of missen van de vrijheid van keuze van plaats van vestiging. De bijzonderheden van de te treffen regeling zijn hier overigens nog niet aan de orde. In het bovenstaande heeft de Commissie de opmerkingen neergelegd, waartoe de kennisneming van de met dit schrijven weder teruggaande stukken haar aanleiding heeft gegeven. De Commissie zal het op prijs stellen, dat hare beschouwingen door U aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid worden overgebracht, opdat Zijne Excellentie inde gelegenheid zij, daarvan aan zijn Ambtgenoot van Koloniën mededeeling te doen, indien daartoe termen aanwezig worden geacht. Nadat ’s Raads advies door Uwe Excellentie aan den Minister van Koloniën was aangeboden, berichtte deze Minister U het volgende: Met verwijzing naar Uw schrijven van 25 Januari j.L, Afd. V., No. 48 P., betreffende de apothekersopleiding in Nederlandsch-Indië, heb ik de eer, Uwer Excellentie mede te deelen, dat ik een afschrift van het bijt dat schrijven ontvangen rapport, dd. Leiden, 9 Januari jl., van de Commissie voor algemeen pharmaceutische aangelegenheden uit den Gezondheidsraad, alsook van het daarin vermelde adres, dd. Amsterdam, 10 November 1927, No. 1299 1927, van het Hoofdbestuur der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, heb doen toekomen aan den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, met verzoek, mij van den stand der behandeling van dit vraagstuk daar te lande regelmatig en tijdig op de hoogte te houden. De Landvoogd heeft die stukken in handen gesteld van het Hoofd van den Dienst der Volksgezondheid in Nederlandsch-Indië, wiens standpunt, kort samengevat, hierop blijkt neer te komen: dat geene algeheele gelijkstelling van de Indische met de Nederlandsche apothekers wordt beoogd; dat de taak der Indische apothekers zich uitsluitend z,al hebben te bepalen tot het bereiden en distribueeren van geneesmiddelen, zonder meer; dat de Nederlandsche apotheker krachtens zijne hoogere opleiding de geschiktheid bezit voor verschillende nevenfuncties op het gebied van voedingsmiddelenonderzoek, laboratoriumstudie, enz., welke geschiktheid aan den Indischen apotheker zal moeten worden ontzegd; dat derhalve voor tal van Gouvernementsbetrekkingen en ook voor de leidende
389