LAWN TENNIS
Tennistijdingen uit Engeland Neen, niet het spel houdt in dezen tijd de aandacht van ieder, die belangstelt in tennis, gevangen. Februari is de stille maand. Er is geen overdekt spel. „Open” wordt er nog niet gespeeld, ten minste geen wedstrijden. Die beginnen pas (of eigenlijk dien ik te schrijven „al”) in Maart. Gewoonlijk bevatten de kranten en tijdschriften in dezen tijd van het jaar dan ook schaarsche berichten over tennis : een enkel nieuwtje voor het komende seizoen, een kort verslagje van de Riviéra. Dit laatste is echter de laatste jaren sterk verminderd. Trokken voorheen tientallen wedstrijdtennissers naar de Cóte d’Azure, nu zijn er nauwelijks een half dozijn, mej. Yorke, mej. Thomas, Austin, Lotan en een paar mindere góden. Er is echter iets anders dat de aandacht boeit, dat de gemoederen in beroering brengt, dat verschillenden grooten kranten als de Daily Telegraph ingezonden stukken bij bosjes bezorgt. Dat is de film-amateur kwestie. „Lawn Tennis” heeft er reeds over geschreven en ik zou voor den Engelschen bond wenschen dat zijn orgaan „Lawntennis and Badminton” even onafhankelijk in zijn oordeelwas als het Nederlandsche. De redactie van het Engelsche blad is niet anders dan de spreektrompet van het Engelsche bestuur. Het is wat de Kampioen en de Radio-bladen in Nederland zijn. Zelfs een beschouwende kritiek over de faits et gestes van de Engelsche tennisleiding zoekt men vergeefs. Het eenige wat insiders kunnen distilleeren uit den inhoud is dat een simpele aankondiging van een of ander voorstel of besluit het bewijs is dat de redactie het eigenlijk niet eens is met de strekking van dat voorstel of besluit. . . . Dit even om te doen uitkomen dat het officieele orgaan niet bepaald het centrum is waar de verschillende meeningen samenkomen. Ware dat wel het geval, dan zou er zeker veel en veel meer vermeld worden over die film-amateur-kwestie ! Want de Engelsche bond moge het Tsjechische voorstel steunen om aan amateurs toe te staan honorarium aan te nemen voor filmopnamen, in tal van clubkringen bestaan er groote bezwaren tegen. Niemand minder dan Lord Cholmondeley heeft het in een kernachtig betoog sterk veroordeeld. In zijn aanhef zegt hij reeds; „Ik ben overtuigd dat er duizenden amateurs zijn, die het als een verraad ten opzichte van de beginselen beschouwen dat de Engelsche bond dit voorstel steunt. Gooi dan liever het heele begrip amateurisme overboord, zegt lord Cholmondeley1). Want wat is het begrip amateurisme ? „One who cultivates a game or an art from mere love of it, without pursuing it for money.” En als we nu den toestand krijgen, dat spelers hun spelcapaciteiten kunnen exploiteeren door de film dan is er van dat „without pursuing it for money” niets over. Ook de boycott van de zuivere professionals bestrijdt Lord Cholmondeley. „Men had beter gedaan om onze jonge spelers op kosten van den bond met wagonladingen naar Wimbley te zenden om daar het beste tennis te zien dat in 1934 gespeeld is, x) Een meening die we ten volle onderschrijven en reeds vaak als ons standpunt hebben neergesohreven. Red.
dan dit tornooi te boycotten o.a. dooreen poging om leden van den scheidsrechterbond te verbieden er te fungeeren.” Laat de profs hun gang gaan, steun hen, saneer den toestand dooreen goed geregeld amateurisme, dan behoeft een prof niet néér te zien op de verkapte amateurs. Het feit dat hij aanleiding heeft dit te doen is al erg genoeg. Want (zoo gaat de inzender voort) wat een vernedering ligt er voor de Engelsche sport in het artikel van eender groote Fransche
sportdagbladen (I’Auto), waarin gespot wordt met het Engelsche ~gesjacher”, een artikel dat aldus eindigt: „Is Ferry in staat om vaneen eigen inkomen te leven ? Neen. Ferry leeft van geld dat uit tennis voortkomt. Daarom is Ferry een professional. En dus wordt de Davis Cup door professionals gespeeld. Waarom dan de anderen, die openlijk en eerlijk professional zijn, uitgesloten ?” Lord Cholmondeley staat niet alleen. Ik schreef reeds dat er een serie protesten verschenen is. Een daarvan releveert dat Bobby Jones zélf verklaarde geen amateur meer te zijn toen hij geld aangenomen had voor het maken vaneen film, hoewel de regels dat niet verboden. Een ander inzender zegt, dat hij zich als Engelsch tennisser schaamde toen hij hoorde dat een bekend Engelsch speler de Riviéra-tornooien afreisde, conferenties hield met club-besturen en hen beloofde dat een aantal van de meest vooraanstaande spelers van Engeland zouden inschrijven, wanneer de tornooien gespeeld werden met de balsoort van zijn firma .... Maar dat alles neemt niet weg, dat het gros van het Engelsche publiek zoo gesteld is op het succes inde Davis Cup, dus ook op het behoud van Ferry en Austin, dat met belangstelling de procedure over „het film-honorarium voor tennissers” gevolgd wordt. Men oordeelt niet objectief meer, men aanvaardt grif alles wat deze twee spelers schrijven en zeggen. „Ik moet leven en voor mijn ouden dag zorgen,” zegt Ferry. „En als men wil dat ik blijf tennissen, wel dan moet men er of zelf voor zorgen of men moet mij de gelegenheid geven door mijn spel wat te verdienen, terwijl ik toch amateur blijf. Zoover gaat hij zelf (bijna zou ik zeggen : in zijn cynische grofheid) dat hij zegt : verschaf mij £ 20.000
(twintigduizend pond, /120.000) per jaar en ik blijf amateur. Kan men erger hoon ten aanzien van een sport, vaneen bond denken ? Een hoon, die door den belanghebbenden Engelschen bond verdragen en aanvaard wordt maar die zelfs door de kleine landen geaccepteerd wordt, getuige hun medewerking aan het voorstel, dat Ferry die 20.000 pond zal verschaffen; het voorstel om betaling voor zijn spelcapaciteiten, voor films, toe te staan .... Naar ik hoor, doet ook, doet zélfs de N. L. T. B. hieraan
66
DE KLEINE GROOTE MAN VAN MONTE CARLO: Palmieri, die zoowel Von Cramm als Austin sloeg!