nomen; bij 0.1 mg. was de uitslag twijfelachtig. Bij de gebruikelijke reductie met zink of aluminium was 0.6 mg. reeds niet 'neer aan te toonen. Van de kationen zijn liet meest storend Cr en Ni, daar hunne kleur een zwakke calomeltroebeling schijnt te bedekken. De meer edele metalen worden alle geprecipiteerd inde bovenste lagen van het lood, zoodat de aanwezigheid van honderden milligrammen koper,, zilver, kwik, etc. niet storend werkt. Lood slechts in zooverre, dat het een neerslag van loodchloride kan geven, dat de troebeling van calomel bedekt, bij verwarmen evenwel oplost. Van anionen storen jodide), de oxydeerende zuren, de ferro- en ferricyaniden. Deze kan men evenwel zoo noodig verwijderen, door vooraf af te dampen mat een overmaat zoutzuur. Sulfaten en phosphaten storen niet. (Ind. Eng. Chem., Analyt. Ed. 1930, pag. 117). Zw. Waterbepaling in drogerijen, specerijen en chemikaliën. Dr. J. Pritzkeren Dr. R. Jun gkunz te Bazel beschrijven in „Pharmaceutica Acta Helvetica” 1930, No. 1, een snelle methode, om het watergehalte in verschillende artikelen te bepalen, welke betrouwbare uitkomsten geeft. Zij maken daarbij gebruik van de destillatie-methode, welke ook reeds door anderen werd toegepast met xylol of benzol. In plaats van aan deze stoffen, welke lichter zijn dan water, geven zij de voorkeur aan gechloorde koolwaterstoffen, welke zwaarder zijn en hebben zij daarvoor een apparaat geconstrueerd, waarvan bijgaand de beschrijving volgt. Op de kolf, waarin zich de te onderzoeken stoffen bevinden, met het tetrachlooraethaan gemengd, is een opstijgende buis ingeslepen, welke van boven uitmondt in het verwijd gedeelte van den ontvanger. In dit verwijd gedeelte is wederom ingeslepen een binnenkoeler, zoodat de dampen condenseeren en in het vernauwde gedeelte van den ontvanger zich verzamelen. Dit vernauwde gedeelte is in 0,1 cm.3 verdeeld en aan de onderzijde voorzien van een kraan, welke zoodanig gesteld kan worden, dat de tetra weder inde kolf terug kan vloeien of afgetapt kan worden. Het apparaat is te verkrijgen bij de firma Dr. Be nd er en Dr. Holb ei n, München. De schrijvers hebben proeven genomen met deze methode bij verschillende drogerijen, zooals; gomsoorten, Sucous Liquiritiae, Digitalis, Secale oornutum, kamillen, enz., eveneens met specerijen: saffraan, kaneel, vanille; met chemikaliën: natriumcarbonaat, Karlsbaderzout, ferrosulfaat en ook met artikelen als verbandwatten, hydrophielgaas, moutextract, honig, enz. Behalve van het tetrachloor, C,H,CI4, ook als aceiyleen-tetrachloride bekend, dat een S. Q. heeft van 1.6 en een kookpunt van 144°, werd ook gebruik gemaakt van perohlooraethyl CCI2CCI2, dat een S. Q. van 1.629 en een kookpunt van 190° heeft. Dit laatste heeft eenige voordeelen, omdat het bij inademing geen vergiftige eigenschappen bezit, zoodat het gebruik daarvan in groote fabrlekslaboratoria aanbeveling verdient. Bij voorzichtig gebruik ondervonden de schrijvers, die gedurende l:1/2 jaar de tetramethode
328