LAWN TENNIS
COMPETITIE KAMPIOENEN. RHIJNAUWEN I. v.l.n.r. mevr. De Wijs, Borren, De Brauw, mevr. De Brauw. Dames-dubbelspel: mevr. Meyer en mevr. Van Gulick sl. mevr. Schoute en mej. Duyvis 6—4, 6—l. Gemengd dubbelspel: mevr. Van Gulick en E. Wiener sl. mevr. Schoute en Van Dijk6—22,46—4 ; mevr. Meyer en Van Swol sl. mevr. Rouwenhorst en Schoute 6—o, 6—3. HAARLEM-UTRECHT (3-7). Heer en-enkelspel: F. Bakker verl. van Bloemhof 4—6, 3—6 ; Hoeke verl. van Boon o—6, 4—6 ; W. Kenner verl. van Bartelo 3—6, 3—6. Dames-enkelspel: mej. S. de Josselin de Jong sl, mej. Herwijnen 7—5, 7—5 ; Jkvr. L. v. Riemsdijk sl. mej. v.d. Horst 7—5, 6—2. Heer en-dubbelspel: MacNeill en Hern verl. van Bartels en Boon 7—9. 3—6. Dames-dubbelspel: mej. M. de Jong en mevr. S. Kotte sl. mevr. De Jong en mej. v.d. Horst 6—3, 7—5. Gemengd dubbelspel : Jkvr. Van Riemsdijk en MacNeill verl. van mevr. De Jong en Boon 3—6, 6—4, 4—6 ; mevr. Kotte en Mr. Nielsen verl, van mej. v.d. Horst en Schönfeld o—6, 6—3, 5—7. UTRECHT—NOORDELIJK HOLLAND (10-0). Heer en-enkelspel: Schönfeld sl. Buma 6—1, 6—4 .; Boon sl. Van Dijk 6—2, 6—o ; Bartels sl. Reuvekamp Gille 7—5, 7—5. Dames-enkelspel: mej. v.d. Horst sl. mej. Couwenhoven 6—o, 6—2 ; mevr. De Jong en mej. v.d. Horst sl. mevr. Rouwenhorst en mevr. Schouten 6—3, 6—3. Heeren-dubbelspel: Schönfeld en A. Bloemhof sl. Van Dijk en Schoute 6—3, 6—4 ; v.d. Hager en Bartels sl. Reuvekamp Gille en Buma 6—2, 9—7. Dames-dubbelspel: mevr. De Jong en mej. v.d. Horst sl. mevr. Rouwenhorst en mevr. Schoute 6—3, 6—3. Gemengd dubbelspel: mevr. De Jong en v.d. Hagen sl. mevr. Schoute en Van Dijk 6—3, 6—4. HAARLEM—NOORDELIJK HOLLAND (7-3). Heeren-enkelspel: Hoeke sl. Buma 6—2, 6—o ; W. Hermer sl. F. Reuvekamp Gille 6—2, B—68—6 ; J. Oudes verl. van Schut 6—4, 2 5“7- Dames-enkelspel: mej. M. de Jong verl. van mevr. Rouwenhorst 3 6, 4—6 ; Jkvr. v. Riemsdijk sl. mej. Couwenhoven 6—1, 6—4. Heeren-dubbelspel: MacNeill en W. Hermer sl. Buma en Schoute 6—o, 6—2 ; E. Hoeke en F. Bakker sl. F. Reuvekamp Gille en Van Dijk 6—o, 6—4. Dames-dubbelspel: mevr. Kotte-Verster en mej. De Jong verl. van mevr. Rouwenhorst en mevr. Schoute 4—6, 5—7. Gemengd dubbelspel: mej. De Jong en F. Bakker sl. mevr. Rouwenhorst en A. Schoute 6—2, 7—5, 6—3 ; mej. R. Hulshof en F)r. Èysvogel sl. mevr. Schoute en Kuipers 6—3, 6—3. ROND DE SPELREGELS De fijne punten van de spelregels mogen over het algemeen niet die aandacht van het meerendeel der spelers hebben welke zij verdienen, toch blijkt telkens weer dat er een contingent is,
dat zich wèl voor bijzondere gevallen interesseert. In onze omzwervingen door de tenniswereld, hetzij ineen clubje tijdens wedstrijden, hetzij onder een kopje thee of aperitif, hetzij (en hier vooral!) op de tennisavonden telkens weer komen er gevallen die besproken, be-discussieerd en uitgeplozen worden. En welk een misverstanden, welk een eigenaardige opvattingen, welk een verkeerde uitlegging treft men daarbij aan ! In Arnhem, tijdens den genoeglijken maaltijd, die het districtsbestuur gearrangeerd had tusschen de namiddagvoordracht te Apeldoorn en de avondvoordracht te Arnhem (ook in tennistheorie wordt de Zaterdag efficiënt besteed) hoorden we b.v., dat een onzer bekende Oostelijke speelsters ineen tamelijk groot badgasten-tornooi in Duitschland had gespeeld en dat haar tegenstandster bij het serveeren niet alleen buiten de zijlijnen van het enkelspel ging staan, doch zelfs buiten de lijnen van het dubbelspel. Voor haar telde blijkbaar de „denkbeeldige verlenging van de zijlijnen”, waarvan het reglement spreekt als begrenzing van de plaats van waar men serveeren mag (regel IV), in het geheel niet. Men zou dit een speelster kunnen vergeven, zij het dat dit moeilijk valt. Maar dat de scheidsrechter dit goedkeurt en dat hij niet ingaat op het appèl van de tegenpartij, dat is ongehoord ! Een ander geval. Een toehoorder vaneen onzer voordrachten legde ons de beslissing voor vaneen geval, dat hem inde competitie overkomen was. Een speler had met moeite een bal gehaald en na den slag, waarvoor hij ver moest reiken (een volley die hij juist kon wegtippen) vloog het racket uit zijn hand, over het net en op de speelhelft van hèm, den vrager dan. Deze kon de volley nog bereiken, doch op het moment van slaan zag hij het racket van zijn tegenstander over het net vliegen en daardoor sloeg hij den bal uit. De scheidsrechter gaf het punt tegen hem . . . Hij vroeg nog om een let, doch dit werd hem niet toegestaan, al drong ook zijn tegenstander hierop aan. De beslissing van den scheidsrechter was vermoedelijk fout. Vaneen let behoefde hier geen sprake te zijn. Immers, regel XVII van het reglement, waarin de gevallen genoemd worden, waarbij de speler het punt verliest, zegt heel duidelijk, dat het punt verloren gaat „indien hij of zijn racket (overschillig of hij het in de hand heeft of niet) het netkoord enz., of den grond van het speelveld der tegenpartij raakt, terwijl hij naar den bal slaat of op elk ander tijdstip terwijl de bal in spel is. De vrager vermeldde bij zijn vraag, dat hij den bal uitsloeg, omdat hij het racket over het net zag vliegen. Het is alleszins aan te nemen, dat de bal op dat oogenblik nog in spelwas,
234
COMPETITIE KAMPIOENEN. – DE ARNH. T.V. I na haar wedstrijd te Eindhoven ; v.l.n.r. Ie rij Rijkmans (medeoprichter), mej. Swemmelaar, mevr. v.d. Berg ; 2e rij ; Thomassen, Ketjen, mej. Sluis.