ENKELE BEGINSELEN VAN DE SPEL-TACTIEK

Aan een taaien baseliner, die oervast was en weinig variatie in zijn slagen had, vroeg men eens hoe hij het klaarspeelde om telkens weer te winnen. Niet zonder eenige geheimzinnigheid vertelde hij: ~ik sla eerst links dan rechts; dan weer links, weer rechts, dan nog eens links en nog eens – ■ maar dan ineens weer rechts . Hij begreep het gelach niet waarmee dezen uitleg ontvangen werd. Gelach, omdat deze methode, jaren en jaren oud, verteld werd als een uitvinding van hemzelf. (Misschien was zij dit ook wel, want vele spelers geven zich weinig rekenschap van tactiek van anderen, lezen zelfs heel weinig). Ondanks den ouderdom van deze tactiek, is zij nog zoo nuttig als bijna geen andere, het is immers de tactiek van ~op het verkeerde been . D.w.z. de tegenpartij loopt al b.v. naar links en moet dan stoppen en terug naar rechts, een beweging die vaak niet snel genoeg uitgevoerd kan worden, al is de afstand maar kort.

In tennis hangt tenslotte, evenals in zoovele andere dingen van het gewone leven, alles van den persoon af. Een speler die nog zoo juist het moment voor den lob aanvoelt (en hóeveel belangrijker is deze slag dan velen denken) heeft er niets aan wanneer hij de techniek niet zoodanig beheerscht dat hij dien lob de juiste hoogte (juister gezegd: laagst toelaatbare hoogte) kan geven. Aan den anderen kant helpt de zuiverste uitvoering vaneen drive niet indien deze geslagen wordt op een moment dat de tegenpartij den bal toch bereiken kan. Echter kan óók geconstateerd worden dat een slimme tactiek of een weloverwogen spel-strategie bepaalde technische zwakheden verbergen kan. De geschiedenis kent tal van voorbeelden waarbij technische vaardigheid vaneen speler glad geslagen werd door slimme tegenstanders wier techniek veel minder gaaf was. Goochelaars met den tennisbal, zooals Kozeluh, Palmieri of Lesueur stonden vrijwel steeds bij tactici als von

Kehrling, Stefani of Hughes achter. De gelukkigen inde wedstrijdwereld zijn de „instinkt-spelers”, zij die zonder na te denken eenvoudig bij ingeving datgene doen wat op een gegeven moment noodig is. Een van de grondbeginselen van de speltactiek welke zeker de volle aandacht verdient is deze: van alle technische mogelijkheden die te kiezen, welke het eenvoudigst is. Dat klinkt vanzelfsprekend •—■ toch zijn er tal van spelers die oogenschijnlijk naar den moeilijksten slag zoeken om te kunnen scoren. Onderstellen we dat een bal na eenig heen en weer plaatsen midden in het veld geslagen wordt, ..halfcourt” en niet te hard. Zoo’n bal is een zeker punt indien men den foreof backhand-cross scherp speelt. Het meerendeel der spelers zal dien bal ook zoo spelen en het punt maken. Andere meenen dat zij op zulk een gemakkelijken kans een moeilijken bal moeten geven, een dropshot b.v. of een vliegend schot inde hoeken. Het schijnt of zij verleid worden om te laten zien wat zij kunnen. Misschien ook dat zij tot experimenteeren verlokt worden. Vaak slagen zij doch

De belangstelling van het district Amsterdam voor den tennis-avond: de zoo goed als geheel gevulde groote zaal in Kras; op het balcon dat de fotograaf vergat mee te fotografeer en de verschillende genoodigden. Een groot deel van de ca. 600 toehoorder s-toeschouwers bleef het bal bijwonen dat tot laat inden nacht duurde. De secretaris van het hoofdstedelijk district, de heer van der Sluis, heeft het tennisfeest uitstekend georganiseerd en waren tal van secretarissen niet zoo laks geweest om de circulaires onder zich te houden, zooals duidelijk tijdens den avond bleek, dan zou de belangstelling stellig nog heel wat grooter geweest zijn.

14