LAWN TENNIS
Wat er omgaat
Pech voor Timmer Midden in zijn vacantie, midden inde volle overgave aan een sport, welke hij zoo intensief beoefent, heeft Timmer een ongeval gekregen, dat aan de beoefening van die sport een pijnlijk einde maakte. Op een van de lange tochten, welke hij als ervaren, zéér ervaren ski-er alleen ondernomen had, inde eenzaamheid van het hooge bergland, kwam hij bij een val (zooals de beste ski-ers dien maken) ongelukkig te land. De pijn bij de pogingen tot opstaan verried reeds dat het erger dan een gewonen val was. Het was Timmer duidelijk dat er een of andere kwetsuur was. Het afdalen
bleek buitengewoon moeilijk, maar het moest. Heel langzaam heeft hij den terugtocht naar zijn hotel in Engelberg kunnen volvoeren. Hier wees het medisch onderzoek een breuk van het kuitbeen uit, even boven den enkel! Hij moge zich bij al de pech en al de pech wel gelukkig prijzen, dat hij nog in staat geweest is om terug te gaan. Want wie zal zeggen hoe lang het geduurd had dat men hem, op 2600 M. hoogte, buiten de gewone ski-trajecten, gevonden had ? Met de vraag of hij voor den Davis-beker beschikbaar zal zijn, houden we ons vooralsnog niet bezig. In eerste instantie drijft de wensch boven dat hij ten volle moge genezen en zonder eenig blijvend letsel dit ongeval te boven moge komen. Nederland en de Davis-beker Van de achttien landen, welke (buiten ons eigen land dan) dit jaar voor de Europeesche zone voor den Davis-beker hebben ingeschreven, zijn er twaalf, waarvan de spelers de onze reeds een- of meermalen hebben ontmoet. Zes zijn op tennisgebied onbekenden : Noorwegen, Zuid-Slavië, China, Griekenland, Argentinië en Zwitserland. De kans, dat Nederland tegen een vroegeren tegenstander lootte, was dus tweemaal zoo groot als de kans dat onze spelers tegen nieuwe zouden komen te staan. Het lot heeft inderdaad gewild, dat het bekende tegenstanders zijn, die inde eerste week van Mei zullen strijden om een plaats inde volgende ronde. De eerste week van Mei dat houdt in dat Nederland een van de zes landen is die geen bye trokken, een van de zes die de eerste ronde, vaak ten onrechte ~voorronde”genoemd (voorronde kent geen enkel wedstrijdreglement), zullen moeten spelen. De bekende tegenstanders zijn, men weet het reeds uit de dagbladen, de Monagasken. Zoo goed als zeker is de ploeg dezelfde als in 1934» toen die merkwaardige wedstrijd te Scheveningen op de M.E.T.S. gespeeld werd, zelfs dezelfde als die welke in 1931 een ploegwedstrijd (buiten de Davis Cup) tegen een Nederlandsche ploeg speelde, nl. Gallèpe en Landau, misschien ook Medecin, De laatste heeft althans inde kampioenschappen van Monaco in den eindstrijd van Landau gewonnen. Het was echter een strijd van 5 sets en er liggen nog twee maanden tusschen deze partij en den Davis Cup-wedstrijd, Onze ploeg zal de reis naar de Azuren Kust, naar het romantisch gelegen Monte Carlo moeten maken. Ook al zou Monaco lager geloot hebben dan Nederland (het staat er nu juist boven en het hooger geplaatste land heeft de keuze van terrein) dan nog zouden onze spelers de tennis-rally moeten maken, want de Monagasken zijn hier in 1934 geweest dus binnen de periode van drie jaren, welke als maatstaf geldt voor de bepaling, dat een land, als het wéér een uit-wedstrijd loot tegen hetzelfde land, recht heeft op een thuiswedstrijd. Een uit-wedstrijd, we behoeven het ineen tijdschrift als Lawn Tennis nauwelijks te memoreeren, heeft altijd nadeelen tegenover een thuiswedstrijd. Er is niet alleen het verschil in banen, de spelers missen het vertrouwde van eigen omgeving. Zij missen ook de nationale atmosfeer en die is bij een Davis Cup-wedstrijd van groote beteekenis. De bijkomstigheden van klimaat en voeding, die zoo belangrijk kunnen zijn voor het al of niet fit voelen van de spelers, zijn mede van invloed. In dit geval kan het klimaat van veel invloed zijn, want in Mei is het vaak reeds volop» warm zomer aan de Riviéra. Het eigenlijke wedstrijdseizoen is er dan reeds lang achter den rug. Hebben onze spelers in dien eersten uit-wedstrijd.kansop succes ? In tenniskringen, we hebben het gedurende de drie weken, welke na de loting verstreken zijn, kunnen constateeren, rekent ~men” op een overwinning. Verondersteld dan dat Timmer, van wiens ski-ongeva] we elders melding maken, van de partij kan zijn, zooals hijzelf hoopt. Onder „men” verstaan we dan niet enkele insiders, enkele kenners van ons tennis en van de buitenlandsche toestanden en verhoudingen, doch de groote groep, welke zich voor tennis interesseert. „Men” redeneert zoo: Timmer doet natuurlijk mee, hij wint zijn beide enkelspelen ; voorts hebben we Hughan of Van Swol (van Knottenbelt weet „men" wel dat hij niet beschikbaar is en Teschmacher moet „men” zich nog zien kwalificeeren voor een plaats) en een van deze twee is mogelijk in staat om een
24