moeilijkste in tennis. Althans om den bal behoorlijk daar te plaatsen waar hij zijn moet. Ook bij de hooge backhandvolley moet de bal vóórdat hij naast het lichaam is, geraakt worden. Wanneer volkeren? En nu wanneer met het volleeren-zelf, de vraag welke bij de andere slagen welke reeds behandeld zijn niet geldt en die eigenlijk alleen bij de volley en bij den lob in het geding komen: wannéér volkeren? Deze lessen zijn niet afgestemd op tactiek van het spel, maar hier mogen toch in het kort wel enkele elementaire beginselen genoemd worden. Vooral omdat er zoo zeer tegen gezondigd wordt! Men ziet spelers naar het net rennen zonder dat zij eigenlijk een kans hebben om een behoorlijke volley te geven. Het kan natuurlijk voorkomen dat een speler die zich ~half-court” bevindt, verstandiger doet naar voren te gaan dan terug. Hij zal dan vaak ineen noodpositie verkeeren. Dit wil ik buiten beschouwing laten. Een speler die uit eigen beweging wil volkeren, moet zorgen dat hij in zoo gunstig mogelijke omstandigheden komt om een drive van den tegenstander te kunnen onderscheppen en den bal inde vlucht te nemen. Hij zal dus naar voren gaan indien hij een drive geslagen heeft met goede lengte, zoodat de tegenspeler den bal van achter de baseline nemen moet. De volleyer heeft dan meer tijd om naar het net te komen en meer tijd om den drive van den tegenspeler te observeeren. Bovendien is het voor dezen tegenspeler veel lastiger om van achter de baseline te passeeren dan vaneen plaats dichter bij het net. De volleyer zal nóg meer kans hebben op een goede volley indien de tegenpartij een lastigen bal van hem krijgt, waarop hij zijn passing niet zoo zuiver kan afmeten. Slaat een speler, die volkeren wil den bal naar eender hoeken dan zal hij zich niet in het midden van het veld moeten opstellen, doch meer naar denzelfden zijkant als waarheen de bal geslagen werdl). Op één ding moet hij verdacht zijn, n.l. dat de tegenspeler niet de drive speelt doch den lob. Niet langs hem tracht te komen doch over hem. Terwijl dus de meest gunstige positie voor volkeren zoo dicht mogelijk op het net zou zijn, zoodat de bal zooveel mogelijk op een punt boven 1) Ineen volgend nummer zullen wij dit met een schetsteekeningetje verduidelijken en er nog nader op terugkomen. (Red.)

het net geraakt kon worden, houdt deze gunstige positie het gevaar in dat hij „overlobd” wordt. Hij moet zich dus voor den lob dekken. En dit moet hij doen door niet al te dicht op het net te komen. Hoe meer ruimte hij achter zich heeft, hoe minder kans hij heeft om den lob te achterhalen. Stelt hij zich twee meter achter het net op, dan is die kans grooter. En hij heeft tevens nog een behoorlijke kans voor een goede volley.

Lichaamsstand en rackethouding bij de backhand-volley.

Mo ment van raken en racke stand bij de backhand-volle

Een zeer lage backhand-volley: racketblad niet beneden de pols l Lichaam diep bukken, doorbuigen inde knieën.

Ook bij de hooge backhand-volley den bal terzijde – vóór het lichaam raken. Ook hier een iets achteroverhellend blad.

9