tegen een onzer tennisvereenigingen. Waarom niet met open vizier gestreden, wanneer men met dergelijke verwijten aankomt en man en paard genoemd; tegen wien men zich richt. Nog openlijker zou het geweest zijn, zich zelf bekend gemaakt te hebben en zijn geschrift met zijn naam te hebben gedekt. Niets van dit alles. De auteur geeft den voorkeur aan het wapen der insinuatie. Maar dan heeft hij zijn woorden ook waar te maken. Wij van onzen kant willen hier klaren wijn geschonken hebben en richten ons daarom tot het Bestuur van den Ned. Lawntennisbond met het verzoek een onderzoek over deze aangelegenheid in te stellen. Nagegaan dient te worden met welk recht een onbekend blijvend schrijver tegen ons aanklachten uit, dat wij een nieuw systeem zouden hebben uitgevonden om op ontoelaatbare wijze de resultaten van onze uitkomende ploegen te versterken. Een systeem dat in bovengenoemd artikel uitvoerig wordt uiteengezet en nader ontvouwd. Het is alles heel listig bedacht. Misschien een weinig te listig om geloofwaardig te zijn. In ieder geval zal een dergelijke grove beschuldiging waargemaakt moeten worden en doen wij hiertoe een beroep op den Tennisbond. Wat ons betreft, wordt zulk een onderzoek niet gevreesd. Omtrent den uitslag hiervan zijn wij niet in het onzeker, maar wel verwachten wij tevens, dat uiteen en ander de gevolgtrekkingen zullen worden getrokken en tegen den schrijver, zelfs al ware hij een verantwoordelijk persoon, de noodige maatregelen zullen worden genomen. U dankend voor Uwe plaatsruimte, verblijven wij, Hoogachtend N. MARLOT CLUB, Voorzitter Dr. P. Sterkman.
VAN DE BESTUURSTAFEL
In antwoord op bovenstaand ingezonden stuk merken wij het volgende op : Indien de schrijver van bovenstaand ingezonden stuk goed op de hoogte was geweest met het tijdschrift „Lawn Tennis" zou hij geweten hebben dat hetgeen onder de rubriek „Van de Bestuurstafel” geschreven wordt, afkomstig is van het Bestuur. De naam van de rubriek duidt dit trouwens reeds duidelijk aan. Wie der bestuursleden een bepaald artikel schrijft, doet niet ter zake, daar het bestuur homogeen is. Voor dit speciale geval heeft de schrijver er geen bezwaar tegen mede te delen, dat het artikel is geschreven door het Bestuurslid Mr. H. F. Hoyer, voorzitter van de Reglementscommissie, na overleg met den Voorzitter van den Bond. Het artikel had verder de instemming van het geheele Bestuur. De reden dat niet „man en paard” d.w.z. de naam van de vereeniging genoemd is, is dat wij meenden, dat het nog niet ncodzakelijk was de betrokken vereeniging openlijk aan den kaak te stellen wegens haar onsportieve gedragingen ; aan insiders zou het ook zonder de naam der vereeniging te noemen voldoende duidelijk zijn welke vereeniging bedoeld was. Nu de inzender uitdrukkelijk verzoekt man en paard te noemen, willen wij nog verklaren : I. Inderdaad was de omschreven vereeniging de Nieuwe Marlot Club ; 2. dat hier het wapen der insinuatie gebruikt is moeten wij tegenspreken. Een insinuatie is volgens Koenen’s woordenboek een bedekte aantijging. Onze beschuldiging was in genendele bedekt, integendeel, het geval is —zij het zonder namen te noemen —in finesses omschreven. 3. nadat het bedoelde artikel geschreven was, zijn door de Nieuwe Marlot Club wederom methoden gebruikt, die naar onze meening niet door den beugel kunnen. 4. voor de 2e ploeg van bedoelde club was steeds opgegeven een speler, die slechts één wedstrijd heeft meegespeeld en waarvan bekend was, dat hij wegens ziekte verder niet meer had kunnen spelen. Toen de opgave van dezen speler voor de 2e competitie helft desniettegenstaande ge-
handhaafd bleef, is door den competitieleider geïnformeerd bij de Nieuwe Marlot Club, of hij weer hersteld was. Geantwoord werd dat niet anders bekend was, dan dat hij weer zou spelen. Sindsdien is het aan het Bestuur gebleken, dat genoemde speler nog niet hersteld is en de rest van de competitie-wedstrijden niet zal spelen. 5. Het Bestuur heeft besloten dat de opgave van den bewusten speler B. (zie ons eerste artikel) voor de eerste ploeg niet aanvaard wordt en dat de hierboven onder 4. bedoelde speler inde opgave voor de 2e ploeg eveneens vervangen moet worden. 6. Voor de 4e ploeg van de Nieuwe Marlot Club was een dame opgegeven, die inde eerste competitie-helft alle drie de wedstrijden inde derde ploeg meespeelde hoewel de derde ploeg wat dames betreft, geen invallers noodig had (de beide opgegeven dames speelden beiden eveneens mede). Voor de 2e competitie-helft wilde de vereeniging deze dame nu plotseling opgeven voor de 5e ploeg. Deze wijziging is door het Bestuur niet aanvaard. 7. Wij willen hieraan nog toevoegen, dat onze Voorzitter een brief ontving van de zijde vaneen der vereenigingen, die met eender hoogere ploegen der Nieuwe Marlot Club is ingedeeld. In dit schrijven, waarin vele bezwaren tegen de N.M.C. worden geuit, wordt getuigd van warme instemming met het bewuste artikel. Wij ontkenen aan dit schrijven nog de volgende opmerking : „wat mij betreft, wanneer ik deze bezwaren alle opgenoemd zie, is, dat het mogelijk is, dat er één vereeniging is inde competitie, die het weet te presteeren om de wedstrijden tegen haar tot de meest onaangename in haar soort te stempelen.” Deze laatste opmerking wordt bevestigd door het feit, dat het reeds eenige malen is voorgekomen, dat onze competitieleider het speciale verzoek vaneen vereeniging kreeg niet te worden ingedeeld met N.M.C. De inzender van „een beroep op den Nederland'schen Lawn Tennis Bond” vraagt om een onderzoek door den Bond. Wat eigenlijk onderzocht moet worden is ons niet duidelijk : de feiten staan vast. De eenige vraag is nog slechts of het Bestuur het noodig zal achten bepaalde maatregelen tegen de Nieuwe Marlot Club of tegen het Bestuur van deze vereeniging te nemen.
Een prachtstuk zeg, dat nieuwe Turner racket Geen wonder dat ik daartegen geen voet aan den grond kreeg. A'-— .
Zit niet zoo inde put man. Tegenwoordig koop je een NEDERLANDSCH racket, dat het tegen het beste buitenlandsche product opneemt!
en 100 % NEDERLANDSCH FABRIKAAT! A- , .
Dat racket heeft me weer eens de partij gekost En geen nieuw uit het buitenland te krijgen! –
4