VERTRAAGD SEIZOEN-BEGIN DOOR DE VORST?
DE BANEN ZULLEN VEEL ZORG EISCHEN!
Neen, we genieten niet meer van dezen winter! We accepteeren de koude en de sneeuw niet meer ter wille van het genot van schaatsenrijden en van het mooie winter-landschap – we hebben vrijwel niets meer aan deze winter-activa, we hebben vrijwel alleen de passiva en we ondergaan die dan ook, zelfs al zijn we aanvankelijk nog zoo enthousiast over ijs en sneeuw geweest. We hopen op een ommekeer, we hebben al visioenen van zomersche dagen in Maart (zoo’n ommekeer is immers dikwijls hevig den anderen kant uit), we zien ons al op tennisbanen... Maar we denken er niet aan hoe die tennisbanen de vorstperiode doorstaan zullen hebben! We zijn zoo gewoon aan een goeden toestand van onze gravel-banen dat er geen twijfel bij ons opkomt of er misschien wel eens nadeelige gevolgen zouden kunnen zijn. De vorst dien we gehad hebben, is abnormaal geweest, de invloed ervan zou ook wel eens abnormaal kunnen zijn, zélfs op tennisbanen! Wat konden we beter doen dan ons te wenden tot iemand die talrijke banen in ons land niet alleen aangelegd, doch ze ook doorloopend, winter na winter, zomer na zomer, onder zijn hoede heeft? Welke betere aanleiding konden we hebben om onze vraag: „welke zal de invloed van de vorst op de banen zijn?” te richten aan hem wiens banen den geheelen winter onder het ijs geweest zijn? We vonden den heer Prey op zijn banen, d.w.z. op het ijs ervan. Want de M.E.T.S. is den geheelen winter als ijsbaan open geweest en nooit is het aantal schaatsen-dagen zoo groot geweest als nu. Nooit hebben de banen zooveel te verduren gehad als inde laatste maanden. „Verduren” is voor dezen winter inderdaad een goed woord. Echter niet voor normale winters. „Dan is (aldus de heer Prey) de vorst eerder een vriend dan een vijand van de gemalen baksteen baan. Zoo'n normaal vorstje van eenige graden mag, als nachtvorst, in Maart en April bedenkelijk zijn omdat je dan je mooi-gerolde banen des ochtends rul en onbespeelbaar terugvindt, omdat ze dan soms heelemaal niet te bewerken en dus niet te bespelen zijn, maar vorst in het vroege voorjaar zorgt er voor dat de toplaag geheel los vriest. En dat losse moeten we juist hebben, want dan kan die toplaag geheel en al doorgeharkt
worden en gemengd worden met nieuwe topspecie —• een vereischte voor een baan die het komende seizoen druk bespeeld zal worden.” „Er bestaat vooral bij spelers, huurders van banen, een opvatting dat dit losvriezen het gevolg zou zijn vaneen minder goede samenstelling of minder goed onderhoud van de baan” merken we op, wel wetend dat dit niet zoo is, maar om het antwoord vaneen expert uitte lokken. „Onzin! Het losvriezen is een volkomen normaal natuurverschijnsel. In den gewonen Hollandschen, d.w.z. natten winter is de toplaag, ja is de geheele baan met water verzadigd. Als water bevriest wordt het volume grooter. Alzoo worden de korreltjes van de gemalen baksteen, vooral van de toplaag, uit elkaar gedrukt voila tout! Dat merk je niet zoolang de baan nog bevroren is, maar als het gaat dooien en als het water weggezakt is dan is de baksteen los en rul. Maar bij strenge vorst wordt het een beetje anders. Zulk een vorst bepaalt zich niet tot de toplaag, maar dringt diep door inde onderlaag die uit grover materieel bestaat, uit puin enz. Dan komt er een werking in, welke de stukken puin, enz. tot boven de toplaag uitdrijft. Soms tot een decimeter toe. In den strengen winter van 1929 heb ik dat hier en daar meegemaakt, bij banen welke geheel open op den oostenwind lagen en dus aan sterke vorst blootgesteld waren. Totnutoe heb ik er nog niet van gehoord, maar dat kan ook komen omdat men nog geen aandacht aan tennisbanen wijdt. Dat komt straks wel, als de vorst over is. Nu is dat omhoogvriezen van de puinlaag gelukkig een zeldzaamheid. Gelukkig, omdat in zoo’n geval, als het puin, na het ontdooien, niet uit zich zelf terugzakt op de plaats waar het lag, de baan geheel omgewerkt moet worden. Inden regel zijn het alleen de sintels die bij strenge vorst naar boven komen. Maar dat is géén zeldzaamheid. Die moeten natuurlijk weer omlaag gewerkt worden, maar dat is een kwestie van wat meer werk en wat meer gebruik van nieuwe top-specie, want er moet natuurlijk aangevuld worden.” „Zal dat werk niet te veel worden, als de vorst lang aanhoudt?” „Ja, dat is nu juist wat ons, baanmenschen, zorg geeft. Alle kans dat er veel te doen zal zijn, veel meer dan in vorige jaren. En als het eens, zoo-
als in 1929, begin of midden Maart zou worden, voordat de vorst uit den grond is, voordat we zekerheid hebben dat het werk aan de banen besteed, niet vernietigd wordt door nieuwe vorst, dan is er al bitter weinig tijd voor een tijdig speelklaar zijn van de banen. En juist dit jaar, we hebben er correspondentie en opdrachten over, moet het juist vroeger zijn dan anders. Dank zij de vroege Paschen. Gewoonlijk verlangt men dat de banen een week voor 1 April klaar zijn, dan kunnen ze een paar dagen betijen en dan kunnen ze, als de nieuwe huur ingaat, behoorlijk bespeeld worden. Maar nu zou dat dus een week voor Paschen moeten zijn, dat is dus ongeveer midden Maart, want Paschen valt op 24-25 Maart. Dat wil dus zeggen dat de vorst na 1 Maart niet moet optreden, want al vriest het niet meer, de „hal” blijft nog een poosje inden grond zitten en voordat die er uit is, is alle werk dat aan een baan besteed wordt, nutteloos. Het is nu al zeker dat we voor „tijdnood” komen te staan. En er zal niet veel anders opzitten dan dat de tennissers dit euvel als een van de gevolgen van de vorst filosofisch weten te dragen. Er zijn tenslotte ernstiger gevolgen”. Met welke conclusie we het geheel eens zijn. En welke filosofische berusting we hopen ingeleid te hebben door een uiteenzetting zooals hierboven weergegeven. Waaruit blijkt dat er een force majeure is, waartegen men niet direct moet gaan sputteren. Tenslotte kan men er zeker van zijn dat elke baan-bouwer en baan-onderhouder niets liever doet dan zijn cliëntèle zoo gauw en zoo goed mogelijk te helpen! J. H. DROPSHOT In Frankrijk schijnt de kou het schaarsche tennis (het overdekte wel te verstaan) meer te remmen dan dit bij ons het geval is. Op de R.A.1., in December, speelde men bij stevige vorst, in Amersfoort was het al net zoo. Doch in Parijs heeft de Tennis Club de Francc het tornooi, dat begin Februari gehouden zou worden, verschoven naar deze week. omdat de temperatuur (buiten) -4° C was. En daar het deze week wederom -4° was, nu en dan -s°, was er bij het bestuur geen oogenblik twijfel: wéér twee weken verschuiven. Wie zal zeggen of Maart niet aan den minuskant blijft met de temperatuur......?
6